Conclusie
middel, dat zich richt op de veroordeling wegens witwassen, bevat twee klachten, die ik in de navolgende volgorde zal bespreken:
€ 328,15
€ 5.466,74
€ 199,95
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte beschuldigd van witwassen, waarbij het Hof heeft geoordeeld dat het overdragen en omzetten van geldbedragen, die afkomstig zijn uit door de verdachte zelf begane misdrijven, als witwassen kan worden gekwalificeerd. De verdachte heeft contante geldbedragen op zijn eigen bankrekening gestort, die direct uit zijn misdrijven afkomstig waren. Het Hof heeft echter niet voldoende gemotiveerd dat deze handelingen gericht waren op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de geldbedragen. De Hoge Raad heeft in eerdere jurisprudentie bepaald dat voor witwassen niet alleen het verwerven of voorhanden hebben van geld uit eigen misdrijf voldoende is, maar dat er ook een op verbergen of verhullen gerichte handeling moet plaatsvinden. De verdachte heeft in deze zaak contante bedragen gestort op zijn bankrekening, maar het Hof heeft niet aangetoond dat deze stortingen ook daadwerkelijk gericht waren op het verhullen van de herkomst van het geld. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de gedragingen van de verdachte, die bestonden uit het storten van contante bedragen op zijn bankrekening, terecht zijn gekwalificeerd als witwassen, ondanks de tekortkomingen in de motivering van het Hof. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de verdachte verworpen, waarbij de eerdere veroordeling wegens witwassen is bevestigd.