ECLI:NL:GHARL:2024:4633

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 juli 2024
Publicatiedatum
12 juli 2024
Zaaknummer
21-003622-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003622-22
Uitspraak d.d.: 12 juli 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden , zittingsplaats Leeuwarden , gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 17 augustus 2022 met parketnummer 18-750012-20 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [adres] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 6, 9, 13 en 16 februari 2024 en 12 juli 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde en veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Ten aanzien van het beslag is gevorderd om te beslissen conform het vonnis van de rechtbank. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. A.A. Boersma, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is door rechtbank Noord-Nederland vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 3 en 4 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Het vonnis waarvan beroep
Verdachte is bij vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 17 augustus 2022 ter zake van het onder 1 en het onder 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Verdachte is vrijgesproken van het onder 3 en 4 tenlastegelegde. Daarnaast is beslist op het beslag.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en voor zover in hoger beroep aan de orde - tenlastegelegd dat:
1.
ZD-01 hij op of omstreeks 4 september 2018 in [plaats] en/of [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer een kilo cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tezamen en in vereniging met die mededader(s),
- naar het [locatie 1] in [plaats] is gereden en/of
- naar [plaats] is gereden (in de buurt van [locatie 3] ) en/of
- met één of meer personen contact heeft gezocht/gehad om een kilo cocaïne aan te schaffen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
ZD-02, ZD-03, ZD-04, ZD-05, ZD-06 hij in of omstreeks de periode van 14 oktober 2018 tot en met 1 april 2019 in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk, meermalen, een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA, buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, te weten
- op of omstreeks 14/15 oktober 2018 ongeveer 987,41 gram van een materiaal bevattende amfetamine en/of ongeveer 99,75 gram van een materiaal bevattende cocaïne (ZD-02) en/of - op of omstreeks 12 november 2018 ongeveer 4980,6 gram van een materiaal bevattende amfetamine (ZD-03) en/of
- op of omstreeks 11 december 2018 ongeveer 8315,88 gram van een materiaal bevattende amfetamine (ZD-04) en/of - op of omstreeks 14 februari 2019 ongeveer 9893,1 gram van een materiaal bevattende amfetamine (ZD-05) en/of
- in de periode van 24 maart 2019 tot en met 1 april 2019 ongeveer 12227,58 gram van een materiaal bevattende amfetamine en/of 964,29 gram van een materiaal bevattende MDMA (ZD-06)
zijnde amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging
In de diverse zaken die deel uitmaken van het onderzoek Vidar zijn diverse formele verweren gevoerd die al dan niet op zich zelf dan wel in samenhang bezien zouden moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging.
Standpunt van de advocaten-generaalDe advocaten-generaal hebben zich ter terechtzitting van het hof op het standpunt gesteld dat de verweren dienen te worden verworpen en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging. In het schriftelijke requisitoir is onderbouwd waarom er volgens de advocaten-generaal geen sprake is van één of meer vormverzuimen die niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie tot gevolg zouden moeten hebben.
Juridisch kaderNiet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging komt, afgezien van de in de wet geregelde gevallen, slechts in uitzonderlijke situaties in aanmerking. Als het gaat om een vormverzuim in de zin van art. 359a Sv - dus een onherstelbaar vormverzuim dat is begaan in het voorbereidend onderzoek tegen de verdachte ter zake van het aan hem tenlastegelegde feit - is voor dat rechtsgevolg alleen plaats ingeval het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een goede procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan. [1]
De Hoge Raad verduidelijkt de toepassing van deze maatstaf
[Hof: de maatstaf uit ECLI:NL:HR:2004:AM2533]als volgt. De strekking ervan is, in het geval dat een zodanig ernstige inbreuk op het recht van de verdachte op een eerlijke behandeling van zijn zaak is gemaakt, dat geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM, niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging plaatsvindt. Het moet dan gaan om een onherstelbare inbreuk op het recht op een eerlijk proces dat niet op een aan de eisen van een behoorlijke en effectieve verdediging beantwoordende wijze is of kan worden gecompenseerd. Daarbij moet die inbreuk het verstrekkende oordeel kunnen dragen dat – in de bewoordingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens – “the proceedings as a whole were not fair”. In het zeer uitzonderlijke geval dat op deze grond de niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging in beeld komt, hoeft echter niet – in zoverre stelt de Hoge Raad de eerder gehanteerde maatstaf bij – daarnaast nog te worden vastgesteld dat de betreffende inbreuk op het recht op een eerlijk proces doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte heeft plaatsgevonden. Aanleiding voor niet-ontvankelijkverklaring op deze grond kan bijvoorbeeld bestaan in het geval dat de verdachte door een opsporingsambtenaar dan wel door een persoon voor wiens handelen de politie of het Openbaar Ministerie verantwoordelijk is, is gebracht tot het begaan van het strafbare feit waarvoor hij wordt vervolgd, terwijl zijn opzet tevoren niet al daarop was gericht (vgl. HR 29 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0655), of waarin gedragingen van politie en justitie ertoe hebben geleid dat de waarheidsvinding door de rechter onmogelijk is gemaakt (vgl. HR 8 september 1998, ECL:NL:HR:1998:ZD1239).
In gevallen waarin zich een of meerdere vormverzuimen hebben voorgedaan die aanvankelijk het recht van de verdachte op een eerlijke behandeling van de zaak in het gedrang hebben gebracht, maar die in voldoende mate zijn hersteld om het proces als geheel eerlijk te laten verlopen, biedt de hierboven besproken maatstaf in beginsel geen ruimte voor niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging. Het is echter niet uitgesloten dat in zo’n geval strafvermindering ter compensatie van het daadwerkelijk ondervonden nadeel plaatsvindt. [2]
Oordeel van het hofZoals hiervoor is opgenomen komt niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging als in art. 359a Sv voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking.
Het hof komt hieronder in zijn afwegingen bij de bespreking van de diverse verweren tot het oordeel dat die situatie zich niet voordoet. Het hof stelt vast, met inachtneming van het voorgaande en onder verwijzing naar hetgeen het hof hieronder over de gestelde vormverzuimen in het bijzonder heeft overwogen, dat geen sprake is van feiten of omstandigheden, die in de weg behoren te staan aan de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, ook niet indien de verschillende onderdelen in onderling verband en samenhang worden beschouwd. Dit betekent dat de verweren strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie worden verworpen.
Indeling van het arrest
Het hof zal hieronder meer specifiek ingaan op de gevoerde verweren. Daarbij zal het hof ook ingaan op uitdrukkelijk onderbouwde standpunten van het Openbaar Ministerie. Met het oog op de leesbaarheid van dit arrest zal het hof in een eerste integraal deel van het arrest starten met een korte globale inleiding in de zaak. Vervolgens zal de het hof overgaan tot een formele rechtmatigheidstoetsing en daarna ingaan op de concrete inzet van opsporingsmethoden (A-4110) in de zaak. Het hof zal daarna de betrouwbaarheid van A-4110 beoordelen en vervolgens nagaan of in overeenstemming met het zogenoemde Tallon-criterium is gehandeld. Het hof zal in het algemene integrale deel afsluiten met de bespreking van de verweren met betrekking tot overige gestelde vormverzuimen. Daarna zal worden ingegaan op het bewijs en de strafbaarheid van de feiten en verdachte. Het hof zal vervolgens overwegingen wijden aan de strafoplegging en beslissingen nemen over gelegd beslag.
Dit levert op hoofdlijnen de volgende indeling op in het arrest:
1. Algemene inleiding onderzoek Vidar
2. Algemeen standpunt van de verdediging
3. Algemeen standpunt van het Openbaar Ministerie
4. Oordeel van het hof
A - Formele rechtmatigheid tot inzet criminele burgerinfiltrant
B - De feitelijke inzet van A-4110 als burgerpseudokoper/-dienstverlener,
burgerinformant en burgerinfiltrant
C - De betrouwbaarheid van A-4110
D - Schending van het Tallon-criterium
E - Overige vormverzuimen
5. Bewijs
6. Bewezenverklaring
7. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
8. Strafbaarheid van verdachte
9. Oplegging van straf en/of maatregel
10. Beslag

1. Algemene inleiding onderzoek Vidar

In verband met verdenkingen van internationale handel in harddrugs, in georganiseerd verband, het produceren van harddrugs, witwassen en vuurwapenbezit is in de eerste helft van 2018 het onderzoek Vidar opgestart vanwege een concrete verdenking van internationale drugshandel door [verdachte] , lid van motorclub [motorclub 1] , een supportclub van de [motorclub 2] . De doelstelling van het onderzoek Vidar is het vaststellen of uitsluiten van betrokkenheid van leden van de [motorclub 2] , in [plaats] bij de internationale handel in harddrugs.
In het onderzoek lopen op een gegeven moment twee onderzoeks-trajecten naast elkaar. Dat zijn het traject ‘ [verdachte] ’, gestart in april 2018 en geëindigd in 2019, en het traject ‘ [medeverdachte 2] ’, gestart in april 2019 en geëindigd in maart 2020.
Gedurende het politieonderzoek is gebruik gemaakt van diverse opsporingsmiddelen, waaronder infiltranten. Er is gebruik gemaakt van opsporingsambtenaren, maar ook van inzet van burgers. Een aantal van deze infiltranten is eerst ingezet als pseudokoper/pseudodienstverlener en/of als stelselmatig informatie-inwinner.
Op 2 maart 2020 is er een einde gekomen aan het politieonderzoek. Op die dag is een transport van 86 kilo amfetamine onderschept op de [weg] tussen [plaats] en de Duitse grens. Nadat informatie over dit transport is gedeeld met Finland, hebben de Finse autoriteiten ervoor gezorgd dat een surrogaatpartij aankwam in [plaats] . Daar zijn de zogenaamde drugs opgehaald door een lid van de [motorclub 2] . Hij is aangehouden en is inmiddels veroordeeld.
Er zijn in Nederland die dag acht verdachten aangehouden en achttien locaties doorzocht. Ten tijde van de aanhoudingen en doorzoekingen zijn onder meer cryptotelefoons, vuurwapens en verdovende middelen in beslag genomen. Na 2 maart 2020 zijn nog twintig personen aangehouden dan wel als verdachte gehoord. De strafbare feiten die in dit onderzoek zijn onderzocht variëren van (voorbereidingshandelingen van) internationale drugshandel, tot het handelen in of voorhanden hebben van harddrugs, het voorhanden hebben van vuurwapens, witwassen, tot deelname aan een criminele organisatie.
De ingezette opsporingsbevoegdhedenIn het onderzoek Vidar zijn op bevel van de officier van justitie al dan niet met machtiging van de rechter-commissaris, de hieronder genoemde Bijzondere Opsporingsbevoegdheden ingezet en/of gebruikt:
- Stelselmatige observatie, art. 126g/o Sv
- Politiële infiltratie, art.126h/p Sv
- Stelselmatige inwinning van informatie, art. 126j/qa Sv
- Opnemen van vertrouwelijke communicatie, art. 126l/s Sv
- Onderzoek van telecommunicatie, art. 126m/t Sv
- Historische inlichtingen met betrekking tot telecommunicatie, art. 126n/u Sv
- Toekomstige inlichtingen met betrekking tot telecommunicatie, art. 126n/u Sv
- Vordering NAW-gegevens, art. 126na WvSr
- Vergaring nummergegevens, art. 126nb Sv
- Historische identificerende niet gevoelige gegevens door opsporingsambtenaar, art.126nc Sv
- Historische gegevens, art. 126nd Sv
- Historische (financiële) gegevens, art. 126nd Sv
- Gegevens beveiligingscamera's, art. 126nda Sv
- Toekomstige gegevens, art. 126ne Sv
- Historische gegevens van een aanbieder, art. 126n9 Sv
- Stelselmatige inwinning van informatie van burger, art. 126v Sv
- Burger infiltratie, art. 126w Sv
Over de inzet van deze opsporingsbevoegdheden is in het onderzoek door de politie verslag gedaan. Onderdeel van het dossier zijn onder meer processen-verbaal van aanvraag tot inzet van opsporingsbevoegdheden, overeenkomsten op basis waarvan wordt geopereerd, verslaglegging daarvan en processen-verbaal van bevindingen met betrekking tot de diverse onderzoeksresultaten. Ook zijn onderdeel van het dossier de door de officier van justitie ondertekende bevelen tot inzet van een opsporingsmiddel en - indien vereist – de door de rechter-commissaris afgegeven machtigingen. Tijdens het onderzoek van de politie zijn naast de inzet van opsporingsbevoegdheden ook verdachten en getuigen gehoord. Er zijn allerlei voorwerpen in beslaggenomen.
Uiteindelijk zijn tijdens het onderzoek ter terechtzitting bij de rechtbank en het onderzoek in hoger beroep bij het hof (in een aantal zaken) ook diverse getuigen gehoord. Ook in hoger beroep is het dossier nog aangevuld met nadere onderzoeksgegevens.
Zowel bij de rechtbank als in de fase van hoger beroep zijn de zaken van alle verdachten ten dele gelijktijdig met alle of andere zaken behandeld. In hoger beroep stonden in deze zaak 14 verdachten terecht. Het hof heeft nadat in schriftelijke rondes, en desgewenst op een regiezitting, de standpunten waren besproken, in 12 zaken een tussenarrest gewezen waarin op onderzoekswensen is beslist. Deze uiteindelijke inhoudelijke behandeling van de zaken heeft in februari 2024 in totaal 9 zittingsdagen in beslaggenomen. Uit oogpunt van zorgvuldigheid en de diverse te beoordelen kwesties is op 12 juli 2024 arrest gewezen. Dit heeft tot gevolg gehad dat er veel tijd en aandacht is besteed aan de strafzaak, tijd en aandacht waar niet alleen verdachte recht op heeft, maar waar ook de samenleving recht op heeft.
Het hof zal hieronder naar aanleiding van gevoerde verweren en ingenomen standpunten ingaan op verschillende onderwerpen. De verdediging heeft op verschillende onderdelen aangehaakt bij elkaars standpunten. Met het oog op de leesbaarheid van dit arrest zal het hof door middel van een integrale bespreking van de onderstaande onderwerpen aandacht geven aan de gevoerde verweren.
2. Algemeen standpunt van de verdediging
Door de verdediging is op gronden vermeld in de pleitnota aangevoerd dat sprake is van diverse vormverzuimen hetgeen dient te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar-Ministerie omdat de verzuimen dusdanig ernstig en onherstelbaar zijn dat geen sprake meer is van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM. Voorts is aangesloten bij hetgeen door mr. Janssen in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 13] naar voren is gebracht. Door mr. Janssen is het volgende naar voren gebracht.
“Aangevoerd is dat de herintroductie van de criminele burgerinfiltrant onder art. 126w Sv door middel van enkel de motie Recourt, niet voldoet aan de eisen van het legaliteitsbeginsel en de inzet van A-4110 in dit onderzoek dus een schending van dat legaliteitsbeginsel oplevert, waarmee de inzet van A-4110 onrechtmatig is geweest. Daarnaast is aangevoerd dat de vereisten van artikel 126w juncto artikel 140 Sv zijn aangevuld met de vereisten uit de motie Recourt. Die vereisten leveren via de Aanwijzing van het Openbaar Ministerie alsnog dwingend recht op en deze vereisten zouden in beginsel nageleefd moeten worden. Daarvan is geen sprake. Aan geen van deze vereisten is voldaan.
Primair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat alle informatie die jegens verdachte is ingebracht direct of indirect het gevolg is van een onrechtmatige inzet van A-4110 in het vooronderzoek en van het bewijs dient te worden uitgesloten. Dat geldt dus zowel voor de door A-4110 afgelegde verklaringen, als voor de processen-verbaal van de andere pseudokopers en informanten, als de verschillende OVC-opnamen die bij de inzet van deze verschillende A-nummers tot stand zijn gekomen. Subsidiair is de verdediging van mening dat de verkregen informatie vanaf het moment van inzet van A-4110 als criminele burgerinfiltrant inclusief de daarbij gemaakte audiovisuele en audiële opnamen van het bewijs dienen te worden uitgesloten. De inzet van A-4110 als criminele burgerinfiltrant is met niet-naleving van de voorwaarden in ieder geval onrechtmatig geweest. Subsidiair is aangevoerd al het verkregen bewijsmateriaal vanaf 8 maart 2019, de eerste inzet van A-4110 als criminele burgerinfiltrant, van het bewijs uit te sluiten. Mocht het hof niet tot bewijsuitsluiting overgaan dan wordt verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de vormverzuimen.”
3. Algemeen standpunt van het Openbaar Ministerie
Door het Openbaar Ministerie is op gronden opgenomen in het schriftelijk requisitoir aangevoerd dat de inzet van A-4110 voldoet aan de gestelde eisen. Dit geldt zowel voor de inzet van A-4110 als pseudo(ver)koper, pseudodienstverlening, stelselmatig informatie-inwinner en uiteindelijk de inzet als criminele burgerinfiltrant. Er is sprake geweest van een zeer transparante procedure waarbij het Openbaar Ministerie meer dan voldoende toezicht heeft gehouden op het verloop van het traject en heeft gezorgd voor een adequate verslaglegging zodat alles is te controleren. Daarnaast is aangevoerd dat er sprake is van één vormverzuim, namelijk dat het College geen voorafgaande toestemming heeft gegeven voor de overeenkomst tot burgerinfiltratie. Volstaan kan worden met de constatering van dit vormverzuim omdat niet is gebleken dat enig rechtens te respecteren belang van verdachte is geschonden. Tot slot is aangevoerd dat de betrouwbaarheid van A-4110 aan het gehele dossier moet worden getoetst hetgeen leidt tot een positief betrouwbaarheidsoordeel.
4. Oordeel van het hof

A – Formele rechtmatigheid tot inzet criminele burgerinfiltrant, formele rechtmatigheid

Standpunt van de verdedigingDoor de verdediging is – kort gezegd – aangevoerd dat de inzet van een criminele burgerinfiltrant onrechtmatig is geweest. Daartoe is onder meer aangevoerd dat de herintroductie van de criminele burgerinfiltrant ex artikel 126w Sv door middel van enkel het aannemen van de motie Recourt in strijd is met het legaliteitsbeginsel.
Standpunt van de advocaten-generaalDe advocaten-generaal hebben zich op het standpunt gesteld dat – kort gezegd – de grondslag voor het inzetten van een criminele burgerinfiltrant is gebaseerd op de wet, het bepaalde in artikel 126w Sv, op paragraaf 2.9 van de Aanwijzing Opsporingsbevoegdheden en op de formele voorwaarden van artikel 104a Sv en artikel 131 van de Wet RO. Daarnaast is aangevoerd dat de praktijk van het eerdere verbod op de inzet van de criminele burgerinfiltrant, welk verbod niet in een wet in formele zin is vastgelegd, met de motie Recourt is opgeheven.
Oordeel van het hofHet hof is van oordeel dat de rechtbank met betrekking tot dit verweer een juiste afweging heeft gemaakt. Het hof kan zich grotendeels met de overwegingen van de rechtbank verenigen en zal daarom in zoverre deze overwegingen hierna telkens voor zover relevant (cursief) overnemen en tot de zijne maken. Daar waar ‘rechtbank’ staat, moet ‘hof’ worden gelezen en waar het hof dit nodig acht zullen de overwegingen worden aangevuld. Waar in de cursief overgenomen tekst van de rechtbank niet-cursieve tekst is opgenomen, betreft dit aanvullingen van het hof.
“De wet in formele zin.
De inzet van een criminele burgerinfiltrant kan gepaard gaan met inbreuken op grondrechten en gaat bovendien gepaard met risico's voor de (integriteit van de) opsporing. Om die reden dient de bevoegdheid tot inzet van deze opsporingsmethode in een formele wet te zijn vastgelegd (zie het in artikel l, eerste lid, Sv vastgelegde formele legaliteitsbeginsel).
De bevoegdheid tot burgerinfiltratie is geregeld in artikel 126w, eerste lid, Sv. Op grond van deze bepaling kan in een geval als bedoeld in artikel 126h, eerste lid, Sv de officier van justitie, indien het onderzoek dit dringend vordert, met een persoon die geen opsporingsambtenaar is, overeenkomen dat deze bijstand verleent aan de opsporing door deel te nemen of medewerking te verlenen aan een groep van personen waarbinnen naar redelijkerwijs kan worden vermoed misdrijven worden beraamd of gepleegd.
De rechtbank constateert dat een taalkundige interpretatie van voornoemde bepaling zich niet verzet tegen de inzet van een criminele burger als burgerinfiltrant. Immers, een criminele burger betreft eveneens een persoon die geen opsporingsambtenaar is. Ook de wetshistorie werpt geen beletselen op. Uit de memorie van toelichting bij de Wet Bijzondere opsporingsbevoegdheden (hierna: Wet Bob) [3] blijkt zonneklaar dat de wetgever de inzet van de criminele burgerinfiltrant op grond van het bepaalde in artikel 126w Sv niet heeft willen uitsluiten. In artikel 126w Sv is daarom geen onderscheid gemaakt tussen criminele en niet-criminele burgerinfiltranten. [4] Zowel de niet-criminele als de criminele burgerinfiltrant valt onder deze bepaling en kan in beginsel dus worden ingezet. [5] In de nota naar aanleiding van het verslag bij de Wet Bob wordt bovendien nadrukkelijk vermeld dat in de wet geen expliciete beperkingen zijn gesteld aan de inzet van criminele burgerinfiltranten. [6]
Het hof overweegt aanvullend het volgende.
Zoals hierboven overwogen, wordt in de tekst van de wet geen onderscheid gemaakt tussen criminele en niet criminele burgerinfiltranten. Bij de totstandkoming van de wettelijke bepaling is er ook aandacht geweest voor dit vraagstuk. In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat de wetgever zich bewust is van de bijzondere risico’s die met de inzet van burgers voor infiltratie gepaard gaan. In de memorie van toelichting is vervolgens opgenomen: “Met de inzet van infiltratie door criminele burgers zal nog terughoudender moeten worden omgegaan”. [7] Dit betekent dat de inzet van criminele burgerinfiltranten nadrukkelijk is besproken en niet is uitgesloten. De Tweede Kamer heeft vervolgens de motie Kalsbeek aanvaard [8] , zijnde een motie waarin wordt uitgesproken dat een verbod geldt voor de politie en het Openbaar Ministerie op het inzetten van criminele burgerinfiltranten. Het hof stelt vast dat de Tweede Kamer geen gebruik heeft gemaakt van het instrument van amendement. Dit heeft dus niet geleid tot een wijziging van de wet in die zin dat er een verbod op de inzet van een criminele burgerinfiltrant in de formele wet is opgenomen. De motie Kalsbeek heeft evenwel tot een rechtspraktijk geleid waarbij gedurende langere tijd geen gebruik werd gemaakt van de criminele burgerinfiltrant.
Meer dan een decennium later heeft de Tweede Kamer door de aanvaarding van de motie Recourt haar algehele verbod op de inzet van criminele burgerinfiltranten laten vervallen. [9] Achtergrond voor deze wijziging was een verschuiving van het accent op de belangen van een integere strafrechtspleging naar het oplossen van problemen bij de opsporing van zware georganiseerde criminaliteit. Met het aannemen van de motie Recourt wilde de Tweede Kamer het instrumentarium voor opsporing versoepelen in die zin dat er sprake zou moeten kunnen zijn van “een beperkte inzet van de criminele burgerinfiltrant”. In de motie zijn de randvoorwaarden geformuleerd waaronder die inzet mogelijk zou moeten zijn. Uit de verhandelingen voorafgaande aan het aannemen van deze motie blijkt dat men zich ervan bewust was dat de tekst van de wet “een vorm van criminele burgerinfiltrant al mogelijk maakt”. Een (formeel) wettelijke verankering werd daarom niet nodig bevonden, ook de (formeel) wettelijke verankering van de te formuleren randvoorwaarden niet. [10]
De Tweede Kamer koos, zowel bij het formuleren van het verbod, als bij het vervallen verklaren van het verbod, voor het instrument van de motie. Met het aannemen van een motie maakt de Tweede Kamer een oordeel of verlangen kenbaar ten aanzien van een Minister of het kabinet. De Minister of het kabinet is aan het oordeel dat in de motie tot uitdrukking is gebracht, voor zover hier relevant, [11] niet gebonden. [12] Een motie speelt verder uitsluitend een rol in de verhouding tussen de Eerste of Tweede kamer en het kabinet. De rechter kan in deze verhouding geen rol spelen.
Het hof concludeert alles afwegende, dat artikel 126w Sv grondslag bood en nog steeds biedt voor de inzet van burgerinfiltranten, daaronder begrepen criminele burgerinfiltranten. Dat aanvankelijk bij motie een algeheel verbod van inzet van criminele burgerinfiltranten is uitgesproken en de Tweede Kamer enkele jaren voorafgaand aan de onderhavige inzet van een criminele burgerinfiltrant, wederom bij motie, hierop is teruggekomen doet aan de wettelijke grondslag niet af.
Er is derhalve geen aanleiding om aan te nemen dat de inzet van een criminele burgerinfiltrant in algemene zin onrechtmatig moet worden geacht, nu de mogelijkheid tot inzet van deze opsporingsbevoegdheid is vastgelegd in een formele wet.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat het Openbaar Ministerie op grond van artikel 126w Sv over kon gaan tot de inzet van een criminele burgerinfiltrant. Bij de beslissing hieromtrent en de uitvoering daarvan beschikt het Openbaar Ministerie over discretionaire ruimte.
