ECLI:NL:CRVB:1995:ZB0954
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- A.H. Berends
- I. de Hartog
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding en kosten administratief beroep in het kader van de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A. tegen een besluit van het College van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht, waarin zijn beroep ongegrond werd verklaard. Appellant had een uitkering op basis van de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers (RWW) ontvangen, maar deze was met 20% verlaagd omdat hij niet al het mogelijke deed om arbeid in dienstverband te verkrijgen. Het College had deze maatregel gehandhaafd, maar appellant stelde dat hij wel degelijk beschikbaar was voor de arbeidsmarkt. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het College ten onrechte had gesteld dat appellant geen recht had op een uitkering ingevolge de RWW. De Raad benadrukte dat de RWW alleen van toepassing is als er sprake is van daadwerkelijke beschikbaarstelling voor arbeid. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet in stand kon blijven wegens strijd met het motiveringsbeginsel. De Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg gedaagde op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van f 14,67, en het door appellant betaalde griffierecht werd vergoed.