ECLI:NL:PHR:2025:964

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2025
Publicatiedatum
5 september 2025
Zaaknummer
25/00845
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over teruggave van auto met kilometer-blocker na verwijdering

In deze zaak heeft de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, T.N.B.M. Spronken, geconcludeerd over een cassatieberoep van het openbaar ministerie tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel. De rechtbank had een klaagschrift van de klaagster, een autoverhuurbedrijf, gegrond verklaard en gelast dat een in beslag genomen Audi RS5 zonder kilometer-blocker aan de klaagster werd teruggegeven. De zaak betreft de vraag of een auto met een kilometer-blocker, een apparaat dat de kilometerstand manipuleert, vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer. De AG bespreekt de juridische context en de argumenten van het openbaar ministerie, dat stelt dat het ongecontroleerde bezit van een auto met een kilometer-blocker in strijd is met de wet en het algemeen belang. De rechtbank oordeelde echter dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de auto later zal worden onttrokken aan het verkeer, vooral omdat de kilometer-blocker inmiddels was verwijderd. De AG concludeert dat de rechtbank niet onjuist heeft geoordeeld en dat de vordering tot onttrekking aan het verkeer van de auto moet worden afgewezen. De zaak heeft ook samenhang met andere zaken waarin vergelijkbare vragen spelen.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer25/00845 B
Zitting9 september 2025
CONCLUSIE
T.N.B.M. Spronken
In de zaak
[klaagster] GMBH,
gevestigd te [plaats] ,
hierna: de klaagster.

1.Het cassatieberoep

1.1
De rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, heeft het klaagschrift van de klaagster strekkende tot teruggave van een in beslag genomen Audi RS5 gegrond verklaard en gelast dat de auto zonder kilometer-blocker wordt teruggegeven aan de klaagster.
1.2
Er bestaat samenhang met de zaken 24/04477 en 24/04655, in welke zaken zal ik vandaag ook zal concluderen.
1.3
Het cassatieberoep is namens het openbaar ministerie ingesteld. [naam 1], advocaat-generaal bij de cassatiedesk van het openbaar ministerie, heeft één middel van cassatie voorgesteld. D.J.P. van Omme heeft namens de klaagster een schriftuur houdende tegenspraak ingediend.

2.Onttrekking aan het verkeer van auto’s met kilometer-blockers

2.1
Deze zaak gaat, evenals de andere twee hierboven genoemde samenhangende zaken waarin ik vandaag ook concludeer, over een auto die is voorzien van een zogenaamde ‘kilometer-blocker’. Dat is een elektronisch apparaat dat wordt aangesloten op de elektronische systemen van een auto, waarmee de werking van de kilometerteller van de auto wordt beïnvloed, zodat de op het dashboard weergegeven kilometerstand niet overeenkomt met het door de auto werkelijk gereden aantal kilometers. AIle drie de zaken hebben betrekking op (kostbare) auto’s met een Duits kenteken die zijn bestemd voor de verhuur. Als de huurder van zo’n auto in Nederland wordt staande gehouden door de politie en het vermoeden bestaat dat de auto is voorzien van een kilometer-blocker, wordt de auto op grond van art. 94 Sv in beslag genomen. Het aanbrengen van een kilometer-blocker in een auto is in Nederland strafbaar gesteld in art. 70m WVW 1994. Volgens art. 3 lid 2 Besluit Voertuigen is het de eigenaar van een voertuig bovendien verboden om dat voertuig te (laten) rijden indien in dat voertuig een apparaat aanwezig is dat geschikt is om de teller van een motorrijtuig stil te zetten of te manipuleren. Hoewel in geen van de zaken strafvervolging is ingesteld voor het aanbrengen van of het rijden in een auto met een kilometer-blocker, stelt het openbaar ministerie zich wel op het standpunt dat auto’s met een kilometer-blocker op grond van art. 36c Sr vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit van zo’n auto in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
2.2
In alle zaken waarin ik vandaag concludeer, wordt verwezen naar een (sfeer)proces-verbaal waarin uiteen wordt gezet waarom het openbaar ministerie vindt dat het bezit van deze auto’s in strijd met de wet of met het algemeen belang is. Dat proces-verbaal houdt onder meer het volgende in:
“Het gebruik van een km-blocker kan leiden tot misleiding bij de verkoop of het onderhoud van een voertuig en wordt beschouwd als fraude. Voertuigen met gemanipuleerde kilometertellers kunnen onderhoudsintervallen missen, wat tot ernstige mechanische problemen kan leiden. Daarnaast biedt het een oneerlijk voordeel bij het leasen van een voertuig. Bijvoorbeeld, een leaser kan een contract afsluiten voor 20.000 kilometer per jaar en hiervoor een passend tarief betalen, maar door het gebruik van een km-blocker kan de gebruiker in werkelijkheid aanzienlijk meer kilometers rijden zonder een hoger leasetarief te betalen. (...)
Redenen voor volledige vernietiging van het voertuig:
1. Onherstelbare Manipulatie: De km-blocker beïnvloedt de kilometerstand op een manier die niet gemakkelijk te detecteren of te corrigeren is. Zelfs als de kilometer-blocker wordt verwijderd, blijft de betrouwbaarheid van de kilometerstand twijfelachtig. Dit maakt het voertuig fundamenteel onbetrouwbaar.
2. Risico voor Veiligheid: Voertuigen met een gemanipuleerde kilometerstand kunnen ernstige mechanische problemen ontwikkelen, omdat essentiële onderhoudsintervallen worden gemist. Het risico op defecten aan cruciale onderdelen, zoals remmen en distributieriemen, maakt het voertuig potentieel gevaarlijk op de weg.
3. Juridische en Ethische Overwegingen: Door het voertuig te vernietigen, wordt de integriteit van de voertuigregistratie beschermd. Het voorkomt dat een gemanipuleerd voertuig opnieuw op de markt komt, waardoor potentiële kopers worden beschermd tegen misleiding.”
2.3
In de feitenrechtspraak speelt deze thematiek in ofwel beschikkingen op beklag ex art. 552a Sv waarin wordt verzocht om teruggave van de in beslag genomen auto, ofwel beschikkingen op een vordering ex art. 552f Sv waarin het openbaar ministerie vordert dat de in beslag genomen auto wordt onttrokken aan het verkeer. In veel gevallen behandelt de rechtbank een klaagschrift ex art. 552a Sv en een vordering ex art. 552f Sv tegelijk.
2.4
In de cassatieschriftuur in de onderhavige zaak maakt het openbaar ministerie in zijn inleidende opmerkingen melding van een groot aantal zaken waarin rechtbanken de onttrekking aan het verkeer in vergelijkbare zaken hebben bevolen en waarin cassatieberoep is ingesteld. Er zijn ook zaken waarin rechtbanken de vorderingen tot onttrekking aan het verkeer hebben afgewezen, waarvan onderhavige zaak er één is en waarin het openbaar ministerie cassatieberoep heeft ingesteld. Naast de drie zaken waarin ik vandaag concludeer, zijn er op dit moment – voor zover ik heb kunnen nagaan – bij de Hoge Raad tien zaken aanhangig waarin het ook gaat om auto’s met een kilometer-blocker. [1]
2.5
In zijn cassatieschriftuur schrijft het openbaar ministerie dat het op dit moment in afwachting is van uitspraken van de Hoge Raad met het oog op formulering van landelijk beleid ten aanzien van voertuigen met kilometer-blockers.
2.6
De zaken waarin ik thans concludeer zijn de eersten waarover de Hoge Raad zal oordelen. In twee zaken [2] heeft de rechtbank het standpunt van de officier van justitie gevolgd en geoordeeld dat de auto aan het verkeer moet worden onttrokken omdat het ongecontroleerd bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang. [3] In de onderhavige zaak oordeelt de rechtbank echter dat de auto – nadat de kilometer-blocker uit de auto is verwijderd – moet worden teruggegeven. [4] De vraag of een auto waarin manipulatie door een kilometer-blocker heeft plaatsgevonden dusdanig gevaarzettend voor de verkeersveiligheid is dat het bezit van die auto in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt door de rechtbank in deze zaak ontkennend beantwoord.
2.7
Vanwege het zaakoverstijgend karakter zal ik in een inleidende beschouwing uitgebreider en algemener stil staan bij de onderhavige problematiek, in de hoop dat dit kan bijdragen aan het geven van richting door de Hoge Raad aan het openbaar ministerie en rechtbanken met betrekking tot de maatstaven die in vergelijkbare zaken dienen te worden aangelegd.
2.8
Dat daaraan behoefte bestaat blijkt wel uit het feit dat in de voorliggende zaak de officier van justitie in raadkamer de rechtbank heeft gevraagd de behandeling van het klaagschrift aan te houden in afwachting van de resultaten van door andere rechtbanken nader gelast onderzoek in andere vergelijkbare zaken naar de mogelijkheid van herstel in de oorspronkelijke toestand waardoor de auto wel weer in het verkeer zou kunnen worden gebracht. In de samenhangende zaken 24/04477 en 24/04655 heeft de rechtbank in haar beschikking “de officier van justitie nadrukkelijk in overweging (nog) niet tot vernietiging van de auto over te gaan, maar in ieder geval de cassatietermijn af te wachten, en – indien cassatie zal worden ingesteld – de beslissing van de Hoge Raad af te wachten”. Inmiddels is er op 30 mei 2025 door de rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven, die mede is gebaseerd op een door de rechtbank gelast deskundigenonderzoek. [5] Hoewel ook tegen deze uitspraak door het openbaar ministerie cassatie is ingesteld [6] en daarop door de Hoge Raad nog niet is beslist, lijkt het mij om proces-economische redenen zinvol deze uitspraak en de uitgebrachte deskundigenrapporten in de algemene inleiding en het juridische kader te betrekken.
2.9
Deze algemene inleiding is in alle drie de zaken waarin ik vandaag concludeer gelijk.

