ECLI:NL:CRVB:2016:1360
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de weigering van dwangsom in sociale zekerheidszaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard. Appellante had bij het college van burgemeester en wethouders bijzondere bijstand aangevraagd, maar haar aanvraag werd op 28 november 2014 buiten behandeling gesteld. Appellante heeft het college in gebreke gesteld en verzocht om een dwangsom vast te stellen, maar het college heeft deze ingebrekestelling niet-ontvankelijk verklaard. Het college heeft later, op 5 februari 2015, alsnog een inhoudelijk besluit genomen op de aanvraag van appellante. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college geen dwangsom verschuldigd is, omdat het besluit van 28 november 2014 al voor de ingebrekestelling was genomen. De Raad bevestigt dat de evident onjuistheid van een besluit niet van invloed is op het besluitkarakter en dat het college niet in strijd heeft gehandeld met het verbod van détournement de pouvoir. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.