Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
,en dit horen voldoende zorgvuldig kan geschieden.
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep gegrond,
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank, behoudens diens beslissing betreffende Rechtbankkenmerk BRE 17/280,
- vernietigtde uitspraken op bezwaar gericht tegen aanslag 1, de bijbehorende boetebeschikking en beschikking belastingrente,
- draagtde Inspecteur
opopnieuw uitspraken op bezwaar gericht tegen aanslag 1, de bijbehorende boetebeschikking en beschikking belastingrente te doen met inachtneming van de uitspraak van het Hof, - bepaaltop de voet van artikel 8:113, lid 2, van de Awb dat tegen de nieuwe uitspraak op bezwaar slechts bij het Hof beroep kan worden ingesteld,
- gelastdat de Inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank betaalde griffierecht ten bedrage van € 46 vergoedt, en
- veroordeeltde Inspecteur in de kosten aan de zijde van belanghebbende van het geding bij de Rechtbank en bij het Hof, in totaal vastgesteld op € 1.280.