ECLI:NL:CRVB:2018:2785
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor vergoeding van kosten PTSS-hulphond op basis van Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Appellante, die lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis, PTSS en stemmingsstoornissen, had een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor de kosten van de aanschaf en training van een PTSS-hulphond. Het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal had deze aanvraag afgewezen, stellende dat de kosten onder de zorgverzekering vallen en niet voor vergoeding op basis van de Wmo 2015 in aanmerking komen.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant had het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de PTSS-hulphond niet alleen een therapeutische functie heeft, maar ook bijdraagt aan haar zelfredzaamheid en participatie. De Raad heeft echter geoordeeld dat de toegevoegde waarde van de PTSS-hulphond onvoldoende is aangetoond en dat het college op goede gronden de aanvraag heeft afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat er onvoldoende wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van PTSS-hulphonden en dat het college een andere afweging heeft kunnen maken dan andere gemeenten.
De Raad heeft het hoger beroep van appellante afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd, met verbetering van gronden. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.