Voetnoten
1.Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Bahrein tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, Trb. 2008, 119. Zie Trb. 2010, 12, over de parlementaire goedkeuring en de datum van inwerkingtreding. Voor een overzicht van de verdragsgegevens zie de verdragenbank (verdragenbank.overheid.nl/) onder verdragsnummer 011526.
2.Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, Trb. 1986, 67, waarvan de in het Nederlands vertaalde tekst is geplaatst in Trb. 1987, 197. Zie Trb. 1998, 123 over de parlementaire goedkeuring en de datum van inwerkingtreding. Voor een overzicht van de verdragsgegevens zie de verdragenbank onder verdragsnummer 000318.
3.Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Sultanaat Oman tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, Trb. 2010, 181. Zie Trb. 2011/265 over de parlementaire goedkeuring en de datum van inwerkingtreding. Voor een overzicht van de verdragsgegevens zie de verdragenbank onder verdragsnummer 011677.
4.Besluit van 7 september 2017, Stcrt. 2017, 52188.
5.Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nrs. 1-2, bijlage B (p. 28-46).
6.Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nrs. 1-2, p. 4-26.
7.Kamerstukken II 1996/97, 25 087, nr. 1.
8.Bijlage bij Kamerstukken II 2010/11, 25 087, nr. 7.
9.Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4.
10.Report of the OECD Committee on Fiscal Affairs, OECD Income and Capital Model Convention, 1977, te vinden via https://www.oecd.org/en/publications/model-double-taxation-convention-on-income-and-capital_9789264055919-en.html.
11.OECD Committee on Fiscal Affairs, Model Tax Convention on Income and on Capital, condensed version 15 July 2005, te vinden via https://www.oecd.org/en/publications/model-tax-convention-on-income-and-on-capital-condensed-version-2005_mtc_cond-2005-en.html.
12.OECD, Model Tax Convention on Income and on Capital, condensed version 21 November 2017, te vinden via https://www.oecd.org/en/publications/model-tax-convention-on-income-and-on-capital-condensed-version-2017_mtc_cond-2017-en.html.
13.United Nations, United Nations Model Double Taxation Convention Between Developed and Developing Countires, Department of International Economic and Social Affairs: New York, 1980, te vinden via https://digitallibrary.un.org/record/13957?v=pdf
14.De feiten zijn gebaseerd op de onderdelen 1 en 2 van de uitspraak van het Hof.
15.Rechtbank Gelderland 9 september 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:5267, V-N 2022/50.2.6, NLF 2022/2111, FutD 2022-2871, NTFR 2022/3660 m.nt. J.A.W. Vrolijks. 16.Proces-verbaal van de zitting van het Hof, p. 1-2.
17.Besluit van 18 juli 2008, Stcrt. 2008, 151, par. 3.4.
18.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 juli 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:4739, V-N 2024/38.1.7, NLF 2024/1874, FutD 2024-1738 m.n.t van de redactie, NTFR 2024/1585 m.nt. Rouwers. De uitspraak is ook besproken door bijv. Hans de Vries, Vrijstelling of verrekening: that's the question, Over de grens 2025/1 en Jacqueline Nietveld, Voorkoming van dubbele belasting, Beloning en Belasting 2025/21. 19.Zie het beroepschrift in cassatie, p. 6.
20.M.W.C. Feteris, Beroep in cassatie in belastingzaken, Deventer: Kluwer 2014, p. 246.
21.HR 11 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:878, rov. 3.4.2. Die overweging gaat overigens over het rechtsmiddel van bezwaar, beroep of (incidenteel) hoger beroep, maar ik zie niet direct in waarom het anders zou liggen voor het rechtsmiddel van beroep in cassatie. 22.Zie daarover bijv. Frank Pötgens, Income from International Private Employment. An analysis of Article 15 of the OECD Model, Volume 12, Doctoral Series, IBFD, 2006, p. 797.
23.Een gangbare Nederlandse term om die staat verkort aan te duiden, ben ik niet direct tegengekomen in de literatuur. In de Nederlandse literatuur wordt soms wel de half-Engelstalige term PoEM-staat gebruikt waarbij PoEM de afkorting is van Place of Effective Management; zie bijv. A.J.A. Stevens en J. Adeler, De 2017-wijzigingen in het OESO-Modelverdrag voor scheep- en luchtvaartondernemingen: de wind in de rug?, MBB 2018/11, p. 263.
