Uitspraak
17.3629 PW, 18/6041 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
aangevochten;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de intrekking en terugvordering van bijstand van appellant, die betrokken was bij een hennepkwekerij in zijn woning. Appellant ontving sinds 2 april 2014 bijstand op basis van de Participatiewet. Na een melding van de politie over de hennepkwekerij, heeft het college van burgemeester en wethouders van Geldrop Mierlo de bijstand van appellant met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. Appellant heeft in beroep aangevoerd dat hij niet betrokken was bij de hennepkwekerij en dat hij vrijgesproken was door de strafrechter. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college onvoldoende bewijs had geleverd voor de periode waarin appellant de hennepkwekerij zou hebben geëxploiteerd, maar het college heeft dit gebrek hersteld door aanvullende informatie te verstrekken. De Raad heeft vastgesteld dat de aanwezigheid van de hennepkwekerij een schending van de inlichtingenverplichting door appellant met zich meebracht, wat leidde tot de intrekking van de bijstand. De Raad heeft geoordeeld dat de intrekking en terugvordering van de bijstand gerechtvaardigd waren, ook voor de periode na de ontmanteling van de hennepkwekerij, omdat appellant geen deugdelijke administratie had overgelegd. De Raad heeft het hoger beroep van appellant ongegrond verklaard en de eerdere uitspraken bevestigd.