ECLI:NL:HR:2002:AE7360
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over tekortkoming in de levering van een schaarlift en bewijsvoering
In deze zaak heeft Sunmaster Nederland B.V. (hierna: Sunmaster) cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Sunmaster had eerder een schaarlift gekocht van [verweerder] c.s., maar na levering bleek de lift niet te voldoen aan de overeengekomen eisen. Sunmaster vorderde onder andere ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding. De Rechtbank te Rotterdam had in een tussenvonnis Sunmaster toegelaten tot bewijslevering, waarna de Rechtbank in een eindvonnis van 1 oktober 1998 de koopovereenkomst ontbond en een deel van de vorderingen toewijsde. Het Gerechtshof heeft echter in zijn arrest van 23 november 2000 geoordeeld dat Sunmaster niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stellingen, wat leidde tot het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 1 november 2002 geoordeeld dat het Gerechtshof ten onrechte heeft geoordeeld dat de bewijsopdracht in hoger beroep onbestreden was. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom het in eerste aanleg geleverde bewijs ontoereikend was en dat het Hof had moeten onderzoeken welke consequenties dit had voor de vorderingen van Sunmaster. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijswaardering door de rechter en de noodzaak om de gevolgen van bewijslevering goed te onderbouwen. De Hoge Raad heeft [verweerder] c.s. ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, wat een belangrijke overweging is in het kader van proceskosten.