3.Algemeen juridisch kader

3.1
De volgende bepalingen zijn voor het juridisch kader van belang:
- Art. 70m WVW 1994:
“Het is eenieder verboden om de tellerstand van bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde categorieën motorrijtuigen die dienen te zijn ingeschreven en tenaamgesteld zodanig te wijzigen of te doen wijzigen of de werking van de kilometerteller zodanig te beïnvloeden of te doen beïnvloeden dat de op de teller aangegeven afstand niet overeenkomt met de door dat motorrijtuig werkelijk afgelegde afstand.”
- Art. 23j Besluit voertuigen:
“De in artikel 70m van de wet bedoelde categorieën motorrijtuigen zijn motorrijtuigen van de rijbewijscategorieën A, A1, A2 en B, voor zover deze harder kunnen en mogen rijden dan 25 km/u.”
- Art. 2 lid 3 Besluit voertuigen:
“Het is verboden om apparaten die geschikt zijn om de teller van een motorrijtuig stil te zetten of op andere wijze te manipuleren, te vervaardigen, in te voeren, in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, af te leveren of te vervoeren.”
- Art. 3 lid 2 Besluit voertuigen:
“Het is de bestuurder van een motorrijtuig verboden met dat motorrijtuig te rijden en de eigenaar of houder van een motorrijtuig verboden met dat motorrijtuig te laten rijden, indien in of aan het motorrijtuig een apparaat aanwezig is als bedoeld in artikel 2, derde lid.”
- Art. 33c lid 2 Sr:
“De rechter kent een vergoeding, als bedoeld in het eerste lid, of een geldelijke tegemoetkoming toe wanneer dit nodig is om te voorkomen dat de verdachte, of een ander aan wie de verbeurd verklaarde voorwerpen toebehoren, onevenredig zou worden getroffen.”
- Art. 36b lid 1 en 2 Sr:
“1. Onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen kan worden opgelegd:
[…]
4°. bij een afzonderlijke rechterlijke beschikking op vordering van het openbaar ministerie;
[…]
2. De artikelen 33b en 33c, tweede en derde lid, alsmede artikel 446 van het Wetboek van Strafvordering, zijn van overeenkomstige toepassing.”
- Art. 36c Sr:
“Vatbaar voor onttrekking aan het verkeer zijn alle voorwerpen:
1°. die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het feit zijn verkregen;
2°. met betrekking tot welke het feit is begaan;
3°. met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid;
4°. met behulp van welke de opsporing van het feit is belemmerd;
5°. die tot het begaan van het feit zijn vervaardigd of bestemd;
een en ander voor zover zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.”
afstand.”
De onttrekking aan het verkeer als maatregel
3.2
De onttrekking aan het verkeer is een in 1958 ingevoerde veiligheidsmaatregel en heeft als doel te voorkomen dat gevaarlijke voorwerpen na inbeslagneming op enig moment weer in het maatschappelijk verkeer terechtkomen. De wetgever dacht hierbij aan voorwerpen die naar hun aard bestemd zijn om delicten mee te plegen, “zoals valse muntstempels, valse munten, pornografie, verboden jachtmiddelen of vistuigen”, en aan voorwerpen waarvan het gebruik slechts door een selecte groep personen of onder zeer bepaalde omstandigheden rechtens en maatschappelijk toelaatbaar is, zoals “opium, bepaalde inbrekerswerktuigen, zware wapens, pantserauto’s”. [7]
3.3
Het karakter van de onttrekking aan het verkeer als maatregel om de maatschappij te beschermen tegen gevaarlijke voorwerpen klinkt door in de wettelijke regeling ervan. Zo kan bijvoorbeeld de onttrekking aan het verkeer van een voorwerp worden bevolen in een rechterlijke uitspraak waarin de verdachte wordt vrijgesproken of wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. Als er een vuurwapen in beslag is genomen bij een verdachte die voor het voorhanden hebben daarvan vervolgens – om wat voor reden dan ook – wordt vrijgesproken, kan de rechter met de onttrekking aan het verkeer voorkomen dat het vuurwapen moet worden teruggegeven. Ook speelt bij de onttrekking aan het verkeer – anders dan bij bijvoorbeeld de verbeurdverklaring – de vraag aan wie het voorwerp toebehoort, een veel minder grote rol. De onttrekking aan het verkeer is een maatregel die primair is gericht op het (gevaarlijke) voorwerp zelf, en niet op de persoon aan wie dat voorwerp toebehoort.
3.4
Bij de vraag of een voorwerp vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer speelt het beginsel van proportionaliteit geen rol van betekenis. Een voorbeeld daarvan is dat het in art. 24 Sr gecodificeerde draagkrachtbeginsel, op grond waarvan de rechter bij het opleggen van een geldboete of verbeurdverklaring (via de schakelbepaling van art. 33 lid 2 Sr) rekening moet houden met de draagkracht van de verdachte en ervoor moet zorgen dat de verdachte door die sanctie niet onevenredig in zijn inkomen en vermogen wordt getroffen, niet van overeenkomstige toepassing is verklaard op de onttrekking aan het verkeer. Ook dat is verklaarbaar vanuit het hiervoor beschreven karakter van de onttrekking aan het verkeer. Het gaat immers altijd om voorwerpen die naar hun aard gevaarlijk zijn en daarom niet terug in het maatschappelijk verkeer moeten komen. Dat een voorwerp veel waard is en dat onttrekking daardoor mogelijk onevenredige gevolgen kan hebben voor de betrokkene, vormt geen reden om een naar zijn aard gevaarlijk voorwerp toch terug te geven.
3.5
De wetgever is evenwel niet blind geweest voor de potentieel onevenredige gevolgen van de onttrekking aan het verkeer en heeft de mogelijkheid tot het toekennen van een geldelijke tegemoetkoming bij een verbeurdverklaring als bedoeld in art. 33c lid 2 Sr van overeenkomstige toepassing verklaard op de onttrekking aan het verkeer. Op grond van die bepaling kent de rechter een geldelijke tegemoetkoming toe aan degene aan wie het onttrokken voorwerp toebehoort als hij door de onttrekking onevenredig zou worden getroffen. In een arrest van 10 juli 2018 oordeelde de Hoge Raad dat deze wettelijke regeling in overeenstemming is met het in art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM neergelegde recht op ‘ongestoord genot van eigendom’. [8] Bij de onttrekking aan het verkeer vindt de proportionaliteitstoets en de weging van het belang van de betrokkene dus niet plaats bij de vraag of het voorwerp als zodanig vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, maar bij de vraag of een geldelijke tegemoetkoming moet worden toegekend. [9]
3.6
Er bestaat een aparte procedure voor het openbaar ministerie om de onttrekking aan het verkeer van een voorwerp te vorderen bij de rechter. Dat kan dus ook zonder een daarmee samenhangende strafzaak of zonder dat een strafzaak aanhangig wordt gemaakt. Op grond van art. 36b lid 1 onder 4º Sr kunnen voorwerpen worden onttrokken aan het verkeer bij afzonderlijke rechterlijke beschikking. Dat betekent niet alleen dat onttrekking aan het verkeer, zoals gezegd, ook mogelijk is zonder strafzaak, maar ook als bijvoorbeeld de officier van justitie in een strafzaak is vergeten om de onttrekking te vorderen [10] of indien de rechtbank heeft verzuimd om een beslissing te nemen ten aanzien van een voorwerp dat voor onttrekking in aanmerking komt. [11] De onttrekking bij afzonderlijke rechterlijke beslissing is procedureel geregeld in art. 552f Sv.
Voorwaarden voor onttrekking aan het verkeer
3.7
Voor de vraag welke voorwerpen kunnen worden onttrokken aan het verkeer, zijn art. 36c en 36d Sr van belang. Art. 36c Sr vereist een verband tussen het voorwerp en een strafbaar feit, terwijl art. 36d Sr onttrekking aan het verkeer onder iets andere voorwaarden ook mogelijk maakt als dat verband er niet is. [12] Omdat er in de zaken over de auto’s met kilometer-blockers steeds wel een verband met een bepaald strafbaar feit is aangenomen, namelijk het handelen in strijd met art. 70m WVW 1994 of art. 3 lid 2 Besluit voertuigen, zal ik me verder concentreren op de vereisten van art. 36c Sr.
3.8
De eerste voorwaarde is zoals gezegd dat het voorwerp in verband moet staan tot een begaan strafbaar feit. [13] De enkele overweging dat een voorwerp geschikt is of veel gebruikt wordt om strafbare feiten mee te plegen, is niet toereikend voor dat oordeel. [14] Ook als op grond van art. 36b lid 1 onder 4º Sr bij afzonderlijke beschikking de onttrekking aan het verkeer wordt bevolen, zal de rechter in zijn beschikking moeten vaststellen dat het voorwerp in een in art. 36c Sr beschreven verband staat tot een begaan strafbaar feit. Zoals zojuist al opgemerkt, levert deze voorwaarde bij de auto’s met kilometer-blockers eigenlijk nooit problemen op.
3.9
De tweede voorwaarde voor onttrekking aan het verkeer is dat het voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Dit is het toetsingscriterium op grond waarvan de rechter moet bepalen of een voorwerp zodanig gevaarlijk is dat het aan het verkeer moet worden onttrokken. Volgens de Hoge Raad moet het gaan om een voorwerp waarvan de aard relevant is in die zin dat het ongecontroleerde bezit, al dan niet in samenhang met het redelijkerwijze te verwachten gebruik daarvan, juist in verband met die aard in strijd is met de wet of het algemeen belang. [15] De nadruk die de Hoge Raad legt op de aard van het voorwerp vormt een belangrijke begrenzing van de categorie voorwerpen die aan het verkeer kunnen worden onttrokken. De memorie van toelichting vat dit als volgt samen:
“Wil een dergelijke maatregel niet kunnen uitgroeien tot een verkapte straf, […] dan dient hij zorgvuldig te worden beperkt tot voorwerpen, die niet slechts in handen van de betrokken delinquent, doch in handen van het publiek in het algemeen gevaarlijk zijn.” [16]
3.1
Niemand zal bijvoorbeeld betwisten dat een broodmes een gevaarlijk voorwerp
kanzijn, maar het is – rekening houdend met het redelijkerwijs te verwachten gebruik van een broodmes – naar zijn aard geen gevaarlijk voorwerp in de zin van art. 36c Sr (of art. 36d Sr). Het gevaar dat ervan uitgaat hangt vooral samen met het concrete gebruik in een concrete situatie en niet zozeer met de aard ervan. Voor dat soort voorwerpen is de onttrekking aan het verkeer dus niet bedoeld. Het ongecontroleerde bezit van een broodmes is niet in strijd met de wet of met het algemeen belang. [17]
3.11
Bij voorwerpen waarvan het bezit in strijd is met de wet, moet vooral worden gedacht aan voorwerpen waarvan het bezit zelf al een strafbaar feit oplevert, zoals verdovende middelen of verboden wapens. Dat geldt op grond van art. 2 lid 3 Besluit voertuigen ook voor kilometer-blockers.
3.12
Als het bezit niet in strijd met de wet is, moet de motivering van de onttrekking aan het verkeer gelegen zijn in het algemeen belang. Een eenduidige definitie van het algemeen belang ontbreekt. Volgens Beije heeft het begrip “een sterk kameleontische inslag”, waarmee hij bedoelt dat de betekenis van het algemeen belang sterk afhankelijk is van de delictsomschrijving. De rechter zal volgens hem van geval tot geval een afweging moeten maken tussen argumenten die voor en tegen het in circulatie laten van het voorwerp in het maatschappelijk verkeer pleiten. [18] Aan het oordeel dat er sprake is van bezit in strijd met het algemeen belang, ligt vaak ten grondslag dat er een risico bestaat van gebruik in strijd met de wet. [19]
3.13
Kortom, alledaagse voorwerpen waarvan het gebruik in de maatschappij wordt geaccepteerd zullen in beginsel niet vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer. Zij zijn immers uit hun aard niet gevaarlijk. Dat uitgangspunt geldt ook voor auto’s. Een auto is op zichzelf niet van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit van een auto in strijd is met de wet of het algemeen belang, ook niet als kan worden vastgesteld dat die auto in verband staat met een begaan strafbaar feit. [20] Het voorgaande kan evenwel anders zijn als er iets niet in de haak is met die auto.
