Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering
in conventie
4.Het geschil en de beoordeling
in dit gevalniet juist is. Dat had wel op haar weg gelegen en naar het oordeel van de kantonrechter had Dexia dat ook op betrekkelijk eenvoudige wijze kunnen doen, namelijk door het overleggen van een schriftelijke verklaring van Spaar Select.
- Betaalde inleg € 5.445,60
- Betaalde restschuld
€ 432,81 -
€ 542,00 (2 punten x € 271,00) +
T&C Rv, Boek I, Titel 2, Afd. 10, inleidende opmerkingen, onder 2). Dexia heeft haar incidentele vordering afhankelijk gesteld van het oordeel van de kantonrechter ten aanzien van de stelplicht en bewijslast ter beoordeling van een van die vorderingen. Het is aan Dexia om de stellingen van [eiser ] voldoende concreet te betwisten. Doet zij dit niet, dan wordt aan bewijslevering niet toegekomen. Als zij van mening is dat zij voor een gemotiveerde betwisting de beschikking dient te krijgen over bepaalde bescheiden dan had zij daartoe direct een vordering ex artikel 195 Rv moeten indienen. Dat kan niet meer als de kantonrechter daarover al een oordeel heeft gegeven. Dat zou er immers op neerkomen dat Dexia wenst dat de kantonrechter – na een incidentele procedure – op een dergelijk oordeel terugkomt. Daar is een incidentele procedure niet voor bedoeld. De kantonrechter zal Dexia niet-ontvankelijk verklaren in het incident. Om die reden zal Dexia ook worden veroordeeld in de proceskosten in het incident.