Het hof zal vervolgens, net als de rechtbank heeft gedaan, beoordelen of in deze zaak is voldaan aan de geldende voorwaarden voor de inzet van de criminele burgerinfiltrant.
Is voldaan aan de vereisten van art. 126w Sv?
Het hof sluit zich aan bij de navolgende cursief opgenomen overwegingen van de rechtbank.
Een geval als bedoeld in artikel 126h, eerste lid, Sv
Ingevolge artikel 126w, eerste lid, Sv jo. artikel 126h, eerste lid, Sv kan een (criminele) burgerinfiltrant enkel ingezet worden in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, Sv dat gezien zijn aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. De woorden "aard van het misdrijf' duiden niet slechts op de delictsomschrijving in de wet, maar tevens op de ernst van de feiten en omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd of wordt beraamd. Het kan blijkens de memorie van toelichting bij de Wet-BOB gaan om misdrijven als moord, handel in drugs, mensenhandel, omvangrijke milieudelicten, wapenhandel, maar ook om ernstige financiële misdrijven, zoals omvangrijke ernstige fraude, bijvoorbeeld een btw-carrousel. [13] Dergelijke misdrijven schokken de rechtsorde ernstig door hun gewelddadige karakter of door hun omvang en gevolgen voor de samenleving. Ook minder ernstige misdrijven kunnen een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde, doordat zij in combinatie met andere misdrijven worden gepleegd, bijvoorbeeld valsheid in geschrifte in combinatie met omkoping van ambtenaren met het oog op verkrijging van vergunningen voor bedrijven, of kleine fraudes waarvan, gelet op de aard, kan worden vermoed dat deze deel uitmaken van een omvangrijke en ernstige vorm van fraude. Het dient te gaan om samenhang met andere door verdachte begane misdrijven. [14]
Bij een aantal misdrijven vloeit reeds louter uit de aard van het misdrijf- zoals dat in de wet is beschreven - voort dat het feit een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. [15] Het gaat hier om misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld. [16]
De rechtbank leidt uit het procesdossier af dat ten aanzien van de verdachten tegen wie de criminele burgerinfiltrant is ingezet (onder meer) de verdenking heeft bestaan dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan (het medeplegen van) het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van harddrugs. Dit betreft een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, aanhef en onder a, Sv. Op dit misdrijf is naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 12 jaren gesteld (artikel 2, aanhef en onder A, van de Opiumwet jo. artikel 10, derde lid, van de Opiumwet). Uit louter de aard van het misdrijf vloeit dan ook reeds voort dat het feit een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert.
Een groep van personen waarbinnen naar redelijkerwijs kan worden vermoed misdrijven worden beraamd of gepleegd.
In artikel 126w, eerste lid, Sv wordt (criminele) burgerinfiltratie omschreven als het door een persoon die geen opsporingsambtenaar is verlenen van bijstand aan de opsporing door deel te nemen of medewerking te verlenen aan een groep van personen waarbinnen, naar redelijkerwijs kan worden vermoed, misdrijven worden beraamd of gepleegd. Aan de hiergenoemde groep worden geen specifieke eisen gesteld. [17] Een dergelijke groep kan dus verschillende gedaanten aannemen. [18] Niet is vereist dat sprake is van een criminele organisatie of georganiseerd verband. [19]
De rechtbank is van oordeel dat het Openbaar Ministerie uit de resultaten van het onderzoek Vidar over de periode van mei 2018 tot 1 maart 2019 - dus vóór de inzet van de criminele burgerinfiltrant - in redelijkheid heeft kunnen afleiden dat de betreffende verdachten deel hebben uitgemaakt van een groep van personen waarbinnen naar redelijkerwijs kan worden vermoed misdrijven worden beraamd of gepleegd, te weten onder meer (het medeplegen van) het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van harddrugs.
Proportionaliteitseis
De proportionaliteitseis vloeit voort uit het bepaalde in artikel 126w, eerste lid, Sv. Bij de beoordeling of burgerinfiltratie voldoet aan de eis van proportionaliteit is niet alleen de ernst van de desbetreffende strafbare feiten van belang, maar ook de wijze waarop en de mate waarin is geïnfiltreerd. [20] Voorts speelt ook het doel dat met de infiltratie wordt nagestreefd een rol. [21]
De rechtbank is van oordeel dat de beslissing om over te gaan tot criminele burgerinfiltratie, in het licht van de tegen de betreffende verdachte bestaande verdenkingen, waaruit naar voren komt dat leden van de [motorclub 2] (waaronder een prominent lid van [motorclub 2] : [medeverdachte 1] ) bij de internationale handel in harddrugs betrokken zijn, alsmede de aard en ernst van dit misdrijf, als proportioneel kan worden aangemerkt.
De rechtbank constateert verder dat de indringendheid waarmee A-4110 is geïnfiltreerd in de groep [medeverdachte 1] c.s. relatief beperkt is. In de kern heeft A-4110 enkel voorzien in de bij [medeverdachte 1] en/of [verdachte] en/of [medeverdachte 2] bestaande behoefte aan internationale contacten die harddrugs zouden willen afnemen of een rol zouden kunnen spelen bij de feitelijke uitvoer van drugs naar het buitenland. Uit de uiterlijke verschijningsvorm van het geheel kan worden afgeleid dat A-4110 zich slechts in de buitenlaag van het middenkader van de organisatie heeft bevonden en daarbij - nadat het traject [verdachte] was doodgebloed - optrad als tussenpersoon van [medeverdachte 2] . A-4110 heeft overwegend een faciliterende/ondersteunende rol gehad, namelijk die van netwerker en vervoerder van drugs en geld (op verzoek van [medeverdachte 2] ). Alle contacten met de groep verliepen via of in aanwezigheid van [medeverdachte 2] , zijnde de tussenpersoon (middle man) van [medeverdachte 1] . Tijdens de besprekingen met de groep [medeverdachte 1] c.s. hield A-4110 zich overwegend afzijdig. A-4110 nam zelf geen belangrijke beslissingen, maar verleende voornamelijk medewerking vanaf de zijlijn. De rechtbank is van oordeel dat de wijze waarop de opsporingsbevoegdheid criminele burgerinfiltratie is ingezet als proportioneel kan worden aangemerkt. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking het hoofddoel van het onderzoek, de aard en ernst van de betreffende misdrijven, de wijze waarop en de (relatief beperkte) mate waarin is geïnfiltreerd, alsmede de duur van die infiltratie (ongeveer een jaar). De rechtbank merkt in dit verband op dat A-4110 is geïnfiltreerd in een gesloten groep die zich succesvol afschermt. Teneinde deel te nemen of medewerking te verlenen aan die groep en deze in kaart te kunnen brengen moest eerst een vertrouwensbasis ontstaan tussen A-4110 en [medeverdachte 1] c.s. Het is een feit van algemene bekendheid dat in geval van internationale handel in harddrugs in de regel gebruik wordt gemaakt van bestaande contacten en dat nieuwkomers doorgaans niet worden vertrouwd. Het spreekt voor zich dat het opbouwen van een dergelijke vertrouwensbasis niet binnen enkele weken zal plaatsvinden. A-4110 moest eerst laten zien dat hij van waarde kon zijn voor de groep en te vertrouwen was. Hier was enige tijd mee gemoeid.
Subsidiariteitseis
Bij de beoordeling of burgerinfiltratie voldoet aan de eis van subsidiariteit is allereerst van belang of het onderzoek de burgerinfiltratie dringend vordert. Deze eis is vastgelegd in artikel 126w, eerste lid, Sv. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat de bevoegdheid tot burgerinfiltratie alleen mag worden gehanteerd indien met behulp van lichtere bevoegdheden niet hetzelfde resultaat kan worden bereikt. [22]
Voorts mag burgerinfiltratie alleen plaatsvinden indien de officier van justitie van oordeel is dat een bevel tot politiële infiltratie als bedoeld in artikel 126h, eerste lid, Sv in redelijkheid niet kan worden gegeven. [23] Er zijn situaties denkbaar waarin infiltratie noodzakelijk is, maar niet goed of met te veel risico door een opsporingsambtenaar kan worden verricht, bijvoorbeeld omdat de politie niet beschikt over een functionaris die beschikt over een zeer specifieke deskundigheid om zich in een bepaalde omgeving geloofwaardig te kunnen handhaven, of over andere speciale kwaliteiten, zoals in casu een bepaalde reputatie in het criminele circuit. [24] Voornoemd vereiste is vastgelegd in artikel 126w, tweede lid, Sv. Met deze eis wordt tot uitdrukking gebracht dat (criminele) burgerinfiltratie een uitzondering zal zijn. [25] Met de inzet van (criminele) burgerinfiltratie dient dan ook terughoudend om te worden gegaan. [26]
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier voldoende blijkt dat met behulp van lichtere opsporingsbevoegdheden niet hetzelfde resultaat zou kunnen worden bereikt als met de inzet van een burgerinfiltrant. In het onderzoek Vidar zijn reeds in de periode van mei 2018 tot l maart 2019 in het traject [verdachte] allerlei opsporingsbevoegdheden ingezet, te weten observatie, stelselmatige informatie-inwinning, opname van vertrouwelijke informatie, opname van telecommunicatie, opvragen historische verkeersgegevens en burgerpseudokoop/-dienstverlening. Ondanks de inzet van voornoemde opsporingsbevoegdheden - die geresulteerd hebben in vier geslaagde pseudokopen - heeft het Openbaar Ministerie onvoldoende zicht gekregen op de eventuele betrokkenheid van (leden van de) [motorclub 2] bij de internationale handel in harddrugs. De resultaten van het onderzoek geven echter wel blijk van aanwijzingen van die betrokkenheid, alsmede een verdenking tegen de [medeverdachte 1] . De reden dat aan de hoofddoelstelling van Vidar niet voldaan is heeft in de kern te maken met de omstandigheid dat [verdachte] en de [medeverdachte 1] hun communicatie op succesvolle wijze hebben weten af te schermen. [verdachte] en [medeverdachte 1] spraken met elkaar af op locaties waar opname van vertrouwelijke communicatie lastig was (op de dijk bij [plaats] en/of in het clubhuis van de [motorclub 1] en/of de [motorclub 2] ). Daarnaast maakten zij gebruik van versluierend taalgebruik, kennelijk om crimineel handelen te verbergen. [verdachte] hield daarnaast rekening met de mogelijkheid dat hij afgeluisterd of gevolgd of betrapt zou kunnen worden en richtte zijn gedrag daarop in. Onder deze omstandigheden, en gelet op de reeds ingezette dwangmiddelen en de duur daarvan, heeft het Openbaar Ministerie in redelijkheid kunnen oordelen dat met de inzet van lichtere opsporingsbevoegdheden (in zowel het traject- [verdachte] als het traject- [medeverdachte 2] ) niet hetzelfde resultaat kon worden bereikt, te weten vaststellen of uitsluiten van betrokkenheid van (leden van) de [motorclub 2] bij de internationale handel in harddrugs.
Uit het dossier blijkt verder genoegzaam dat enkel een bevel tot politiële infiltratie gelet op het doel van het onderzoek niet volstond. A-4110 genoot een zekere reputatie en werd door verdachten [verdachte] en [medeverdachte 2] vertrouwd.
A-4110 was een bekend gezicht in het criminele milieu in [plaats] en kon om die reden op zeer korte termijn het vertrouwen winnen.
Een politiële infiltrant dan wel een burgerinfiltrant (…) zou dit vertrouwen niet zonder meer genieten. De inzet van een "losse" politiële infiltrant of een niet-criminele-burgerinfiltrant in de groep zou bovendien argwaan hebben kunnen opwekken met alle veiligheidsrisico's van dien. Een lichtere vorm van infiltratie zou naar alle waarschijnlijkheid dan ook niet effectief zijn geweest.”
Is voldaan aan de vereisten van artikel 140a Sv en artikel 131 Wet RO?
Naast de in artikel 126w Sv genoemde voorwaarden zijn ook formele voorwaarden opgenomen in artikel 140a Sv en artikel 131 Wet RO.
Artikel 140a Sv luidt als volgt:
“Het College van procureurs-generaal stemt vooraf en schriftelijk in met een bevel als bedoeld in artikel 126ff, onderscheidenlijk een overeenkomst als bedoeld in de tweede afdeling van titel Va van het Eerste Boek en als bedoeld in artikel 126zu, een wijziging of een verlenging daarvan.”
Artikel 131 Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) luidt als volgt:

1 Het College van procureurs-generaal kan geen beslissingen nemen indien niet ten minste drie leden aanwezig zijn.

2 Het College neemt beslissingen bij meerderheid van stemmen.

3 Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

4 Bij reglement stelt het College nadere regels met betrekking tot zijn werkwijze en besluitvorming. Het reglement en wijzigingen daarvan behoeven de goedkeuring van Onze Minister. Het reglement of een wijziging daarvan wordt na de goedkeuring gepubliceerd in de Staatscourant.

5 In het reglement wordt in ieder geval geregeld in welke gevallen de voorzitter een voorgenomen beslissing aan Onze Minister voorlegt, daaronder zijn in ieder geval begrepen de beslissingen bedoeld in artikel 140a van het Wetboek van Strafvordering.

De rechtbank heeft op juiste gronden het volgende overwogen, hetgeen hieronder cursief is opgenomen.
“De behandelend officier van justitie zal door tussenkomst van zijn hoofdofficier het voornemen om van de bevoegdheid tot criminele burgerinfiltratie gebruik te maken ter toetsing moeten voorleggen aan het College. Het College zal zich ter zake laten adviseren door de Centrale Toetsingscommissie (hierna: CTC). [27] Het College dient vervolgens vooraf en schriftelijk in te stemmen met een overeenkomst tot burgerinfiltratie als bedoeld in artikel 126w Sv, een wijziging of een verlenging daarvan. [28] Daarnaast dient het College de Minister op de hoogte te stellen van voornemens tot het inzetten van burgerinfiltranten. [29] Voorts brengt het College beslissingen omtrent dit voornemen ter kennis van de Minister voordat zij worden uitgevoerd. [30]
De ratio van het inschakelen van het College bij de toetsing van de inzet is vooral
gelegen in de risico's die met het hanteren van een opsporingsbevoegdheid samenhangen
en met de wens met betrekking tot de inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden te komen tot een landelijk beleid. Die risico's kunnen bijvoorbeeld de veiligheid van de infiltrant betreffen, of de integriteit van de opsporing, of risico's dat methoden bekend worden en daardoor onbruikbaar. Daarnaast speelt bij die toetsing ook de rechtmatigheid van de opsporingsbevoegdheid een rol. Het onrechtmatig gebruik van een opsporingsbevoegdheid kan niet door het College worden goedgekeurd. [31] Voor de rechtbank blijft echter van belang de wet die de bevoegdheid tot criminele
burgerinfiltratie aan de officier van justitie geeft, en niet aan het College. [32] De rechtbank
zal de beslissing van de officier van justitie ten aanzien van de inzet tot criminele burgerinfiltratie zelfstandig moeten beoordelen. De rechtbank hoeft daarbij niet zo ver te gaan dat zij ook de zorgvuldigheid van de beslissing van het College onderzoekt. [33] Voldoende is dat de rechtbank nagaat of de in de wet neergelegde (interne) procedure correct is bewandeld.
De ratio van het op de hoogte stellen van de Minister is dezelfde als die van het inschakelen van het College. [34] Daarbij is tevens van belang dat de Minister verantwoordelijk is voor het doen en laten van het Openbaar Ministerie en kan worden aangesproken op het (niet-) uitoefenen van zijn aanwijzingsbevoegdheden die hij aan zijn positie als ambtelijk chef of aan artikel 127 Wet RO ontleent. [35]
De rechtbank leidt uit het procesdossier af dat de hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket Noord-Nederland van het Openbaar Ministerie (hierna: de hoofdofficier van justitie) de CTC op 14 februari 2019 verzocht heeft om toestemming te verlenen voor de inzet van de opsporingsbevoegdheid tot burgerinfiltratie in het onderzoek Vidar. [36]
Op 6 maart 2019 heeft het College toestemming verleend aan de hoofdofficier van justitie voor de inzet van de opsporingsbevoegdheid tot burgerinfiltratie in het onderzoek Vidar. [37]
Op 21 maart 2019 is de zaak gepresenteerd aan de Minister door het zaaksteam Vidar in aanwezigheid van het College en de hoofdofficier van justitie. [38] Tijdens die presentatie is de inzet van criminele burgerinfiltrant A-4110 besproken. [39]
Voorafgaande instemming van het College
De rechtbank leidt uit het vorenstaande af dat het College heeft ingestemd met een overeenkomst tot burgerinfiltratie als bedoeld in artikel 126w Sv. Deze instemming is echter pas op 6 maart 2019 gegeven. De overeenkomst tot burgerinfiltratie was toen al in werking getreden, te weten met ingang van l maart 2019. [40] De rechtbank constateert dat hier sprake is geweest van een vormverzuim.”
Conform het standpunt van de advocaten-generaal en de verdediging kan het hof zich verenigen met hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, inhoudende dat er op dit punt sprake is van een vormverzuim. Het hof maakt de voorgaande overwegingen van de rechtbank tot de zijne.
In kennisstellen van de Minister van Justitie
Met betrekking tot de voorwaarden of het Minister van Justitie tijdig op de hoogte is gebracht heeft de rechtbank het volgende overwogen.
“De rechtbank stelt verder vast dat niet is gebleken dat het College de Minister tijdig op de hoogte heeft gesteld van de beslissing tot inzet van de criminele burgerinfiltrant. Reeds in de periode van l maart 2019 tot en met 21 maart 2019 is A-4110 al ingezet als burgerinfiltrant. Dit terwijl de Minister pas op 21 maart 2019 op de hoogte is gesteld van die inzet. De rechtbank constateert dat ook hier sprake is geweest van een vorm verzuim.”
Het hof verenigt zich ook met deze overweging van de rechtbank en maakt deze tot de zijne. Aanvullend overweegt het hof dat, anders dan door de advocaten-generaal is aangevoerd, de datum van de overeenkomst tot het inzetten van de burgerinfiltrant leidend is voor de beantwoording van de vraag of de Minister van Justitie tijdig op de hoogte is gebracht en niet de datum waarop feitelijk voor het eerst uitvoering is gegeven aan de overeenkomst tot burgerinfiltratie.
Instemming College in verband met verlengingen en wijzigingen van de overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie
De advocaten-generaal hebben bij requisitoir een brief overgelegd van het College d.d. 8 februari 2024 waaruit volgt op welke momenten het College toestemming heeft verleend. Uit die brief blijkt het volgende. Op 6 maart 2019 is toestemming verleend voor de inzet van de CBI. Op 24 mei 2019 is toestemming verleend voor de eerste verlenging. Op 30 augustus 2019 is toestemming verleend voor de tweede verlenging. Op 28 november 2019 is toestemming verleend voor de derde verlenging en tot slot is op 13 februari 2020 toestemming verleend voor de vierde verlenging. Het hof stelt op basis van de zich in het dossier bevindende overeenkomsten van verlenging vast dat telkens voorafgaand aan die verlengingen toestemming werd gegeven.
Anders dan in de fase bij de rechtbank blijkt uit deze brief dat het College vooraf en schriftelijk heeft ingestemd met de verlengingen en wijzigingen van de overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie. Er is derhalve geen sprake van een vormverzuim.
Conclusie
De rechtbank heeft in dit verband overwogen:
“De rechtbank stelt op basis van het vorenstaande vast dat de interne procedure niet correct is doorlopen. De rechtbank zal aan de hiervoor genoemde vormverzuimen echter geen rechtsgevolgen verbinden. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking de ratio van artikel 140a Sv en artikel 131 van de Wet RO jo. artikel 11, tweede lid, Reglement van Orde College procureurs-generaal en de omstandigheid dat de overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie, alsmede de verlengingen en wijzigingen daarvan, niet onrechtmatig zijn geweest. Verder houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat de door A-4110 verrichte handelingen in de periode van l maart tot en met 21 maart 2019 reeds werden gedekt door de met A-4110 gesloten overeenkomsten tot burgerpseudokoop/-dienstverlening en stelselmatige informatie-inwinning, terwijl niet is gebleken dat A-4110 specifieke infiltratiehandelingen heeft verricht die buiten het bereik van de voornoemde overeenkomsten vielen. De rechtbank is van oordeel dat niet enig gerechtvaardigd belang van verdachten door het vormverzuim is geschonden.”
Het hof verenigt zich ook met deze overweging van de rechtbank en maakt deze tot de zijne. Op het laatste punt zal het hof hierna onder 'B - De inzet van A-4110 als burgerpseudokoper/-dienstverlener, burgerinformant en burgerinfiltrant' verder ingaan.
Is voldaan aan de voorwaarden uit de Aanwijzing opsporingsbevoegdheden?
In de Aanwijzing is opgenomen dat de bevoegdheid tot politiële- of burgerinfiltratie niet mag worden toegepast met het uitsluitende doel om de informatiepositie in een bepaald onderzoek te kunnen verbeteren. De inzet van deze bevoegdheid moet een strafvorderlijk doel dienen.
Zoals de rechtbank ook heeft overwogen wordt in de Aanwijzing verwezen naar de vereisten uit motie-Recourt:
"Door de aanvaarding van de motie-Recourt (Kamerstukken II 2013/2014, 29 279, nr. 192) is het algemeen verbod op de inzet van criminele burgerinfiltranten komen te vervallen, en is het mogelijk geworden om in bepaalde situaties criminele burgerinfiltranten in te zetten bij de aanpak van zware criminelen en criminele organisaties, die hun criminele activiteiten zeer succesvol afschermen en met traditionele opsporingsmiddelen onvoldoende kunnen worden aangepakt. Alleen in hoge uitzonderingsgevallen en onder strikte waarborgen mag die inzet plaatsvinden. Voldaan moet zijn aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De inzet moet kortdurend zijn en er wordt geen gebruik gemaakt van groei-infiltranten."
Verder wordt in de Aanwijzing vermeld dat voor de inzet toestemming nodig is van de Minister. [41]
Het hof sluit zich aan bij de navolgende cursief opgenomen overweging van de rechtbank.
“De hiervoor genoemde regels zijn vastgesteld in een door het College gegeven aanwijzing als bedoeld in artikel 130, zesde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (hierna: Wet RO). Deze regels zijn op behoorlijke wijze bekend gemaakt en lenen zich naar hun inhoud en strekking ertoe jegens betrokkenen als rechtsregel te worden toegepast. Zij kunnen daarom aangemerkt worden als recht in de zin van artikel 79 van de Wet RO en zijn derhalve onderdeel van het juridische raamwerk waaraan de rechtbank dient te toetsen. Als het Openbaar Ministerie zich niet aan zijn eigen regelgeving heeft gehouden kan dit een schending opleveren van de beginselen van een behoorlijke procesorde [42] en daarmee tevens een vormverzuim opleveren ex artikel 359a Sv. [43]
Met betrekking tot de in de aanwijzing genoemde randvoorwaarden heeft de rechtbank het volgende overwogen, hetgeen hieronder cursief is weergegeven. Het hof sluit zich bij deze overweging aan.
Strafvorderlijk doelBlijkens de wetsgeschiedenis mogen de bijzondere opsporingsbevoegdheden niet worden toegepast met de uitsluitende bedoeling om de informatiepositie van de politie te verbeteren. De inzet van de opsporingsbevoegdheden moet een strafvorderlijk doel dienen. [44] De verbetering van de informatiepositie kan hoogstens een tussengelegen doel zijn, maar mag nooit een doel op zichzelf zijn. [45]
Daarnaast stelt het hof het volgende vast. Uit het proces-verbaal aanvraag overeenkomst criminele burgerinfiltratie blijkt het volgende. [46] In april 2018 is een onderzoek gestart onder de naam Vidar. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van contact tussen verdachte [verdachte] en A-4110. Naar aanleiding van dat contact is de verdenking ontstaan dat verdachte [verdachte] zich, al dan niet samen met anderen, bezighoudt met internationale handel in harddrugs. Gebleken is dat [verdachte] lid is van de [motorclub 1] in [plaats] , een supportclub van de [motorclub 2] , en dat hij persoonlijk contact onderhoudt met kaderleden van de [motorclub 2] in [plaats] . Naar aanleiding daarvan is door officier van justitie met A-4110 een overeenkomst burgerpseudokoop/burgerpseudodienstverlening aangegaan. A-4110 heeft de opdracht gekregen een door het begeleidingsteam van de WOD van de Landelijke Eenheid aangewezen (buitenlandse) burger, A-4133, te introduceren en deze te faciliteren in zijn contacten met [verdachte] . Ook is een bevel stelselmatige informatie-inwinning afgegeven. Daarnaast zijn nog andere bijzondere opsporingsmiddelen ingezet, waaronder: opnemen van telecommunicatie met een daartoe strekkende machtiging van de rechter-commissaris bij verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] en het opnemen van vertrouwelijke communicatie in de voertuigen in gebruik bij [verdachte] en [medeverdachte 1] .
Uit het proces-verbaal aanvraag overeenkomst criminele burgerinfiltratie blijkt verder het volgende.