3.14
Hierna ga ik verder in op het criterium “strijd met het algemeen belang” en ga ik na of de toepassing daarvan kan worden verduidelijkt aan de hand van voorbeelden uit de rechtspraak over voertuigen waaraan ‘gesleuteld’ is of die eigenschappen hebben, waardoor het niet (meer) geoorloofd is daarmee op de openbare weg te rijden. In de zaken die ik hierna bespreek speelde steeds de vraag of het betreffende voertuig kon worden onttrokken aan het verkeer. [21]
Voertuigen waarvan het gebruik op de openbare weg niet is toegestaan
3.15
In een zaak die leidde tot het arrest van 11 oktober 1984 [22] was de verdachte aangehouden op een opgevoerde bromfiets en was het de vraag of een aantal onderdelen van die bromfiets waarmee was geknoeid, kon worden onttrokken aan het verkeer. De Hoge Raad meende van wel en overwoog dat de rechtbank kon oordelen dat het bezit van die voorwerpen in strijd was met de wet. In zijn noot bij dat arrest schrijft Van Veen dat hij de onttrekking van de voorwerpen op zichzelf juist acht, maar toont hij zich ook kritisch. Immers, niet het bezit van de onderdelen of de opgevoerde bromfiets is strafbaar gesteld, maar het gebruik daarvan op de openbare weg. Daarom was er volgens hem eerder sprake van strijd met het algemeen belang dan strijd met de wet.
3.16
In HR 7 november 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8201 ging het over een motorstep die niet aan de eisen voor gebruik op de openbare weg voldeed. In dit geval overwoog de Hoge Raad, in de lijn van Van Veen, onder 4.3:
“Nu de Rechtbank heeft vastgesteld dat met de motorstep geen gebruik mocht worden gemaakt van voor het openbaar verkeer openstaande wegen, terwijl de Rechtbank kennelijk en niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld, dat zodanig gebruik, gelet op de aard van het voertuig, niettemin voor de hand ligt, geeft haar oordeel dat het ongecontroleerde bezit van dat voorwerp in strijd is met het algemeen belang, geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, terwijl het evenmin onbegrijpelijk is.”
3.17
Hier wordt dus aansluiting gezocht bij het algemeen belang in een geval waarin het voorhanden hebben van het voorwerp op zichzelf geen strafbaar feit oplevert, maar het risico bestaat dat het voorwerp wel in strijd met de wet wordt gebruikt.
3.18
Een andere invulling van het algemeen belang is te vinden in een zaak waarin het ging om een bromfiets met een vals of vervalst framenummer. Het bezit daarvan is volgens de Hoge Raad in strijd met het algemeen belang omdat het bezit van zo’n bromfiets afbreuk doet “aan een effectieve voorkoming en bestrijding van de met gestolen bromfietsen bedreven handel”. De Hoge Raad voegt daaraan toe dat daarin tevens besloten ligt dat daarvan “een bevorderende werking op bromfietsdiefstallen uitgaat”. [23] Een soortgelijke overweging is te vinden in HR 11 november 2003, ECLI:NL:HR:2003:AL6178, met betrekking tot een auto met een vals VIN-nummer. Ook losse auto-onderdelen die van diefstal afkomstig zijn, zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Het bezit van dergelijke onderdelen is volgens de Hoge Raad van zodanige aard dat het afbreuk doet aan een effectieve voorkoming en bestrijding van met gestolen auto-onderdelen bedreven handel. [24]
3.19
Toch is niet elke auto met een vals of vervalst VIN-nummer zonder meer vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. De omstandigheden van het geval blijven relevant. In HR 21 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9638 was sprake van een auto waarvan het VIN-nummer was vervalst, maar had de belanghebbende betoogd dat het oorspronkelijke nummer weer op het voertuig kon worden aangebracht. Anders dan in eerdere zaken over auto’s met een vals VIN-nummer, was hier namelijk de bijzonderheid aan de orde dat in de auto ook het originele plaatje met het oorspronkelijke VIN-nummer werd aangetroffen. Toenmalig A-G Bleichrodt meende dat de rechtbank – gelet op wat werd aangevoerd over het opnieuw aanbrengen van het oorspronkelijke VIN-nummer – de onttrekking aan het verkeer nader had moeten motiveren. Hij schrijft:
“In feite is door hem [A-G TS: de belanghebbende] immers gesteld dat door een relatief simpele ingreep door de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) - na keuring en controle door die dienst - op het voertuig weer het oorspronkelijke VIN-nummer kan worden aangebracht. Indien de mogelijkheid reëel is dat de RDW na identificatie en keuring van de bewuste Smart de auto weer van het originele VIN-nummer voorziet (met afgifte van een nieuw kentekenbewijs) is naar mijn mening niet zonder meer begrijpelijk het oordeel dat het ongecontroleerde bezit van die auto in strijd is met het algemeen belang. In dat geval kan de Smart immers na de interventie van de RDW weer worden gezien als een volledig identificeerbaar, voor wettig gebruik in aanmerking komend voertuig.” [25]
3.2
De Hoge Raad volgde hem zijn conclusie. In aanmerking genomen dat in deze zaak bij de behandeling in raadkamer is aangevoerd dat, naar in de branche gebruikelijk is na keuring weer het oorspronkelijke VIN-nummer op het voertuig kan worden aangebracht, was het oordeel dat het ongecontroleerde bezit van de auto in strijd is met de wet of het algemeen belang volgens de Hoge Raad niet zonder meer begrijpelijk. [26]
3.21
In het arrest HR 5 april 1983,
NJ1983/533 over een partij sloopauto’s kan a-contrario ongeveer dezelfde lijn worden herkend. Op grond van de feitelijke vaststelling dat het ging om auto’s die voor de sloop waren bestemd en niet meer voor deelneming aan het verkeer, kon de rechtbank volgens de Hoge Raad oordelen dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. Daarbij nam de Hoge Raad in aanmerking dat de rechtbank er kennelijk vanuit was gegaan dat deze auto’s niet meer door reparatie geschikt konden worden gemaakt om weer aan het verkeer deel te nemen.
3.22
Als laatste kan bij wijze van voorbeeld gewezen worden op auto’s waarin een verborgen ruimte is aangebracht. In een zaak waarover de Hoge Raad op 14 februari 2023 oordeelde, was in een auto cocaïne aangetroffen in “een verborgen ruimte”. [27] De rechtbank had de onttrekking aan het verkeer van de auto bevolen, omdat het bezit van die auto – gelet op het feit dat in de auto een verborgen ruimte zat waarin de cocaïne was aangetroffen – in strijd was met het algemeen belang en de wet. Dat oordeel hield in cassatie geen stand. De politierechter had slechts overwogen dat zich in de auto een verborgen ruimte bevond, maar geen nadere vaststellingen over die ruimte gedaan. Daarom was het oordeel dat de auto van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet niet toereikend gemotiveerd. [28] Mij is geen rechtspraak bekend waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de aanwezigheid van een verborgen ruimte in een auto op zichzelf maakt, dus zonder relatie met een begaan strafbaar feit, dat het ongecontroleerde bezit van die auto in strijd komt met het algemeen belang. [29]
3.23
Uit deze reeks arresten blijkt dat de vraag naar de vatbaarheid voor onttrekking aan het verkeer van een voertuig niet altijd zwart-wit is te beantwoorden. Een mogelijkheid tot herstel van het voertuig in een staat die maakt dat het bezit niet langer in strijd met het algemeen belang kan worden geacht, kan aan de onttrekking aan het verkeer van dat voertuig in de weg staan. Aan de andere kant kan het algemeen belang ook worden ingekleurd door meer maatschappelijke belangen, zoals een effectieve criminaliteitsbestrijding. Als die belangen door het bezit van het voorwerp worden doorkruist, kan dat voldoende grondslag zijn voor het oordeel dat het ongecontroleerd bezit van dat voorwerp in strijd is met het algemeen belang.
Auto’s met een kilometer-blocker
3.24
De vraag is hoe het nu zit met de mogelijkheid tot onttrekking aan het verkeer als een auto is voorzien van een kilometer-blocker zoals dat het geval is in de onderhavige zaken?
3.25
Op het eerste gezicht meen ik dat de aanwezigheid van een kilometer-blocker inderdaad maakt dat het ongecontroleerde bezit van desbetreffende auto in strijd komt met het algemeen belang zolang die kilometer-blocker daar niet uit is verwijderd. Net als bij de motorstep die niet op de openbare weg mag rijden, ligt bij een auto met een ingebouwde kilometer-blocker een duidelijk risico op de loer dat die auto zal worden gebruikt in strijd met de wet. Het rijden met zo’n auto is immers een overtreding van art. 3 lid 2 Besluit Voertuigen. Voor het ongecontroleerde bezit van de kilometer-blocker zelf geldt in mijn ogen dat dit in strijd is met de wet, omdat het in voorraad hebben van een kilometer-blocker een overtreding is van art. 2 lid 3 Besluit Voertuigen.
3.26
Maar dat is wat mij betreft niet het hele verhaal. Uit de hiervoor beschreven jurisprudentie heb ik afgeleid dat de vraag of een auto vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer mede afhankelijk is van de vraag of er een mogelijkheid bestaat tot herstel, waardoor het ongecontroleerde bezit van de auto niet langer in strijd is met de wet en het algemeen belang.
3.27
Als de verwijdering van de kilometer-blocker uit de auto een relatief simpele ingreep is en de auto vervolgens in een staat wordt gebracht die maakt dat het ongecontroleerde bezit van de auto niet langer in strijd is met de wet of het algemeen belang, is een onttrekking aan het verkeer in mijn ogen niet aan de orde. Of de auto vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, hangt dus af van het antwoord op de vragen:
a) Is het verwijderen van een kilometer-blocker inderdaad een relatief simpele ingreep?
b) Verkeert de auto daarna in een staat die maakt dat het ongecontroleerde bezit ervan niet langer in strijd is met het algemeen belang, zijnde het criterium dat na de verwijdering van de kilometer-blocker nog overblijft?
De beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 30 mei 2025
3.28
De laatste vraag is aan de orde geweest in een recente beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 30 mei 2025. [30] Ik zal deze beschikking hierna citeren omdat daarin in mijn ogen de juiste richting is gekozen voor de beantwoording van deze vraag en deze beschikking bovendien is gebaseerd op deskundigenonderzoek dat ook van belang is voor andere zaken waarin dezelfde problematiek speelt.
3.29
De rechtbank heeft in deze zaak de behandeling van de vordering tot onttrekking aan het verkeer [31] aangehouden voor nader onderzoek door de rechter-commissaris. Deze heeft een deskundige benoemd die in raadkamer is gehoord en de raadkamer van schriftelijke documentatie heeft voorzien. De rechter-commissaris heeft ook de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) benaderd, welke informatie heeft verschaft aan de raadkamer over de mogelijkheden die de RDW heeft met betrekking tot tellerstandregistratie in verband met kilometer-blockers. De beantwoording van de vragen door de deskundige en het memo van de RDW zijn als bijlage bij de beschikking opgenomen. Ik zal eerst deze bijlagen citeren en vervolgens de beschikking van de rechtbank.
Het deskundigenonderzoek
3.3
De deskundige, P.M.A. van Tuijl, heeft de vragen van de rechter-commissaris als volgt beantwoord:

Bijlage 1: beantwoording van vragen door de deskundige (letterlijke weergave):
1a. Kan, na toepassing van een kilometerblocker, het daadwerkelijk aantal gereden kilometers op basis van informatie uit andere sensoren en de controlemodule worden afgeleid/bepaald,
A. Ja en Nee. Er zijn verschillende “fabrikanten” die KM Blockers assembleren / produceren. Afhankelijk van hoe “goed” de Blocker is gemaakt zal deze de km stand in slechts een aantal regelapparaten blokkeren tot nagenoeg allemaal.
1b. zo ja, met welke nauwkeurigheid?
B. Indien er een regelapparaat bijvoorbeeld een storing heeft opgeslagen of separaat km informatie bevat dan is deze exact te achterhalen en 100% nauwkeurig. Helaas is dit geen gegeven / feit en zal individueel per auto bekeken moeten worden door het gebruik van diagnose apparatuur
1c. Indien de politie in een voertuig een kilometerblocker heeft aangetroffen en heeft vastgesteld dat de kilometertellerstand onjuist is en afwijkt, in hoeverre is het voor een dealer mogelijk om, ondanks manipulatie van één of meer voertuigmodules, de werkelijk afgelegde afstand van het voertuig te achterhalen?
C. Voor een dealer moet dit te achterhalen zijn, echter in de regel is een dealer testkast opgebouwd om reguliere / geleide functies uit te voeren en hebben de monteurs niet de kennis en nahou [ik begrijp: know-how, AG TS] om dit te diagnostiseren.
1d. Welke bronnen of methoden kunnen hierbij worden gebruikt?
D. Met behulp van diverse diagnose apparatuur
1e. Hoe kan dan met zekerheid worden vastgesteld wat de werkelijke afgelegde afstand van het voertuig is, nu alle elektronische registraties beïnvloed kunnen zijn door manipulatie?
E. Zie ook A het is bijna onmogelijk om alle regelapparaten te beïnvloeden en zie ook B.
1f. Blokkeert de aangetroffen kilometerblocker (gedeeltelijk) de kilometers zoals waarneembaar via de DSG-automaatbak?
F. Er wordt hier gesproken over een DSG-Automaatbak; aannemelijk is dat het specifiek om een VW gaat? Naar waarschijnlijkheid heeft de DSG-Automaatbak de werkelijke km geregistreerd.
1g. Indien neen: Is het mogelijk om de kilometerstand van de DSG automaatbak uit te lezen?
G. Dit moet in theorie mogelijk zijn, en anders zal er wellicht een ander regelapparaat beschikbaar zijn zoals motor ecu, ABS, BCM e.d.
2a. Als het daadwerkelijke aantal gereden kilometers niet meer kan worden vastgesteld na verwijdering van de kilometerblocker, zijn er dan risico’s voor de verkeersveiligheid als deze auto’s terug in het verkeer worden gebracht?
A. Ervan uitgaande dat deze voertuigen de Algemene Periodieke Keuring (APK) hebben ondergaan of nog niet APK plichtig zijn zal er geen enkel risico zijn voor de verkeersveiligheid wanneer de blocker verwijderd is
2b. Wat zijn deze risico’s.
B. Er is geen risico.
3a. Als het daadwerkelijke aantal gereden kilometers niet meer kan worden vastgesteld na verwijdering van de kilometerblocker, welke gevolgen heeft dit dan voor de integriteit van het handelsverkeer?
A. Dit is afhankelijk welke status het voertuig gaat krijgen en hoe dit voor een consument of autobedrijf zichtbaar is. Indien het RDW dit soort voertuigen standaard betiteld met “Tellerstand Onlogisch” dan zal dit geen invloed hebben op de integriteit. Er is dan “algemeen” bekend dat de KM stand niet te verantwoorden is bij verkoop of doorverkoop. Hiermee vervalt automatisch de (voorheen NAP) en dit zal de handelswaarde beïnvloeden. Elke consument kan de website van het RDW raadplegen waar het laatst geregistreerd jaartal van de tellerstand zichtbaar is en ook welk oordeel hier aan wordt gegeven.
3b. Hoe verhoudt dit zich tot geïmporteerde auto’s waarbij de kilometerstand (ook voor niet-gemanipuleerde auto’s) niet vast te stellen is aan de hand van de Nationale Auto Pas?
B. Import voertuigen krijgen standaard bij registratie in Nederland door de RDW bij tellerstand de status mee “Geen Oordeel” Deze voertuigen krijgen nooit een Nationale Auto Pas. Er worden de laatste jaren gemiddeld zo’n 240.000 voertuigen per jaar geïmporteerd naar Nederland tegen ongeveer 390.000 nieuw verkochte voertuigen / registraties. Er werden in 2024 totaal ongeveer 380.000 uitgeschreven uit het kenteken register door export en sloop. Het wagenpark is de laatste jaren groeiende echter zie je dat de verhouding tussen import - nieuw mede door de export en sloop een andere verhouding krijgt. De RDW geeft aan: Voor bijna een kwart van de personen- en bedrijfsauto’s heeft de RDW geen oordeel over de kilometerstand. Hier zijn verschillende redenen voor:
• De auto is geïmporteerd.
• Het betreft een auto van voor 1 januari 2014 die een onlogisch oordeel heeft gehad van de Stichting NAP, die de kilometerstanden controleerde voor dit overging naar de RDW.
• De teller telt niet door tot 999.999 km. Als de auto dan meer heeft gereden dan op de teller past, start de telling opnieuw.
• De teller is vervangen of gerepareerd.
3c. Zijn Nederlandse auto’s nadat de kilometerblocker is verwijderd een groter risico voor de verkeersveiligheid en/of het handelsverkeer dan geïmporteerde auto’s waarvan de kilometerstand onlogisch lijkt?
C. Er is geen risico of verschil qua verkeersveiligheid in beide gevallen voor een Nederlands voertuig zie ook 2A en 2B. Voor een geïmporteerd voertuig geldt dat deze een geldige “APK” in het buitenland moet hebben zoals bijvoorbeeld een TUV keuring dan kan deze in Nederland overgenomen worden anders zal er bij import ook een APK keuring als optie gekozen kunnen worden. Dit geldt voor voertuigen uit: de Europese Unie, Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Komt het voertuig buiten de EU of een van de genoemde landen dan zal er altijd een APK keuring plaats te vinden. Een import voertuig krijgt vanuit het RDW ten aller tijden bij de “Tellerstanden” (zie ww.rdw.ovi) de status “Geen Oordeel” deze status zal het voertuig altijd behouden. De enige uitzondering is dat wanneer de standen niet correct oplopen de status kan wijzigen naar “Onlogisch” dit kan 4 oorzaken hebben: Er zijn nieuwe en/of gebruikte onderdelen geplaatst waarvan de actuele km niet aan te passen is aan de werkelijke km stand. De werkelijke km stand niet meer te achterhalen is door bijvoorbeeld een defect instrumentenpaneel, er fraude heeft plaatsgevonden , er door een RDW keuringslocatie een administratieve fout gemaakt is. (Deze laatste is administratief te corrigeren);
Dit wil niet zeggen dat de km stand niet te onderbouwen is. Er worden heel veel zo goed als nieuwe auto’s geïmporteerd die bij dealer bedrijven worden aangeschaft. Een officiële merkdealer bij bijvoorbeeld VAG voertuigen kan de historie ook inzien van een buitenlandse merkdealer. Het RDW geeft aan: Zo’n 1,9% van de Nederlandse personen- en bedrijfsauto’s heeft een tellerstand die niet logisch te verklaren is. Het gaat in totaal om ruim 200.000 auto’s. Dat blijkt uit een analyse van recente data van de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) door vergelijkingssite [website] . De tellerstand van de auto wordt onder andere bij de RDW geregistreerd als de auto een onderhoudsbeurt of APK-keuring ondergaat. Vertonen de opeenvolgende kilometerstanden een stijgende lijn en zijn er geen enorm grote sprongen tussen twee standen, dan beoordeelt de RDW dit als logisch. De tellerstand kan ook als onlogisch beoordeeld worden en het kan ook zijn dat er geen oordeel mogelijk is. Wat betreft het handelsverkeer zal een Nederlands voertuig (indien deze de status Tellerstand Onlogisch krijgt zoals vermeld bij 3A) zal het mijn inziens bij hele jonge voertuigen de integriteit vergroten en impact hebben op het handelsverkeer. Naar gelang oplopende leeftijd zal in mijn optiek het oordeel van RDW Onlogisch steeds minder impact hebben aangezien hier niet of nauwelijks naar gekeken wordt en het voor veel consumenten ook niet helemaal duidelijk is. Bij een importvoertuig wordt dit al snel weggewuifd. Al met al is mijn persoonlijke mening dat er een ander Europees registratiesysteem zou moeten zijn dan is het ook voor in en export geregeld. Registratie zou ook niet op kenteken niveau geregeld moeten worden maar op VIN nummer.
4a. Als het daadwerkelijke aantal gereden kilometers kan worden vastgesteld kan dan, na verwijdering van de kilometerblocker, de stand van de kilometerteller daarmee in overeenstemming worden gebracht/hersteld, zonder (rest)risico’s voor de verkeersveiligheid en de integriteit van het handelsverkeer, en in alle systemen van een voertuig (denk aan: remsysteem, ABS, ESP, Airbags e.d.)? Met andere woorden: is de kilometerstand na verwijdering van een kilometerblocker in alle systemen van de auto geheel ongedaan te maken? Is het antwoord nog afhankelijk van het soort kilometerblocker dat is ingebouwd?
A De verkeersveiligheid is in in punt 2 reeds onderbouwd. Ja in veel gevallen kan de teller naar de daadwerkelijke km stand worden gebracht. Hetzij met een nieuw onderdeel.
4b. Geldt dit voor alle auto’s van de Volkswagen-groep?
4B Ja dit geldt voor alle auto’s van de volkswagengroep door een nieuw onderdeel (instrumentenpaneel te plaatsen)
4c. En voor auto’s van andere merken?
4C. Ja ook voor andere merken gelden soortgelijke oplossingen.
4d. In het geval dat de kilometerstand niet geheel kan worden hersteld, kan in die gevallen de eerlijkheid van de handelstransancties /en of de bescherming van de consument voldoende worden ondervangen/gewaarborgd met behulp van de Nationale Auto Pas?
4D Zie antwoorden punt 3.
5. a. Als toepassing van een kilometerblocker geheel ongedaan is te maken, volstaat dan een keuring bij de RDW na een WOK-melding om de auto weer toe te kunnen laten op de Nederlandse openbare weg?
b. Hoe is dit voor auto’s met een buitenlands kenteken?
5a en 5b Zie ook aanvullend schrijven
Verkeersveiligheid en RDW: Wanneer de snelheidsmeter (dus niet de km stand) correct aangegeven wordt heeft een km blokker geen enkele invloed op de verkeersveiligheid. Wanneer de snelheidsmeter niet correct wordt aangegeven in het instrumentenpaneel zou het dus kunnen zijn dat de bestuurder van het voertuig met een km blokker zich niet aan de maximaal toelaatbare snelheid houdt en hierdoor een overtreding begaat. Echter wanneer er een tweede snelheidsmeter aanwezig is die correct aangeeft voldoet het voertuig aan de gestelde eisen. De RDW schrijft voor in Artikel 5.2.15
: Personenauto’s die na 30 juni 1967 in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een goed werkende snelheidsmeter, die ook bij nacht voor de bestuurder goed afleesbaar is. Wijze van keuren Visuele controle.De werking en afleesbaarheid wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. Een RDW erkend bedrijf dient tegenwoordig de KM stand te registreren bij diverse handelingen zoals o.a. APK, Schade, Banden, Onderhoud en tenaamstelling. Indien er geen KM teller aanwezig is zal er gekozen worden voor GT (geen teller) dit is nml geen APK vereiste. Indien er een km stand, mijlen stand of uren stand afleesbaar is dan dient deze geregistreerd te worden. Het is dus niet verplicht om een KM teller te hebben. Indien de km stand niet in lijn oploopt en /of niet verklaarbaar is zal het RDW deze betitelen als “Onlogisch”. Bij voertuigen die eerder buiten Nederland tenaamgesteld zijn geweest krijgen standaard het label “Geen Oordeel” Bij de wettelijk verplichte APK (Algemene Periodieke Keuring) worden voertuigen gecontroleerd op de verkeersveiligheid, milieu eisen en registratie. [32] Nieuwe benzine en elektrische personenauto’s dienen na 4 jaar de eerste APK keuring te ondergaan voor diesel personenauto’s geldt 3 jaar. Na de eerste keuring geldt dat elektrische en benzine auto’s tot aan 8 jaar elke 2 jaar een APK moeten ondergaan en bij diesels ieder opvolgend jaar. De keuring is niet inherent aan gereden km, mijlen of uren dus een voertuig met veel meer gereden km hoeft niet eerder voor de verplichte APK. Er wordt bij de APK ook niet gekeken naar technische staat van onderhoud maar enkel op de eerder genoemde punten verkeersveiligheid, milieu en registratie. Dat het voertuig met een km blokker een afwijkende stand heeft kan mijn inziens niet resulteren in een definitieve WOK status of zelfs overgaan tot vernietiging van een voertuig. Dat er een door diegene die de KM blokker geplaatst heeft of diegene die deze gebruikt misleiding en een strafbaar feit veroorzaakt heeft en hiervoor beboet dient te worden is geheel terecht.
In artikel 70m van de Wegenverkeerswet staat
: "Het is eenieder verboden om de tellerstand van bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde categorieën motorrijtuigen die dienen te zijn ingeschreven en tenaamgesteld zodanig te wijzigen of te doen wijzigen of de werking van de kilometerteller zodanig te beïnvloeden of te doen beïnvloeden dat de op de teller aangegeven afstand niet overeenkomt met de door dat motorrijtuig werkelijk afgelegde afstand. Maar er kan niet aantoonbaar gemaakt worden dat een km blokker de verkeersveiligheid in gevaar brengt. Daarnaast is de plaatser en gebruiker in veel gevallen zelfs niet de eigenaar / tenaamgestelde van het voertuig. Deze is al benadeeld door huurder of lessee en moet maar weer zien hoe deze de gederfde schade kan verhalen. Een goed alternatief en tevens duurzame oplossing zou kunnen zijn dat een voertuig welke in beslag genomen is door de aanwezigheid van een KM blokker een WOK status opgelegd krijgt en dat deze na verwijdering van de blokker een verplichte keuring dient te ondergaan bij een RDW locatie. De WOK status vervalt indien er een werkende snelheidsmeter aanwezig is die ook daadwerkelijk beoordeeld wordt op werking. Daarnaast dient het voertuig bij RDW.Ovi een duidelijke status moeten krijgen over de onlogische km stand. Zodat dit voor een consument heel helder is dat de afgelezen / weergegeven stand incorrect is (zie schermafbeeldingen)
6a. In het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] van 29 november 2024 staat vermeld: “Het is vastgesteld dat Audi enkel met behulp van illegale software in staat is om de kilometerstand terug te zetten. Audi bevestigt dat zij deze handelingen niet ondersteunt en dat het wettelijk verboden is om dergelijke aanpassingen uit te voeren.” Is dit juist? Geldt dit voor alle voertuigen van de Volkswagen-groep?
6A. Bij een VAG voertuig is het zo dat de km teller begint te registreren zodra deze geplaatst is. Het aantal gereden km is tenslotte 0 wanneer de teller in de fabriek geplaatst wordt. Daarna is door een dealer de stand 1x op 0 km te zetten met behulp van de originele testkast voor aflevering. Dit kan tot een maximaal van 100 km. Heeft het voertuig meer dan 100km dan is het niet meer mogelijk deze aan te passen. Deze functie is er voor bedoeld dat wanneer de auto op fabrieks, importeur en dealer terrein heeft gereden een klant een auto te kunnen leveren met 0 km op de teller. Daarna kan het instrumenten paneel op geen enkele wijze meer aangepast worden met de originele testkast van VAG. Er is een mogelijkheid om toch de juiste km stand in het instrumenten paneel te programmeren met de originele test apparatuur door een nieuw instrumenten paneel te bestellen en deze te programmeren met de originele test apparatuur. De software zal dan kijken of er bijvoorbeeld in het ABS regelapparaat een bekende km Stand weergegeven wordt en vraagt of deze stand klopt en overgenomen dient te worden. De monteur kan dit overrulen door aan zelf de gewenste stand in te geven. Na het doorvoeren van de functie staat de km stand vast en kan deze wederom niet meer met de originele testkast aan te passen. Wordt bovenstaande procedure gevolgd dan staat dit geregistreerd in de VAG systemen, door welke dealer dit is uitgevoerd. Alle andere aanpassingen op gebruikte tellers etc kunnen dus niet met de officiële test apparatuur. Dit wil overigens niet zeggen dat dit illegaal is. En dat de software en hardware die hiervoor gebruikt wordt illegaal is. Wanneer bijvoorbeeld reparaties aan instrumenten panelen worden verricht of gebruik gemaakt wordt van een gebruikt instrumentenpaneel en de daadwerkelijke km wordt geprogrammeerd en goed gedocumenteerd en dus te verantwoorden is dan is dit toegestaan.
6b. Is bekend hoe dit voor voertuigen van andere merken is?
6B.Veel merken werken op soort van gelijke wijze als bovenstaande. De afgelopen jaren is dit door fabrikanten veel beter ingeregeld om fraude tegen te gaan.
6c. Kan hier legale software voor ontwikkeld worden?
Zie bovenstaande bij punt A.
7. Is er, in algemene zin, een berekeningswijze op te stellen voor het bepalen van de restwaarde van een voertuig indien manipulatie door middel van een kilometerblocker niet risicoloos (dwz zonder risico’s voor de verkeersveiligheid en de integriteit van het handelsverkeer) ongedaan is te maken?
Nee dit is niet te doen, elk voertuig waarbij manipulatie heeft plaatsgevonden is er een waardevermindering van toepassing. In mijn aanvullend schrijven schrijf ik over wat eventueel een optie kan zijn.
8. Zijn er nog andere zaken die de deskundige in verband met het onderwerp van de vraagstelling zelf wil opmerken, toevoegen?
Zie mijn aanvullende schrijven
Aanvullend schrijven van de deskundige m.b.t. KM blokkers en regelgeving(letterlijke weergave)
Wat is en wat doet een KM stopper / KM Blocker
Een kilometerblokker is een apparaat dat de kilometerteller van een auto ervan weerhoudt om kilometers te (zuiver) registreren tijdens het rijden. Dit apparaat wordt meestal tussen de overige voertuigelectronica en instrumentenpaneel geplaatst en manipuleert de gegevens die naar het instrumentenpaneel gestuurd worden. Deze gegevens worden beïnvloed zoals slechts een deel zoals 50% of in sommige gevallen zelfs compleet te blokkeren. Hierdoor lijkt het voor het instrumentenpaneel dat bijvoorbeeld maar de helft van de afgelegde weg wordt afgelegd. De blokkers zijn meestal in en uit te schakelen door een lange druk op een bepaalde stuurbediening knop of duurdere varianten met een app. De gros van de km stoppers / blokkers die verkocht worden / op de markt verkrijgbaar zijn beïnvloeden enkel de weergave op instrumentenpaneel en registreren in andere regelapparaten de werkelijke km stand, uren etc. Bij sommige merken en modellen is het zo dat na verwijderen van een KM blokker de werkelijke km stand alsnog naar het instrumenten paneel wordt verstuurd.
Is een KM Blokker detecteerbaar
Nee een KM blokker is niet direct detecteerbaar door een diagnoseapparaat, er moet door oplettendheid van de monteur omdat er “afwijkingen” geconstateerd worden of omdat er gericht naar gezocht wordt in de voertuigdata afwijkingen worden geconstateerd. Met behulp van diagnose apparatuur is het mogelijk om dieper in de voertuigelectronica te duiken en is het meestal wel aan te tonen dat de afgelezen km stand niet overeenkomt met de daadwerkelijk gereden km. Er zijn ook speciale tools verkrijgbaar die een “Car Health - Mileage Check” kunnen uitlezen. Zo’n apparaat kijkt of er in andere regelapparaten gegevens aanwezig zijn die afwijken met de afgelezen km stand. Dit kunnen km zijn maar ook bijvoorbeeld de ingebruikname en tijdsduur van bijvoorbeeld een airco pomp. Ook onderhoudshistorie, banden etc kan een goede goede graadmeter zijn of de afgelezen km stand wel overeenkomt met de werkelijkheid. Ook visuele controle zoals algehele staat van een voertuig, slijtage van stuurwiel, pedaalrubbers, stoelzitting etc geeft vaak extra informatie. Geen garanties echter wel een goede aanvulling.
Waar koop je een KM Blokker
KM blokkers zijn eenvoudig online te bestellen bij verschillende aanbieders in zowel binnen- als buitenland. Enkele voorbeelden: [webwinkel] (vanaf circa € 20,-) , [webwinkel] , [webwinkel] en [webwinkel] maar ook bedrijven in Nederland die de Blokkers en stoppers aanbieden en zelfs met montage zoals bijvoorbeeld [website] .nl , [website] .nl en velen andere.
Wat schijven bedrijven op de website waar ze de product en dienst aanbieden (tweetal voorbeelden)