24.Zie uitgebreid over de pré-2017-versies van art. 15(3) OESO-modelverdrag Frank Pötgens, Income from International Private Employment. An analysis of Article 15 of the OECD Model, Volume 12, Doctoral Series, IBFD, 2006, hoofdstuk VIII (p. 793 e.v.) en – meer recent – Frank P.G. Pötgens & T. Mees Vergouwen, Chapter 8: Issues Relating to Remuneration of Crews of Ships or Aircraft (Article 15(3) OECD Model), in: Guglielmo Maisto (ed.), Taxation of shipping and air transport in domestic law, EU law and tax treaties, IBFD: Amsterdam, 2017.
25.Zie de Vakstudie Nederlands Internationaal Belastingrecht, art. 15 OESO-modelverdrag 1977, aant. 4. Zie in vergelijkbare zin ook (uitgebreider) bijv. Frank Pötgens, Income from International Private Employment. An analysis of Article 15 of the OECD Model, Volume 12, Doctoral Series, IBFD, 2006, p. 794-795, alsmede L.B.A.M. Verstraaten, Werknemers in het internationale verkeer, MBB 2012/10, p. 348.
26.VN-modelverdrag 1980, p. 164 e.v.
27.Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nrs. 1-2, p. 4.
28.Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nrs. 1-2, p. 11.
29.Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nrs. 1-2, p. 13.
30.Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nrs. 1-2, p. 14.
31.Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nrs. 1-2, p. 20.
32.Kamerstukken II 1996/97, 25 087, nr. 1, p. 1.
33.Kamerstukken II 1996/97, 25 087, nr. 1, p. 2.
34.Kamerstukken II 1996/97, 25 087, nr. 1, p. 5-6.
35.Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4, p. 3.
36.Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4, p. 19.
37.Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4, p. 32.
38.Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4, p. 33.
39.Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4, p. 49.
40.Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4, p. 51.
41.Notitie verdragsbeleid 2011, p. 9.
42.Notitie verdragsbeleid 2011, p. 9-10.
43.Notitie verdragsbeleid 2011, p. 10.
44.Notitie verdragsbeleid 2011, p. 22.
45.Notitie verdragsbeleid 2011, p. 22-23.
46.Notitie verdragsbeleid 2011, p. 52-53.
47.Notitie verdragsbeleid 2011, p. 44.
48.L.B.A.M. Verstraaten, Werknemers in het internationale verkeer, MBB 2012/10, p. 352-353.
49.A.J.A. Stevens en J. Adeler, De 2017-wijzigingen in het OESO-Modelverdrag voor scheep- en luchtvaartondernemingen: de wind in de rug?, MBB 2018/11, p. 266.
50.Zie daarover bijv. A.J.A. Stevens en J. Adeler, De 2017-wijzigingen in het OESO-Modelverdrag voor scheep- en luchtvaartondernemingen: de wind in de rug?, MBB 2018/11, p. 262-267 en F.P.G. Pötgens in Cursus Belastingrecht IBR.3.4.5.B.d (‘actueel t/m 24-03-2025’).
51.De tekst luidt: “Notwithstanding the preceding provisions of this Article, remuneration derived by a resident of a Contracting State in respect of an employment, as a member of the regular complement of a ship or aircraft, that is exercised aboard a ship or aircraft operated in international traffic, other than aboard a ship or aircraft operated solely within the other Contracting State, shall be taxable only in the first-mentioned State.”
52.OESO-modelcommentaar 2017, op art. 15, punt 9-11 (op p. 321-324).
53.Zie Trb. 1987, 197.
54.Trb. 1987, 197, p. 16.
55.Trb. 1987, 197, p. 21.
56.Kamerstukken II 1987/88, 20 425, nr. 1, p. 2.
57.Kamerstukken II 1987/88, 20 425, nr. 1, p. 10.