De eerste, door de WOD geregisseerde, ontmoeting tussen A-4110 en verdachte [verdachte] vond plaats op 24 mei 2018. A-4110 heeft op 05 juli 2018 A-4133 bij [verdachte] geïntroduceerd. Na deze kennismaking vonden in de periode van 30 augustus 2018 tot en met 22 februari 2019 in totaal vijf pseudokoopacties plaats. Vier daarvan hebben geleid tot een aankoop. Dat wil zeggen dat [verdachte] , al dan niet via A-4110, harddrugs heeft geleverd aan A-4133. (…)
Na vier geslaagde pseudokopen was nog niet de gehele doelstelling van de inzet van A-4110 en A-4133 bereikt. Hoewel er dankzij de pseudokopen en de bemiddelende rol van A-4110 sprake is van een vertrouwensbasis tussen [verdachte] en A-4133, wil [verdachte] nog geen rechtstreeks contact met A-4133 zonder tussenkomst van A-4110. Ook blijkt dat er nog onvoldoende basis was om de politiële infiltrant A-2369 te introduceren. Daarvoor is het noodzakelijk dat A-4110 en A-4133 nog langer contact onderhouden met [verdachte] .
Daarnaast is een verdenking ontstaan jegens [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] wordt ervan verdacht dat hij zich, al dan niet samen met anderen, bezighoudt met internationale handel in harddrugs. Bekend is dat [medeverdachte 2] persoonlijk contact onderhoudt met (kader)leden van de [motorclub 2] in [plaats] en met diverse verdachten uit onderzoek Vidar. Daarnaast is zicht gekregen op internationale handel in verdovende middelen van verdachte [medeverdachte 2] , al dan niet in samenwerking met anderen waaronder leden van de [motorclub 2] ( [plaats] ). Hiervoor is A-4110 benaderd door [medeverdachte 2] , die contacten heeft met onder meer verdachten [medeverdachte 14] en [medeverdachte 1] en andere personen.
Gezien de duur van de stelselmatige informatie-inwinning, het aantal pseudokopen, de verklaring van A-4110 over [medeverdachte 2] en diens samenwerking met [motorclub 2] en de komende introductie van de politiële infiltrant A-2369 die zal gaan deelnemen aan de groep van personen die misdrijven pleegt of beraamt, vordert het onderzoek dringend dat wordt overgegaan tot (criminele) burgerinfiltratie van A-4110 en A-4133.
Ondanks dat er zicht is op contacten tussen [verdachte] en vooral [medeverdachte 1] in de periodes waarin de pseudokopen plaatsvonden, is de inhoud van deze gesprekken grotendeels onbekend gebleven. [verdachte] en [medeverdachte 1] spreken bijvoorbeeld af om elkaar te ontmoeten op locaties waar opname van vertrouwelijke communicatie lastig is zoals op de dijk en/of in het clubhuis van de [motorclub 1] en/of de [motorclub 2] . Ook bellen zij via WhatsApp en spreken zij in verhullend taalgebruik. Ook verdachte [medeverdachte 2] schermt kennelijk zijn communicatie af, door gebruik te maken van een telefoon met een 'burner' en bij nieuwe transporten nieuwe telefoons te gebruiken.
De verwachting is dat de inzet van bijzondere opsporingsmiddelen - zoals opname van
vertrouwelijke communicatie en/of het afluisteren van telefoons - ontoereikend zal zijn. De ervaring leert dat zowel bij de (internationale) handel in harddrugs als door (kader-)leden van outlaw motorcycle gangs gebruik wordt gemaakt van bestaande contacten en afgeschermde communicatiemethodes. Verder blijkt uit opgenomen communicatie dat verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] zeer alert zijn op opsporingsambtenaren en -middelen.
Gezien de succesvolle afscherming, de actuele contacten van [verdachte] met de (kader-)leden van [motorclub 2] en met vicepresident [medeverdachte 1] in het bijzonder, het feit dat [verdachte] niet zelfstandig wil/kan handelen, het vertrouwen van [verdachte] in A-4110, het feit dat [verdachte] positief staat tegenover een ontmoeting met de 'baas' van A-4133, het feit dat A-4110 is benaderd door [medeverdachte 2] die kennelijk samenwerkt met de [motorclub 2] [plaats] bij internationale handel in verdovende middelen en het vertrouwen van [medeverdachte 2] in A-4110 vordert het onderzoek dringend de inzet van criminele burgerinfiltratie door A-4110.
Doel van deze inzet is informatie te achterhalen over de strafbare feiten waarvan [verdachte] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] en [medeverdachte 2] worden verdacht en zo zicht te krijgen op de groep van personen waarbinnen naar redelijkerwijs kan worden vermoed, misdrijven worden beraamd of gepleegd zoals beschreven in voornoemde processen-verbaal van verdenking.
De door A-4110 te verlenen bijstand aan de opsporing bestaat uit het deelnemen aan en of
medewerking verlenen aan een groep van personen bestaande uit onder meer de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 9] (leden van [motorclub 1] [plaats] ), [medeverdachte 1] , vicepresident van de [motorclub 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 2] en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] . De verdenking bestaat dat de verdachten deel uitmaken van een groep van personen die zich bezighoudt met het beramen of plegen van misdrijven te weten de invoer en/of verwerking en/of uitvoer en/of handel in harddrugs zoals speed (amfetamine) en/of cocaïne dan wel de voorbereiding van die strafbare feiten. A-4110 zal bemiddelen in de contacten tussen [verdachte] en A-4133, zodat deze laatste (nogmaals) partijen harddrugs van [verdachte] zal kunnen afnemen, om verder vertrouwen te wekken en vervolgens politiële infiltrant A-2369 bij [verdachte] en de groep te kunnen introduceren. Ook zal A-4110 contact onderhouden met [medeverdachte 2] en mogelijk een politiële infiltrant bij [medeverdachte 2] en de groep introduceren.
Op grond van het voorgaande stelt het hof vast dat het doel van de inzet van de criminele burgerinfiltrant helder is omschreven in het hierboven opgenomen proces-verbaal van aanvraag. De wijze waarop de bijstand wordt verleend om het gewenste doel te bereiken wordt weergegeven in de gesloten overeenkomst tot burgerinfiltratie. Het hof stelt vast dat het in deze gaat om een strafvorderlijk doel. Het doel is concreet en duidelijk beschreven.
Zware criminelen en criminele organisaties
Het moet gaan om zeer gesloten groeperingen die zich schuldig maken aan de ernstige vormen van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Het hof sluit zich aan bij hetgeen de rechtbank hieromtrent heeft overwogen en maakt deze overweging tot de zijne. De rechtbank heeft het volgende overwogen.
“De rechtbank is van oordeel dat deze randvoorwaarde valt te vereenzelvigen met het in voornoemde bepaling(art. 126w Sv)
vervatte proportionaliteitsbeginsel. [47] Behoudens aanwijzingen voor het tegendeel zullen bij de internationale drugshandel naar algemene ervaringsregels per definitie zware criminelen en criminele organisaties zijn betrokken. De rechtbank doelt daarbij in het bijzonder op de personen aan de top van de organisatie, dan wel de personen die het middenkader van de organisatie vormen. In het onderzoek Vidar is daarvan ook sprake geweest. (…) Het gaat in de zaak Vidar (…) om aanmerkelijke handelshoeveelheden harddrugs, terwijl het een feit van algemene bekendheid is dat de internationale handel in harddrugs de samenleving ernstig kan ontwrichten omdat achter die handel doorgaans een wereld van (grootschalige) georganiseerde en ondermijnende criminaliteit schuilgaat, waarbij het gebruik van (excessief) geweld niet geschuwd wordt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan deze randvoorwaarde is voldaan.”
Het hof overweegt aanvullend dat uit het dossier blijkt dat aan de aanvraag overeenkomst burgerinfiltratie begin 2019 vorm wordt gegeven. Op dat moment loopt het onderzoek Vidar bijna een jaar. Uit het opsporingsonderzoek dat tot dan toe heeft plaatsgevonden en de resultaten die dat heeft opgeleverd is de reële verdenking gerezen dat verdachten zich bezig houden met grootschalige internationale drugshandel. Op dat moment is er wel degelijk vrees voor ondermijnende criminaliteit. Het ging immers behalve om verdenking van grootschalige drugshandel, ook om export naar diverse landen waarbij (kader)leden van de [motorclub 2] en motorclub [motorclub 1] volgens vaste patronen betrokken leken te zijn. In die zin kon naar het oordeel van het hof aangenomen worden dat er sprake was van zware criminaliteit en een criminele organisatie.
Zeer succesvolle afscherming van criminele activiteiten waardoor deze met traditionele opsporingsmiddelen onvoldoende kunnen worden aangepakt
Het hof sluit zich aan bij hetgeen de rechtbank hieromtrent heeft overwogen en maakt deze overweging tot de zijne. De rechtbank heeft het volgende overwogen.
“De rechtbank is van oordeel dat deze voorwaarde valt te vereenzelvigen met het in artikel 126w, tweede lid, Sv vervatte subsidiariteitsbeginsel. [48] Aan deze subsidiariteitseis is reeds voldaan, zoals hierboven is toegelicht.”
Voorts overweegt het hof dat uit het proces-verbaal aanvraag overeenkomst burgerinfiltratie blijkt dat het gaat om een zeer gesloten groepering die zich succesvol weet af te schermen van de opsporingsautoriteiten. De verdachten zijn zeer alert op opsporingsambtenaren- en middelen. Er wordt bewust afgesproken op plekken waar het opnemen van vertrouwelijke communicatie niet of zeer moeizaam mogelijk is. In contacten wordt gebruik gemaakt van versluierend taalgebruik. Er wordt gebruik gemaakt van bestaande contacten en afgeschermde communicatiemethoden waardoor het voor politie en justitie moeilijk is om zicht te krijgen op deze gesloten groepering en de strafbare feiten die vermoedelijk worden begaan.
Alleen in hoge uitzonderingsgevallen
Het hof sluit zich aan bij hetgeen de rechtbank hieromtrent heeft overwogen en maakt deze overweging tot de zijne. De rechtbank heeft het volgende overwogen.
"Dat de inzet van een criminele burgerinfiltrant slechts in hoge uitzonderingsgevallen plaats mag vinden blijkt reeds uit de wettelijke voorwaarden voor die inzet. Hieruit kan worden afgeleid dat met de inzet zeer terughoudend moet worden omgegaan. [49] Aan deze voorwaarde is reeds voldaan, zoals hierboven is toegelicht."
Strikte waarborgen
Het hof heeft geconstateerd dat in de motie Recourt, waarnaar in de Aanwijzing wordt verwezen, in de inleidende overwegingen de term "strikte waarborgen" wordt gebruikt en dat later in het verzoek aan de regering de term "zeer streng regime van waarborgen" is gebezigd. Het hof stelt vast dat de Aanwijzing spreekt van "strikte waarborgen" bij de inzet van een criminele burgerinfiltrant en dat ter beoordeling voorligt de vraag of aan die voorwaarden is voldaan.
Het hof sluit zich aan bij hetgeen de rechtbank hieromtrent heeft overwogen en maakt deze overweging tot de zijne. De rechtbank heeft het volgende overwogen.
“Dat de inzet van een criminele burgerinfiltrant moet plaatsvinden onder strikte voorwaarden blijkt reeds uit de wettelijke voorwaarden waaronder de inzet plaats mag vinden, maar ook uit de wijze waarop de infiltratie zal moeten worden uitgevoerd. De uitvoering zal geen afbreuk mogen doen aan de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing. [50] In de Aanwijzing is ten behoeve daarvan opgenomen dat bij de inzet van een criminele burgerinfiltrant steeds bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de betrouwbaarheid en de stuurbaarheid van de in te zetten burger. De burgerinfiltrant zal dan ook altijd begeleid moeten worden door een opgeleide begeleider van de afdeling Afgeschermde Operaties van de Landelijke Eenheid. [51]
De rechtbank leidt uit het procesdossier af dat de opsporingsinstanties voortdurend toezicht hebben gehouden op A-4110's handelen als criminele burgerinfiltrant. De geplande inzetten van A-4110 zijn voorafgegaan door een briefing van het begeleidingsteam van A-4110. Dit begeleidingsteam bestond uit daartoe opgeleide WOD-begeleiders. [52] Tijdens de briefing werden de opdracht en het doel van de inzet besproken. Na afloop van de inzet vond een debriefing plaats. Van de (de)briefings en inzetten zijn processen-verbaal opgemaakt. Ook is A-4110 over de inzetten gehoord. Van deze verhoren zijn eveneens processen-verbaal opgemaakt. A-4110 heeft naast de geplande inzetten contactmomenten met verdachten gehad zonder dat hiervoor opdracht is gegeven. A-4110 woonde gedurende het onderzoek Vidar in de nabije omgeving van enkele verdachten en maakte deel uit van hun sociale netwerk. Van deze spontane contacten heeft A-4110 het begeleidingsteam op de hoogte gesteld. Ook deze contacten zijn vastgelegd in processen-verbaal. De inzetten van A-4110 zijn, voor zover operationeel mogelijk, opgenomen met opnameapparatuur. [53] In de loop van het traject werd bovendien opnameapparatuur geplaatst in de woning van A-4110 en in diens voertuig (waarin zich ook een camera bevond). De vele opgenomen gesprekken zijn woordelijk uitgewerkt en aan het dossier toegevoegd. Van de inzet is dus ruimschoots verslag opgemaakt.
De rechtbank merkt verder op dat uit het procesdossier niet gebleken is dat tijdens het onderzoek Vidar de integriteit van de opsporing op enig moment in het geding is gekomen. Zo is niet gebleken dat het Openbaar Ministerie de regie over en de controle op het handelen van A-4110 kwijt is geraakt. Ook is niet gebleken dat A-4110 op eigen houtje strafbare feiten is gaan plegen en via een dubbelspel misbruik heeft gemaakt van diens positie als criminele burgerinfiltrant. Uit de stukken komt het beeld naar voren dat A-4110 stuurbaar en betrouwbaar was.
In het licht van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de inzet van de criminele burgerinfiltrant heeft plaatsgevonden onder strikte waarborgen. Er is sprake geweest van een transparante procedure, waarbij het Openbaar Ministerie meer dan voldoende toezicht heeft gehouden op het verloop van het traject en heeft gezorgd voor een adequate verslaglegging op basis waarvan de inzet door de rechtbank kan worden gecontroleerd.”
Het hof stelt verder vast dat in de overeenkomst tot burgerinfiltratie – die verderop in dit arrest nog nader wordt besproken – afspraken en voorwaarden zijn opgenomen waar A-4110 zich aan moet houden. Van de inzet van A-4110 is door de voortdurend meervoudige WOD begeleiding telkens verslag gedaan. Verder hebben de WOD-begeleiders als getuigen verklaard en een toelichting gegeven over de inrichting van hun begeleiding, bijvoorbeeld hoe de selectie van A-4110 heeft plaatsgevonden, in welke frequentie zij contact hadden met A-4110 en hoe de verslaglegging na afloop van een inzet plaatsvond.
Gelet op al deze omstandigheden concludeert het hof, met de rechtbank, dat aan de in de aanwijzing gestelde voorwaarde van inzet uitsluitend onder strikte waarborgen is voldaan, overigens ook in die zin dat het hof van oordeel is dat is voldaan aan een zeer streng regime van waarborgen.
Voldaan moet zijn aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit
Dat is voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit is reeds uitgewerkt bij de bespreking van respectievelijk het eerste en tweede lid van artikel 126w Sv.
De inzet moet kortdurend zijn en er wordt geen gebruik gemaakt van een groei-infiltrantHet hof is van oordeel dat de rechtbank op dit onderdeel een juiste afweging heeft gemaakt. De rechtbank heeft hieromtrent het volgende overwogen.
“In de Aanwijzing wordt bij de zin "De inzet moet kortdurend zijn en er wordt geen gebruik gemaakt van groei-infiltranten" in een voetnoot expliciet verwezen naar een uitlating van Minister Opstelten hieromtrent ("Zie pag. 20, Kamerstukken II 2013/2014, 29 279, nr. 195"). De rechtbank leidt hieruit af dat het College daarmee tot uitdrukking brengt dat aan voornoemde voorwaarde de volgende uitleg gegeven dient te worden:Minister Opstelten: (...) Het tweede punt betreft het korte traject. Het gaat er daarbij niet alleen om dat het een kort traject in tijd is. Het gaat primair om het doel van de inzet. Het moet een direct te bereiken doel zijn, zonder te veel tussenstappen. Dat wordt er ook mee aangegeven. De inzet leidt direct tot het verzamelen van het benodigde bewijs, bijvoorbeeld over een drugsdeal. Het gaat om een eenmalige inzet. Dat is hierbij het punt. Dit staat tegenover de niet toegestane langere trajecten, waarin meerdere stadia worden doorlopen om het doel te bereiken. Ik noem als voorbeeld: eerst een kleine drugsdeal organiseren, dan een iets grotere en daarna de grote klapper waarmee de hoofddader in beeld komt. Dat kan dus niet. Dan heb je een groeitraject. [54]
De rechtbank constateert hier dat de Minister een striktere definitie hanteert van "groeiinfiltrant" dan de Enquêtecommissie (de commissie-Van Traa, hierna: Van Traa) in haar verslag van 22 november 1994 destijds heeft gedaan. De Enquêtecommissie definieerde een groei-infiltrant namelijk als een burgerinfiltrant die een belangrijke positie gegeven wordt ten opzichte van de organisatie waarin hij gaat infiltreren, opdat het mogelijk wordt dat hij vertrouwen wint bij de top van de criminele organisatie. Om de infiltrant te laten "groeien", moeten soms partijen drugs worden doorgelaten. [55]
De rechtbank is in het licht van het vorenstaande van oordeel dat door het Openbaar Ministerie niet is voldaan aan de genoemde randvoorwaarde. In het onderzoek Vidar is geen sprake geweest van een kortstondig traject en een eenmalige inzet. Ook was het hoofddoel - vaststellen of uitsluiten van betrokkenheid van (leden van) de [motorclub 2] bij de internationale handel in harddrugs - niet direct te bereiken. Uit de uiterlijke verschijningsvorm van het geheel kan bovendien worden afgeleid dat het Openbaar Ministerie met de inzet zicht wilde krijgen op de opbouw en structuur van de organisatie
en de personen die "boven" [medeverdachte 1] stonden, en/of de betrokkenheid van andere leden van de [motorclub 2] . Daartoe zijn meerdere stadia doorlopen om A-4110 de organisatie binnen te laten dringen en daarin te laten groeien als compagnon van [medeverdachte 2] (traject- Finland/Australië en traject-Finland/Denemarken). De rechtbank is dan ook van oordeel dat het Openbaar Ministerie zich niet aan zijn eigen regelgeving heeft gehouden. Dit levert een vormverzuim op ex artikel 359a Sv.
De rechtbank is van oordeel dat geen rechtsgevolgen behoeven te worden verbonden aan
dit vormverzuim. Zij overweegt hierover het volgende.
Om te beginnen valt de interpretatie die de Minister (en daarmee het Openbaar Ministerie) geeft aan het begrip groei-infiltrant niet geheel te rijmen met de aanleiding voor en het doel van het opheffen van het verbod, [56] namelijk het doordringen tot criminele groepen zodat informatie kan worden verkregen vanuit de kern van de criminele groepering zelf: over de hoofdrolspelers, hun criminele activiteiten en over hun geldstromen, opdat deze hoofdrolspelers en criminele groeperingen aangepakt
kunnen worden. [57] Inherent aan infiltratie is dat sprake zal zijn van beïnvloeding van de groepering. Om geloofwaardig te zijn dient de infiltrant vaak een actieve rol te spelen in de groep. Hij dient betrokken te raken bij de groep van personen of de criminele organisatie om er vervolgens deel van uit te gaan maken, zodat hij informatie en bewijsmateriaal kan vergaren die nodig is in het belang van het onderzoek. [58] Daartoe zal hij in meer of mindere mate in de groepering moeten groeien. [59] Deze ongerijmdheid relativeert de hardheid van de door het Openbaar Ministerie gekozen lage drempel voor het begrip "groei-infiltrant" enigszins. De rechtbank merkt in dit verband op dat de veel hogere drempel van Van Traa's definitie van de groei-infiltrant bij lange na niet is gehaald.
Van groot belang is verder dat verdachten door het geconstateerde vormverzuim niet daadwerkelijk in hun verdediging zijn geschaad. [60] Achterliggend belang van het "verbod" op criminele groei-infiltranten is namelijk dat geen afbreuk wordt gedaan aan de integriteit en de beheersbaarheid van de opsporing. Daarvan is, zoals uit het voorgaande mag blijken, geen sprake geweest. Anders dan bij de IRT-affaire is de opsporing niet "ontspoord" en evenmin zijn er onder verantwoordelijkheid van een officier van justitie (grote) hoeveelheden drugs op de markt terecht gekomen, zoals ten tijde van de IRT-affaire. Ten slotte kan niet worden gezegd dat door de wijze waarop en de mate waarin A-4110 is ingezet in strijd is gehandeld met het proportionaliteitsbeginsel.”
Het hof sluit zich aan bij hetgeen de rechtbank hieromtrent heeft overwogen en maakt deze overweging tot de zijne. Aanvullend overweegt het hof het volgende. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat bij infiltratie aan het begrip ‘kort’ en ‘kortdurend’ geen vastomlijnde of eenduidige betekenis kan worden gegeven. Het hof heeft in acht genomen naar welke definitie van de Minister in de Aanwijzing wordt verwezen. Daarnaast heeft het hof ook gezien dat in de Tweede Kamer is gedebatteerd over welke tijdsduur een infiltratietraject zou moeten hebben en dat er in het Kamerdebat verschillende beschrijvingen zijn gegeven waar het gaat om infiltratie. [61] Of een inzet ‘kortdurend’ is zal afhangen van diverse factoren omdat een infiltrant tijd nodig heeft om te infiltreren. Een infiltrant moet vertrouwd raken met zijn rol en de omgeving waarin hij infiltreert wil zijn inzet functioneren. Hoe snel een en ander zal gaan zal ook afhangen van de (on)doorzichtigheid van een organisatie waarin wordt geïnfiltreerd. Voorgaande omstandigheden maken dat de definitie van
kortin elke zaak een andere betekenis zal hebben. Veeleer zal met burgerinfiltratie de nodige tijd gemoeid zijn. Een en ander zal mede worden bepaald door de concrete omstandigheden van de specifieke zaak. Al het voorgaande bezien heeft de rechtbank een juiste afweging gemaakt en volgt het hof de rechtbank in haar conclusie.
Wat betreft de term groei-infiltrant overweegt het hof het volgende. Ook hier heeft het hof gezien dat de Minister een beperkte definitie heeft gegeven. Uit het Tweede Kamer debat zoals dat is gevoerd in het kader van de motie Recourt blijkt dat verschillende definities van een groei-infiltrant aan de orde zijn geweest waarbij de lengte van de inzet of het maken van ‘carrière’ onder meer onderwerp van het debat is geweest. Naar het oordeel van het hof is het belangrijk om ook hier te kijken naar het wezen en traject van de infiltratie. Bijvoorbeeld naar de tijd die is gemoeid met het vertrouwd raken met de organisatie, het vertrouwen winnen, maar ook de ondoorzichtigheid van de organisatie met eigen kenmerken, is een belangrijke factor. Gelet op die omstandigheden is het hof van oordeel dat de definitie en uitspraken van de Minister moeilijk vallen te rijmen met de uitvoeringspraktijk.
Desalniettemin heeft het Openbaar Ministerie er voor gekozen om de beperkte definitie in de aanwijzing op te nemen, zodat de rechtbank en ook het hof daaraan gebonden zijn en daaraan toetsen.
Deze toetsing verdient op grond van het bovenstaande evenwel een zekere nuancering
Uit het dossier blijkt dat A-4110 een jaar heeft gefungeerd als infiltrant. Er lopen op dat moment meerdere drugs-exporttrajecten naast elkaar waarin A-4110 weliswaar meedraaide, maar op een beperkte manier. Hij verzamelde vooral informatie en verleende her en der hand- en spandiensten. In de criminele organisatie is hij niet opgeklommen. Zijn rol bleef beperkt tot een bijrol. Hij blijft bezig met het vergaren van informatie. De Minister heeft beschreven dat infiltratie beperkt dient te blijven tot de opsporing van een eenmalig concreet feit. Vastgesteld kan worden dat het daar in deze zaak niet om draait. Het gaat om een concrete verdenking, namelijk van de internationale handel in harddrugs, waarvoor in het kader van opsporing meer zicht op de criminele groepering van belang is. Bij het inzetten van A-4110 bestonden er aanwijzingen en verdenkingen dat diverse activiteiten werden ontwikkeld voor harddrugslijnen naar verschillende landen. Het onderzoek richtte zich op een organisatie waarin verschillende trajecten naast elkaar liepen en waarbij het de opdracht was van de criminele burgerinfiltrant om informatie te verkrijgen over hoe de verhoudingen lagen en hoe de taken binnen de groep waren verdeeld, ook om zicht te krijgen op alle betrokken personen. Al die tijd bleef de rol van A-4110 in de kern hetzelfde, hij vervulde een bijrol. Hoewel hij wel directer met de drugs in aanraking kwam, zo heeft hij drugs aangepakt en drugs verpakt, is hij niet opgeklommen in de organisatie. Hij liep mee met verdachte [medeverdachte 2] , was vaak diens chauffeur, en A-4110 deelde de contacten die van belang konden zijn voor de drugshandel. In het proces-verbaal aanvraag verlenging overeenkomst burgerinfiltratie blijkt dat A-4110 een faciliterende en bemiddelende rol zal innemen. [62] De rol van de criminele burgerinfiltrant wordt telkens consequent beschreven. Vastgesteld kan worden dat aan de rol van A-4110 in de laatste aanvraag voor een verlenging uitgebreider vorm wordt gegeven. Dit valt vooral te verklaren uit het feit dat er op dat moment meer activiteit is binnen de groep waarin wordt geïnfiltreerd. De verdenkingen breiden zich daarbij uit naar meerdere personen. A-4110 verleent op dat moment bijstand en medewerking aan de groep en indien nodig bemiddelt hij in contacten. Het hof stelt ook vast dat uit de diverse processen-verbaal van aanvraag van burgerinfiltratie volgt dat het steeds de bedoeling is geweest en werd geprobeerd om de rol van A-4110 kleiner te maken of hem uit het infiltratietraject te halen, maar dat dat door het vertrouwen dat binnen de organisatie in A-4110 werd gesteld telkens vanwege uitlatingen of gedragingen van betrokkenen in die organisatie, niet lukte.
