Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
tevens eiser in het incident,
tevens verwerende partij in het incident,
1.Kern van de zaak
2.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie met producties,
- de conclusie van repliek in conventie, tevens antwoord in reconventie, alsmede de incidentele conclusie inzake vordering tot inzage ex artikel 194 jo 195 Rv, met producties,
- de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie, alsmede antwoord in het incident, met producties,
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte houdende uitlaten producties in conventie.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling in conventie, in reconventie en in het incident
- er is sprake van huurkoop;
- er is geen sprake van dwaling, misleidende reclame en/of misbruik van omstandigheden; evenmin is er sprake van (ver)nietig(baar)heid krachtens de Wck;
- Dexia heeft haar bijzondere zorgplichten geschonden, in elk geval de waarschuwingsplicht, en daardoor onrechtmatig gehandeld;
- [partij A] heeft schade geleden, bestaande uit betaalde termijnen en restschuld;
- er is voldoende causaal verband aanwezig tussen de hiervoor bedoelde schade van [partij A] en de onrechtmatige daad van Dexia.
- een kopie van de overeenkomsten van 12 april 2000 op naam van [partij A] en Hamhuis met contractnummers [nummer 1] en [nummer 2], in beide gevallen voorzien van het adviseursnummer [nummer 3] [bedrijf] B.V.;
- een brief van 18 april 2000 van [naam 2] , medewerker van [naam 1], aan [partij A], waarin staat
- Een kredietoverzicht van Vola van 31 juli 2001 waarop als adviseur vermeld staat
- een uitdraai van de website van de VDZ Geldgroep van destijds, waarop als één van de bedrijven
- een kopie van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van
- dat de gemachtigde van de afnemer ten onrechte op zijn woord wordt geloofd;
- dat zonder verder bewijs wordt aangenomen dat sprake is geweest van advisering door de tussenpersoon;
- dat ten onrechte wordt aangenomen dat op Dexia een onderzoeks- en vastleggingsplicht rust; en
- dat Dexia ten onrechte niet wordt toegelaten tot (tegen)bewijs.
- degene die de vordering instelt, dient een rechtmatig belang te hebben;
- het moet gaan om bepaalde bescheiden;
- aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is.
€ 100,00