WAARSCHUWING
De Kilometerstopper is alleen bedoeld voor test- en tuningdoeleinden en mag niet op de openbare weg worden gebruikt. Onze module is niet bedoeld voor frauduleuze doeleinden. Doet u dit wel dan is dit uw eigenrisico.”

Overwegingen bij het gebruik van een Kilometer StopperHet is belangrijk om de kilometer stopper op een verantwoorde manier te gebruiken. Dit apparaat biedt een handige mogelijkheid om de kilometerstand te beheren tijdens het testen en tunen van voertuigen, maar het is essentieel om de regels en voorschriften in uw regio te respecteren. Het gebruik van een kilometer stopper kan juridische en ethische implicaties hebben, afhankelijk van het doel en de omstandigheden.” Er is voor een consument niet heel duidelijk dat het gebruik illegaal is en welke consequenties dit met zich meebrengt. De opvatting zou zo kunnen zijn dat het geïnstalleerd hebben van een dergelijk apparaat toegestaan is maar enkel het gebruik op de openbare weg niet. De uitleg is misleidend. Ze worden aangeboden met de omschrijving: Een kilometerblokker is een apparaat waarmee uw auto/busje stopt met het tellen van mijlen/ kilometers terwijl u rijdt. Deze module is handig als u wilt stoppen met het tellen van onnodige kilometers tijdens het testen van uw auto. In werkelijkheid worden de blokkers gemonteerd om de km stand te beïnvloeden en zo bijvoorbeeld: -Leaskosten drukken -Huurauto - tegen lagere kosten -Waarde voertuig vermeerderen (bij verkoop of totaal schade)
Verkeersveiligheid en RDW
Wanneer de snelheidsmeter (dus niet de km stand) correct aangegeven wordt heeft een km blokker geen enkele invloed op de verkeersveiligheid. Wanneer de snelheidsmeter niet correct wordt aangegeven in het instrumentenpaneel zou het dus kunnen zijn dat de bestuurder van het voertuig met een km blokker zich niet aan de maximaal toelaatbare snelheid houdt en hierdoor een overtreding begaat. Echter wanneer er een tweede snelheidsmeter aanwezig is die correct aangeeft voldoet het voertuig aan de gestelde eisen. De RDW schrijft voor in Artikel 5.2.15: Personenauto’s die na 30 juni 1967 in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een goed werkende snelheidsmeter, die ook bij nacht voor de bestuurder goed afleesbaar is. Wijze van keuren Visuele controle. De werking en afleesbaarheid wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. Een RDW erkend bedrijf dient tegenwoordig de KM stand te registreren bij diverse handelingen zoals o.a. APK, Schade, Banden, Onderhoud en tenaamstelling. Indien er geen KM teller aanwezig is zal er gekozen worden voor GT (geen teller) dit is nml geen APK vereiste. Indien er een km stand, mijlen stand of uren stand afleesbaar is dan dient deze geregistreerd te worden. Het is dus niet verplicht om een KM teller te hebben. Indien de km stand niet in lijn oploopt en /of niet verklaarbaar is zal het RDW deze betitelen als “Onlogisch”. Bij voertuigen die eerder buiten Nederland tenaamgesteld zijn geweest krijgen standaard het label “Geen Oordeel”
Bijlage 2: Memo van de RDW van 16 april 2025 (letterlijke weergave) [33]
Deze notitie dient om de rechtbank inzicht te verschaffen van de mogelijkheden die RDW heeft met betrekking tot tellerstandregistratie in verband met kilometerblokkers.
Aanleiding
De RDW ontvangt de laatste tijd steeds vaker meldingen van aangetroffen kilometerblokkers. Er is een sterke toename te zien.
Tellerstandregistratie
De RDW heeft sinds 2014 de wettelijke taak om tellerstanden te registreren in het kentekenregister en in bepaalde gevallen te verstrekken. Dit heeft als doel om de betrouwbaarheid van deze gegevens te vergroten. Het uitgangspunt in de memorie van toelichting is dat de consument ervan uit moet kunnen gaan dat de tellerstand op het dashboard correct is, dat wil zeggen correspondeert met het werkelijke aantal kilometers dat door het motorrijtuig is afgelegd. Op verschillende momenten verstrekken erkende bedrijven voor het kentekenregister tellerstanden van voertuigen. Bijvoorbeeld bij tenaamstelling, opname in bedrijfsvoorraad en APK’s. Verder wordt bij een importkeuring (herregistratie) de tellerstand geregistreerd. Door de dichtheid van het aantal registraties per voertuig uit te breiden wordt ook de mogelijkheid van tellerfraude verkleind.
Er is momenteel geen mogelijkheid voor een oplossing in de tellerstandregistratie omdat enerzijds de werkelijke stand niet bekend is, en eventueel opdraaien van de stand op het dashboard ook manipulatie behelst dat verboden is. RDW heeft geen bevoegdheid om de tellerstand op de odometer of elders in het voertuig te wijzigen.
Dit betekent dat als in een voertuig een geïnstalleerde kilometerblokker is verwijderd en vervolgens de juiste kilometerstand op basis van andere in het voertuig geïnstalleerde (computer)systemen zou kunnen worden gereconstrueerd, dit niet kan worden aangepast op het dashboard van het voertuig of in de registratie van de RDW. Er is voor de RDW echter ook geen reden om te oordelen dat een voertuig níet kan worden toegelaten tot het wegverkeer; de Politie heeft de bevoegdheid om in bepaalde gevallen een rijverbod opleggen. Dat is momenteel bij het aantreffen van een kilometerblokker niet mogelijk.
Technisch onderzoek en rijverbod
Momenteel nemen sommige politieregio’s voertuigen in beslag. In een tweetal uitspraken heeft de rechtbank aangegeven dat de voertuigen vernietigd mogen worden omdat die fundamenteel onveilig en onbetrouwbaar zijn geworden. De RDW wil nagaan of er een mogelijkheid is om dergelijke voertuigen technisch te onderzoeken en de veiligheid ervan vast te stellen. Als dat het geval is kan de Politie een rijverbod opleggen waarna een technisch onderzoek door RDW plaats vindt om te bepalen of het voertuig veilig is. Het plaatsen van rijverbod kan alleen als het voertuig niet voldoet aan de permanente eisen of niet aan de eisen in hoofdstuk 6 en/of hoofdstuk 7 van de Regeling Voertuigen. Aanwezigheid van een kilometerblocker is hier nu geen reden voor. Als een technische beoordeling mogelijk is, moet ook deze regelgeving aangepast worden.
Tellerstandoordeel
De RDW geeft een oordeel over de geregistreerde standen. Het tellerstandoordeel ziet op de logica van een reeks tellerstanden. De oordelen kunnen zijn:
− ‘Logisch’: de vaststelling door de RDW dat de reeks in het kentekenregister geregistreerde tellerstanden van een voertuig in tijd oplopend en daardoor logisch verklaarbaar is dan wel,
− ‘Onlogisch’: de vaststelling door de RDW dat de reeks in het kentekenregister geregistreerde tellerstanden van een voertuig niet in tijd oplopend is dan wel,
− ‘Geen oordeel’: de vaststelling door de RDW dat op grond van ontbrekende informatie over het voertuig niet kan worden beoordeeld of een tellerstand logisch verklaarbaar is.
Er wordt bij het tellerstandoordeel een toelichting gegeven. Er is momenteel geen mogelijkheid voor een oplossing in de oordeelsvorming over de tellerstandregistratie omdat met een kilometerblocker de tellerstand wel logisch kan oplopen. Er kan dus niet een oordeel ‘Onlogisch’ worden gegeven. Als de Politie een gedeelte van het dashboard verwijderd met de odometer dan kan het oordeel ‘Geen oordeel’ met toelichting tellervervanging worden gegeven. Dat geeft onvoldoende weer wat de oorzaak is.
Er wordt door de RDW gewerkt aan technische en juridische mogelijkheid om bij een melding van de Politie het oordeel ‘Geen oordeel’ met als toelichting vastgestelde tellermanipulatie of aangetroffen apparatuur voor tellermanipulatie te vermelden.
Buitenlandse voertuigen
Artikel 70m Wvw 1994 ziet met name op personenauto’s, lichte bedrijfsauto’s en motoren die in Nederland zijn ingeschreven en tenaamgesteld of behoren te zijn. Los daarvan heeft RDW geen bevoegdheid om in het buitenland ingeschreven voertuigen te beoordelen en geen bevoegdheid ten aanzien van voertuigen die zich in het internationale verkeer bevinden.
Kan de deskundige, eventueel na raadpleging van medewerkers van de bevoegde instantie,
deze vraag ook beantwoorden indien het betreft een voertuig met een Duits kenteken.
Over het algemeen zal dit hetzelfde zijn, met dien verstande dat het manipulatieverbod van artikel 70m Wvw 1994 ziet grotendeels alleen op personenauto’s, lichte bedrijfsauto’s en motoren die in Nederland zijn ingeschreven en tenaamgesteld of behoren te zijn. Los daarvan heeft RDW geen bevoegdheid om in het buitenland ingeschreven voertuigen te beoordelen en geen bevoegdheid ten aanzien van voertuigen die zich in het internationale verkeer bevinden.”
De beschikking van de rechtbank van 30 mei 2025
3.31
Na vaststelling dat de kilometer-blocker uit de auto is verwijderd en dat met de auto en de kilometer-blocker de strafbare feiten van artikel 70m WVW en artikel 3 lid 2 Besluit Voertuigen zijn begaan, overweegt de rechtbank met betrekking tot de vordering tot onttrekking aan het verkeer als volgt (zonder overname van voetnoten):
“Om de vordering tot onttrekking aan het verkeer te kunnen toewijzen moet vervolgens de vraag worden beantwoord of de auto en kilometerblocker van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Die vraag zal hierna ontkennend worden beantwoord en de raadkamer overweegt daartoe als volgt.
De kilometerblocker
De raadkamer is van oordeel het ongecontroleerde bezit van de kilometerblocker in strijd is met het algemeen belang, omdat deze gebruikt kan worden om de strafbare feiten te plegen zoals hiervoor genoemd. De vordering van de officier van justitie tot onttrekking aan het verkeer van de kilometerblocker zal daarom worden toegewezen.
De auto
De raadkamer is van oordeel dat het ongecontroleerde bezit van de auto niet in strijd is met enige wettelijke bepaling, omdat de kilometerblocker op 6 december 2024 door de politie uit de auto is verwijderd.
Met betrekking tot de beantwoording van de vraag of het ongecontroleerde bezit van de auto in strijd is met het algemeen belang (vanwege de verkeersveiligheid en/of de integriteit van het handelsverkeer) zal de raadkamer hierna uitleggen tot welk oordeel zij komt en hoe zij tot dat oordeel komt.
De raadkamer stelt voorop dat onttrekking aan het verkeer van een voorwerp een ingrijpende maatregel is. Uit de Memorie van Toelichting volgt dat de maatregel niet mag uitgroeien tot een verkapte straf en dat de maatregel moet worden beperkt tot voorwerpen die in handen van het publiek algemeen gevaarlijk zijn. Daarnaast is de aard van het voorwerp van belang, in die zin dat het moet gaan om een voorwerp waarvan het ongecontroleerde bezit, al dan niet in samenhang met het redelijkerwijs te verwachten gebruik daarvan, juist in verband met die aard in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De raadkamer is van oordeel dat een auto naar zijn aard in beginsel niet in strijd is met het algemeen belang. De vraag is of het feit dat een kilometerblocker in de auto heeft gezeten dit anders maakt, vanwege een inbreuk op de verkeersveiligheid en de integriteit van het handelsverkeer, zoals het Openbaar Ministerie stelt. Bij het oordeel daarover heeft de raadkamer onder meer betrokken de beantwoording van de vragen door de deskundige en de memo van de RDW (zie bijlagen).
Overwegingen met betrekking tot de verkeersveiligheid
Uit de beantwoording van de vragen door de deskundige volgt naar het oordeel van de raadkamer dat zelfs als het daadwerkelijke aantal gereden kilometers na toepassing en verwijdering van de kilometerblocker niet meer kan worden vastgesteld, er geen enkel risico bestaat voor de verkeersveiligheid. Dit geldt zowel voor auto’s die nog geen Algemene Periodieke Keuring (APK) moeten ondergaan, als voor auto’s die wel APK-plichtig zijn. Ook is er volgens de deskundige geen verschil in verkeersveiligheid tussen auto’s waarin een kilometerblocker heeft gezeten en auto’s waarvan de kilometerstand om een andere reden als ‘onlogisch’ wordt beoordeeld. Bij een APK zal afwezigheid van een kilometerteller of een niet goed werkende kilometerteller daarom geen reden zijn om de auto af te keuren. De Regeling voertuigen schrijft ook niet voor dat een auto moet beschikken over een (werkende) kilometerteller. De raadkamer is gelet hierop van oordeel dat de omstandigheid dat in een auto een kilometerblocker zit of heeft gezeten, op zichzelf geen gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert, of in ieder geval niet in die mate dat het bezit ervan in strijd is met het algemeen belang.
