ECLI:NL:HR:2008:BD3688
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in strafzaak met betrekking tot verkrachting en ontucht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1954 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor verkrachting, feitelijke aanranding van de eerbaarheid en ontucht met zijn minderjarig kind. Het Hof had de verdachte tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld, met toewijzing van vorderingen van benadeelde partijen. De verdediging had verzocht om de getuige [betrokkene 1] te horen, die eerder verklaringen had afgelegd die de beschuldigingen tegen de verdachte leken te ontkrachten. Het Hof heeft dit verzoek afgewezen, omdat het horen van de getuige niet noodzakelijk werd geacht voor de waarheidsvinding, gezien de eerdere verklaringen van de getuige en het tijdstip van het verzoek. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de juiste maatstaf had toegepast en dat de afwijzing van het verzoek niet onbegrijpelijk was. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie voor het overige verworpen, maar heeft de opgelegde gevangenisstraf verminderd tot twee jaren en tien maanden, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep was overschreden.