ECLI:NL:CRVB:2021:110
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand en beoordeling draagkracht in het kader van executoriaal beslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Overijssel. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor kosten van onder andere een laptop en gordijnen. Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle had deze aanvraag afgewezen, omdat de kosten niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden en de appellant voldoende draagkracht had om deze kosten zelf te dekken. De Raad oordeelde dat het college in redelijkheid het inkomen waarop executoriaal beslag rustte niet in aanmerking kon nemen bij de vaststelling van de draagkracht, omdat de appellant daarover niet redelijkerwijs kon beschikken. Desondanks werd de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand bevestigd, omdat de kosten niet noodzakelijk waren en niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.