Uit het procesdossier volgt dat de auto niet beschikte over een werkende snelheidsmeter. Dit kan weliswaar een gevaar voor de verkeersveiligheid opleveren, maar levert niettemin geen grond op voor onttrekking aan het verkeer. Hiervoor ligt een andere, minder ingrijpende oplossing voor de hand. Vanwege een niet naar behoren functionerende snelheidsmeter kan de auto worden voorzien van een WOK(wacht op keuren)-melding. De auto mag dan niet op de openbare weg rijden, totdat de snelheidsmeter is gerepareerd en de reparatie is goedgekeurd op een RDW-keuringsstation. Gelet op deze mogelijkheid kan niet worden geoordeeld dat het bezit van de auto wegens een kapotte snelheidsmeter in strijd is met het algemeen belang.
Met betrekking tot de andere storingen die geregistreerd zijn als gevolg van toepassing van de kilometerblocker in de auto, geldt eveneens dat deze mogelijk wel enige invloed op de verkeersveiligheid hebben, maar dat niet gebleken is dat dit zodanig is, dat het bezit van de auto in strijd is met het algemeen belang. Daarbij komt dat ook hier de minder ingrijpende oplossing voor de hand ligt van een WOK-melding.
Overwegingen met betrekking tot de integriteit van het handelsverkeer
De rechtbank ziet zich verder gesteld voor de vraag of het in het verkeer laten van een auto die eerder was voorzien een kilometerblocker een zodanige aantasting van de integriteit van het handelsverkeer kan vormen, dat geoordeeld moet worden dat het ongecontroleerde bezit van die auto in strijd is met het algemeen belang.
De rechtbank stelt voorop dat de waarde van een auto in belangrijke mate mede wordt bepaald door het aantal gereden kilometers. Teneinde fraude met tellerstanden te beperken worden deze bij de RDW periodiek bijgehouden. Aan de registratie van tellerstanden verbindt de RDW een oordeel. Dit kan zijn ‘logisch’, ‘onlogisch’ of ‘geen oordeel’. De koper van een tweedehands auto kan zich daarmee een beeld vormen van de betrouwbaarheid van de kilometerstand en of er bijvoorbeeld aanleiding is om van de aankoop af te zien dan wel dat nader onderzoek geboden is. Er kunnen verschillende redenen ten grondslag liggen aan het oordeel ‘onlogisch’ of ‘geen oordeel’. Zo worden bijvoorbeeld alle importauto’s voorzien van de tellerstandregistratie ‘geen oordeel’.
De omstandigheid dat er ook andere auto’s in omloop zijn waarvan het RDW-oordeel over de tellerstand ‘onlogisch’ of ‘geen oordeel’ is, zoals blijkt uit de verklaring van de deskundige en uit de memo van de RDW, geeft naar het oordeel van de raadkamer aan dat het enkele feit dat de kilometerstand niet meer te achterhalen is, op zichzelf niet een zodanige inbreuk op de integriteit van het handelsverkeer oplevert dat die de onttrekking aan het verkeer rechtvaardigt.
Ondanks het gebruik van een kilometerblocker kan de kilometerstand van de auto echter toch ook het RDW-oordeel ‘logisch’ krijgen. Dit oordeel wordt namelijk gegeven in die gevallen waarin de kilometerstand regelmatig oploopt. En dat kan ook bij gebruik van een kilometerblocker het geval zijn. Het oordeel over de tellerstand zal in dat geval geen indicatie zijn voor de omstandigheid dat de kilometerstand gemanipuleerd is. Weliswaar heeft een koper van een tweedehandsauto een onderzoeksplicht, maar die gaat niet zover dat buiten raadpleging van de kilometerstand bij de RDW hij nog ander onderzoek zal moeten doen naar mogelijke manipulaties, door bijvoorbeeld uitlezing van de boordcomputer van het voertuig. De omstandigheid dat een kilometerblocker in een auto heeft gezeten, zal gelet hierop niet altijd blijken uit het RDW-oordeel over de tellerstanden. In deze gevallen levert toepassing van een kilometerblocker ook na verwijdering daardoor een inbreuk op de integriteit van het handelsverkeer op. Naar het oordeel van de raadkamer brengt dit echter nog niet mee dat het ongecontroleerde bezit van de auto, mede gelet op wat hiervoor is overwogen over de aard van de auto, in strijd is met het algemeen belang. Daarbij weegt mee dat blijkens het memo van de RDW wordt gewerkt aan een technische en juridische mogelijkheid om bij de tellerstandregistratie ‘geen oordeel’ een toelichting op te nemen dat het gaat om ‘vastgestelde tellermanipulatie’ of ‘aangetroffen apparatuur voor tellermanipulatie’.
Conclusie
Gelet op het voorgaande is de raadkamer van oordeel dat het ongecontroleerde bezit van de auto niet in strijd is met de wet of het algemeen belang. De vordering tot onttrekking aan het verkeer van de auto zal daarom worden afgewezen.”
3.32
Dan kom ik nu toe aan de bespreking van de twee vragen die voor het juridische kader van belang zijn.
1.
Is verwijdering van de kilometer-blocker een eenvoudige ingreep?
3.33
Uit verschillende voorbeelden uit de feitenrechtspraak blijkt dat de kilometer-blocker reeds in het kader van het technisch onderzoek door de politie is verwijderd. [34] Dat was ook het geval in de zaak die ten grondslag lag aan de beschikking van de rechtbank van 30 mei 2025. Mede gelet daarop meen ik de eerste vraag, of de verwijdering van een kilometer-blocker een relatief simpele ingreep is, bevestigend te kunnen beantwoorden. Het gaat bij een kilometer-blocker steeds om een fysiek apparaat dat in de auto is gemonteerd en dat vaak bestaat uit een extra kabel. Die kabel kan er dan ook zonder veel moeite weer worden uitgehaald. De verwijdering van de kilometer-blocker kan dan ook het probleem niet zijn. Belangrijker is de tweede vraag.
2. Is het ongecontroleerd bezit van de auto na verwijdering van de kilometer-blocker in strijd met algemeen belang?
3.34
Het openbaar ministerie stelt zich niet alleen in de voorliggende zaken maar ook in andere zaken die ik na een zoekslag in de feitenrechtspraak heb aangetroffen, steeds op het standpunt dat een auto met een gemanipuleerde kilometerstand vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer. De argumenten die daaraan door het openbaar ministerie ten grondslag worden gelegd zijn langs twee lijnen samen te vatten. In de eerste plaats wordt betoogd dat een auto met een gemanipuleerde kilometerstand een gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert. En in de tweede plaats wordt aangevoerd dat een auto met een gemanipuleerde kilometerstand de integriteit van het handelsverkeer aantast en daarmee potentieel nieuwe kopers van die auto kan misleiden. Omdat het openbaar ministerie in vergelijkbare zaken steeds dezelfde argumenten gebruikt om te onderbouwen dat een auto met een gemanipuleerde kilometerstand vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, zal ik die argumenten ook bespreken in dit algemene kader.
3.35
Ik begin met het argument dat de verkeersveiligheid betreft. Waarom een onjuiste weergave van de kilometerstand op het dashboard een gevaar voor de verkeersveiligheid zou vormen, kan ik niet inzien. Wellicht is het zo dat sommige onderdelen van de auto eerder aan vervanging toe zijn dan op basis van de weergegeven kilometerstand mag worden vermoed. En misschien worden sommige standaard, bij een bepaalde kilometerstand door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsintervallen niet of te laat uitgevoerd. Maar dat hierdoor – zoals het openbaar ministerie stelt – een direct risico bestaat op defecten aan cruciale onderdelen van de auto, is een standpunt dat mijns inziens te ver gaat. Dit wordt ook ondersteund door het hiervoor geciteerde deskundigenbericht in de zaak van de rechtbank Midden-Nederland van 30 mei 2025 waarin onomwonden wordt gesteld dat er bij auto’s na verwijdering van de kilometer-blocker geen enkel risico bestaat voor de verkeersveiligheid. [35]
3.36
Dan de blijft het standpunt over dat het in het verkeer laten van een auto die voorzien is geweest van een kilometer-blocker een zodanige aantasting van de integriteit van het handelsverkeer vormt, dat het ongecontroleerd bezit hiervan in strijd is met het algemeen belang.
3.37
Laat ik vooropstellen dat ik de hier in het geding zijnde maatschappelijke belangen van een andere orde vind dan bij bijvoorbeeld de zaken over auto’s met een gestolen VIN-nummer. Het bezit van die auto’s tast immers steeds wezenlijke strafrechtelijk relevante belangen aan. Bij auto’s met een vals VIN-nummer gaat het om het belang van een effectieve voorkoming en bestrijding van handel in gestolen voertuigen. Bovendien speelt op de achtergrond ook vaak de georganiseerde criminaliteit een rol. Bezien vanuit het strafrechtelijke karakter van de maatregel van onttrekking aan het verkeer, zijn dit belangen die evident bescherming verdienen in het kader van het in het criterium voor onttrekking genoemde algemeen belang. Als het gaat om de integriteit van het handelsverkeer en de bescherming van consumenten lijkt mij dat minder evident.
3.38
De integriteit van het handelsverkeer en de consumentenbescherming kan immers voldoende via andere wegen worden gewaarborgd. Zo is de verkoper van een auto civielrechtelijk verplicht om aan de koper mee te delen dat de op het dashboard weergegeven kilometerstand niet klopt. Ik begrijp natuurlijk wel dat niet elke verkoper zich aan deze verplichting zal houden, maar de enkele mogelijkheid dat een verkoper deze wezenlijke civielrechtelijke verplichting niet nakomt is niet genoeg om het bezit van een auto met een onjuiste kilometerstand in strijd met het algemeen belang te achten. Als die lijn zou worden doorgetrokken, dan is immers elke auto met een verborgen gebrek vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, en dat lijkt me niet de bedoeling. Bovendien speelt de RDW in dit kader een rol van betekenis. Juist om fraude met kilometerstanden te voorkomen, houdt de RDW deze kilometerstand periodiek bij. Aan de kilometerstand wordt door de RDW een oordeel verbonden: ‘logisch’, ‘niet logisch’ of ‘geen oordeel’. Dit oordeel kan via de site van de RDW door middel van een kentekencheck eenvoudig worden achterhaald. Op basis van dit oordeel van de RDW kan de koper van een tweedehands auto zich een beeld vormen van de betrouwbaarheid van de kilometerstand en op grond daarvan bijvoorbeeld afzien van de koop of nader onderzoek laten doen. Al met al is het enkele feit dat in een auto op het dashboard de onjuiste kilometerstand wordt weergegeven, geen zodanige inbreuk op de integriteit van het handelsverkeer of de consumentenbescherming dat dat een onttrekking aan het verkeer van zo’n auto rechtvaardigt.
3.39
Tot slot merk ik nog het volgende op. De argumenten van het openbaar ministerie gaan uit van de premisse dat het onmogelijk is om de juiste kilometerstand te achterhalen en de op het dashboard weergegeven kilometerstand aan de hand daarvan te corrigeren. Zowel in de onderhavige zaken als in meerdere zaken die ik in de feitenrechtspraak ben tegengekomen, wordt door de verdediging betoogd dat het achterhalen van de juiste kilometerstand wel mogelijk is en dat de onjuiste kilometerstand op het dashboard kan worden gecorrigeerd. [36] Dat is naar mijn oordeel geen stelling waarvan de juistheid in de lucht kan blijven hangen. Het is aan het openbaar ministerie om het tegendeel aannemelijk te maken. Als die stelling onbeantwoord blijft, laat dat immers de mogelijkheid open dat de auto na verwijdering van de kilometer-blocker de kilometerstand weer in volledig correcte en originele staat kan worden hersteld. In dat geval zie ik helemaal geen argumenten voor het oordeel dat zo’n auto kan worden onttrokken aan het verkeer.
3.4
De conclusie die ik uit de voorgaande beschouwing trek, is dat auto’s waarin zich een kilometer-blocker bevindt, niet vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer. Het verwijderen van een kilometer-blocker is immers een simpele ingreep, waarvoor in het kader van een vordering tot onttrekking aan het verkeer de belanghebbende in de gelegenheid moet worden gesteld als de kilometer-blocker nog niet verwijderd is. Zodra dat gebeurd is, is het ongecontroleerde bezit van een auto met een onjuiste kilometerstand is niet in strijd met de wet of het algemeen belang.
3.41
Dan kom ik nu toe aan de bespreking van de onderhavige zaak.

