ECLI:NL:HR:2005:AT8782
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van leverancier van asbestcementplaten voor mesothelioom door blootstelling aan asbest
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van Eternit Fabrieken B.V. voor de ziekte mesothelioom, die is ontstaan door blootstelling aan asbest in 1971. [Betrokkene 1] heeft Eternit in kort geding gedagvaard, waarbij zij een voorschot op schadevergoeding vorderde. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen, maar Eternit ging in hoger beroep. Het gerechtshof te Arnhem bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter, waarna Eternit cassatie aantekende.
De Hoge Raad oordeelt dat Eternit tekort is geschoten in haar waarschuwingsplicht. De leverancier was in 1970-1971 op de hoogte van de gezondheidsrisico's van asbest, maar heeft nagelaten het publiek te waarschuwen. Dit wordt als onrechtmatige nalatigheid beschouwd. Eternit voerde aan dat de vordering was verjaard, maar de Hoge Raad oordeelt dat het beroep op verjaring in deze omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens wordt [betrokkene 1] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van leveranciers om consumenten te waarschuwen voor bekende gezondheidsrisico's van hun producten, vooral in het geval van gevaarlijke stoffen zoals asbest.