Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Ontstaan en loop van de gedingen
2.Tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
Beslissing
- verklaart de beroepen inzake de aanslagen ib/pvv 2001 en 2005 (zaaknummers AWB 13/3698 respectievelijk 13/3702) gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar betreffende de aanslagen ib/pvv 2001 en 2005, met uitzondering van de beslissingen inzake de proceskosten en de boetes;
- vermindert de aanslag ib/pvv 2001 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 66.240 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 404, en vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag ib/pvv 2005 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 43.494 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.904, en stelt de heffingsrente dienovereenkomstig vast;
- gelast dat verweerder het door eiser in de zaak met nummer AWB 13/3698 betaalde griffierecht van € 44 vergoedt;
- verklaart de overige beroepen ongegrond;
- veroordeelt verweerder tot betaling van een immateriële schadevergoeding aan eiser in de zaak met nummer AWB 13/3698 ten bedrage van € 1.000, en
- wijst het verzoek om schadevergoeding voor het overige af.