4.Het verloop van de procedure en de beschikking van de rechtbank

4.1
Op 16 oktober 2024 is een Audi RS5 met Duits kenteken in Nederland in beslag genomen. De klaagster is een autoverhuurbedrijf en had de auto verhuurd aan degene die met de auto in Nederland is staande gehouden.
4.2
Uit de technische controle van de auto kwam naar voren dat de auto was voorzien van een kilometer-blocker, die ervoor zorgde dat de op de kilometerteller weergegeven afstand niet overeenkomt met de door de auto daadwerkelijk afgelegde afstand.
4.3
De rechtbank heeft de standpunten van de officier van justitie en van de klaagster als volgt samengevat:

Het standpunt van de raadsman
Namens klaagster heeft de raadsman bezwaar gemaakt tegen de inbeslagneming en het uitblijven van een last tot teruggave van het voertuig aan klaagster. De raadsman heeft allereerst uitdrukkelijk verklaard dat degene onder wie het beslag feitelijk is gelegd, te weten [betrokkene 1] (hierna: de beslagene), niet de eigenaar c.q. rechthebbende van de auto is nu het een door een andere persoon ( [betrokkene 2] ) gehuurde auto betreft waarmee beslagene zich op 16 oktober 2024 vanuit Berlijn naar Amsterdam voor het Amsterdam Dance Event. De beslagene heeft als belanghebbende dan ook uitdrukkelijk verklaard dat hij geen aanspraak maakt op de auto en dat de auto afgegeven kan worden aan klaagster. De raadsman heeft zich verder – kort samengevat – op het standpunt gesteld dat de beslagene [betrokkene 1] op 16 oktober 2024 niet op Nederlands grondgebied met een in werking zijnde kilometer-blocker heeft gereden, zodat het Openbaar Ministerie geen rechtsmacht heeft. Daar komt bij dat door het Openbaar Ministerie vergaande eisen aan een Duitse auto worden gesteld waardoor inbreuk wordt gemaakt op het vrij verkeer van goederen. Dit is in strijd met het Europees Recht. Bovendien is het hoogst onwaarschijnlijk dat een zittingsrechter de auto zal onttrekken aan het verkeer nu hiervoor enige grondslag ontbreekt. Weliswaar is het hebben van een kilometer-blocker in een auto verboden, maar het bezit van een auto met een onbetrouwbare kilometerstand is niet zonder meer onveilig en om die reden vanwege de vermeende gevaarzetting voor de verkeersveiligheid vatbaar voor onttrekking aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit van een dergelijke auto in strijd zou zijn met de wet of het algemeen belang.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich kort samengevat op het volgende standpunt gesteld. In tegenstelling tot wat door de raadsman is aangevoerd, komt aan Nederland wel degelijk rechtsmacht toe nu uit het proces-verbaal van controle van de auto na staande houding kan worden afgeleid dat de beslagene met de auto met daarin een in werking zijnde kilometer-blocker op Nederlands grondgebied heeft gereden. Verder is sprake van een grond voor het handhaven van het beslag op en de onttrekking aan het verkeer van de auto nu het op de weg rijden met deze auto in strijd is met de wet dan wel het algemeen belang. Uit het proces-verbaal van bevindingen volgt namelijk dat na het verwijderen van de kilometer-blocker, het niet mogelijk is de juiste kilometerstand in de hele auto door te voeren zodat herstel in de oorspronkelijke toestand niet meer mogelijk is. Door onjuiste kilometerstanden kunnen storingen ontstaan en onderhoudsintervallen worden gemist met als gevolg dat de verkeersveiligheid in het geding komt. De officier van justitie heeft de raadkamer evenwel in overweging gegeven om de behandeling van het klaagschrift aan te houden in afwachting van de resultaten van nader gelast onderzoek in andere vergelijkbare zaken naar de mogelijkheid van herstel in de oorspronkelijke toestand waardoor de auto wel weer in het verkeer zou kunnen worden gebracht.”
4.4
De rechtbank heeft het klaagschrift gegrond verklaard en de teruggave van de auto zonder kilometer-blocker gelast. Zij heeft daartoe het volgende overwogen:
“Maatstaf
Het beklag richt zich tegen een beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv. De rechter dient daarom a) te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b) de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan de beslagene te gelasten, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende van dat voertuig moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.
In een geval waarin het belang van strafvordering het voortduren van een op de voet van artikel 94 Sv gelegd beslag niet meer vordert en waarin een derde op de voet van artikel 552a Sv een klaagschrift heeft ingediend strekkende tot teruggave, dient de rechter te beoordelen of de klager die stelt rechthebbende te zijn, inderdaad redelijkerwijs als rechthebbende op het inbeslaggenomene kan worden aangemerkt.
De raadkamer stelt voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Niet gevergd kan worden dat ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak wordt getreden. Daarvoor is in de beklagprocedure geen plaats omdat ten tijde van een dergelijke procedure veelal het dossier zoals dat uiteindelijk aan de raadkamer ter behandeling zal worden voorgelegd, nog niet compleet is en omdat voorkomen moet worden dat de beklagraadkamer vooruit loopt op het in de hoofd- of de ontnemingszaak te geven oordeel.
De raadkamer tekent hier echter bij aan dat moet worden beslist op grond van alle relevante feiten en omstandigheden van het geval op het moment van het beoordelen van het beklag. Het beperkte karakter van de beklagprocedure komt tot uitdrukking in enkele van de aan te leggen toetsingsmaatstaven (Hoge Raad 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654).
Wettelijk kader
In artikel 70m WVW is ais misdrijf strafbaar gesteld het (laten) manipuleren van de tellerstand van voertuigen op zodanige wijze dat de op de teller aangegeven afstand niet overeenkomt met de door dat motorrijtuig werkelijk afgelegde afstand. In artikel 3 lid 2 (onder verwijzing naar artikel 2 lid 3) van het Besluit Voertuigen is het de eigenaar van een voertuig verboden om dat voertuig te (laten) rijden indien in dat voertuig een apparaat aanwezig is dat geschikt is om de teller van een motorrijtuig stil te zetten, of op andere wijze te manipuleren. Uit artikel 36c Sr volgt dat auto’s vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, indien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Overwegingen
Op grond van de stukken en de behandeling op de zitting overweegt de raadkamer als volgt waarbij ook, voor zover nodig, zal worden ingaan op de door de verdediging gevoerde verweren.
[…]
- Verkeersveiligheid in het geding
De vraag die voorligt is of de auto waarin manipulatie middels een daarin gemonteerde kilometer-blocker heeft plaatsgevonden dusdanig gevaarzettend voor de verkeersveiligheid is dat dit grond oplevert om die auto te onttrekken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit van een dergelijke auto in strijd zou zijn met de wet of het algemeen belang. De officier van justitie heeft deze vraag bevestigend beantwoord maar wel de kanttekening geplaatst dat hiernaar thans nader onderzoek door de RDW wordt verricht in verband met de mogelijkheid om de oorspronkelijke kilometerstand weer te herstellen. Door de gemachtigde, deskundige in de mobiliteitssector, is op zitting aangevoerd dat aan de hand van het uitlezen van de sleutels van de inbeslaggenomen auto eenvoudig kan worden vastgesteld hoeveel kilometer daadwerkelijk met de auto is gereden. In die sleutels is namelijk de kilometerstand opgeslagen. Verder heeft de gemachtigde naar voren gebracht dat de kilometerstand na het uitlezen van de sleutels probleemloos in de oorspronkelijke toestand kan worden teruggebracht en dat een auto waarbij manipulatie middels een kilometer-blocker heeft plaatsgevonden op geen enkele wijze een veiligheidsrisico voor het verkeer oplevert. Tot slot is door de gemachtigde opgemerkt dat in Nederland heel wat auto’s rondrijden waarbij de kilometerstand is teruggedraaid/gemanipuleerd (is geweest), maar dat dit voor het Openbaar Ministerie, nog los van de vraag of zij hiertoe bevoegd is, nog nooit een reden is geweest om een dergelijke auto te onttrekken aan het verkeer.
De zaaksofficier van justitie heeft dit in zijn conclusie min of meer ook erkend in de zin dat onttrekking aan het verkeer door een rechter gezien de waarde van de auto hoogst onwaarschijnlijk lijkt.
Door de raadkamer wordt in het verlengde hiervan overwogen dat in Nederland aan de hand van de Nationale Auto Pas kan worden vastgesteld of de kilometerteller van een auto is teruggedraaid. In geval sprake is van een teruggedraaide/gemanipuleerde kilometerstand wordt een dergelijke auto na inbeslagneming niet zonder meer onttrokken aan het verkeer. Immers kan vanwege een gemanipuleerde kilometerstand niet zonder meer de conclusie worden getrokken, laat staan dat in dat geval vastgesteld kan worden dat de verkeersveiligheid in het geding is. Daarvan onderscheiden moet worden de situatie waarin sprake is van een auto die niet kan worden geïdentificeerd omdat de oorspronkelijke VIN (zoals die fabrieksmatig is aangebracht) van een of meer hoofdonderdelen, zijnde het chassis, de carrosserie en de aandrijflijn, niet (meer) is te herleiden doordat deze ontbreekt of is vervalst. (Zie artikel 2.1 van de Regeling voertuigen. De RDW kan op grond van dit artikel een VIN vaststellen. Volgens artikel 5, vierde lid, van de Bijlage bij deze regeling wordt geen VIN vastgesteld indien één of meer hoofdonderdelen niet zijn te identificeren of indien blijkt dat één of meer hoofdonderdelen van diefstal afkomstig zijn).
De raadkamer is van oordeel dat bij de onderhavige auto niet is gebleken dat de auto gevaarlijk is voor de veiligheid in het verkeer en om die reden zou moeten worden vernietigd omdat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Nog daargelaten de vraag of onttrekking aan het verkeer in dit specifieke geval voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit gelet op de substantiële waarde van de auto (rond de 180.000 euro). Gelet op het standpunt van het Openbaar Ministerie dat de behandeling van klaagschriften in vergelijkbare zaken is aangehouden voor nader onderzoek door onder andere de RDW, overweegt de raadkamer dat het in verband daarmee in deze zaak min of meer impliciet subsidiair gedane verzoek tot aanhouding van de behandeling van dit klaagschrift, wordt afgewezen. De raadkamer heeft daarbij in aanmerking genomen de omstandigheid dat al sinds 16 oktober 2024 beslag rust op de auto en dat ondanks door de verdediging van klaagster onderbouwde bezwaren tegen het laten voortduren van het beslag op de auto, niet gebleken is dat het Openbaar Ministerie enig onderzoek heeft laten verrichten naar de urgentie van een strafvorderlijk belang bij handhaving van het beslag op de auto met het oog op onttrekking aan het verkeer van de auto in verband met het gevaar dat een dergelijke auto zou opleveren voor de verkeersveiligheid. Pas recentelijk heeft de zaaksofficier van justitie laten weten dat in andere raadkamerzaken onderzoeksvragen zijn gesteld aan deskundigen van de RDW. De zaaksofficier heeft daarnaast gewezen op een viertal raadkamerzaken in verband met overtreding van artikel 70m Wegenverkeerswet waarin de vordering tot onttrekking aan het verkeer telkens is toegewezen. Naar het oordeel van de raadkamer zijn deze genoemde zaken echter niet zonder meer te vergelijken met de onderhavige zaak waarin sprake is van een zeer kostbare
huurautoen waarin niet gebleken is dat klaagster als verhuurster van de auto enige wetenschap of bemoeienis heeft gehad met de in de auto aangetroffen kilometer-blocker. Integendeel, evident is dat klaagster alleen al om bedrijfseconomische redenen geen enkel belang had en heeft bij het installeren van een kilometer-blocker in door haar te verhuren auto’s.
De raadkamer vermag overigens ook niet in te zien dat een auto – na het verwijderen van een verboden kilometer-blocker en eventueel ook nog met een gemanipuleerde kilometerstand – een zodanig groot gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert dat een dergelijke auto nooit meer in het verkeer zou mogen komen. Een genoegzame motivering hiervoor ontbreekt. Inmiddels zijn ruim drie maanden verstreken. Het belang van de strafvordering noopt naar het oordeel van de raadkamer niet tot het nog langer laten voortduren van het beslag op de auto waarvoor bij het ontbreken van een deugdelijke onderbouwing van het gevaar dat samenhangt met het weer in het verkeer brengen van de auto na verwijdering van de (ook) inbeslaggenomen en verboden kilometer-blocker geen dringende redengevende gronden zijn. Daarnaast verzet de aan het leggen en handhaven van beslag in zaken als de onderhavige te stellen eis van subsidiariteit en proportionaliteit zich tegen het voortduren zonder genoegzame gronden van het beslag op een huurvoertuig met substantiële waarde ten nadele van klaagster die – niet weersproken – geen wetenschap had van de in haar auto aanwezige kilometer-blocker. De huurovereenomst met de huurster van de auto is inmiddels opgezegd vanwege het in strijd met de voorwaarden onderverhuren of uitlenen van de auto door huurster aan beslagene [betrokkene 1] .
Nu in deze zaak als grondslag voor onttrekking aan het verkeer van de auto eerst en vooral is aangevoerd de bescherming van de verkeersveiligheid, kan bespreking van hetgeen naar voren is gebracht niet betrekking tot andere in het geding zijnde belangen als de eerlijkheid van handelstransacties en de bescherming van consumenten buiten beschouwing blijven. Daar komt bij dat aan deze belangen door het laten uitlezen van autosleutels en/of met behulp van de in Nederland uitgegeven Nationale Auto Pas voldoende tegemoet kan worden gekomen. Aan de hand daarvan kan immers de historie van een voertuig helder in kaart worden gebracht en is het aan de consument zelf om een auto al dan niet te kopen.
In het licht van al hetgeen hiervoor is overwogen, is de raadkamer van oordeel dat het niet hoogst waarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend in de zaak tegen de beslagene, de inbeslaggenomen auto zal onttrekken aan het verkeer, evenmin naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4°, Sr in verbinding met art 552f Sv.”

