Conclusie
eerste middelklaagt dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de verklaringen van de aangeefster betrouwbaar, gedetailleerd en consistent zijn.
Betrouwbaarheid van de verklaringen
tweede middelklaagt dat het hof ten onrechte en zonder te motiveren voorbij is gegaan aan het verzoek van de raadsman om een deskundige te benoemen om de verklaringen van de aangeefsters op hun betrouwbaarheid te onderzoeken.
derde middelklaagt over het oordeel van het hof dat er voldoende steunbewijs is die de verklaringen van de aangeefsters ondersteunen.
ten aanzien van feit 1 en 2:
ten aanzien van feit 3:
ten aanzien van feit 4:
NJ2010/515).
NJ2015/489 m.nt. Borgers. In die zedenzaak had het hof het steunbewijs dat een minderjarig meisje door haar verzorger was misbruikt gevonden in de verklaring van een huisarts over mogelijk seksueel misbruik. Deze verklaring was gebaseerd op hetgeen hem is gemeld door mogelijk de oma van de aangeefster. Het andere steunbewijs bestond uit de verklaring van deze oma, die van de aangeefster had gehoord over het misbruik. Dit steunbewijs was volgens de Hoge Raad, zonder nadere motivering, ontoereikend. Daarbij zal hebben meegespeeld dat het steunbewijs telkens terug was te voeren op dezelfde bron, te weten de verklaringen van de aangeefster. Anders dan in de voornoemde zaak, bestaat het steunbewijs niet louter uit verklaringen die zijn terug te voeren op één bron. Zo wordt de verklaring van de aangeefster dat zij op een barbecue is betast door de verdachte, ondersteund door de verklaring van [betrokkene 4] . Daarbij verdient opmerking dat het steunbewijs niet (rechtstreeks) betrekking dient te hebben op de tenlastegelegde gedragingen. [13] Daarnaast heeft de psychiater aangegeven dat er sprake is van PTTS en een depressie, waarbij er geen aanwijzingen zijn gevonden dat de oorzaak andere factoren betreft dan het misbruik. Dat het hof van oordeel is dat er voldoende steunbewijs voorhanden is, acht ik dan ook niet onbegrijpelijk. Voor een verdere toetsing is, verweven als die is met aan de feitenrechter voorbehouden weging en waardering van feitelijke aard, in cassatie geen ruimte.
vierde middelbevat de klacht dat het hof bij het opleggen van de straf geen rekening heeft gehouden met de medische beperkingen van de verdachte.
Persoonlijke omstandigheden
vijfde middelklaagt dat het hof ten onrechte ervan uit is gegaan dat de verdachte de aan hem ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, ondanks zijn medische beperkingen.