Deze aanvullende overwegingen maken dat het hof met de rechtbank van oordeel is dat – zoals hierboven overwogen - het Openbaar Ministerie zich niet aan zijn eigen regelgeving heeft gehouden en dat dit in die zin een vormverzuim op ex artikel 359a Sv oplevert. Het hof is, op de hierboven door van de rechtbank aangehaalde gronden, van oordeel dat daaraan geen rechtsgevolgen behoeven te worden verbonden.
Toestemming van de MinisterDe laatste voorwaarde is dat de Minister toestemming moet geven voor de inzet van de criminele burgerinfiltrant. [63] Met de rechtbank stelt het hof vast
dat Minister Grapperhaus - zij het via een in beknoptheid uitblinkende brief - op 21 maart 2019 toestemming heeft verleend voor de inzet van criminele burgerinfiltrant in het onderzoek Vidar. [64]
Het hof stelt vast dat uit het dossier blijkt dat A-4110 vanaf 1 maart 2019 formeel, op grond van de met hem gesloten overeenkomst, is ingezet als criminele burgerinfiltrant. [65] Daarentegen blijkt wel dat A-4110 in de periode tussen 1 maart 2019 en 21 maart 2019 feitelijk enkel is ingezet in het kader van een pseudokoop en de introductie van A-2369 in dat kader bij verdachte [verdachte] . [66] In die betreffende periode is het bevel tot pseudokoop/pseudodienstverlening en het bevel tot stelselmatig informatie-inwinning nog van kracht. [67]
Uit het voorgaande blijkt aldus dat de door de Minister verleende toestemming te laat is verleend nu de overeenkomst tot burgerinfiltratie op 1 maart 2019 reeds is gesloten. Dit levert - hoe dan ook - een vormverzuim op. De door de advocaten-generaal naar voren gebrachte reden daarvoor, inhoudende dat de drukke agenda van de Minister daar de oorzaak van is, brengt het hof niet tot een ander oordeel. Het is de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en de Minister dat dergelijke voorgeschreven handelingen op tijd worden gedaan.
Vervolgens dient het hof te beoordelen welke consequentie aan dit vormverzuim verbonden dient te worden. Zoals hiervoor is overwogen zijn de door A-4110 verrichte handelingen in de periode van 1 maart 2019 tot 21 maart 2019 gericht geweest op het tot stand brengen van een pseudokoop. Niet gebleken is, noch bestaat daar aanwijzing voor, dat A-4110 opdrachten heeft verricht die verband hielden met het dan formeel al lopende infiltratie-traject. De opdrachten die A-4110 in die periode wel heeft uitgevoerd werden verricht op basis van het bovenomschreven bevel tot pseudokoop/pseudodienstverlening en het bevel tot stelselmatig informatie-inwinning en zijn handelingen waren in die zin gedekt door die andere overeenkomsten waarvoor geen toestemming van de Minister is vereist. Gelet daarop zal het hof volstaan met de constatering dat er een vormverzuim is en daar geen consequenties aan verbinden nu de verdachte daardoor niet in zijn belangen is geschaad.
B – De feitelijke inzet van A-4110 als burgerpseudokoper/-dienstverlener, burgerinformant en burgerinfiltrant
Wettelijk kaderStelselmatige informatie-inwinningDe inzet en wijze van uitvoering van het stelselmatig inwinnen van informatie door een politie ambtenaar vindt wettelijke grondslag in artikel 126j Sv. Voor de inzet en toepassing van deze bevoegdheid volgt uit deze bepaling dat er een verdenking van een misdrijf moet bestaan en het bevel in het belang is van het onderzoek. Het bevel wordt gegeven voor een periode van ten hoogste drie maanden en kan telkens met een periode van ten hoogste drie maanden worden verlengd. Het bevel tot het inwinnen van informatie is schriftelijk en vermeldt:
a. het misdrijf en indien bekend, de naam of anders een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de verdachte;
b. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat sprake is van een verdenking van een misdrijf;
c. de wijze waarop aan het bevel uitvoering wordt gegeven, en
d. de geldigheidsduur van het bevel.
Een bevel stelselmatige informatie-inwinning kan ook worden gegeven aan een persoon in de openbare dienst van een vreemde staat, die voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen.
De bevoegdheid tot het undercover stelselmatig inwinnen van informatie omtrent een verdachte onderscheidt zich van de politiële infiltrant doordat niet wordt deelgenomen of meegewerkt aan een groep van personen of een georganiseerd verband waarbinnen misdrijven worden beraamd of gepleegd. De opsporingsambtenaar zal dan ook niet deelnemen aan het plegen of beramen van misdrijven. Het onderscheid met de stelselmatige observatie is daarin gelegen dat de opsporingsambtenaar uitdrukkelijk tot opdracht heeft om op zodanige wijze aanwezig te zijn in de omgeving van de verdachte, dat de verdachte of personen uit de directe omgeving van de verdachte met hem contacten onderhouden zonder dat zij weten dat zij met een opsporingsambtenaar van doen hebben. De opsporingsambtenaar observeert dus niet alleen, maar interfereert actief in het leven van de verdachte. Hij gaat daarbij verder dan alleen waarnemen of luisteren (zie Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, p. 34-35).
In artikel 126v Sv is bepaald dat de officier van justitie in het belang van het onderzoek kan bevelen dat een opsporingsambtenaar met een persoon die geen opsporingsambtenaar is, een zogenaamde burgerinformant) overeenkomt dat deze bijstand verleent aan de opsporing door stelselmatige informatie-inwinning omtrent een verdachte, onderscheidenlijk een persoon ten aanzien van wie een redelijke vermoeden bestaat dat deze is betrokken bij het in georganiseerd verband beramen of plegen van misdrijven.
Pseudokoop of-dienstverleningDe pseudokoop of -dienstverlening is wettelijk geregeld in artikel 126i Sv. Voor de inzet en toepassing van deze bevoegdheid volgt uit deze bepaling dat er een verdenking is van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is en het bevel in het belang van het onderzoek is. De bevoegdheid van pseudokoop of -dienstverlening strekt tot het afnemen van goederen of het verlenen van diensten. Het bevel tot pseudokoop of -dienstverlening is schriftelijk en vermeldt:
a. het misdrijf en indien bekend de naam of anders een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de verdachte;
b. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat sprake is van een verdenking van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is;
c. de aard van de goederen, gegevens of diensten;
d. de wijze waarop aan het bevel uitvoering wordt gegeven, daaronder begrepen strafbaar gesteld handelen, en
e. het tijdstip waarop, of de periode waarbinnen aan het bevel uitvoering wordt gegeven.
Evenals bij stelselmatige informatie-inwinning kan een bevel pseudokoop of -dienstverlening ook worden gegeven aan een persoon in de openbare dienst van een vreemde staat, die voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen. Een bevel pseudokoop en -dienstverlening heeft in beginsel een eenmalig karakter en is een minder ingrijpende bevoegdheid dan infiltratie. De pseudokoop en -dienstverlening worden als zelfstandige bevoegdheid geregeld naast de infiltratie omdat zij ook buiten de gevallen waarin infiltratie is toegelaten, kunnen worden toegepast, juist vanwege het minder ingrijpende karakter (zie Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, p. 33).
Anders dan bij stelselmatige informatie-inwinning is de opsporingsambtenaar in geval van pseudokoop of -dienstverlening bevoegd om strafbare feiten te plegen (zie Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, p. 34). [68]
In artikel 126ij en 126z Sv is geregeld dat de officier van justitie in het belang van het onderzoek met een persoon die geen opsporingsambtenaar is, overeen kan komen dat deze bijstand verleend aan de opsporing in de vorm van burgerpseudokoop en -dienstverlening.
InfiltratieHet hof zal het wettelijk kader van infiltratie hier niet meer bespreken nu dit hierboven onder A. al uitgebreid is weergegeven.
Wat blijkt uit het dossier?Op grond van de inhoud van het dossier stelt het hof het volgende vast.
Burgerpseudokoop/burgerpseudodienstverleningOp 15 mei 2018 is in het onderzoek jegens verdachte [verdachte] door middel van een proces-verbaal een overeenkomst burger pseudokoop/burgerpseudodienstverlening met A-4110 aangevraagd. [69] Op 17 mei 2018 is de eerste overeenkomst tot stand gekomen voor de duur van drie maanden. De te verlenen bijstand bestaat uit de introductie door A-4110 bij verdachte [verdachte] van een door het WOD begeleidingsteam aangewezen (buitenlandse) burger en/of (buitenlandse) opsporingsambtenaar en het faciliteren in zijn contacten met [verdachte] .
Het doel van deze introductie is te komen tot:
- de pseudokoop van een hoeveelheid harddrugs en/of de pseudodienstverlening met betrekking tot handelingen die betrekking hebben op het bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben en/of vervaardigen van harddrugs;
- het winnen van vertrouwen van [verdachte] en
- het zicht krijgen op de vermoedelijke contacten van [verdachte] met kaderleden van de [motorclub 2] .
Voorts is in de overeenkomst opgenomen dat de burger bij de uitvoering van de bij deze overeenkomst overeengekomen bijstand aan de opsporing wordt begeleid door opsporingsambtenaren van het team Werken onder Dekmantel van de landelijke eenheid. Bij de uitvoering van deze overeenkomst heeft het team Werken onder Dekmantel van de landelijke eenheid - bij wijze van inspanningsverplichting/zorgplicht - voortdurend oog voor de veiligheid van Burger.
Voorts is in de overeenkomst opgenomen dat de burger recht heeft op een onkosten- en uurvergoeding als bedoeld in artikel 1 onder h van de Circulaire bijzondere opsporingsgelden ten bedrage van € 50,- per uur bij de inzet. [70]
Op 14 augustus 2018 is in een proces-verbaal een aanvraag ingediend ten einde de hiervoor aangehaalde overeenkomst te verlengen. De reden daarvoor is de volgende. Sinds het afsluiten van de bedoelde overeenkomst hebben er vier geregisseerde en drie spontane ontmoetingen plaatsgevonden tussen [verdachte] en A-4110. Hieruit blijkt dat de verschillende doelen uit de eerdere aanvraag gerealiseerd lijken te worden. Tot dan toe is het volgende gebleken:
- gezien de reacties van [verdachte] kan blijken dat hij zich bezighoudt met de handel in verdovende middelen en dat een burgerpseudokoop van harddrugs in de maak is.
- A-4110 lijkt het vertrouwen van [verdachte] gewonnen te hebben en is bezig de getuige A-4133 te introduceren.
- Uit de bij proces-verbaal van bevindingen vastgelegde ontmoeting, die [verdachte] met A-4110 op 24 mei 2018 heeft gehad, blijkt dat [verdachte] met betrekking tot de handel in harddrugs niet zelfstandig kan handelen. Tijdens deze ontmoeting zegt [verdachte] dat hij overleg moet plegen met een derde persoon en mensen niet kan passeren.
- Na de tweede ontmoeting is de volgende dag contact met [verdachte] , vicepresident bij de [motorclub 2] te [plaats] .
- Bij de derde ontmoeting heeft A-4110 [verdachte] met de buitenlandse A-4133 laten kennismaken en is een vervolg hiervan op handen.
- Vrijwel direct na de derde geregisseerde ontmoeting op 5 juli 2018, rijdt [verdachte] naar de woning van [verdachte] in [plaats] .
- Op 30 juli 2018 is een spontane ontmoeting geweest tussen [verdachte] en A-4110. Tijdens deze ontmoeting is een afspraak gemaakt voor de volgende dag.
- Op 31 juli 2018 heeft een geregisseerde ontmoeting plaatsgevonden en daarbij zijn nadere plannen gemaakt voor de burgerpseudokoop door getuige A-4133. In de eerste week van september 2018 zal getuige A-4133 weer naar Nederland komen om tot de pseudokoop te komen.
Er blijkt aldus dat een aanstaande burgerpseudokoop/-dienstverlening op handen is waar A-4110 onderdeel vanuit maakt op grond waarvan wordt verzocht de overeenkomst met A-4110 te verlengen. [71] Uit het dossier blijkt dat de overeenkomst op 15 augustus 2018 is verlengd voor de duur van 12 weken en eindigt op 15 november 2018. [72]
Op 5 november 2018 is bij proces-verbaal nogmaals een verlenging aangevraagd voor de overeenkomst met A-4110. Uit die aanvraag blijkt het volgende. A-4110 heeft de opdracht gekregen om een (buitenlandse) burger (A-4133) en/of (buitenlandse) opsporingsambtenaar te introduceren en deze te faciliteren in zijn contacten met [verdachte] . Om tot een (vertrouwens-)pseudokoop door A-4133 bij [verdachte] te komen heeft getuige A-4110 het vertrouwen van [verdachte] weten te winnen. A-4110 heeft meerdere spontane en geregisseerde ontmoetingen gehad met [verdachte] . Zodoende is een basis gecreëerd om A-4133 te introduceren. De ontmoetingen tussen [verdachte] met A-4110 en A-4133 hebben plaatsgevonden. Voorts is het volgende gebleken.
- Op donderdag 30 augustus 2018 werd namens de WOD door A-4110 de afspraak gemaakt om op dinsdag 4 september 2018 tot een pseudokoop van één kilo cocaïne door de buitenlandse A-4133 te komen.
- Op dinsdag 4 september 2018 heeft een geregisseerde ontmoeting plaatsgevonden tussen [verdachte] met A-4110 en A-4133, waarbij het voornemen was om tot de pseudokoop te komen, hetgeen uiteindelijk niet is geslaagd.
- Op maandag 10 september 2018 heeft een gesprek plaats gevonden tussen [verdachte] en A-4110. Hierin is besproken dat in oktober 2018 een vervolg zal komen van de vertrouwens-pseudokoop van 1 kilo cocaïne door A-4133.
- Op woensdag 10 oktober 2018 heeft getuige A-4110 een geregisseerde ontmoeting gehad met [verdachte] . Hierbij is door A-4110 een bestelling gedaan van 100 gram cocaïne en één kilogram speed. Deze harddrugs zijn maandag 15 oktober 2018 in een geregisseerde ontmoeting, door tussenkomst van A-41 10, aan A-4133 geleverd door [verdachte] .
- Door de WOD zal voor A-4110 en A-4133 een geregisseerde ontmoeting worden gepland in november 2018, waarbij een grotere hoeveelheid harddrugs bij [verdachte] zal worden besteld.
Uit het proces-verbaal van de aanvraag blijkt dat het voornemen blijft om door een pseudokoop het vertrouwen van [verdachte] te verstevigen, waarbij, mede gezien de wens van [verdachte] , het wenselijk is dat gebruik wordt gemaakt van de diensten van A-4110. Het vermoeden bestaat dat zonder de diensten van A-4110, A-4133 en/of de (buitenlandse) opsporingsambtenaar niet in staat zullen zijn op eenvoudige wijze het vertrouwen van [verdachte] en/of van de kaderleden van de [motorclub 2] te winnen dan wel afspraken met hen te maken.
De tweede verlenging overeenkomst tot pseudokoop/pseudodienstverlening met een burger is verlengd voor de duur van 12 weken, welke periode aanvangt op 15 november 2018 en eindigt op 15 februari 2019. [73]
Na de tweede verlenging is er nog een derde verlenging geweest. Uit het proces-verbaal van de aanvraag voor de derde verlenging blijkt het volgende. Op donderdag 06 december 2018 uur is A-4110 bij [verdachte] geweest en heeft [verdachte] verteld dat A-4133 op 11 december 2018 tien kilo speed wil hebben en daarvoor wil afspreken in [plaats] . Voordat [verdachte] op 11 december 2018 met zijn auto naar [plaats] rijdt, gaat hij door [plaats] en stopt op de [adres] . Dit is bij de woning van [verdachte] . Vervolgens rijdt de auto van [verdachte] naar [plaats] .
Op 11 december 2018, omstreeks 21:44 uur, levert [verdachte] in [plaats] 10 kilo speed aan A-4133. Uit het verhoor van A-4133 over de laatste ontmoeting blijkt dat er tussen [verdachte] en A-4133 is gesproken over volgende ontmoetingen en afspraken met de baas (de buitenlandse opsporingsambtenaar) van A-4133.
Verder wordt in de aanvraag het vervolgtraject burgerpseudokoop besproken. De vervolgstap is een (buitenlandse) opsporingsambtenaar te introduceren. In de tweede week van februari 2019 zal naar verwachting de volgende ontmoeting tussen [verdachte] en A-4133 plaatsvinden. Het voornemen is om afspraken te maken met betrekking tot de ontmoeting met de "baas" van A-4133 bij [verdachte] . De baas wordt (volgens de scenario's van de WOD) ook geïntroduceerd om de pseudokoop van een grotere omvang realistisch te maken, waardoor [verdachte] naar verwachting het hogere kader van [motorclub 2] nodig heeft en er aldus verwacht wordt dat er zicht komt op criminele activiteiten van de [motorclub 2] .
Het ziet er naar uit dat A-4110 ook hierin een rol heeft, want [verdachte] wil vooralsnog niet rechtstreeks met A-4133 contact onderhouden. [verdachte] is daar duidelijk over tegen A-4110 wanneer die zegt dat A-4133 het liever alleen met [verdachte] wil doen. [verdachte] kent A-4110 goed en wil hem als tussenpersoon laten fungeren bij contacten met A-4133.
Het voornemen blijft om door een pseudokoop het vertrouwen van [verdachte] te verstevigen, waarbij, mede gezien de wens van [verdachte] , het wenselijk is dat gebruik wordt gemaakt van de diensten van A-4110. A-4110 zal hiervoor weer afspraken moeten maken met [verdachte] .
Het vermoeden bestaat dat zonder de diensten van A-4110, A-4133 en/of de (buitenlandse) opsporingsambtenaar niet in staat zullen zijn op eenvoudige wijze het vertrouwen van [verdachte] en/of van de kaderleden van de [motorclub 2] te winnen dan wel afspraken met hen te maken. Verzocht wordt om de overeenkomst voor een periode van drie maanden te verlengen, van 15 februari 2019 tot en met 10 april 2019. [74]
De overeenkomst tot pseudokoop/pseudodienstverlening met een burger is voor de derde keer verlengd, voor de duur van 12 weken, welke periode aanvangt op 15 februari 2019 en eindigt op 15 mei 2019. [75]
Stelselmatige informatie-inwinning
A-4110 heeft ook als burger stelselmatig informatie ingewonnen. Op 3 juli 2018 is een proces-verbaal van aanvraag opgemaakt voor een bevel stelselmatige informatie-inwinning door burger A-4110. Uit die aanvraag blijkt het volgende. A-4110 heeft de opdracht gekregen om A-4133 te introduceren bij [verdachte] . A-4133 is een voormalig politie-infiltrant uit het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland die in 2017 met eervol ontslag is gegaan. Inmiddels hebben A-4110 en [verdachte] elkaar vier keer, niet altijd gepland, ontmoet en is op korte termijn een ontmoeting tussen [verdachte] en A-4133 te verwachten.
Bij de eerste ontmoeting(-en) tussen [verdachte] en A-4133 zal A-4110 aanwezig zijn. Onduidelijk is of de vertrouwensband tussen A-4133 en [verdachte] op korte termijn van die mate is, dat A-4110 het contact met [verdachte] kan beëindigen. Daarmee heeft A-4110 mogelijk een langduriger en meer stelselmatig contact met [verdachte] .
Uit de kenmerken van het feit waarvan [verdachte] verdacht wordt (internationale
harddrugshandel) en de tot op heden opgenomen en uitgewerkte vertrouwelijke communicatie tussen [verdachte] en A-4110 vloeit een redelijk vermoeden voort dat in georganiseerd verband misdrijven worden beraamd die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren. Uit de tot op heden opgenomen en beschikbaar gestelde vertrouwelijke communicatie tussen [verdachte] en A-4110 en uit een verhoor na afloop van een ontmoeting tussen [verdachte] en A-4110 blijkt samengevat onder meer dat [verdachte] :
- zich moet indekken om iemand niet te passeren;
- volgens A-4110 zegt dat hij toestemming moet vragen van iemand die nu vast zit en
- aan A-4110 zou hebben gevraagd of 'zij' ook mee mogen gooien met 'die man'.
Tot op heden is onbekend wie behalve [verdachte] deel uitmaakt/uitmaken van dit georganiseerde verband dat misdrijven beraamt en/of pleegt. Doel van de stelselmatige inwinning door A-4110 is informatie te achterhalen over de strafbare feiten waarvan [verdachte] wordt verdacht en zo inzicht te krijgen in de manier waarop hij deze feiten pleegt en daarnaast mogelijk zicht te krijgen op de persoon/personen waarmee [verdachte] dit misdrijf/deze misdrijven al dan niet in georganiseerd verband beraamt en/of pleegt. Ook kan de stelselmatige inwinning van informatie van belang zijn met betrekking tot de veiligheid van A-4110 zelf en ook die van A-4133.
De verwachting bestaat dat klassieke opsporingsmethoden zoals het afluisteren van telefoongesprekken en/of het horen van getuigen geen resultaat opleveren. De ervaring leert dat zowel bij de (internationale) handel in harddrugs als door (kader-)leden van outlaw motorcycle gangs gebruik wordt gemaakt van bestaande contacten en afgeschermde communicatiemethodes. Zo geeft [verdachte] bijvoorbeeld in telefoongesprekken aan dat hij gaat appen en dat hij niet alles over de telefoon wil bespreken. Verzocht wordt om het bevel uit te vaardigen voor de periode van 4 juli 2018 tot en met 4 oktober 2018. [76]
Op 3 juli 2018 is het bevel tot het sluiten van een overeenkomst stelselmatige inwinning van informatie met een burger gegeven met betrekking tot verdachte [verdachte] en de NN-betrokkene(n) voor een periode van ten hoogste drie maanden, welke periode aanvangt op 4 juli 2018 tot en met 4 oktober 2018. [77]
Vervolgens is een overeenkomst tot stelselmatige informatie inwinning door een burger gesloten. In de overeenkomst is het volgende vermeld. Burger zal met ingang van 4 juli 2018 tot en met 4 oktober 2018 bijstand aan de opsporing verlenen. De door Burger te verlenen bijstand bestaat uit het stelselmatig inwinnen van informatie omtrent de intenties, plannen, voorbereidingen, communicatie, gedragingen van verdachte [verdachte] en/of andere NN-verdachten en/of personen die betrokken zijn bij het in georganiseerd verband beramen of plegen van misdrijven, met name de invoer en/of verwerking en/of uitvoer en/of handel in (synthetische) harddrugs, dan wel de voorbereiding van die strafbare feiten. Daaronder begrepen het stelselmatig inwinnen van informatie over de (inhoud van de) contacten tussen [verdachte] en leden van de [motorclub 2]
. Burger zal bij de uitvoering van de bij deze overeenkomst overeengekomen
bijstand aan de opsporing worden begeleid door opsporingsambtenaren van het team Werken onder Dekmantel van de landelijke eenheid. Bij de uitvoering van deze overeenkomst heeft het team Werken onder Dekmantel van de landelijke eenheid - bij wijze van inspanningsverplichting/zorgplicht - voortdurend oog voor de veiligheid van Burger. Daarnaast is in de overeenkomst opgenomen dat de burger recht heeft op een onkosten- en uurvergoeding als bedoeld in artikel 1 onder h van de Circulaire bijzondere opsporingsgelden ten bedrage van € 50,- per uur bij inzet. De overeenkomst is ondertekend op 5 juli 2018. [78]
Op 1 oktober 2018 is een verzoek gedaan tot verlenging van bovenvermelde overeenkomst. Uit het proces-verbaal van de aanvraag voor de verlenging blijkt het volgende. Op 17 mei 2018 is een overeenkomst burgerpseudokoop/ -dienstverlening gesloten tussen de officier van justitie en A-4110. A-4110 heeft A-4133 geïntroduceerd bij [verdachte] . Bij de introductie is samengevat het volgende besproken:
- A-4110 heeft iemand voor "die snelle";
- A-4110 wil Ieren naar Nederland laten komen;
- [verdachte] vindt dat "ok", maar wil "aan deze kant" blijven;
- [verdachte] moet zich indekken om iemand niet te passeren;
- [verdachte] moet toestemming vragen van iemand die nu vast zit
- [verdachte] vraagt aan A-4110 of "zij" ook mee mogen gooien met "die man", hiermee
wordt bedoeld dat "ze" ook kilo's willen meevoeren naar Ierland.
- [verdachte] vraagt of "ze" ook belang hebben bij andere dingen, waarmee hij doelt op
andere soorten drugs dan speed.
