Conclusie
Nummer21/00435
Het eerste middel
1. hij in of de periode van 1 september 2007 tot en met 04 juni 2008 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander meermalen telkens opzettelijk heeft geteeld, (in een pand aan de [a-straat 1] ) telkens een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II”
De beoordeling van het eerste middel
Het tweede middel
hij in de periode van 1 september 2007 tot en met 5 juni 2008 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Eneco Netbeheer BV.”
1. Als ander geschrift een rapport van Eneco Services BV, op 9 juni 2008 opgemaakt en ondertekend door [betrokkene 1] (als bijlage gevoegd bij het proces verbaal van de Politie Rotterdam-Rijnmond District 6 Oost, registratienummer 2008188839-1, d.d. 20 augustus 2008), dat onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
Dat als algemeen uitgangspunt kan gelden dat een rechthebbende weet wat zich in zijn pand bevindt dan wel wat zich daar afspeelt, volstaat doorgaans niet voor het bewijs van het opzettelijk wegnemen van de elektriciteit. Wel kunnen concrete gedragingen van de verdachte waaruit zijn betrokkenheid bij die teelt blijkt en de omstandigheden waaronder die teelt plaatsvond, meebrengen dat (het niet anders kan zijn dan dat) de verdachte zich ook heeft schuldig gemaakt aan het wegnemen van de daarbij gebruikte elektriciteit (vgl. HR 9 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:554).”
De beoordeling van het tweede middel
dat we door het omleiden van de meter stroom hebben gestolen van Eneco”. De verdachte heeft tot slot verklaard dat het energiecontract van Eneco op zijn naam stond. Gelet op het verband tussen het telen van hennep en de diefstal van de voor die hennepteelt gebruikte elektriciteit, acht ik het kennelijke oordeel van het hof dat (het niet anders kan zijn dan dat) ook de diefstal van elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij onderdeel uitmaakte van de hiervoor genoemde nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn halfbroer, niet onbegrijpelijk en behoefde dat, bij gebreke van een verweer op dit punt, geen nadere motivering. [13] Immers kunnen niet alleen concrete gedragingen maar ook de omstandigheden waaronder de teelt plaatsvond, bijdragen aan het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte ook elektriciteit heeft weggenomen ten behoeve van die teelt.
Het derde middel
vertrokken onbekend waarheen”. Onder ‘laatst opgegeven woon- of verblijfplaats’ staat niets opgenomen en als laatst genoemd historisch GBA-adres staat vermeld de [c-straat ] [plaats] .
van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is”.