5.Het middel

5.1
Het middel richt zich tegen de gegrondverklaring van het klaagschrift. Aangevoerd wordt
(i) dat de rechtbank blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting doordat aan de onjuiste maatstaf is getoetst,
(ii) dat het oordeel van de rechtbank, mede gelet op hetgeen door het openbaar ministerie is aangevoerd, niet zonder meer begrijpelijk en/of ontoereikend is gemotiveerd en
(iii) dat de rechtbank bij haar oordeel te ver vooruit is gelopen op het latere door de strafrechter te geven oordeel.
Klacht (ii) Oordeel rechtbank onvoldoende gemotiveerd?
5.2
Ik begin met motiveringsklacht (ii), die in twee delen uiteenvalt. In de eerste plaats wordt gesteld dat de rechtbank de bespreking van andere in het geding zijnde belangen zoals de eerlijkheid van handelstransacties en bescherming van consumenten niet expliciet buiten beschouwing had mogen laten. De tweede deelklacht houdt in dat de rechtbank bij haar oordeel dat een auto met een gemanipuleerde kilometerstand geen zodanig gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert dat een dergelijke auto nooit meer in het verkeer zou mogen komen, volledig voorbij is gegaan aan hetgeen het openbaar ministerie op dit punt heeft betoogd.
5.3
Om met de laatste deelklacht te beginnen, daar ben ik het niet mee eens. In de door de rechtbank weergegeven korte samenvatting van het betoog van de officier van justitie staat dat hij heeft aangevoerd dat door onjuiste kilometerstanden storingen kunnen ontstaan en onderhoudsintervallen kunnen worden gemist waardoor de verkeersveiligheid in gevaar komt. De rechtbank heeft de argumenten van de officier van justitie dus wel degelijk onder ogen gezien en geoordeeld dat een auto – na het verwijderen van een verboden kilometer-blocker, ook al heeft dit geleid tot een gemanipuleerde kilometerstand – geen zodanig gevaar oplevert dat een dergelijke auto nooit meer in het verkeer zou mogen komen. Daarvoor ontbreekt volgens de rechtbank een genoegzame motivering. Hoewel de rechtbank op dit punt haar oordeel wellicht iets uitgebreider had kunnen motiveren, was zij daartoe, mede gelet op hetgeen de officier van justitie ter zitting heeft aangevoerd, niet gehouden. Tegen de achtergrond van wat ik hiervoor in het algemene juridische kader heb opgemerkt, is dat oordeel niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
5.4
Deze deelklacht faalt.
5.5
De rechtbank heeft verder overwogen dat – nu in deze zaak als grondslag voor onttrekking aan het verkeer van de auto eerst en vooral is aangevoerd dat de bescherming van de verkeersveiligheid in het geding is, hetgeen naar voren is gebracht met betrekking tot andere belangen zoals de eerlijkheid van handelstransacties en de bescherming van consumenten buiten beschouwing kan blijven. Zoals de steller van het middel terecht opmerkt, zijn dat inderdaad belangen die ook in het kader van het in art. 36c Sr bedoelde algemeen belang een rol kunnen spelen. De rechtbank heeft het betoog van de officier van justitie, blijkens de samenvatting van het standpunt van de officier van justitie in de beschikking, echter zo uitgelegd dat de grondslag voor de onttrekking aan het verkeer van de auto in deze zaak voornamelijk is gebaseerd op de verkeersveiligheid. Die uitleg is in belangrijke mate voorbehouden aan de feitenrechter en is – mede tegen de achtergrond van hetgeen de officier van justitie blijkens het proces-verbaal van de zitting heeft aangevoerd – niet onbegrijpelijk. Uit het proces-verbaal van de zitting blijkt immers niet dat de officier van justitie daar een standpunt heeft ingenomen over de eerlijkheid van handelstransacties en de bescherming van consumenten, laat staan dat hij nader heeft onderbouwd waarom deze belangen in de onderhavige zaak maken dat de auto moet worden onttrokken aan het verkeer. Uit dat proces-verbaal blijkt slechts dat de officier van justitie de raadkamer in overweging heeft gegeven om de behandeling van het klaagschrift aan te houden in afwachting van de resultaten van door andere rechtbanken nader gelast onderzoek in andere vergelijkbare zaken naar de mogelijkheid van herstel in de oorspronkelijke toestand waardoor de auto wel weer in het verkeer zou kunnen worden gebracht.
5.6
Ook de eerste deelklacht faalt.
De toetsing aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit
5.7
Het middel bevat nog een aantal andere motiveringsklachten over de wijze waarop de rechtbank de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit heeft betrokken bij haar beslissing. De rechtbank heeft geoordeeld dat “bij de onderhavige auto niet is gebleken dat de auto gevaarlijk is voor de veiligheid in het verkeer en om die reden zou moeten worden vernietigd omdat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang”. Daarnaast ziet de rechtbank ook niet in “dat een auto – na het verwijderen van een verboden kilometer-blocker en eventueel ook nog met een gemanipuleerde kilometerstand – een zodanig groot gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert dat een dergelijke auto nooit meer in het verkeer zou mogen komen”. Aan deze twee oordelen heeft de rechtbank nog toegevoegd:
“Nog daargelaten de vraag of onttrekking aan het verkeer in dit specifieke geval voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit gelet op de substantiële waarde van de auto (rond de 180.000 euro).
[…]
Daarnaast verzet de aan het leggen en handhaven van beslag in zaken als de onderhavige te stellen eis van subsidiariteit en proportionaliteit zich tegen het voortduren zonder genoegzame gronden van het beslag op een huurvoertuig met substantiële waarde ten nadele van klaagster die - niet weersproken - geen wetenschap had van de in haar auto aanwezige kilometer-blocker.”
5.8
In de toelichting op het middel wordt terecht gesteld dat de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit geen rol spelen bij de vraag of een voorwerp moet worden onttrokken aan het verkeer (zie deze conclusie onder 3.4). Ik merk de hiervoor geciteerde overwegingen van de rechtbank echter aan als overwegingen ten overvloede, die slechts als aanvulling op de oordelen die daaraan voorafgaan moeten worden beschouwd. De klachten over deze overwegingen kunnen daarom niet tot cassatie leiden. [37]
Klacht (i) de ‘niet hoogst onwaarschijnlijkheidstoets’
5.9
Dan de rechtsklacht. Die houdt in dat de rechtbank een onjuist criterium heeft toegepast, omdat de rechtbank het klaagschrift gegrond heeft verklaard omdat het “niet hoogst waarschijnlijk” is dat de strafrechter, later oordelend, de in beslag genomen auto zal onttrekken aan het verkeer.
5.1
Volgens vaste rechtspraak moet de rechter onderzoeken of de latere onttrekking aan het verkeer “niet hoogst onwaarschijnlijk” is. [38] Als dat zo is, verzet het belang van strafvordering zich tegen de teruggave van het in beslag genomen voorwerp en moet het klaagschrift ongegrond worden verklaard. A contario geldt dus dat gegrondverklaring van het klaagschrift slechts aan de orde is als de latere onttrekking aan het verkeer van de auto “hoogst onwaarschijnlijk” is.
5.11
De rechtbank heeft dit toetsingskader onder het kopje “
maatstaf” juist weergegeven, maar heeft uiteindelijk geoordeeld dat het klaagschrift gegrond moet worden verklaard omdat het “niet hoogst waarschijnlijk” is dat de strafrechter de auto later zal onttrekken aan het verkeer. Dat is niet hetzelfde als “hoogst onwaarschijnlijk”. De klacht is dus terecht voorgesteld.
5.12
Het zal niet de eerste keer zijn dat de ‘niet hoogst onwaarschijnlijkheidstoets’ met zijn dubbele ontkenning tot verwarring leidt. Ik meen dan ook dat het hier gaat om een kennelijke vergissing of verschrijving van de rechtbank. Naar het oordeel van de rechtbank is bij de onderhavige auto immers niet gebleken dat de auto gevaarlijk is voor de veiligheid in het verkeer, zodat het ongecontroleerde bezit ervan niet in strijd is met de wet of het algemeen belang. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat een auto met een gemanipuleerde kilometerstand geen zodanig gevaar oplevert dat zo’n auto nooit meer in het verkeer zou mogen komen. Daarmee bevatten de overwegingen van de rechtbank naar mijn oordeel alle elementen die nodig zijn om tot het oordeel te komen dat de latere onttrekking van de in beslag genomen auto “hoogst onwaarschijnlijk” is. Ik meen dan ook dat de rechtbank dat tot uitdrukking heeft willen brengen.
5.13
In dat geval hoeft de op zichzelf terecht voorgestelde rechtsklacht niet tot cassatie te leiden.
Klacht (iii) te ver vooruitgelopen op een later door de strafrechter te geven oordeel?
5.14
Tot slot faalt ook de klacht dat de rechtbank te ver vooruit is gelopen op het latere door de strafrechter te geven oordeel. Zoals ik hiervoor al heb besproken, heeft de rechtbank niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd tot uitdrukking gebracht dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de auto later zal onttrekken aan het verkeer. Het beperkte karakter van de beklagprocedure komt reeds in deze terughoudende toetsingsmaatstaf tot uitdrukking, zodat niet gezegd kan worden dat het summiere karakter van de beklagprocedure is miskend. [39]

6.Slotsom

6.1
Het middel faalt in al zijn onderdelen.
6.2
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden beschikking aanleiding behoren te geven.
6.3
Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.Het gaat om de zaken met de nummers 1) 25/01078; 2) 25/00115; 3) 25/02201 en 25/02213; 4) 25/00566 en 25/00550; 5) 25/01653 en 25/01654; 6) 25/00076 en 25/00077; 7) 25/01758); 8) 25/01622 en 25/01643 9) 25/02377 en 25/02379 en 10) 25/02382 en 25/02383. In de zaken met een dubbel nummer gaat het om dezelfde zaak waarin zowel een beslissing is genomen in het kader van art. 552a Sv als art. 552f Sv.
2.De zaken 24/04477 en 24/04655.
3.Zie in dezelfde zin bijvoorbeeld Rb. Midden-Nederland 2 december 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:6650, Rb. Rotterdam 24 april 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:5487 en Rb. Midden-Nederland 21 juli 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:3775.
4.Zie in dezelfde zin bijvoorbeeld Rb. Oost-Brabant 11 april 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:2545, Rb. Den Haag 27 mei 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:12674, Rb. Midden-Nederland 30 mei 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2645 en Rb. Midden-Nederland 29 juli 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:4121.
5.Rb. Midden-Nederland 30 mei 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2645.
6.Deze zaak is bij de Hoge Raad bekend onder 25/02382.
8.HR 10 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1156,
9.Zie ook de conclusie van mijn hand die voorafging aan voornoemd arrest, ECLI:NL:PHR:2018:289.
10.Zie HR 13 oktober 1987, ECLI:NL:HR:1987:AC3220 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl),
11.HR 29 november 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9876 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl),
12.Art. 36d Sr luidt: “
13.HR 25 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:37, rov. 3.4.1. Zie ook de daaraan voorafgaande conclusie ECLI:NL:HR:2021:1088, onder 2.17 e.v. en ECLI:NL:PHR:2024:24.
14.Zie wederom HR 25 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:37, rov. 3.4.1.
15.HR 8 maart 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR7626, rov. 3.5.1.
17.HR 11 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1298, rov. 2.3.
18.M.M. Beije,
19.Fokkens, in:
20.Zie bijvoorbeeld HR 4 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2238, rov. 2.2.3 en 2.4.
21.Hoewel het in de navolgende voorbeelden te doen is om “strijd met het algemeen belang” wordt in sommige uitspraken in één adem gesproken van strijd met de wet en het algemeen belang, terwijl alleen het algemeen belang bedoeld kan zijn.
22.HR 11 oktober 1983,
23.HR 7 november 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8201, rov. 4.3.
24.HR 12 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE7636 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl),
25.Zie ECLI:NL:PHR:2006:AY9638, onder 5.4. Vgl. ook de conclusie van mijn voormalig ambtgenoot Harteveld ECLI:N:HR:2015:100, onder 5.6.
26.HR 21 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9638 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl), rov. 3.4.
27.HR 14 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:225.
28.HR 14 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:225, rov. 2.4.
29.De Hoge Raad laat zich in zijn in de vorige voetnoot genoemd arrest niet uit over de vraag welke vaststellingen over de verborgen ruimte dan wel zouden kunnen leiden tot het oordeel dat het ongecontroleerde bezit van de auto in strijd is met het algemeen belang. In zijn conclusie voorafgaand aan het arrest meent A-G Frielink dat van een verborgen ruimte die maakt dat het ongecontroleerde bezit van de auto in strijd komt met de wet of het algemeen belang, slechts sprake is als “de aangetroffen ruimte of de toegang daartoe niet standaard in de auto is voorzien en dus achteraf (al dan niet professioneel) is ingebouwd”. De Hoge Raad is hierop in zijn arrest niet ingegaan. Ik wijs in dit verband op HR 25 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:37, rov. 3.5 en mijn daaraan voorafgaande conclusie ECLI:NL:PHR:2021:1088. Zie ook mijn latere conclusie voorafgaand aan HR 5 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:318, ECLI:NL:PHR:2024:24 onder 3.7 en de daarin genoemde jurisprudentie.
30.Rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2025:2645. Ook in deze zaak is door het openbaar ministerie beroep in cassatie ingesteld; zaaknummer 25/02382.
31.Alsmede het klaagschrift tegen het beslag.
32.AG TS: Hierna wordt in een link verwezen naar de website van de overheid waarin is weergegeven wat wordt gekeurd bij de APK keuring. Voor de leesbaarheid van de tekst geef ik de link in deze voetnoot weer https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/auto/vraag-en-antwoord/wat-wordt-er-gekeurd-bij-de-algemene-periodieke-keuring-apk#:~:text=Rijksoverheid.nl-,Wat%20wordt%20er%20gekeurd%20bij%20de%20algemene%20periodieke%20keurin g%20(APK,van%20verkeersveiligheid%2C%20milieu%20en%20registratie.
33.AG TS: met weglating van voetnoten.
34.Zie bijvoorbeeld Rb. Midden-Nederland 30 mei 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2646. Zie ook de twee zaken van de rechtbank Gelderland waarin ik vandaag concludeer.
35.Zie met name de antwoorden op de vragen 2a, 2b in het rapport van de deskundige P.M.A. van Tuijl.
36.Zie in dit verband ook de deskundigenrapporten die zijn uitgebracht in de zaak van de rechtbank Midden-Nederland van 30 mei 2025.
37.Vgl. HR 30 september 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9808, rov. 5.4.
38.HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823,
39.HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823,