Op donderdag 05 juli 2018 heeft nabij een horecagelegenheid te [plaats] een eerste ontmoeting plaatsgevonden tussen A-4133 en [verdachte] , in bijzijn van A-4110. In deze ontmoeting wordt kort samengevat het volgende besproken:
- [verdachte] had een eigen mannetje voor de speed van goede kwaliteit, maar die zit nu in
Duitsland in de gevangenis.
- In de toekomst kan [verdachte] misschien voorzien in het vervoer van de drugs naar de Ier.
- A-4133 en [verdachte] komen overeen dat A-4133 1 kilogram cocaïne aankoopt als test voor 28.000 euro.
- A-4133 treedt in contact met A-4110 om een tweede ontmoeting te beleggen.
Op dinsdag 31 juli 2018 heeft A-4110 opnieuw een ontmoeting met [verdachte] . In deze
ontmoeting vertelt A-4110 dat de Ieren veel belangstelling hebben en in september langs willen
komen. A-4110 benadrukt dat hij de Ieren vertrouwt en op de vraag of ze ook belangstelling hebben
voor speed, zegt A-4110 dat dit met hen zelf overlegd moet worden.
Op dinsdag 04 september 2018 heeft een tweede ontmoeting tussen A-4133 en A-4110 en
[verdachte] plaatsgevonden bij het [locatie 1] te [plaats] . Tijdens deze ontmoeting is het volgende besproken en heeft het volgende plaatsgevonden:
- Omdat [verdachte] zelf tweeduizend euro meer moet betalen voor de cocaïne, is de prijs gestegen naar 30.000 euro.
- De lokale leveranciers voor de cocaïne zijn niet beschikbaar, dus de cocaïne moet afgehaald worden in de buurt van [plaats] .
- A-4133 en A-4110 rijden op eigen gelegenheid naar [plaats] en spreken af om daar [verdachte] wederom te ontmoeten.
- Omdat [verdachte] er die avond niet in slaagt om naar eigen zeggen cocaïne van goede kwaliteit aan te kopen, spreekt hij met A-4133 af dat ze de aankoop uitstellen tot een ander moment.
- Volgens [verdachte] zou de aankoop de volgende keer makkelijker zijn, omdat zijn lokale
leveranciers niks hadden ten gevolge van (het eind van) de vakanties.
Tot op heden is aldus het proces-verbaal onbekend wie behalve [verdachte] deel uitmaakt/uitmaken van dit georganiseerde verband dat misdrijven beraamt en/of pleegt. Door onder meer de stelselmatige inwinning van informatie door A-4110 wil het onderzoeksteam zicht krijgen op het georganiseerde verband waarbinnen [verdachte] kennelijk harddrugs verhandelt, dan wel bewerkt, verwerkt, verkoopt, aflevert, verstrekt, vervoert, aanwezig heeft en/of vervaardigt.
Doel van de stelselmatige inwinning door A-4110 is informatie te achterhalen over de strafbare feiten waarvan [verdachte] wordt verdacht en zo inzicht te krijgen in de manier waarop hij deze feiten pleegt en daarnaast mogelijk zicht te krijgen op de persoon of personen waarmee [verdachte] dit misdrijf/deze misdrijven al dan niet in georganiseerd verband beraamt en/of pleegt.
[verdachte] en A-4133 hebben op 4 september 2018 de afspraak gemaakt om op een later
moment de kilo cocaïne aan te kopen. Met deze aankoop dient het vertrouwen in getuige A-4133 door [verdachte] te worden bevestigd. Wanneer het vertrouwen is gewekt, wordt als vervolgstap een (buitenlandse) opsporingsambtenaar geïntroduceerd. Via deze opsporingsambtenaar hoopt het onderzoeksteam zicht te krijgen op de leiders van het eventueel georganiseerd crimineelverband waar [verdachte] deel van uitmaakt. De opsporingsambtenaar zal dan ook het profiel hebben van een 'grote jongen' in plaats van dat van een tussenpersoon, zoals A-4133 zichzelf heeft voorgesteld. Wanneer [verdachte] rechtstreeks contact wil onderhouden met A-4133 zal de inzet van A-4110 worden beëindigd. Uit het contact tussen [verdachte] en A-4110 op 10 september 2018 blijkt
dat de [verdachte] in dit stadium enkel met tussenkomst van A-4110 opnieuw in contact wil treden met A-4133. Verzocht wordt om de overeenkomst te verlengen tot 1 januari 2019. [79]
Naar aanleiding van deze aanvraag is een bevel tot verlening van een overeenkomst stelselmatige inwinning van informatie met een burger verleend met betrekking tot verdachte [verdachte] en de NN-betrokkene(n) voor een periode van ten hoogste drie maanden, welke periode aanvangt op 4 oktober 2018 tot en met 1 januari 2019. [80] Van deze verlenging is een overeenkomst opgesteld, inhoudende dat de overeenkomst van 4 juli 2018 wordt verlengd van 4 oktober 2018 tot en met 1 januari 2019. [81]
Op 21 december 2018 wordt de tweede verlenging aangevraagd. Reden daarvoor is dat in de laatste week van januari of eerste week februari 2019 naar verwachting de volgende ontmoeting tussen [verdachte] en A-4133 zal plaatsvinden. Het ligt voor de hand dat [verdachte] voor en tijdens deze inzet met A-4110 verschillende contactmomenten zal hebben. Ook is de verwachting dat A-4110 en [verdachte] nog contact hebben over de kwaliteit of gewicht van de in december door A-4133 aangekochte drugs. Het voornemen is ook om de "baas" van A-4133 in januari 2019 bij [verdachte] te introduceren. Het ziet er naar uit dat A-4110 ook hierin een rol heeft, want [verdachte] wil vooralsnog niet rechtstreeks met A-4133 contact onderhouden.
Doel van de stelselmatige inwinning door A-4110 is informatie te achterhalen over de strafbare feiten waarvan [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 14] worden verdacht en zo inzicht te krijgen in de manier waarop zij deze feiten plegen en daarnaast mogelijk zicht te krijgen op de persoon of personen waarmee de verdachten dit misdrijf/deze misdrijven al dan niet in georganiseerd verband beramen en/of plegen.
Nu de introductie van een (buitenlandse) opsporingsambtenaar aanstaande lijkt te zijn, waarbij het onderzoeksteam zicht hoopt te krijgen op de leiders van het vermeend georganiseerd crimineel verband, lijkt de bijstand van de criminele burger aldus het proces-verbaal onvermijdelijk. Vooralsnog blijkt dat [verdachte] enkel met tussenkomst van A-4110 in contact wil treden met A-4133. Verzocht wordt om het bevel te verlengen van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019. [82] Naar aanleiding van deze aanvraag is een bevel tot wijziging en verlenging van een overeenkomst stelselmatige inwinning van informatie met een burger verleend met betrekking tot verdachte [verdachte] en [medeverdachte 1] en de NN-betrokkene(n) voor een periode van ten hoogste drie maanden, welke periode aanvangt op 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019. [83] Van deze wijziging en verlenging is een overeenkomst opgesteld, inhoudende dat de overeenkomst van 4 juli 2018 voor de tweede keer wordt verlengd voor de duur van 1 januari 2019 tot en met 1 april 2019 en wordt aangevuld in die zin dat de stelselmatige inwinning van informatie door de burger ook ziet op verdachte [medeverdachte 1] . [84]
Inzet criminele burgerinfiltrantOp 27 februari 2019 werd in een proces-verbaal aan de officier van justitie verzocht om een overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie af te sluiten met A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] , en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de periode van 1 maart 2019 tot en met 3l mei 2019. In de aanvraag tot het aangaan van een overeenkomst wordt het volgende vermeld. Naar aanleiding van de contacten tussen A-4110 en [verdachte] en diens wens om in contact te komen met een buitenlandse afnemer van verdovende middelen, is door officier van justitie met A-4110 een overeenkomst burgerpseudokoop/burgerpseudodienstverlening aangegaan. A-4110 heeft de opdracht gekregen, A-4133, te introduceren en deze te faciliteren in zijn contacten met [verdachte] . Ook is een bevel stelselmatige informatie-inwinning gegeven.
De eerste, door de WOD geregisseerde, ontmoeting tussen A-4110 en [verdachte] vond plaats op 24 mei 2018. A-4110 heeft op 05 juli 2018 A-4133 bij [verdachte] geïntroduceerd. Na deze kennismaking vonden in de periode van 30 augustus 2018 tot en met 22 februari 2019 in totaal vijf pseudokoopacties plaats. Vier daarvan hebben geleid tot een aankoop. Dat wil zeggen dat [verdachte] , al dan niet via A-4110, harddrugs heeft geleverd aan A-4133.
Samengevat heeft de inzet van A-4110 en A-4133 tot dusver als resultaat dat:
- naast [motorclub 1] [verdachte] ook [medeverdachte 9] (eveneens lid van de [motorclub 1]
[plaats] ), [medeverdachte 1] (vicepresident van de [motorclub 2] ) als [medeverdachte 14] als verdachte zijn aangemerkt. De verdenkingen zijn onder meer gebaseerd op gesprekken waaruit kan blijken dat [medeverdachte 9] leverancier van cocaïne is, blijkt [verdachte] rondom de pseudokopen af te stemmen met [medeverdachte 1] en is er een dactyloscopisch spoor van [medeverdachte 14] aangetroffen op één van de bakjes waarin door [verdachte] speed (amfetamine) is geleverd;
- is gebleken dat [verdachte] wel vaker en ook grotere partijen harddrugs wil leveren aan
getuige A-4133;
- [verdachte] inmiddels bereid is 'de baas' van getuige A-4133 te ontmoeten (de te
introduceren aangewezen (buitenlandse) opsporingsambtenaar A-2369), deze ontmoeting
zal waarschijnlijk in maart 2019 plaatsvinden;
er onder meer rondom de pseudokopen contacten zijn vastgesteld tussen [verdachte] en
(kader-)leden van de [motorclub 2] , in het bijzonder met
vicepresident [medeverdachte 1] .
Na vier geslaagde pseudokopen is nog niet de gehele doelstelling van de inzet van A-4110 en A-4133 bereikt. Hoewel er dankzij de pseudokopen en de bemiddelende rol van
A-4110 sprake is van een vertrouwensbasis tussen [verdachte] en A-4133, wil [verdachte] nog geen rechtstreeks contact met A-4133 zonder tussenkomst van A-4110. Ook blijkt dat er nog onvoldoende basis was om de politiële infiltrant A-2369 te introduceren. Daarvoor is het noodzakelijk dat A-4110 en A-4133 nog langer contact onderhouden met [verdachte] . Daarnaast is zicht gekregen op internationale handel in verdovende middelen van verdachte [medeverdachte 2] , al dan niet in samenwerking met anderen waaronder leden van de [motorclub 2] ( [plaats] ). Hiervoor is A-4110 benaderd door [medeverdachte 2] , die contacten heeft met onder meer verdachten [medeverdachte 14] en [medeverdachte 1] en andere personen uit de groep van personen. Gezien de duur van de stelselmatige informatie-inwinning, het aantal pseudokopen, de verklaring van A-4110 over [medeverdachte 2] en diens samenwerking met [motorclub 2] en de komende introductie van de politiële infiltrant A-2369 die zal gaan deelnemen aan de groep van personen die misdrijven pleegt of beraamt, vordert het onderzoek dringend dat wordt overgegaan tot (criminele) burgerinfiltratie van getuigen A-4110 en A-4133.
De door A-4110 te verlenen bijstand aan de opsporing bestaat uit het deelnemen aan en of
medewerking verlenen aan een groep van personen bestaande uit onder meer de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 9] (leden van [motorclub 1] [plaats] ), [medeverdachte 1] , vicepresident van de [motorclub 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 2] en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] .
A-4110 zal bemiddelen in de contacten tussen [verdachte] en getuige A-4133, zodat deze laatste (nogmaals) partijen harddrugs van [verdachte] zal kunnen afnemen, om verder vertrouwen te wekken en vervolgens politiële infiltrant A-2369 bij [verdachte] en de groep te kunnen introduceren. Ook zal A-4110 contact onderhouden met [medeverdachte 2] en mogelijk een politiële infiltrant bij [medeverdachte 2] en de groep introduceren. [85]
Op 28 februari 2019 werd door de officier van justitie een overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie afgesloten met A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] ,
[medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] , en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de periode van 1 maart 2019 tot en met 31 mei 2019. Burger zal bemiddelen in de contacten tussen [verdachte] en burger A-4133, zodat burger 4133 (nogmaals) partijen harddrugs van [verdachte] zal kunnen afnemen om verder vertrouwen te wekken en vervolgens de politiële infiltrant A-2369 bij [verdachte] en de groep te kunnen introduceren. Ook zal burger contact onderhouden met [medeverdachte 2] en mogelijk een politiële infiltrant bij [medeverdachte 2] en de groep introduceren. Verder is er een onkosten- en uurvergoeding als bedoeld in artikel 1 onder h van de Circulaire bijzondere opsporingsgelden overeengekomen ter hoogte van € 50,- per uur bij de inzet. [86]
Aanvraag eerste verlenging overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie A-4110
Op 28 mei 2019 werd aan de officier van justitie verzocht om de eerste verlenging van de afgesloten overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie met A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] en [naam] , en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de periode van 1 juni 2019 tot en met 31 augustus 2019. In het proces-verbaal van de aanvraag wordt het volgende vermeld.
Nadat er een overeenkomst tot infiltratie is gesloten met A-4110, is meer informatie achterhaald over strafbare feiten. Zo heeft in aanwezigheid van A-4133 en met medewerking van A-4110 de introductie van A-2369 bij [verdachte] plaatsgevonden, al wilde [verdachte] zijn 'baas' nog niet meenemen naar dit overleg. Tevens heeft op 01 april 2019 een pseudokoop plaatsgevonden van circa 13 kilogram speed, 1 kilogram MDMA, geleverd door [verdachte] aan A-4133 met bemiddeling van A-4110. Hierbij heeft [verdachte] een proefsetje XTC pillen geleverd. [verdachte] heeft direct na de bestelling van deze verdovende middelen er al op aangedrongen dat A-4110 bij de levering aanwezig moest zijn, door omstandigheden zijn de verdovende middelen in de woning van A-4110 bewaard en door [verdachte] en A-4110 samen verpakt. Bij deze pseudokoop is aan [verdachte] een Engelse telefoon geleverd, mede met als doel om de rol van A-4110 te verkleinen. Uit het feit dat [verdachte] in eerste instantie deze telefoon in bewaring wilde geven bij A-4110, blijkt dat [verdachte] belang hecht aan diens betrokkenheid. Middels de app Wickr Me vindt directere communicatie plaats tussen A-4133/A-2369 en [verdachte] .
Uit de bezoeken van [medeverdachte 2] aan A-4110 en de openheid die hij betracht in de gesprekken met A-4110 blijkt dat hij A-4110 vertrouwt. Zo wordt A-4110 ingezet als chauffeur van [medeverdachte 2] om geld op te halen bij [medeverdachte 1] , wat naar een adres in [plaats] gebracht is. Mogelijk houdt dit geld verband met het transport van 180 kilogram speed naar Finland dat georganiseerd is in samenwerking met de [motorclub 2] [plaats] . Diverse andere ontmoetingen geven zicht op de wens van [medeverdachte 2] om een transportlijn op te zetten naar Noorwegen, waar volgens de verklaringen van A-4110 de [motorclub 2] ook bij betrokken zijn. Tevens is zicht verkregen op een
leverancier van PGP toestellen, waar ook [medeverdachte 1] mogelijk contact mee heeft, en blijkt dat verdachte [medeverdachte 9] ( [motorclub 1] ) niet alleen contact heeft met verdachte [verdachte] ( [motorclub 1] ) maar ook zaken doet met verdachte [medeverdachte 2] . Daarnaast heeft [medeverdachte 2] gesproken met A-4110 over onder meer de import van cocaïne via [plaats] , de import en export van medicijnen, het produceren van speed en is A-4110 in contact gekomen met 'de chemicus' [naam] .
Meermaals heeft [verdachte] de bereidheid getoond om in de toekomst grotere hoeveelheden verdovende middelen te leveren aan A-4133 danwel A-2369, waarbij gesproken is over bijvoorbeeld 50 kilogram speed en partijen vanaf 10.000 stuks XTC pillen. Om het vertrouwen tussen [verdachte] en A-4133 te behouden en vergroten, ligt het in de lijn der verwachting dat juni 2019 een volgende pseudokoop zal plaatsvinden. Hierin zal A-4110 een faciliterende en bemiddelende rol in spelen. Gezien de uitspraak van [verdachte] dat ze eerst nog een aantal maal 10 kilogram zullen verkopen voordat ze naar grotere partijen gaan, past dit ook in zijn beeld. Bij deze pseudokoop zal de communicatie zoveel als mogelijk plaatsvinden met A-4133 via Wickr Me, ook om de rol van
A-4110 af te bouwen. Deze pseudokoop is er op gericht om in de toekomst een grotere pseudokoop mogelijk te maken waarbij het de verwachting is dat de rol van de [motorclub 2] [plaats] nadrukkelijker in beeld zal komen. Het is de verwachting dat ook de komende maanden [medeverdachte 2] contact zal zoeken met A-4110 om naast sociale gesprekken, te spreken over strafbare feiten. Dit kan onder meer gaan over het transport naar Finland, dat kennelijk in samenwerking met de [motorclub 2] heeft plaatsgevonden, het transporteren van geld vanaf [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 11] en de transportlijn van speed naar Noorwegen die kennelijk ook in samenwerking met de [motorclub 2] opgezet kan worden.
De door A-4110 te verlenen bijstand aan de opsporing bestaat uit het deelnemen aan en of
medewerking verlenen aan een groep van personen bestaande uit onder meer de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 9] (leden van [motorclub 1] [plaats] ), [medeverdachte 1] , vicepresident van de [motorclub 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] en [naam] en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] . A-4110 zal bemiddelen in de contacten tussen [verdachte] en A-4133, zodat deze laatste (nogmaals) partijen harddrugs van [verdachte] zal kunnen afnemen, om verder vertrouwen te wekken. Ook zal A-4110 contact onderhouden met [medeverdachte 2] en mogelijk een buitenlandse opsporingsambtenaar bij [medeverdachte 2] introduceren. [87]
Eerste verlenging overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie A-4110
Op 29 mei 2019 werd door de officier van justitie, de overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie afgesloten met A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] en [naam] , en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de eerste keer verlengd, voor de periode van 1 juni 2019 tot en met 31 augustus 2019. Daarnaast is de overeenkomst gewijzigd, inhoudende dat de burger met ingang van 1 juni 2019 recht heeft op een onkosten- en uurvergoeding ter hoogte van € 70,-. [88]
Aanvraag tweede verlenging overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie A4110
Op donderdag 29 augustus 2019 werd aan de officier van justitie werd verzocht om de tweede verlenging van de afgesloten overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie met
A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] en [naam] , en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de periode van 1 september 2019 tot en met 30 november 2019. In het proces-verbaal van de aanvraag wordt het volgende vermeld.
Nadat er een overeenkomst tot infiltratie is gesloten met A-4110, is meer informatie achterhaald over strafbare feiten. Zo heeft [verdachte] twee maal contact gezocht met A-4110 en tijdens het gesprek met A-4110 geïnformeerd naar A-4133 en A-2369. Daarnaast komt [medeverdachte 2] meerdere malen per week langs bij A-4110 en vertelt hem over diverse beraamde en gepleegde misdrijven, waarbij meerdere personen betrokken lijken te zijn. Ook neemt [medeverdachte 2] A-4110 mee naar [medeverdachte 1] om handelingen te verrichten en is A-4110 aanwezig in de woning van [medeverdachte 1] en bij gesprekken met [medeverdachte 11] . Hierdoor is zicht op geldtransporten tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 11] , op PGP resellers en PGP gebruik van personen, op producenten van speed waaronder [naam] de chemicus, op productieprocessen en - prijzen, op gepleegde en beraamde transporten van speed naar Finland, op het organiseren van een transportlijn van verdovende middelen naar Australië, op een transport van speed naar Noorwegen dat niet doorgaat omdat de [motorclub 2] dat niet zouden toestaan en geen concurrentie willen, op bewaarplekken van geld van onder meer verdachte [medeverdachte 2] en [medeverdachte 13] , op de rol van [naam] die mogelijk speed heeft aangepakt in Finland, op zeggenschap van de [motorclub 2] op de president van de [motorclub 1] en op diverse (andere) strafbare feiten. Naast de [motorclub 2] en [motorclub 1] in (Noord-)Nederland, komen [motorclub 2] uit Finland en Australië in beeld. De ontmoetingen tussen A-4110 en [medeverdachte 2] en het feit dat A-4110 in de woning is geweest bij [medeverdachte 1] en deelneemt aan gesprekken met [medeverdachte 11] , geven blijk van de vertrouwenspositie die A-4110 heeft.
Meermaals heeft [verdachte] de bereidheid getoond om in de toekomst grotere hoeveelheden verdovende middelen te leveren aan A-4133 danwel A-2369, waarbij gesproken is over bijvoorbeeld 50 kilogram speed en partijen vanaf 10.000 stuks XTC pillen. Na terugkomst in Nederland van A-4110, heeft [verdachte] hem opgezocht om te praten over de handel. Naar aanleiding hiervan zal er, bijvoorbeeld via Wickr Me, contact plaatsvinden tussen A-4133 danwel A-2369 en [verdachte] . Ook vindt er mogelijk een nieuwe pseudokoop plaats die meer zicht kan geven op de groep van personen die hier bij betrokken zijn. Daarnaast is het de verwachting dat [medeverdachte 2] A-4110 blijft opzoeken, met hem praat over onder meer strafbare feiten, hem meeneemt of vraagt te brengen naar andere verdachten en uitnodigt deel te nemen aan gesprekken tussen verdachten. Onder meer kunnen deze gesprekken gaan over een transport van verdovende middelen naar Finland en/of de te organiseren transportlijn van harddrugs naar Australië.
De door A-4110 te verlenen bijstand aan de opsporing bestaat uit het deelnemen aan en of
medewerking verlenen aan een groep van personen bestaande uit onder meer de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 9] (leden van [motorclub 1] [plaats] ), [medeverdachte 1] , vicepresident van de [motorclub 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] . A-4110 zal indien nodig bemiddelen in de contacten tussen [verdachte] , A-4133, en/of A-2369 zodat deze laatste (nogmaals) partijen harddrugs van [verdachte] zal kunnen afnemen, om verder vertrouwen te wekken. [89]
Tweede verlenging overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie A-4110
Op 29 augustus 2019 werd door de officier van justitie, de overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie afgesloten met A-4110, de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] en [naam] , voornoemd, en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de tweede keer verlengd voor de periode van 31 augustus 2019 tot en met 30 november 2019. De groep van personen waaraan wordt deelgenomen en/of medewerking wordt verleend, wordt uitgebreid met de verdachten [naam] , [medeverdachte 4] en [naam] . [90]
Aanvraag derde verlenging overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie A-4110
Op 22 november 2019 werd verzocht om de derde verlenging van de afgesloten overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie met A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] , [naam] en [medeverdachte 10] , en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de periode van [geboortedag] 2019 tot en met 29 februari 2020. In het proces-verbaal van de aanvraag wordt het volgende vermeld.
Nadat er een overeenkomst tot infiltratie is gesloten met A-4110, is informatie achterhaald over strafbare feiten waarvan onder meer [motorclub 1] [verdachte] , [motorclub 1] [medeverdachte 9] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 13] en [naam] , [naam] , [naam] , 'transporteur' [medeverdachte 4] en inmiddels [medeverdachte 10] worden verdacht. Zo zoekt [verdachte] wederom afstemming met A-4110 in het kader van de export van speed naar Ierland, geeft aan transport te kunnen regelen en vraagt naar de zaken tussen A-4110 en [medeverdachte 2] . Daarnaast zijn er geregeld ontmoetingen tussen [medeverdachte 2] en A-4110 waarbij [medeverdachte 2] vertelt over diverse beraamde en gepleegde misdrijven, waarbij meerdere personen betrokken lijken te zijn. Ook reizen [medeverdachte 2] en A-4110 naar Thailand voor twee ontmoetingen met A-2395 in verband met het opzetten van een transportlijn van verdovende middelen naar Australië. In datzelfde kader vinden ontmoetingen plaats met onder meer [medeverdachte 1] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 13] . Ook vinden er ontmoetingen plaats met hen over de transportlijn van speed naar Finland. Daarnaast is zicht gekregen op diverse geldstromen. Zo is het mogelijk dat [medeverdachte 1] op 19 oktober 2019 bij een feest in België geld heeft verkregen en is A-4110 aanwezig bijeen betaling van
€ 35.000,- van [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 11] . Tevens is er zicht gekregen op afgeschermde communicatie tussen verdachten, onder meer doordat [medeverdachte 2] meerdere malen het Encro toestel van A-4110 gebruikt. Naast de [motorclub 2] en [motorclub 1] in (Noord-)Nederland, komen [motorclub 2] uit Finland en Australië in beeld. De ontmoetingen tussen A-4110 en [medeverdachte 2] en het feit dat A-4110 in de woning is geweest bij [medeverdachte 1] en deelneemt aan gesprekken met [medeverdachte 11] , geven blijk van de vertrouwenspositie die A-4110 inneemt. Meermaals heeft [verdachte] de bereidheid getoond om in de toekomst grotere hoeveelheden verdovende middelen te leveren aan A-4133 danwel A-2369, waarbij gesproken is over bijvoorbeeld 50 kilogram speed en partijen vanaf 10.000 stuks XTC pillen. In oktober 2019 komt [verdachte]
weer langs bij A-4110 en geeft aan dat hij over transport kan beschikken. Het ligt in de lijn der verwachting dat ook in de komende maanden er contact zal zijn met [verdachte] , mogelijk zal er sprake zijn van een ontmoeting en/of pseudokoop waarbij ook A-4133 en/of A-2369 betrokken wordt.