58.Zie ook D. Hund, ‘Belastingverdrag met Turkije’, MBB 1986/6, p. 165, die signaleert dat voor transportmedewerkers niet de door Nederland voorgestane woonstaatheffing geldt.
59.Kamerstukken II 1987/88, 20 425, nr. 1, p. 11.
60.Ik citeer de Nederlandse tekst, ter zake waarvan is overeengekomen dat die even authentiek is als de Engelse en Arabische tekst, met dien verstande dat ingeval de Nederlandse en Arabische tekst verschillend kunnen worden uitgelegd, de Engelse tekst doorslaggevend is. Zie Trb. 2008,119, p. 26 en 57.
61.Trb. 2008,119, p. 44.
62.Trb. 2008,119, p. 49.
63.Kamerstukken Staten-Generaal 2007/08, 31 591, A en nr. 1, p. 2.
64.Kamerstukken Staten-Generaal 2007/08, 31 591, A en nr. 1, p. 2.
65.Kamerstukken Staten-Generaal 2007/08, 31 591, A en nr. 1, p. 2-3.
66.Kamerstukken Staten-Generaal 2007/08, 31 591, A en nr. 1, p. 3.
67.Kamerstukken Staten-Generaal 2007/08, 31 591, A en nr. 1, p. 8.
68.Kamerstukken Staten-Generaal 2007/08, 31 591, A en nr. 1, p. 9.
69.Kamerstukken Staten-Generaal 2007/08, 31 591, A en nr. 1, p. 1.
70.Kamerstukken II 2008/09, 31 591, nr. 2, p. 4.
71.Kamerstukken II 2008/09, 31 591, nr. 3. Zie ook Kamerstukken II 2008/09, 31 824, nr. 3.
72.Wet van 26 november 2009, Stb. 2009, 498.
73.Kamerstukken II 2008/09, 31 824, nr. 1 en 2.
74.Kamerstukken II 2008/09, 31 824, nr. 4, p. 2.
75.Kamerstukken II 2008/09, 31 824, nr. 5, p. 3.
76.Trb. 2010, 181, p. 46.
77.In plaats van ‘Niettegenstaande de voorgaande bepalingen’ in het belastingverdrag met Bahrein, wordt in het belastingverdrag met Oman gebezigd ‘Niettegenstaande de voorgaande leden’.
78.In plaats van het woord ‘vermindering’ wordt het woord ‘aftrek’ in het belastingverdrag Nederland-Oman gebezigd.
79.Trb. 2010, 181, p. 50.
80.Kamerstukken II 2011/12, 33 056, A en nr. 1, p. 2.
81.Kamerstukken II 2011/12, 33 056, A en nr. 1, p. 2.
82.Kamerstukken II 2011/12, 33 056, A en nr. 1, p. 2.
83.Zie Kamerstukken II 2011/12, 33 056, A en nr. 1, p. 3.
84.Zie Kamerstukken II 2011/12, 33 056, A en nr. 1, p. 3.
85.Kamerstukken II 2011/12, 33 056, A en nr. 1, p. 12.
86.Kamerstukken II 2011/12, 33 056, A en nr. 1, p. 13.
87.Bijv. de memorie van toelichting bij het voorstel voor de wet tot goedkeuring van het belastingverdrag met België, Kamerstukken II 2001/02, 28 259, nr. 3, p. 41.
88.Dit is het nummer dat aan het verdrag is toegekend in de verdragenbank (verdragenbank.overheid.nl/) – aan de hand van een verdragsnummer zijn op die verdragenbank meer gegevens over een verdrag te vinden.
89.In de vrijstelling op grond van art. 24(3) is voor inkomsten als bedoeld in art. 16(3) pas expliciet voorzien door wijziging van het belastingbedrag bij het Protocol van 30 juli 2015, Trb. 2015, 121. Het eerder niet voorzien daarin is in de toelichtende nota op dat Protocol aangeduid als een ‘omissie’; zie Kamerstukken Staten-Generaal 2015/16, 34 431, nr. 1, p. 8.