Daarnaast is het de verwachting dat [medeverdachte 2] A-4110 blijft opzoeken, met hem praat over onder meer strafbare feiten, hem meeneemt of vraagt te brengen naar andere verdachten en uitnodigt deel te nemen aan gesprekken tussen verdachten. Onder meer kunnen deze gesprekken gaan over een transport van verdovende middelen naar Finland en/of de te organiseren transportlijn van harddrugs naar Australië. Zo is het onderzoeksteam voornemens om, gezien de behoefte van [medeverdachte 11] en [medeverdachte 2] om in contact te komen met [naam] , een ontmoeting tussen deze personen te arrangeren.
De door A-4110 te verlenen bijstand aan de opsporing bestaat uit het deelnemen aan en of
medewerking verlenen aan een groep van personen bestaande uit onder meer de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 9] (leden van [motorclub 1] [plaats] ), [medeverdachte 1] , vicepresident van de [motorclub 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 10] en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] en personen waar zij mee samenwerken.
A-4110 zal indien nodig bemiddelen in de contacten tussen [verdachte] , A-4133, en/of
A-2369 zodat deze laatste (nogmaals) partijen harddrugs van [verdachte] zal kunnen afnemen, om verder vertrouwen te wekken. A-4110 zal daarnaast bemiddelen in contacten tussen verdachten en A-2395 en A-2400, die bevel hebben gekregen om te infiltreren in de groep van personen, in het kader van het organiseren van een drugstransport naar Australië. [91]
Derde verlenging overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie A-4110
Op woensdag 27 november 2019 werd door de officier van justitie de overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie afgesloten met A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] , [naam] en [medeverdachte 10] , voornoemd, en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de derde keer verlengd voor de periode van 1 december 2019 tot en met 29 februari 2020. De groep van personen waaraan wordt deelgenomen en/of medewerking wordt verleend, wordt uitgebreid met de verdachte [medeverdachte 10] . [92]
Aanvraag vierde verlenging overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie A-4110
Op 24 februari 2020 werd aan de officier van justitie verzocht om de vierde verlenging van de afgesloten overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie met A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] , [naam] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 3] , [naam] en [naam] , en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de periode van 1 maart 2020 toten met 31 mei 2020. In het proces-verbaal van de aanvraag wordt het volgende vermeld.
Nadat er een overeenkomst tot infiltratie is gesloten met A-4110, is meer informatie achterhaald over strafbare feiten waarvan onder meer [motorclub 1] [verdachte] , [motorclub 1] [medeverdachte 9] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 13] en [naam] , [naam] , [naam] , 'transporteur' [medeverdachte 4] , [medeverdachte 10] en inmiddels [medeverdachte 3] , [naam] en [naam] worden verdacht. Zo zoekt [verdachte] wederom afstemming met A-4110 in het kader van de export van speed naar Ierland, geeft aan een 'aanpakker' in [plaats] te zoeken en wordt een ontmoeting met A-2369 in [plaats] georganiseerd. Voorafgaande aan deze ontmoeting vindt een ontmoeting plaats in de woning van [medeverdachte 1] in [plaats] .
Daarnaast zijn er geregeld ontmoetingen tussen [medeverdachte 2] en A-4110 waarbij [medeverdachte 2] vertelt over diverse beraamde en gepleegde misdrijven, waarbij meerdere personen betrokken lijken te zijn. Nu [medeverdachte 11] zich tijdelijk afzijdig lijkt te houden in het organiseren van nieuwe transporten en contacten moeizaam tot stand komen, is [medeverdachte 2] de mogelijkheden voor de inzet van A-2400 (' [naam] ') verder aan het verkennen. Meer concreet blijkt dat [medeverdachte 2] op korte termijn een gecombineerd transport van speed en hasj richting Denemarken, Finland en Noorwegen wil realiseren. Deze partij zou mogelijk afkomstig zijn van de verdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 13] . Begin februari wordt duidelijk dat A-4110 de 100 kilo speed namens [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op korte termijn naar Finland zal transporteren. Dit via tussenkomst van zijn Duitse contact (A-2421). Hiertoe krijgt A-4110 op 12 februari 2020 concrete instructies van verdachte [medeverdachte 1] en wordt er onder andere gesproken over de verpakking van de drugs, een (aan)betaling van [medeverdachte 1] en een geprepareerde prepaid telefoon waarmee vóór de aflevering in Finland contact gezocht moet worden. Aan A-4110 wordt tevens gevraagd met een stashauto te rijden en wordt verteld dat er een voorrijder wordt ingezet. Ondanks alle verkennende voorbereidingen die afgelopen periode hebben plaatsgevonden om een drugstransport naar Australië op te zetten, lijkt de voortgang te stagneren. Wel zoekt [medeverdachte 1] een aantal keer contact met de Encro van A-4110, waarin hij informeert naar ' [medeverdachte 10] . De ontmoetingen tussen A-4110 en [medeverdachte 2] , de ontmoetingen tussen A-4110 en [verdachte] en het feit dat A-4110 deelneemt aan gesprekken met [medeverdachte 11] , geven blijk van de vertrouwenspositie die A-4110 heeft.
De door A-4110 te verlenen bijstand aan de opsporing bestaat uit het deelnemen aan en of
medewerking verlenen aan een groep van personen bestaande uit onder meer de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 9] (leden van [motorclub 1] [plaats] ), [medeverdachte 1] , vicepresident van de [motorclub 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 3] , [naam] en [naam] en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] en personen waar zij mee samenwerken, zoals onder andere [medeverdachte 6] .
De verdenking bestaat dat de verdachten deel uitmaken van een groep van personen die zich
bezighoudt met het beramen of plegen van misdrijven te weten de invoer en/of verwerking en/of uitvoer en/of handel in harddrugs zoals speed (amfetamine) en/of cocaïne dan wel de voorbereiding van die strafbare feiten.
A-4110 zal indien nodig bemiddelen in de contacten tussen [verdachte] , A-4133, en/of A-2369 zodat deze laatste (nogmaals) partijen harddrugs van [verdachte] zal kunnen afnemen, om verder vertrouwen te wekken. A-4110 zal daarnaast bemiddelen in contacten tussen verdachten en A-2395, A-2400 en/of A-2421, die bevel hebben gekregen om te infiltreren in de groep van personen, in het kader van het organiseren van een drugstransport naar Australië, Finland en/of elders in Europa. [93]
Vierde verlenging overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie A-4110
Op woensdag 26 februari 2020 werd door de officier van justitie, naar aanleiding van voornoemd proces-verbaal, de overeenkomst tot criminele burgerinfiltratie afgesloten met A-4110, contra de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [naam] , [naam] , [medeverdachte 4] , [naam] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 3] , [naam] en [naam] , voornoemd, en mogelijk andere leden van de [motorclub 2] , voor de vierde keer verlengd voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. De groep van personen waaraan wordt deelgenomen en/of medewerking wordt verleend, wordt uitgebreid met de verdachten [medeverdachte 3] , [naam] , [naam] en een NN-man met baard die geïntroduceerd is als: 'de vervanger van [medeverdachte 13] ', waarvan uit onderzoek is
gebleken dat het mogelijk [medeverdachte 6] betreft. [94]
Conclusie van het hof over de feitelijke inzet van A-4110 als burgerpseudokoper/-dienstverlener, burgerinformant en burgerinfiltrant
Het hof stelt voorop dat niet is gebleken, noch aspecten uit het dossier naar voren zijn gekomen, die aanknopingspunten bieden voor de conclusie dat de gedragingen van A-4110 in de fase van pseudokoop en stelselmatige informatie-inwinning, feitelijk neerkwamen op infiltratie door een criminele burgerinfiltrant. Het hof stelt, op grond van het hierboven verhandelde, vast dat aan de inzet van A-4110 als pseudokoper-/dienstverlener, stelselmatig informatie-inwinner en later ook als infiltrant telkens gemotiveerde aanvragen ten grondslag liggen. Deze processen-verbaal van aanvraag omvatten telkens een concrete beschrijving van de tot dan vastgestelde onderzoeksresultaten. Die onderzoeksresultaten zijn als onderdeel gevoegd in het politiedossier. In deze aanvragen wordt de wettelijke grondslag beschreven en concreet en feitelijk beschreven wat de inzet van A-4110 inhoudt. Er wordt omschreven wat het doel is van de inzet, op welke wijze hij wordt ingezet en welke opdrachten hij krijgt.
Van de gedragingen en waarnemingen van A-4110 wordt telkens in een debriefing verslag gedaan. Door middel van bijvoorbeeld OVC wordt conversatie van A-4110 gedurende geplande inzetmomenten vastgelegd. In de loop van het onderzoek wordt ook OVC en camera-opname ingezet in de nabijheid van A-4110, onder meer in de auto en woning van A-4110. De rol van A-4110 is tot op de zogenoemde klapdag van 2 maart 2020 vooral bemiddelend, waarbij wel zichtbaar is dat door de organisatie op A-4110 met name in de eindfase een beroep wordt gedaan zelf drugs aan te pakken en te vervoeren. Zijn rol en inzet worden gedurende het onderzoek in de processen-verbaal van aanvraag en gesloten overeenkomsten evenwel niet groter gemaakt, in die zin dat hij niet belangrijker wordt binnen het criminele netwerk waar het onderzoek zich op richt.
Het Openbaar Ministerie heeft uitgelegd dat telkens is geprobeerd A-4110 uit het onderzoek te halen en hem te laten vervangen door politiële infiltranten, hetgeen niet lukte. Uit OVC gesprekken volgt ook dat A-4110 eigen betrokkenheid met drugshandel en vervoer meermalen afhoudt. Ook is door het Openbaar Ministerie aandacht gevraagd voor de in de loop van het onderzoek meer onveilig wordende situatie rondom A-4110, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot de zogenoemde klapdag waarmee een einde aan het onderzoek is gekomen. Het hof herkent de uitleg van de advocaten-generaal in de inhoud van het dossier, waaronder de OVC gesprekken.
De wijze van inzet, de keuzes daarin aan de hand van de bevindingen en het verloop in de inzet, zijn uit de inhoud van diverse stukken in het dossier, waaronder processen-verbaal van aanvraag, navolgbaar. Het hof stelt vast dat de inzet van A-4110 op transparante wijze is gecontroleerd. Het dossier omvat een nauwkeurige verslaglegging die inzicht geeft in concreet verloop van inzet van A-4110 en overigens ook van de uitvoering van andere opsporingsmethoden. Het maakt de inzet op een juiste wijze toetsbaar voor het hof hetgeen bijdraagt aan de integriteit van de opsporing. Het hof is aldus in staat de rechtmatigheid van WOD-traject te beoordelen. Conclusie van het hof is dat de wijze waarop A-4110 is ingezet overeenkomt met de inhoud van het dossier, waaronder de verschillende processen-verbaal van de aanvragen en OVC en dat de gedragingen die A-4110 verricht de hem gegeven opdrachten niet overstijgen. De inzet van A-4110 wordt op grond van het bovenstaande rechtmatig geacht.
C- De betrouwbaarheid van A-4110Standpunt van de verdedigingDoor de verdediging is aangevoerd dat de verklaringen van A-4110 niet betrouwbaar zijn. Onder andere is aangevoerd dat A-4110 vanwege de problemen die in hoger beroep zijn vastgesteld met betrekking tot zijn psychische gesteldheid niet betrouwbaar is. Ook de slechthorendheid van A-4110 en dat hij vervolgens zelf invulling geeft aan wat hij wel of niet heeft gehoord, maakt dat zijn verklaringen niet betrouwbaar zijn. Daarnaast is het onduidelijk in hoeverre het eigen (financiële) belang van A-4110 van invloed is op zijn gedragingen en verklaringen zodat ook om die reden A-4110 niet betrouwbaar is. Ook is aangevoerd dat A-4110 drugs heeft gebruik tijdens zijn inzet en daarbij is de vraag opgeworpen waarom dat niet in het procesdossier is vermeld.
Standpunt van de advocaten-generaalDe advocaten-generaal hebben zich op het standpunt gesteld dat A-4110 betrouwbaar is. Tijdens zijn inzet was A-4110 goed in staat om relevante informatie te reproduceren. Er zijn geen indicaties voor mentaal disfunctioneren in die tijd. Zijn inzet kan aan de hand van onafhankelijk bewijsmateriaal, zoals OVC-opnamen, worden getoetst. De betrouwbaarheid van A-4110 kan en moet aan het gehele dossier worden getoetst. Dit leidt tot een positief betrouwbaarheidsoordeel.
Vaststelling van het hofDe advocaten-generaal hebben bij e-mail van 21 augustus 2023 aan het hof verzocht een gedragsdeskundige te benoemen om nader onderzoek te doen naar de getuige A-4110.
In de mail wordt vermeld dat zij recentelijk van de officier van justitie Burgeroperaties bericht hebben ontvangen dat bij getuige A-4110 zich een beginnende vasculaire dementie aan het manifesteren is. De diagnose is gesteld door een arts in het land waar A-4110 verblijft en is daarom niet te delen met de proces-deelnemers omdat daaruit is af te leiden in welke land A-4110 verblijft. Naar aanleiding van dit bericht hebben de advocaten-generaal de volgende vragen opgeworpen:
Is er daadwerkelijk sprake van beginnende vasculaire dementie? Zo nee, is er sprake van een andere ziekte of stoornis die van invloed is of kan zijn op de geheugenfunctie van de getuige?
Is de getuige in staat om eventueel als getuige te worden gehoord bij de raadsheer-commissaris?
Brengt een eventueel vastgestelde diagnose met zich dat een verhoor bij de getuige op een andere dan de normale wijze moet worden ingebracht (bijvoorbeeld de duur van de ondervraging en/of het verlenen van medische bijstand)?
Was deze beginnende aandoening (of een andere aandoening) aanwezig tijdens de inzet van de getuige in het onderzoek Vidar?
Was deze beginnende aandoening aanwezig toen de getuige in eerste aanleg werd gehoord door de rechter-commissaris?
De advocaten-generaal hebben verzocht om een neuropsycholoog als getuige-deskundige te benoemen teneinde de vragen te beantwoorden. [95] Dit verzoek is door de raadsheer-commissaris toegewezen op 15 september 2023. Op 22 oktober 2023 heeft prof. dr. R.W.H.M. Ponds, klinisch neuropsycholoog, gerapporteerd. Uit dat rapport blijkt onder meer het volgende:

Interview begeleidende medewerkers politieEr zijn twee begeleidende politiemedewerkers aanwezig die informatie kunnen geven over het beloop van mogelijke cognitieve problemen. Een van de medewerkers kent onderzochte al sinds 2016 (start operatie), de tweede medewerker kent onderzochte ongeveer 2 jaar. (…) Meest opvallende verandering bij onderzochte was het horen van geluiden (bv. kloppen op de deur) en stemmen die er niet waren, waar hij soms heftig op kon reageren (bv. naar een bovenbuurman die hij geagiteerd aansprak en beschuldigde). Dit begon in 2017/2018 en deze later als ‘waanbeelden’ getypeerde verschijnselen namen in ernst toe. Sinds ongeveer een half jaar gebruikt hij medicatie, (antipsychotica, slaapmedicatie) en inmiddels zijn deze waanbeelden nagenoeg afwezig. Ook slaapt hij nu goed, wat lange tijd een probleem was. Onderzochte hoort al lange tijd slecht, ook spreekt hij onduidelijk, binnensmonds. (…) Volgens beide agenten is het geheugen normaal. (…) Onderzochte geeft aan geen geheugenproblemen te hebben. (…) Hij is erg opgelucht dat hij geen waanbeelden meer heeft. Hij had hier veel last van, vooral van de stemmen die altijd dreigend waren. Deze kwamen het meest voor in de nacht, vooral einde van de nacht. Hij heeft zich altijd wel achteraf gerealiseerd dat de dreigingen (bv. ‘we komen je zo halen’) niet echt waren. (…)
Observaties bij het neuropsychologisch onderzoek (interview en testafname):(bij het gesprek) (…) Hij is zeer slechthorend en luid en extra articulerend spreken is nodig. Opmerkelijk is dat hij vrijwel niet aangeeft als hij iets niet heeft verstaan. Motoriek is vertraagd. (…)
Conclusies neuropsychologisch onderzoekOnderzochte ervaart geen cognitieve klachten of problemen. Over zijn geheugen benoemt hij enkel het wat vaker kwijt zijn van spullen en dat het hem helpt als hij enige cues of aanwijzingen krijgt. Zelf geeft hij aan nog veel vertrouwen te hebben in zijn herinneringen over zijn actieve periode als infiltrant. Zijn enige klachten betreffen de motorische beperkingen als gevolg van GBS en (tot voor 6 maanden) het horen van geluiden en stemmen (bedreigend). Dat laatste is nagenoeg geheel verdwenen sinds hij hiervoor medicatie heeft gekregen. (…) Het testonderzoek is valide, waarbij de inzet van onderzochte voldoende is voor een betrouwbare duiding van de testbevindingen. Het zeer slechte gehoor van onderzochte hebben de testprestaties, zeker bij de verbale geheugentaken, wel gedrukt. Opvallend is dat onderzochte nauwelijks of te laat aangeeft dat hij instructies en verbaal aangeboden testitems niet goed verstaat en/of er een eigen betekenis aan geeft.
Beantwoording specifiek vragen1. Is er inderdaad sprake van een beginnende vasculaire dementie? Zo nee, is er sprake van een andere stoornis of ziekte die van invloed is of kan zijn op de geheugenfunctie van de getuige?Deze vraag laat zich lastig beantwoorden door de beperkte informatie waarover we nu beschikken. Voor een diagnose dementie is naast beeldvorming (hersenen) en een neuropsychologisch onderzoek, ook een klinisch neurologisch onderzoek nodig en informatie over het dagelijks functioneren.Met betrekking tot dit laatste is het de belangrijkste vraag of en in hoeverre er ook sprake is van interferentie, ofwel is onderzochte niet in staat bepaalde dagelijkse taken en verantwoordelijkheden uit te voeren als gevolg van cognitief disfunctioneren. Dit is een cruciaal criterium voor de diagnose dementie. En ondanks navraag van mijn kant blijft het onduidelijk of er inderdaad sprake is van interferentie. Zelf geeft onderzochte aan alles nog te doen en te kunnen en ook de politiemedewerkers geven aan in dat opzicht weinig beperkingen te zien. Het gegeven dat hij de nodige praktisch hulp heeft ingeschakeld wil niet zeggen dat er ook sprake is van interferentie of noodzaak (het niet zonder hulp kunnen functioneren).Ik kon verder beschikken over een Engelstalige schriftelijke verslaglegging van een MRI uitgevoerd in juni dit jaar. Ik heb dit ter beoordeling voorgelegd aan een neuroloog van het Alzheimercentrum in Amsterdam , gespecialiseerd in o.a. imaging bij dementie. Hij maakt uit de beschrijving op dat er inderdaad sprake is van vasculaire schade (witte stofafwijkingen, oudere kleine infarctjes). De infarctjes liggen niet in strategische gebieden die gelinkt zijn aan cognitief functioneren en de hoeveelheid schade is ook niet in die mate die je bij vasculaire dementie verwacht. Mocht er echter in het klinisch beeld duidelijk sprake zijn van cognitieve stoornissen en interferentie, dan zou een diagnose vasculaire dementie kunnen passen. Is dit niet het geval dan kan er eerder gesproken worden van een zgn. Mild Cognitieve Impairment (MCI) op basis van aannemelijk vasculaire schade. In de literatuur wordt hier vaak de term Vasculair Cognitief Impairment (VCI) gehanteerd. Zowel MCI als VCI kunnen voorstadia zijn van een latere dementie.Bij vasculaire dementie en VCI staan vooral aandachtsproblemen en mentale traagheid op de voorgrond, geheugenproblemen zijn minder prominent en kenmerken zich vooral door een matige actieve inprenting, waarbij er echter wel sprake is van voldoende consolidatie zoals blijkt goede herkenning van de eerder geleerde informatie. Dit laatste is een cruciaal onderscheid met de dementie als gevolg van de ziekte van Alzheimer, waar juist de consolidatie ook gestoord is. Dit alles overwegende, is de diagnose vasculaire dementie nu niet te stellen, maar past het toestandsbeeld, de MRI en de bevindingen van het neuropsychologisch onderzoek het best bij VCI waarbij er, naast mentale traagheid, sprake is van geheugenzwakte maar geen geheugenstoornis.”Verder blijkt uit het rapport dat er weliswaar sprake is van cognitieve kwetsbaarheid bij het neuropsychologisch onderzoek, maar niet van cognitieve stoornissen die een verhoor bij de raadsheer-commissaris zondermeer onbetrouwbaar zouden maken. Bij een verhoor moet nadrukkelijk rekening worden gehouden met de slechthorendheid.
"Omdat betrokkene vaak wel non-verbaal adequaat reageert in het contact (oogcontact, knikken, bevestigen) ontstaat de indruk dat hij het nodige wel hoort en begrijpt. Maar dat is zeker niet het geval. Dit wordt nog eens versterkt door het feit dat onderzochte maar heel beperkt actief aangeeft iets niet helemaal te hebben begrepen of te hebben verstaan en vervolgens datgene doet of vertelt wat hij meent gehoord of begrepen te hebben. Dit kan tot misverstanden leiden en mogelijk zelfs de indruk wekken dat hij ‘verward’ overkomt door zijn niet passende antwoorden. Bij verhoor is het belangrijk bij onderzochte nadrukkelijk te verifiëren of hij de gestelde vragen voldoende heeft verstaan en begrepen, bijvoorbeeld door consequent de gestelde vragen door hem te laten herhalen."Op de vraag of deze beginnende aandoening (of een andere aandoening) aanwezig was tijdens de inzet van de getuige in het onderzoek Vidar of toen de getuige werd gehoord in eerste aanleg bij de rechter-commissaris heeft prof. dr. Ponds geantwoord:
“Deze vraag is op basis van de huidige informatie niet goed te beantwoorden. De enige informatie waarover we nu beschikken is hetgeen de politiemedewerker die hem al kent sinds 2016 hierover meldt. Hij ziet geen veranderingen in (cognitief) functioneren tussen nu en 2016 en beoordeelt onderzochte als iemand die nu nog even ‘scherp’ is als in 2016. Hij heeft wel een tijdlang minder goed gefunctioneerd (met de eerste tekenen in 2017/2018) door het slechte slapen en het horen van stemmen, maar dit is met medicatie verholpen.” [96]
De raadsheer-commissaris heeft het rapport van prof. dr. Ponds gedeeld met de verdediging met de uitnodiging om desgewenst vragen aan prof. dr. Ponds te stellen. [97] Het hof stelt vast dat van die mogelijkheid geen gebruik is gemaakt.
De advocaten-generaal hebben naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting bij het hof, op verzoek van het hof, een aanvullend proces-verbaal laten opmaken. [98] Uit dat proces-verbaal volgt dat de officier van justitie in mei 2018 niet bekend was met de mentale problemen van A-4110 en dat hij in augustus 2023 door de advocaat-generaal is geïnformeerd dat sprake zou zijn van beginnende vasculaire dementie.
Met betrekking tot het door de verdediging genoemde cocaïne gebruik is gerelateerd dat A-4110 op 13 mei 2019 cocaïne heeft gebruikt. Dit gebruik heeft plaatsgevonden na een spontaan bezoek van [medeverdachte 2] bij A-4110. Deze informatie is aldus de officier van justitie wel degelijk onderdeel van het dossier, hierover wordt gerelateerd in het procesdossier in proces-verbaal van verhoor van A-4110, AHW-055-01 p. 9610 (map 26). Voorts heeft de officier van justitie gerelateerd dat destijds met de begeleiders is doorgesproken dat A-4110 aangesproken wordt op dit cocaïne gebruik en dat hem nogmaals wordt uitgelegd dat dit niet is toegestaan. Dit komt overeen met hetgeen in de verhoren van de WOD-begeleiding wordt verklaard.
Naar aanleiding van de in hoger beroep gevoerde verweren met betrekking tot het hebben van wanen door A-4110 tijdens zijn inzet in Vidar hebben de advocaten-generaal in hoger beroep nog een aanvullende proces-verbaal overgelegd. [99] In dat proces-verbaal verklaart WOD begeleider B-2821 op ambtseed dat de begeleiders pas na de operationele fase, in de loop van 2023, ermee bekend zijn geraakt dat A-4110 stemmen en geluiden hoorde. De begeleider heeft in oktober 2023 een gesprek gehad met neuropsycholoog prof. dr. Ponds. Daarbij is ook het horen van stemmen en geluiden ter sprake gekomen. Dat ging om geluidsoverlast die A-4110 ondervond van zijn buren.
Beoordeling van de betrouwbaarheid van A-4110Het hof zal hieronder bij de beoordeling van de betrouwbaarheid aandacht besteden aan de verschillende aspecten die de verdediging naar voren heeft gebracht ter onderbouwing van de beweerde onbetrouwbaarheid van de verklaringen van A-4110.
1. Rapportage prof. dr. Ponds, (psychische) klachten A-4110 en WOD-begeleiding
Het hof stelt voorop dat uit het rapport van Ponds blijkt dat niet valt te reconstrueren hoe de mentale gezondheid van A-4110 was ten tijde van de inzet in Vidar, maar dat conclusies van prof. dr. Ponds een zorgelijke beeld geven over de gezondheidssituatie van A-4110. Dat is voor het hof aanleiding om buitengewoon voorzichtig en zorgvuldig om te gaan met de verklaringen van A-4110. Echter, anders dan de verdediging heeft bepleit, ziet het hof daarin geen aanleiding alle verklaringen van A-4110 onbruikbaar te achten voor het bewijs of te concluderen dat de OVC-gesprekken waarin A-4110 deelneemt van het bewijs dienen te worden uitgesloten.
Het hof neemt bij zijn weging in aanmerking dat A-4110 intensief werd begeleid door de WOD-begeleiders die hem veelvuldig zagen en dat hij in het kader van zijn WOD-begeleiding regelmatig psychisch werd gemonitord, namelijk dat hij regelmatig sprak met een psycholoog. [100] In die tijd zijn kennelijk geen signalen waargenomen, die zouden kunnen wijzen op mogelijke problemen met de mentale gezondheid van A-4110 waardoor zijn bijstand bij de opsporing onrechtmatig was of op grond waarvan aan zijn waarnemingen en verklaringen getwijfeld diende te worden. Men heeft destijds in ieder geval geen reden gezien A-4110 niet (langer) in te zetten. Achteraf is gebleken dat er in de betreffende periode kennelijk sprake was van verschijnselen, het horen van geluiden en stemmen, die later werden getypeerd als waanbeelden. De relevante passage uit het rapport van prof. dr. Ponds, betrekking hebbende op informatie van begeleidende politiemedewerkers, inhoudende dat “meest opvallende verandering bij onderzochte was het horen van geluiden (bv. kloppen op de deur) en stemmen die er niet waren, waar hij soms heftig op kon reageren (bv. naar een bovenbuurman die hij geagiteerd aansprak en beschuldigde), is gebaseerd op een in een begeleidend gesprek geuite vrij algemene waarnemingen die jaren teruggaan. Dit begon in 2017/2018 en deze later als ‘waanbeelden’ getypeerde verschijnselen namen in ernst toe." is gebaseerd op in een interview door begeleidende medewerkers van de politie geuite vrij algemene waarnemingen die jaren teruggaan. Dat deze verschijnselen in ernst toenamen - aldus de aan Ponds gegeven informatie - is verder naar het oordeel van het hof weinig concreet.
Het hof stelt vast dat de WOD-begeleiders van A-4110 in de fase van hoger beroep in de zaak van twee medeverdachten bij de raadsheer-commissaris concreet en indringend zijn bevraagd over hun waarnemingen en visie over de mentale gezondheid van A-4110. Deze verklaringen zijn in het dossier van verdachte gevoegd. Zij hebben onder meer verklaard dat A-4110 voorafgaand aan zijn inzet psychologisch is onderzocht en dat hij gedurende het jaar werd gemonitord middels gesprekken met een psycholoog. Men was wel bekend met de gezondheidsproblemen van A-4110. Het ging om fysieke ongemakken en wat medicatie. Mentaal was alles in orde. Hij haalde weleens dingen door elkaar. Het ging dan om dagen of tijdstippen. De inhoud klopte wel. [101] Ook is begeleider B-2821 als getuige gehoord bij de raadsheer-commissaris. Die verklaring houdt onder meer in dat hij A-4110 in 2016 voor het eerst heeft ontmoet. Hij heeft verklaard dat A-4110 eenmaal tijdens een inzet cocaïne heeft gebruikt en dat dat meteen is teruggekoppeld aan de officier van justitie. Over het gebruik wordt verklaard dat A-4110 dat kreeg aangeboden en dat hij dat op dat moment niet kon weigeren. Dat zou zijn opgevallen. [102]
Begeleider B-2820 heeft bij de raadsheer-commissaris verklaard dat het eerste contact met A-4110 in 2016 is geweest. Hij heeft verklaard dat er allerlei toetsmomenten zijn voordat een criminele burgerinfiltrant ingezet mag worden. Er wordt gekeken of de zaak en ook de persoon geschikt zijn. Er vindt een psychologisch onderzoek plaats. Het is een continu proces en A-4110 werd de hele tijd gemonitord. Het contact met de psycholoog was een doorlopend geheel. De afspraak was dat hij eenmaal in de drie maanden contact had met de psycholoog. Hij heeft niet gemerkt dat A-4110 leed aan geheugenverlies. [103]
Naar het oordeel van het hof is uit de door de advocaten-generaal overgelegde processen-verbaal genoegzaam gebleken dat politie en justitie tijdens de inzet van A-4110 in het onderzoek Vidar niet op de hoogte waren van de thans door prof. dr. Ponds omschreven geestelijke problematiek van A-4110. Toen het Openbaar Ministerie daarvan, tijdens het hoger beroep, op de hoogte raakte is er gelijk actie ondernomen en hebben de advocaten-generaal het hof meteen geïnformeerd en het verzoek neergelegd voor een neuropsychologisch onderzoek hetgeen heeft geresulteerd in het rapport van prof. Ponds. Het Openbaar Ministerie heeft in dit kader transparant gehandeld. Het hof vindt in deze gang van zaken geen aanleiding te twijfelen aan hetgeen in de processen-verbaal wordt gerelateerd.
Het hof heeft zoals hierboven overwogen het rapport van prof. dr. Ponds in ogenschouw genomen. Het hof stelt vast dat in het rapport het volgende wordt geschreven:
“Meest opvallende verandering bij onderzochte was het horen van geluiden (bv. kloppen op de deur) en stemmen die er niet waren, waar hij soms heftig op kon reageren (bv. naar een bovenbuurman die hij geagiteerd aansprak en beschuldigde). Dit begon in 2017/2018 en deze later als ‘waanbeelden’ getypeerde verschijnselen namen in ernst toe.”.
Naar het oordeel van het hof blijkt daar niet uit dat de WOD-begeleiders tijdens de inzet op de hoogte waren van de ‘waanbeelden’ bij A-4110. Prof. dr. Ponds rapporteert immers dat het ging om bijvoorbeeld een bovenbuurman en dat deze verschijnselen
laterzijn getypeerd als waanbeelden. Als overwogen zijn de WOD-begeleiders B-2820, B-2821 en B-2992 in de zaken van beide medeverdachten [medeverdachte 5] expliciet ondervraagd op de vraag of zij op de hoogte waren van psychische klachten bij A-4110. Deze verklaringen zijn in het dossier van verdachte gevoegd. Zij hebben die vragen concreet beantwoord en die beantwoording is inhoudelijk in overeenstemming met het nadien door de advocaten-generaal ingebrachte proces-verbaal. Die antwoorden kunnen bovendien passen in de door (wie dan ook) aan prof. dr. Ponds gegeven achtergrondinformatie.
Tussenconclusie hofIn de inhoud van de rapportage van prof. dr. Ponds en hetgeen de WOD-begeleiding concreet over de inzet van A-4110 heeft verklaard vindt het hof – als hierboven al overwogen - geen aanleiding alle verklaringen van A-4110 onbetrouwbaar en onbruikbaar te achten voor het bewijs. De gehoorproblemen van A-4110 maken dit oordeel niet anders.
Het hof heeft hierbij zelf ook de verklaringen van A-4110 inhoudelijk beoordeeld. Het hof constateert dat die verklaringen in de verschillende stadia tijdens zijn inzet en verhoren nadien overwegend consistent zijn. A-4110 geeft vanuit eigen gezichtspunt uitleg over zijn betrokkenheid in de zaak en is daarin authentiek. Voor zover er op bepaalde punten iets anders of nieuws in zijn verklaring naar voren komt, geeft hij op vragen die hem worden gesteld nadere uitleg. De manier waarop A-4110 heeft verklaard acht het hof plausibel. Het hof acht het ook goed voorstelbaar dat door de werking van het geheugen een waarneming kan vervagen. Bij de beoordeling van hetgeen A-4110 in de verschillende stadia van ondervraging heeft verklaard over gebeurtenissen en soms over details die dan al langer geleden hebben plaatsgevonden, houdt het hof rekening met die werking van het geheugen. De beoordeling van de verklaringen van A-4110 verdient daarom die nuance. De verklaringen blijven naar het oordeel - hoe dan ook - in essentie gelijk.
2. Eenmalig cocaïne gebruik door A-4110
Het hof heeft het door de verdediging opgeworpen punt van cocaïne gebruik in de beoordeling betrokken. Over dit - zo volgt uit de stukken - eenmalige cocaïne gebruik door A-4110 is op transparante wijze gedocumenteerd en daarover is een navolgbare uitleg gegeven. Dit eenmalige cocaïnegebruik staat naar het oordeel van het hof de betrouwbaarheid van A-4110 evenmin in de weg.
3. Verstrengelde belangen?
Door de verdediging is de betrouwbaarheid van A-4110 ook in twijfel getrokken vanwege zijn eigen vooral financiële belang bij voortdurende inzet. Het hof stelt vast dat A-4110 heeft verklaard over zijn beweegredenen om als informant/infiltrant bijstand te verlenen aan de opsporing. Bij de rechter-commissaris heeft A-4110 daarover het volgende verklaard: “Ik had genoeg van alles, ik was er klaar mee. Had genoeg van al die gasten, daarom heb ik het gedaan. Ik heb een hoop beleefd en een hoop ellende gehad. Ik was een beetje gefrustreerd denk ik ook. Ik ben invalide geworden. Alles verandert als je wat overkomt. Je wordt niet meer geaccepteerd zoals het vroeger was.” [104] Het hof maakt daaruit op dat de reden voor A-4110 om mee te doen was gelegen in de omstandigheid dat hij zich miskend voelde door het [plaats] criminele milieu omdat hij niet meer meedraaide zoals hij dat vroeger deed. Dat ongenoegen maakt op zichzelf de verklaringen van A-4110 niet onbetrouwbaar. Het dossier biedt geen concrete aanknopingspunten om aan te nemen dat het A-4110 niet alleen zou hebben gebracht tot samenwerking met de politie maar ook tot het in strijd met de waarheid afleggen van belastende verklaringen. Daarbij komt dat uit het dossier niet blijkt dat A-4110 specifiek ten opzichte van enige verdachte in het onderzoek Vidar gevoelens van miskenning of veronachtzaming had.
Dat A-4110 heeft gehandeld uit eigen belang en om er zelf beter van te worden en dat die omstandigheid reden is geweest om dingen te verklaren die niet kloppen, is evenmin aannemelijk geworden. Het hof neemt in aanmerking dat het financiële aspect op zich een beweegreden kan zijn voor samenwerking met de politie, maar niet is aannemelijk geworden dat dit A-4110 heeft gebracht tot het afleggen van onbetrouwbare verklaringen. Naar het oordeel van het hof wordt dat weerlegd door de bewijsmiddelen die het hof in dit arrest heeft opgenomen en waaruit blijkt dat de verklaringen van A-4110 bevestiging vinden in overige bewijsmiddelen of daarin ingebed zijn. Het hof stelt in dat verband ook vast dat het dossier inzicht geeft over de vergoeding die A-4110 heeft gekregen. [105] A-4110 en de begeleider zijn daarover bevraagd en hebben die vragen op heldere wijze beantwoord. De officier van justitie heeft daarover verantwoording afgelegd, zoals ook in de overeenkomsten is opgenomen. Het dossier omvat een financiële verantwoording. Er zijn vergoedingen uitgekeerd overeenkomstig de circulaire bijzondere opsporingsgelden. In zoverre is de inhoud van het dossier ook op dit onderdeel van de inzet van A-4110 transparant en controleerbaar. De omvang van de vergoeding zoals die uit dit dossier blijkt maakt het oordeel van het hof niet anders.
Eindconclusie hof over betrouwbaarheid van A-4110
Gelet op al het voorgaande, in samenhang bezien, concludeert het hof samenvattend dat er geen aanleiding is te veronderstellen dat de politie of het Openbaar Ministerie A-4110 heeft ingezet terwijl zij op de hoogte waren van psychische problemen die aan die inzet in de weg zouden moeten staan. Het hof ziet geen reden de (voortduring van) de inzet van A-4110 als onrechtmatig te beschouwen en evenmin de verklaringen van A-4110 uit te sluiten van het bewijs vanwege onbetrouwbaarheid van die verklaringen. Het hof acht in dit verband met name van belang dat de verklaringen van A-4110 niet op zichzelf staan, maar grotendeels bevestiging vinden in andere bewijsmiddelen als OVC-opnamen, getuigenverklaringen, tapgesprekken en Encrochats. Relevante discrepanties met de verklaringen van A-4110 die duiden op alarmerende geheugenproblemen of onjuiste waarnemingen zijn daaruit niet naar voren gekomen.
Het hof is vanwege de hierboven beschreven psychische problematiek echter wel van oordeel dat heel zorgvuldig en behoedzaam met de verklaringen van A-4110 moet worden omgegaan.
Concreet houdt dat in deze zaak in dat de verklaringen van A-4110 alleen voor het bewijs zullen worden gebruikt voor zover zijn verklaringen voldoende worden ondersteund door ander bewijsmateriaal zoals dat uit het dossier blijkt, onder andere de beschikbare OVC-opnamen, getuigenverklaringen, tapgesprekken en Encrochats. Sprake moet zijn van relevante ondersteuning in overige gegevens in het dossier. De verklaring van A-4110 moet niet op zich staan, maar dient ingebed te zijn in het overige bewijs.
Voorwaardelijke verzoeken
Horen A-4110
In hoger beroep is het (voorwaardelijk) verzoek gedaan om A-4110 nogmaals te horen.
Beslissing in tussenarrest
Het hof heeft in de zaak op het verzoek om het (opnieuw) horen als getuige van A-4110 in zijn tussenarrest het navolgende overwogen:

A-4110
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat dit verzoek moet worden afgewezen. De verdediging heeft haar ondervragingsrecht kunnen uitoefenen. A 4110 is reeds gehoord bij de rechter commissaris.
A-4110 is uitvoerig gehoord op 29 april 2021, 30 april 2021, 21 mei 2021, 21 september 2021 en 23 september 2021. Ten aanzien van de verhoren in april en mei 2021 heeft dit geresulteerd in een proces-verbaal van verhoor van 47 pagina’s en wat de verhoren in september betreft in een proces verbaal van verhoor van 15 pagina’s. De rechter-commissaris heeft de raadslieden in de gelegenheid gesteld om aanwezig te zijn bij de verhoren van A 4110 en hem te ondervragen. Op 29 april 2021, 30 april 2021, 21 mei 2021 en 21 september 2021 is A-4110 in het bijzijn van één van de raadslieden van verdachte gehoord. De raadslieden hebben ervoor gekozen om op 23 september 2021 niet aanwezig te zijn. Deze keuze om niet zelf bij het verhoor aanwezig te zijn komt voor rekening van de verdediging. De verdediging van verdachte heeft zodoende de gelegenheid gehad hierbij aanwezig te zijn en vragen te stellen.
Het hof ziet in de door de verdediging gegeven onderbouwing geen noodzaak tot het opnieuw horen van deze getuige. Het hof ziet daarnaast ook niet vanwege een andere reden de noodzaak tot het opnieuw horen van deze getuige. Er is sprake geweest van een behoorlijke en effectieve ondervragingsmogelijkheid en de procedure voldoet in haar geheel aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces.
Oordeel van het hof op het voorwaardelijk verzoek
Vraag is of hetgeen de verdediging bij de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting heeft aangevoerd tot een andere afweging dan in het tussenarrest leidt. Het hof is van oordeel dat dat niet het geval is.
Het hof heeft de motivering van het verzoek tot een hernieuwd verhoor bij zijn afweging betrokken. Het hof heeft in het kader van de beoordeling daarvan de inhoud van het gehele dossier en in het bijzonder de verschillende verklaringen van A-4110 zoals die bij de politie en bij de rechter-commissaris zijn afgelegd in aanmerking genomen. Het hof heeft in het tussenarrest al overwogen dat bij de rechter-commissaris de gelegenheid is geweest en/of genomen tot het ondervragen van A-4110. Het hof stelt vast dat in hoger beroep in de zaak tegen medeverdachte [medeverdachte 5] A-4110 bij raadsheer-commissaris gehoord. In die zaak was A-4110 immers nog niet door de rechter-commissaris gehoord. Die verklaring bij de raadsheer-commissaris is in de zaak van verdachte gevoegd.
Het hof heeft bij zijn afweging in het bijzonder gelet op het navolgende. In hoger beroep heeft de raadsheer-commissaris, op verzoek van het Openbaar-Ministerie, onderzoek laten doen naar de psychische situatie van A-4110. Dit heeft geleid tot een deskundigenrapportage van prof. dr. Ponds die in alle zaken is gevoegd. De raadsheer-commissaris heeft in alle zaken de raadslieden gelegenheid gegeven om schriftelijk vragen in te brengen zodat die konden worden meegenomen in het deskundigenonderzoek naar de psychische situatie. Daar is geen gebruik van gemaakt. Het hof heeft bij de beoordeling van het verzoek betrokken het onderzoek en de conclusies die prof. dr. Ponds heeft getrokken naar aanleiding van zijn onderzoek, ook ten aanzien van het bestaan van waanbeelden zoals prof. dr. Ponds dat duidt.
Het hof begrijpt uit het rapport van prof. dr. Ponds dat op basis van de huidige informatie niet valt te zeggen hoe A-4110 functioneerde tijdens zijn inzet in Vidar en tijdens zijn verhoor bij de rechter-commissaris.
Het hof stelt vast dat er bij de rechter-commissaris en bij de raadsheer-commissaris speciale aandacht is geweest voor de gezondheidstoestand van A-4110. Hij werd tijdens het verhoor bijgestaan door een advocaat, er werd gepauzeerd en er is ingegrepen wanneer in de visie van de advocaat van A-4110 de vraagstelling niet helder was. De rechter-commissaris grijpt zelf ook in wanneer wordt gesignaleerd dat – al dan niet naar aanleiding van een ingewikkelde vraagstelling – verduidelijking noodzakelijk is. Het hof heeft ook gezien dat er aandacht is geweest voor het gehoor van A-4110 en dat ook daar is ingegrepen als er iets niet duidelijk bleek. Dit maakt dat het hof van oordeel is dat het verhoor door de rechter-commissaris en door de raadsheer-commissaris in de gevoegde verklaring op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen.
Voorts stelt het hof vast dat de antwoorden van A-4110 op de gestelde vragen niet onbegrijpelijk zijn of duiden op verwarring of onbegrip. Bij onduidelijkheid wordt doorgevraagd en concreet antwoord gegeven. Voor zover er op bepaalde punten iets anders of nieuws in de verklaring naar voren komt, geeft A-4110 op vragen die hem dan worden gesteld nadere uitleg. De antwoorden die worden gegeven passen bij de gestelde vragen en de antwoorden vinden qua inhoud ondersteuning in het dossier. Op grond van al deze omstandigheden, in samenhang bezien, concludeert het hof dat de verklaringen van A-4110 bij de rechter-commissaris en raadsheer-commissaris niet als onbetrouwbaar en onbruikbaar zijn geworden en dat het verdedigingsbelang door de ingebrachte informatie van prof. dr. Ponds niet is gaan herleven. In de motivering tot hernieuwd verhoor vindt het hof derhalve geen aanleiding uit te gaan van het door de verdediging gestelde belang over te gaan tot hernieuwd verhoor. Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het naar het oordeel van het hof niet noodzakelijk dat er een hernieuwd verhoor van A-4110 plaatsvindt en de verdediging wordt door afwijzing van het verzoek niet in zijn belangen geschaad. Een hernieuwd verhoor is niet van belang voor enige te nemen beslissing in de zin van 348/350 Sv. Het hof wijst het verzoek af.
Voor zover door de raadsman is gesteld dat hij is beperkt in zijn verdedigingsbelang merkt het hof het volgende op. Het hof stelt vast dat de raadsman in eerste aanleg ruimschoots de gelegenheid heeft gekregen om zijn vragen te stellen aan A-4110 en daarvan ook bijkans uitputtend gebruik gemaakt heeft. Het hof heeft concreet in het proces-verbaal van verhoor van de rechter-commissaris gezien dat nadat A-4110 op 29 en 30 april 2021 op beide dagen veelvuldig door de verdediging is ondervraagd, door de verdediging is aangegeven op dat moment geen vragen meer te willen stellen, een nieuwe inventarisatie te willen maken voor een volgende keer. De rechter-commissaris heeft daarop onderbroken en als volgt beslist:
Na een korte onderbreking geeft mr. Boersma aan bij zijn standpunt te blijven dat hij nu niet
in staat is zijn resterende vragen te stellen. Hij merkt op dat hij bij een volgend verhoor
wellicht nog enige vragen zal willen stellen maar dat hij begrijpt dat hem dit mogelijk belet
zal worden. De rechter-commissaris deelt mee dat hij op 21 mei 2021 zal beginnen met het
vaststellen van het pv. Het kan heel goed dat daarbij nog een enkele vraag zal moeten
worden gesteld door een van de raadslieden, door de officieren van Justitie of de rechter-
commissaris zelf maar dat hij op 21 mei 2021 geen uitgebreide ondervraging van de
getuige over de zaaksdossiers die betrekking hebben op Ierland zal toelaten.
Het hof stelt vast dat de verdediging op 21 mei 2021 bij die vaststelling van het proces-verbaal aanwezig is geweest. Op 21 en 23 september 2021 heeft A-4110 in de zaak van verdachte opnieuw een verhoorsessie plaatsgehad. Op beide dagen heeft de rechter-commissaris de inhoud van het proces-verbaal van verhoor vastgesteld. Voorafgaand aan de vaststelling van het proces-verbaal van verhoor op 23 september 2021 is door de rechter-commissaris nog gelegenheid geboden vragen te stellen over overige zaken. Daar is geen gebruik van gemaakt. Het hof heeft gezien dat de verdediging ervoor heeft gekozen die laatste dag niet aanwezig te zijn. Dat brengt echter niet mee dat er voor de verdediging geen gelegenheid is geweest tot het nader stellen van vragen. Alles afwegende vindt het hof in de gang van zaken, ook tegen de achtergrond van de zeer uitgebreide wijze waarop de verdediging daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van het ondervragingsrecht, aanleiding te oordelen dat er aldus gelegenheid is geweest en ook uitgebreid van die gelegenheid gebruikt is gemaakt om ondervragingsrecht uit te oefenen.
De in hoger beroep aangevoerde omstandigheid dat A-4110 opnieuw moet worden gehoord omdat hij in de fase van het hoger beroep heeft verklaard dat [verdachte] bangig was geworden, maakt naar het oordeel van het hof evenmin dat A-4110 om die reden opnieuw moet worden gehoord. Het hof volgt de verdediging niet in de motivering van dit verzoek en leest – anders dan de verdediging – het door A-4110 gegeven antwoord in het verband en samenhang met de vragen die hem worden gesteld in het verhoor de raadsheer-commissaris in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 5] . Het hof overweegt dat dit punt in de verklaring van A-4110 onmiskenbaar betrekking heeft op de latere fase waarin verdachte in de loop van 2019 in het onderzoek uit beeld raakte. Dit betreft niet een zodanig relevant punt dat het verdedigingsbelang weer is gaan herleven. Ook hier geldt daarbij opnieuw dat getuige A-4110 juist op het punt van het door de verdediging benoemde “aanlopen” van [verdachte] al zeer uitgebreid is ondervraagd. De noodzakelijkheid van het opnieuw horen van A-4110 is het hof niet gebleken, het hof acht het niet van belang voor de beantwoording van een van de vragen van 348 en 350 Sv en de verdediging wordt door afwijzing van het verzoek niet in zijn belangen geschaad. Er is sprake geweest van een behoorlijke en effectieve ondervragingsmogelijkheid en de procedure voldoet in haar geheel aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces. Het hof wijst het verzoek af.
Horen prof. dr. Ponds en de WOD-begeleiders van A-4110
In hoger beroep wordt het verzoek gedaan om prof. dr. Ponds en de WOD-begeleiders van A-4110 te horen over de geschetste ‘waanbeelden’ en wanneer de WOD begeleiding daarvan op de hoogte raakten.
Het hof stelt vast dat de raadsheer-commissaris naar aanleiding van het rapport van prof. dr. Ponds de verdediging de gelegenheid heeft geboden om nadere vragen te stellen. Van die gelegenheid heeft de verdediging geen gebruik gemaakt. Voorts stelt het hof vast dat in hoger beroep genoegzaam is gebleken uit de door de advocaten-generaal overgelegde processen-verbaal dat politie en justitie tijdens de inzet van A-4110 in het onderzoek Vidar niet op de hoogte waren van de thans door prof. dr. Ponds omschreven geestelijke problematiek van A-4110. Toen het Openbaar Ministerie daarvan, tijdens het hoger beroep, op de hoogte raakte is er gelijk actie ondernomen en hebben de advocaten-generaal het hof meteen geïnformeerd en het verzoek neergelegd voor een neuropsychologisch onderzoek hetgeen heeft geresulteerd in het rapport van prof. Ponds. Het Openbaar Ministerie heeft in dit kader transparant gehandeld. Het hof vindt in deze gang van zaken geen aanleiding te twijfelen aan hetgeen in de processen-verbaal wordt gerelateerd.