90.Kamerstukken II 2009/10, 32 145, nr. 3, p. 22: “Het derde lid wijkt af van het bepaalde in het OESO-modelverdrag 2005. Op verzoek van het VK is een woonstaatheffing opgenomen voor werknemers aan boord van een schip of vliegtuig in internationaal verkeer. Het OESO-modelverdrag 2005 gaat uit van belastingheffing in de staat waar de onderneming is gevestigd.”
91.Besluit van 7 september 2017, Stcrt. 2017, 52188.
92.De terugwerkende kracht is niet toegelicht in het Golfstatenbesluit zelf. Uit een later antwoord van de staatssecretaris op vragen van de Tweede Kamer volgt dat de terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 als achtergrond heeft dat zo wordt aangesloten bij het vanaf die datum gevoerde goedkeurende beleid; zie Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 6.
93.Bij invoering van art. 38(2) AWR was het toepassingsbereik nog beperkt tot een “dienstbetrekking tot een binnen het Rijk gevestigde werkgever”. Om
94.Wet van 4 september 1985, Stb. 1985, 567.
95.Kamerstukken II 1983/84, 18 371, nr. 3, p. 4.
96.Redactie Vakstudienieuws in V-N 2017/46.7.
97.https://www.maastrichtuniversity.nl/nl/blog/2017/09/een-fiscaal-sprookje-uit-duizend-en-%C3%A9%C3%A9n-nacht.
98.Nieuwsbericht van 13 september 2017, te vinden via taxlive.nl/nl/documenten/nieuws/vrijstellingsmethode-voor-salaris-uit-golfstaat-is-meten-met-twee-maten/.
99.K.A. van der Meulen, Golfstaten: vrijstelling in plaats van verrekenen, Loonzaken 2018/1.
100.R.W.G. Rouwers in NTFR 2024/1585.
101.Brief van 13 oktober 2017, aangemerkt als ‘niet-dossierstuk’ met nummer 2017D29 in vergaderjaar 2017-2018 van de Tweede Kamer, te vinden via https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2017D29448.html.
102.De bedoelde brief is een e-mailbericht van 14 september 2017 te vinden op p. 110-111 van de pdf met diverse openbaargemaakte documenten (te vinden via https://open.overheid.nl/details/0dd10b1c-1db3-434e-9350-4e8119ef5e2a).
103.Te vinden in bijv. Kamerstukken II 2010/11, 25 087, nr. 205, p. 2-5.
104.Te vinden in bijv. Kamerstukken II 2010/11, 25 087, nr. 205, p. 5-16. Zie ook V-N 2018/24.10, met kritisch commentaar van de redactie, alsmede NTFR 2018/1242, met overwegend beschrijvend commentaar van de redactie. De antwoorden worden verder relatief uitgebreid en kritisch besproken door Hans de Vries, Vrijstelling of verrekening: that's the question, Over de grens 2025/1.
105.Kamerstukken II 2010/11, 25 087, nr. 205, p. 5.
106.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 6.
107.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 6-7.
108.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 7.
109.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 10, 11 en 13.
110.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 13.
111.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 14-15.
112.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 16.
113.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 11 en 16.
114.Kamerstukken II 2017/18, 25 087, nr. 205, p. 16.
115.Kamerstukken II 2017/18, 32 140, nr. 35, p. 10.
116.Besluit van 20 juli 2023, kenmerk 2023-0000144938, getiteld “Besluit op Woo-verzoek inzake de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid”, te vinden via https://open.overheid.nl/details/41720b0a-b416-4315-8d89-cf24e8d5086d en bijv. V-N 2023/45.13.
117.Deze pdf is te vinden via https://open.overheid.nl/details/0dd10b1c-1db3-434e-9350-4e8119ef5e2a.
118.De uitspraak van de Rechtbank is geannoteerd door J.A.W. Vrolijks in NTFR 2022/3660, maar die richt zich vooral op de kwestie op sprake is van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
119.Redactie Fiscaal up to Date in FutD 2024-1738.
120.R.W.G. Rouwers in NTFR 2024/1585. Ook Hans de Vries, Vrijstelling of verrekening: that's the question, Over de grens 2025/1 geeft te kennen dat “een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel voor de hand [ligt]”.
121.P.W.H. Hoogstraten & K. Taouil, Loonheffingen, Fed fiscale studieserie nr. 7, Deventer: 2025, p. 593.
122.Jacqueline Nietveld, Voorkoming van dubbele belasting, Beloning en Belasting 2025/21.
123.Beroepschrift in cassatie, p. 7 (voetnoot 13).
124.Zie uitgebreider R.H. Happé, Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming, Happé, R.H., Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming (Fiscale Monografieën nr. 77), Deventer: Wolters Kluwer 1996, p. 347-348.
125.R.H. Happé, Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming, Happé, R.H., Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming (Fiscale Monografieën nr. 77), Deventer: Wolters Kluwer 1996, p. 370 gaat op de verhouding tussen het (formele) gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel op dit punt in: “Op grond van de voorrangsregel van het door beleidsregels opgewekte vertrouwen mag de belastingplichtige erop vertrouwen dat de fiscus de desbetreffende beleidsregel op zijn situatie toepast. In termen van de formele juridische gelijkheid: de beleidsregel moet op alle gevallen die onder de beleidsregel vallen, worden toegepast. Het vertrouwensbeginsel is in dit opzicht als een nadere concretisering te beschouwen van het formele gelijkheidsbeginsel.”
127.Dit betekent ook dat in deze conclusie niet verder wordt ingegaan op kritiek in de literatuur op het Golfstatenbesluit als zodanig, zoals de dubbele niet-heffing en de kwestie of de koninklijke weg niet weg was geweest om de belastingverdragen aan te passen via een protocol. Voor de voorliggende kwestie in cassatie is het immers een gegeven dat het Golfstatenbesluit is genomen, en draait het erom of – kort gezegd – het gelijkheidsbeginsel meebrengt dat de goedkeuring een ruimer toepassingsbereik dient te hebben dan het bereik volgens het Golfstatenbesluit zelf.
128.Beroepschrift in cassatie, p. 5: “Het gaat erom of gelet op de strekking van het goedkeurend beleid, feitelijk en rechtens relevante verschillen bestaan en zo niet, of er een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat voor het gemaakte onderscheid.”
130.Beroepschrift in cassatie, p. 5-6. Zie ook conclusie van repliek, p. 1.
131.Beroepschrift in cassatie, p. 6-7. Zie voor de duiding als omissie ook de conclusie van repliek, p. 3.
132.Verweerschrift in cassatie, p. 8.
133.Conclusie van repliek, p. 3-4.
134.Verweerschrift in cassatie, p. 2.
135.Verweerschrift in cassatie, p. 3-4 (voor Oman) en p. 5 (voor Bahrein).
136.Verweerschrift in cassatie, p. 4 (voor Oman) en p. 5 (voor Bahrein).
137.Verweerschrift in cassatie, p. 10.
139.Vgl. ook de Staatssecretaris in zijn conclusie van repliek, p. 2 die opmerkt “zo uw Raad hier acht op slaat”, waarbij hij erop wijst dat de Woo-stukken niet behoren tot de stukken die zijn ingebracht in de procedure voor de Rechtbank en het Hof.
141.Conclusie van repliek, p. 2-3.
142.Het mag niet uit het oog worden verloren dat zo’n notitie een intern document is dat niet is bestemd voor externe publicatie. Dit betekent dat de redactie van zo’n notitie denkelijk niet met dezelfde mate van zorgvuldigheid zal gebeuren als een document dat bestemd is voor externe publicatie. Gelet daarop moet mijns inziens in dit geval voorzichtigheid worden betracht met het verbinden van conclusies aan het gebruik van het woord ‘keuze’.
143.Belanghebbende bestrijdt wel/alleen dat het opheffen van die verschillen een rechtvaardiging kan vormen om de goedkeuring te beperken tot de Golfstaten – hij meent dat het verschil evengoed opgelost moet worden in de relatie tot Turkije. Zie verweerschrift in cassatie, p. 6.
144.Besluit van 18 juli 2008, Stcrt. 2008, 151, par. 3.4.
145.Zie enerzijds ontkennend de conclusie van repliek, p. 4 en anderzijds bevestigend de conclusie van dupliek, p. 12 (overigens zonder verwijzing naar een vindplaats in het dossier).