Het hof heeft het rapport van prof. dr. Ponds in ogenschouw genomen. Het hof stelt vast dat in het rapport het volgende wordt geschreven: “
Meest opvallende verandering bij onderzochte was het horen van geluiden (bv. kloppen op de deur) en stemmen die er niet waren, waar hij soms heftig op kon reageren (bv. naar een bovenbuurman die hij geagiteerd aansprak en beschuldigde). Dit begon in 2017/2018 en deze later als ‘waanbeelden’ getypeerde verschijnselen namen in ernst toe.”.
Daargelaten hoe bovenstaande informatie over de geestelijke gezondheid van A-4110 bij prof. dr. Ponds is gekomen, zeggen de WOD-begeleiders in het door de advocaten-generaal overgelegde proces-verbaal dat zij daarvan tijdens de inzet van A-4110 niet op de hoogte waren. Het hof acht het om die reden niet noodzakelijk en niet in het belang voor de beantwoording van een van de vragen van 348 en 350 Sv. dat prof. dr. Ponds nader wordt bevraagd over van wie en wanneer hij de betreffende achtergrondinformatie heeft ontvangen. Het hof wijst het verzoek af.
Met betrekking tot het horen van de WOD-begeleiders overweegt het hof als volgt. Het hof stelt allereerst vast dat het gaat om het horen van getuigen teneinde de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van bewijs te onderzoeken. Ook hier heeft het hof acht geslagen op het hiervoor aangehaalde citaat uit het rapport van prof. dr. Ponds en het in hoger beroep overgelegde aanvullende proces-verbaal van de WOD-begeleiders. Naar het oordeel van het hof blijkt daar niet uit dat de WOD-begeleiders tijdens de inzet op de hoogte waren van de ‘waanbeelden’ bij A-4110. Prof. dr. Ponds rapporteert immers dat het ging om bijvoorbeeld een bovenbuurman en dat deze verschijnselen
laterzijn getypeerd als waanbeelden. Het hof heeft ook gezien dat de WOD-begeleiders B-2820, B-2821 en B-2992 in de zaken van beide medeverdachten [naam] expliciet zijn ondervraagd op de vraag of zij op de hoogte waren van psychische klachten bij A-4110. Deze verklaringen zijn in het dossier van verdachte gevoegd. Zij hebben die vragen concreet beantwoord en die beantwoording is inhoudelijk in overeenstemming met het nadien door de advocaten-generaal ingebrachte proces-verbaal. Die antwoorden kunnen bovendien passen in de door (wie dan ook) aan prof. dr. Ponds gegeven achtergrondinformatie. Het hof acht het om die reden niet relevant en evenmin noodzakelijk dat de WOD-begeleiders van A-4110 nader worden bevraagd op dit punt. Evenmin is het van belang voor de beantwoording van een van de vragen van 348 en 350 Sv. Het hof wijst het verzoek af.
Verzoek bij pleidooi: Horen [verbalisant] .
In hoger beroep is bij pleidooi het verzoek herhaald om [verbalisant] als tactisch teamleider van het politieonderzoek te horen.
Beslissing in tussenarrest
Het hof heeft in de zaak op het verzoek om het horen als getuige [verbalisant] in zijn tussenarrest het navolgende overwogen:
Het hof beslist als volgt op de overige onderzoekswensen van de verdediging.
het horen van de getuige:
[verbalisant]
Wanneer een verzoek tot het horen van een getuige wordt gedaan met het oog op de onderbouwing van het verweer dat betrekking heeft op de rechtmatigheid van het voorbereidend onderzoek en strekt tot toepassing van artikel 359a Sv, wordt van de verdediging verwacht dat zij gemotiveerd uiteenzet waarom daartoe getuigen moeten worden gehoord. Van de verdediging mag worden verwacht dat zij aan het getuigenverzoek feiten en omstandigheden ten grondslag legt die een begin van aannemelijkheid meebrengen dat zich in het voorbereidend onderzoek een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv heeft voorgedaan. Het getuigenverzoek kan worden afgewezen in geval van een zogeheten ‘fishing expedition’ naar onrechtmatigheden waarvan op geen enkele wijze uit het dossier is gebleken.
Bij de beoordeling van het verzoek van de verdediging stelt het hof voorop dat het horen van verbalisanten blijkens jurisprudentie van de Hoge Raad slechts plaatsvindt indien de verklaring van de verbalisant betrekking heeft op de waarnemingen van gebeurtenissen die verband houden met het begaan zijn van het strafbare feit waarvan de verdachte wordt beschuldigd.
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat dit verzoek moet worden afgewezen. De verdediging heeft in haar motivering geen aanknopingspunten gegeven om te veronderstellen dat [verbalisant] in plaats van de officier(en) van justitie zou hebben bepaald dat A-4110 moest worden ingezet. Het opsporingsonderzoek Vidar en de inzet daarin door A-4110 is aldus de verslaglegging daarvan onder verantwoordelijkheid van de officier van justitie uitgevoerd. Het OM dient in de strafzaak die uit dit opsporingsonderzoek is ontstaan verantwoording af te leggen over de tactische keuzes binnen het onderzoek. Gelet op de inhoud van het dossier en de wijze waarop hierin over de inzet van A-4110 en de afwegingen bij de inzet van A-4110 is geverbaliseerd, acht het hof de noodzaak om [verbalisant] als getuige te horen onvoldoende onderbouwd. Het hof ziet daarnaast ook niet vanwege een andere reden de noodzaak tot het horen van deze getuige.
Het hof wijst dit verzoek af.”
Het hof stelt vast dat de verdediging bij de herhaling van haar verzoek geen nadere (nieuwe) concrete argumenten naar voren heeft gebracht. Het hof is van oordeel dat de afweging zoals bij tussenarrest weergegeven op juiste gronden is gedaan. Met de afwijzing van dit verzoek voldoet de procedure in haar geheel aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces. Het hof wijst het herhaalde verzoek af.
D- Schending van het Tallon-criterium?Tallon-criteriumDe opsporingsambtenaar mag bij de tenuitvoerlegging van het bevel pseudokoop of dienstverlening een verdachte niet brengen tot andere strafbare feiten dan waarop diens opzet reeds te voren was gericht (artikel 126i, tweede lid, Sv). Dit wordt ook wel het Tallon-criterium of instigatieverbod genoemd.
In de Memorie van Toelichting op de wet BOB wordt onder “3.3. Politiële infiltratie” het volgende opgemerkt over het instigatieverbod:

De infiltrant mag het verrichten van bepaalde handelingen door de verdachte, noodzakelijk voor het bewijzen van strafbare feiten, wel ensceneren, maar het moet blijken dat de verdachte ook zonder tussenkomst van de infiltrant tot het plegen van deze of soortgelijke feiten zou zijn gekomen. De infiltrant maakt de bij de verdachte bestaande opzet slechts zichtbaar De gerichtheid van de opzet van de verdachte kan blijken uit concrete inlichtingen, afkomstig van een betrouwbaar gebleken bron – bijvoorbeeld een informant – die aangeven dat een verdachte voornemens is of bezig is strafbare feiten te plegen. Het is daarnaast van belang te beschikken over gegevens die het meer waarschijnlijk maken dat bedoelde concrete inlichtingen juist zijn. In dit verband kan gedacht worden aan informatie inhoudende dat de verdachte eerder is veroordeeld voor eenzelfde delict, of bij de politie als pleger van een soortgelijk delict als het op te sporen delict bekend staat. Achteraf moet dus kunnen worden vastgesteld dat de verdachte de misdrijven ter zake waarvan hij wordt vervolgd, ook zou hebben begaan als de infiltrant er niet was tussen gekomen. Aan infiltratie is inherent dat sprake kan zijn van beïnvloeding van het opereren van de groep van personen waarin wordt geïnfiltreerd. Om geloofwaardig te zijn dient de infiltrant vaak een actieve rol te spelen in de groep. Hij dient betrokken te raken bij de groep van personen of de criminele organisatie om er vervolgens deel van uit te gaan maken, zodat hij informatie en bewijsmateriaal kan vergaren die nodig is in het belang van het onderzoek. Bovengenoemde voorwaarde beoogt te verzekeren dat de infiltrant bij zijn optreden, personen niet verleidt tot strafbare gedragingen waarop hun opzet niet reeds tevoren was gericht. Daarbij behoeft het niet alleen te gaan om misdrijven die door deze personen worden gepleegd, maar het kan ook gaan om misdrijven die worden beraamd. Het optreden van de infiltrant mag er niet toe leiden dat deze personen misdrijven gaan beramen waar zij zonder tussenkomst van de infiltrant niet toe gekomen waren.’’ [106] ( Vorenstaande toelichting – voor zover deze ziet op het Tallon-criterium – heeft ook betrekking op de pseudokoop of -dienstverlening (zie p. 34 van de Memorie van Toelichting). [107] Traject [verdachte]
Redelijk vermoeden van schuldIngevolge artikel 27, eerste lid, Sv dient vóórdat de vervolging is aangevangen als verdachte aangemerkt te worden degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit. Dat vermoeden betreft zowel de omstandigheid dat een strafbaar feit wordt of is begaan, als de betrokkenheid van een persoon bij dat feit. Daarom kan, ook als (nog) niet vaststaat dat een strafbaar feit plaatsvindt of heeft plaatsgevonden, sprake zijn van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. [108]
De verdenkingUit het dossier volgt dat het onderzoek van de politie is gestart op basis van de verdenking dat verdachte [verdachte] zich zou bezighouden met de internationale handel in harddrugs. Deze verdenking is gebaseerd op het proces-verbaal van politie d.d. 20 april 2018. [109]
Als feitelijke aanleiding wordt in voornoemd proces-verbaal het volgende vermeld:
Vanuit hun functie als begeleider bij het team Werken onder Dekmantel hebben B-2820 en B-2821 dinsdag 9 januari 2018 contact gehad met A-4110. Deze laatste staat ingeschreven in het register van het Team Burger in Opsporing van de Landelijke Eenheid. A-4110 gaf in dat gesprek aan dat hij benaderd was door - een voor de begeleiders onbekende - [verdachte] .
A-4110 vertelde dat [verdachte] hem had gevraagd of A-4110 'nog wat doet'. [verdachte] vroeg hem na een kort gesprek of A-4110 binnenkort nog eens langs zou komen. A-4110 vertelde de begeleiders B-2820 en B-2821 dat hij [verdachte] al jaren kent en dat hij lid is van de [motorclub 1] in [plaats] . Deze [motorclub 1] zouden volgens A-4110 goede contacten hebben met de [motorclub 2] in [plaats] .Op 16 januari 2018 vertelde A-4110 de begeleiders dat hij [verdachte] opnieuw gesproken had. [verdachte] had hem gevraagd om een afnemer van speed, het liefst uit het buitenland.
Over deze gang van zaken is een proces-verbaal van bevindingen door B-2820 en B-2821 opgemaakt. [110] Daaruit volgt onder meer dat de door A-4110 gegeven informatie door B-2820 en B-2821 op 16 januari 2018 is doorgegeven aan het Openbaar Ministerie. Uit het bovengenoemde proces-verbaal van verdenking volgt dat op 22 februari 2018 door de officier van justitie is beslist tot het horen van A-4110 als getuige. Diezelfde dag hoorden verbalisanten B-2820 en B-2821 getuige A-4110. Van dat verhoor is een proces-verbaal van verhoor opgemaakt. [111] A-4110 verklaarde – samengevat – dat:
Hij op woensdag 3 januari 2018 aan de [adres] in [plaats] werd aangesproken door [verdachte] . Hij zei: "Hoi hoe is het alles goed met je?” Getuige vertelde dat hij net op vakantie was geweest. [verdachte] vroeg hem vervolgens: "doe je nog weleens wat? Getuige weet dat [verdachte] hiermee bedoelt, wapens handelen, drugs handelen, getuige zegt dat [verdachte] weet dat getuige altijd mee liep met [naam] . Getuige bevestigde [verdachte] vraag en [verdachte] , die met vrouw of vriendin was, zei vervolgens: "kom eens bij me langs misschien kunnen we wat doen". Getuige sprak met [verdachte] af dat hij bij hem langs zou komen. Op 11 januari 2018 is getuige langs de woning van [verdachte] gereden in [plaats] . Hij heeft een vriend van [verdachte] gebeld, genaamd [naam] , om te vragen of [verdachte] nog in [plaats] woonde. Getuige kreeg via [naam] het telefoonnummer van [verdachte] . Getuige heeft – hij denkt op 12 januari 2018 – [verdachte] gebeld. [verdachte] zei naar hem toe te komen op de [adres] . [verdachte] is bij getuige in de auto gestapt en zij hebben een gesprek gehad. Getuige zei tegen [verdachte] : "wat zoek je". [verdachte] zei: "ik zoek iemand voor speed, liever iemand uit het buitenland dan iemand uit Nederland". "Speed kost weinig investering en levert wel wat op" vertelde [verdachte] getuige. Getuige vroeg [verdachte] of hij nog wat met transport deed. [verdachte] zei: "de vorige keer dat we daar over spraken vertrouwde je mij niet". Getuige vroeg hem: "hoezo". [verdachte] zei: Je keek mij zo raar aan". Dit gesprek was aldus getuige bij [naam] in [plaats] , daar hadden zij een gesprek over het vervoer van cocaïne met boten. Getuige had [verdachte] had toen voorgesteld bij [naam] in [plaats] , [verdachte] was daar met een Hindoestaanse jongen die nu ook bij de [motorclub 1] is. Getuige denkt dat dit voorzover hij weet niets is geworden. [verdachte] zei dat hij altijd nog belang bij transport heeft, hij zei: "alleen cocaïne kost te veel inkoop, dan moet je teveel investeren". Hij zei dat hij liever speed deed, dit is voorhanden. [verdachte] zei dat de jongens met die hesjes er niet bij komen. [verdachte] zei: we hebben afgesproken dat we bij zaken doen geen hesjes meer aan doen" Hij zei verder dat die jongens met speed niets te maken hebben. Getuige heeft tegen [verdachte] gezegd dat hij gaat kijken of hij iemand kent. Getuige heeft verder niets over speed of cocaïne gezegd. Getuige zegt dat [verdachte] wel weet wel dat getuige van vroeger contacten in Denemarken heeft. Getuige kent deze [verdachte] meer dan 10 jaar, weet zijn achternaam niet. [verdachte] is aldus getuige ergens in de 30 jaar oud. [verdachte] wil zich graag profileren in de bovenwereld als de maffia. Hij reed eerder als chauffeur van [naam] , dit is een van de rijksten van Friesland. Toen getuige hem in het begin kende had hij meerdere wapens in de verkoop. Getuige weet dat [verdachte] lid is van de [motorclub 1] . Deze [motorclub 1] is een supportclub van de [motorclub 2] in [plaats] . [verdachte] is full member, welke rang weet hij niet. De Hindoestaan die zijn kameraad is zit in de wit. [verdachte] doet van alles als het maar geld oplevert, drugshandel, wapenhandel. In [plaats] is het algemeen bekend dat [verdachte] goede contacten heeft met de [motorclub 2] in [plaats] . Getuige weet dat [verdachte] een vriendin heeft die uit [plaats] komt. De vader van die vriendin heeft een Bakkerij in [plaats] ".
Uit het bovengenoemd proces-verbaal van verdenking volgt dat uit een zoekslag in de politiesystemen vervolgens naar voren komt dat ene [verdachte] , 32 jaar, sergeant at arms is van de [motorclub 1] in [plaats] .
Een check van de gegevens van de Kamer van Koophandel wijst uit dat [verdachte] vennoot is van [bakker] in [plaats] . Voor zover bij politie bekend zijn er aldus het proces-verbaal van verdenking bij de [motorclub 1] geen andere leden die [verdachte] heten. [112]
Uit een zogenoemd TOOI (Team Openbare Orde Inlichtingen) rapport volgt dat een contact van [verdachte] de president van de [motorclub 1] is: [naam] , geboren op [geboortedag] 1969 in [geboorteplaats] , [geboorteland] . [113]
Geconcludeerd wordt in het bovengenoemde proces-verbaal van verdenking dat de ' [verdachte] ' waarover getuige A-4110 spreekt, moet zijn: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1985 in [geboorteplaats] .
Uit een op ambtsbelofte opgemaakt afscherm proces-verbaal van TCI d.d. 13 april 2018 volgt nog dat uit een in Nederland onder leiding van een officier van justitie ander lopend opsporingsonderzoek informatie is ontvangen – samengevat - inhoudende dat:
[verdachte] sergeant at arms is van de outlaw motorcycle gang [motorclub 1] in [plaats] , een supportclub van de [motorclub 2] in [plaats] . [verdachte] heeft contact met de kaderleden van de [plaats] [motorclub 2] , te weten: [naam] , president; [verdachte] , vice-president; [naam] , treasurer; [naam] , sergeant at arms; [naam] , sergeant at arms. Ook zijn er aanwijzingen dat [verdachte] zich vermoedelijk bezighoudt met cryptocurrency.In dit proces-verbaal worden de geboortedata en vermoedelijk door hen gebruikte telefoonnummers beschreven. [114]
Samenvattende conclusie uit het proces-verbaal van verdenking d.d. 20 april 2018 is dat [verdachte] zich, al dan niet samen met anderen, vermoedelijk bezig houdt met internationale handel in harddrugs.
Beoordeling van de verdenking
Het hof betrekt het bovenstaande bij de beoordeling van de verdenking. Het hof overweegt dat de verdenking van verdachte [verdachte] op 20 april 2018 in de kern aanvankelijk is gebaseerd op verklaringen van A-4110 die gaan over de ontmoetingen die hij heeft gehad met [verdachte] op 3 januari en 12 januari 2018. Uit het dossier volgt dat in de aanloop van het proces-verbaal van verdenking is getracht de inhoud van de door A-4110 gegeven informatie te checken. Resultaat daarvan is dat diverse onderdelen van de verklaringen van A-4110 bevestiging vinden in andere bronnen. Daarmee staan de verklaringen van A-4110 niet op zich maar worden zij ingebed in andere gegevens. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat de met opsporing belaste autoriteiten uit de inhoud van die verklaringen in samenhang bezien met hetgeen in het proces-verbaal van verdenkingen de andere bovengenoemde processen-verbaal is bevestigd, ten aanzien van verdachte in redelijkheid een vermoeden van schuld hebben kunnen afleiden ten aanzien van (medeplegen) van (voorbereidingshandelingen voor) de opzettelijke uitvoer van harddrugs. De rechtbank merkt naar het oordeel van het hof terecht op dat geen rechtsregel er aan in de weg staat dat een verdenking kan worden gebaseerd op slechts één verklaring. Waar het om gaat is dat de verdenking is gebaseerd op voldoende objectieve, concrete en controleerbare feiten en omstandigheden. Het hof is van oordeel dat daarvan sprake was.
Het hof stelt vast dat op basis van deze verdenking zoals neergelegd in het proces-verbaal van 20 april 2018 ten aanzien van verdachte [verdachte] een opsporingsonderzoek met de naam Vidar is gestart. Over die start en de daaraan voorafgaande periode zijn meerdere getuigen gehoord. A-4110 heeft in die verhoren verklaard hoe de contacten met [verdachte] in de beginperiode verliepen. De WOD begeleiders hebben daarover ook verklaringen afgelegd. Het hof stelt op basis van de inhoud van het dossier, waaronder die verklaringen van B-2820 en B-2821, vast dat het opsporingsonderzoek in de zaak daadwerkelijk is aangevangen nadat het proces-verbaal van verdenking was opgemaakt en de officier van justitie daarover een beslissing had genomen. De uitleg van de beide WOD-begeleiders van A-4110 maakt duidelijk dat in de beginperiode tussen 9 januari 2018 (het eerste moment dat zij van A-4110 vernamen dat ene [verdachte] en A 4110 een ontmoeting hadden gehad) en het moment dat het opsporingsonderzoek en evenmin daarvóór, geen instructie aan A-4110 is gegeven in de richting van [verdachte] . Helder is geworden dat er contact bestond tussen de WOD-begeleiding en A-4110 in die tijd, dat vond evenwel plaats in de afbouwfase van een eerder onderzoek. De WOD-begeleiders hebben uitgelegd dat tegen A-4110 in die beginperiode voorafgaand aan de start van het opsporingsonderzoek niet anders is gezegd dat A-4110 in zijn contact met [verdachte] , een bekende van A-4110, kon doen wat hij altijd doet en dat dat zijn eigen keuze was. Het hof acht dat navolgbaar.
Dit leidt ertoe dat het hof de verdediging niet volgt in haar verweer dat het politieonderzoek op een eerder moment is gestart, zonder dat sprake was van een redelijke vermoeden van schuld.
Uitlokking?
Het strafrechtelijk onderzoek start voorzover hier relevant met een eerste inzet van A-4110 op 22 mei 2018 op basis van een overeenkomst tot burgerpseudokoop/-dienstverlening. Opdracht van A-4110 was een buitenlandse burger en/of opsporingsambtenaar te introduceren en deze te faciliteren in zijn contacten met verdachte [verdachte] . Van die eerste inzet op 22 mei 2018 zijn door middel van door A-4110 meegedragen apparatuur OVC geluidsopnamen gemaakt.
Bij de beoordeling van de vraag of verdachte [verdachte] door A-4110 is uitgelokt strafbare feiten te plegen heeft het hof onder meer de inhoud van de verklaringen van verdachte [verdachte] , de verklaringen van A-4110 afgelegd tegenover zijn begeleiders, de OVC’s van gesprekken waaraan onder meer verdachte [verdachte] en A-4110 deelnamen, maar ook in een auto afgeluisterde gesprekken en andere hieronder aan te duiden onderzoeksresultaten in aanmerking genomen. Het hof heeft bij zijn afweging ook betrokken hetgeen bij de rechter-commissaris en raadsheer-commissaris gehoorde getuigen, waaronder de WOD-begeleiders van A-4110, hebben verklaard.
Verdachte [verdachte] stelt - samengevat - door toedoen en onder druk van A-4110 het wilsbesluit te hebben genomen in zee te gaan met A-4110. Ten tijde van zijn zesde politieverhoor op 3 augustus 2018 stelt verdachte [verdachte] dat er sprake was van een dwingende en dreigende situatie vanuit A-4110, dat hij (verdachte [verdachte] ) voor hemzelf belastende uitspraken heeft gedaan en drugs heeft verkocht in die situatie omdat hij werd gepusht en meende het niet anders te kunnen doen.
Voor de beoordeling van deze door verdachte [verdachte] beschreven gang van zaken is onder meer relevant in hoeverre kan worden afgegaan op hetgeen A-4110 en verdachte [verdachte] over hun gezamenlijke contacten en de aanloop er naar toe verklaren.
Het hof stelt allereerst vast dat A-4110 en verdachte [verdachte] – hoe dan ook – op 3 januari 2018 een ontmoeting hebben gehad waarbij – naar het hof uit beider verklaringen begrijpt – kort over duistere zaken zoals drugshandel is gesproken. A-4110 heeft verklaard als vervolg van de tijdens die ontmoeting gemaakte afspraak verdachte [verdachte] nadien te hebben gezocht en op 12 januari 2018 uiteindelijk via een gezamenlijke kennis, [naam] , het telefoonnummer van verdachte [verdachte] te hebben verkregen. Door de politie is uitgezocht hoe het leggen van dit telefonisch contact is verlopen. Uit het proces-verbaal
van analyse eerste contacten januari 2018 A-4110 en [verdachte]volgt dat [naam] verdachte [verdachte] (op 12 januari 2018 om 12:06 uur) meedeelt dat A- 4110
het telefoonnummer van [verdachte] ff moet hebben. Verdachte [verdachte] appt zijn telefoonnummer naar [naam] om 12:37 uur direct gevolgd door een duimpje omhoog van verdachte [verdachte] [115] . Volgens de telefoongegevens van verdachte [verdachte] belt A-4110 diezelfde dag om 14:00 uur met verdachte [verdachte] en – volgens zowel de verklaring van verdachte [verdachte] en A-4110 –rijdt A-4110 kort daarna naar [verdachte] die bij A-4110 in de auto plaatsneemt. In de geparkeerde auto voeren beiden een gesprek. Dat gesprek op 12 januari 2018 gaat in de visie van A-4110 en verdachte [verdachte] - hoe dan ook - over drugs.
Verdachte [verdachte] heeft namelijk over dat gesprek in de auto op 12 januari 2018 tijdens zijn zesde verhoor bij de politie verklaard dat het onderwerp drugs was en dat A-4110 geld wilde verdienen. A-4110 heeft over dat gesprek op 16 januari 2018 tegenover zijn WOD begeleiders verklaard dat verdachte [verdachte] – kort gezegd – had gezegd dat hij op zoek was naar een buitenlandse afnemer van drugs. Tijdens zijn verhoor op 22 februari 2018 verklaart A-4110 daar ook aldus over. Tijdens de verhoren bij de rechter-commissaris heeft A-4110 zijn verklaring herhaald en uitleg gegeven op vragen over de ontmoetingen met verdachte [verdachte] begin januari 2018. Desgevraagd zegt A-4110 tijdens het verhoor van de rechter-commissaris:
U houdt mij voor dat ik zeg (pag. 1264: het hof begrijpt tijdens de eerste gearrangeerde (OVC) ontmoeting op 24 mei 2018) dat ik iemand had voor die snelle, maar dat ik eerder heb gezegd dat [verdachte] daarmee moet komen. U maakt er wat anders van. Er was afgesproken dat ik een klant voor hem zou zoeken, daarom zei ik dat ik iemand voor die snelle heb. Ja klopt, dit was dus een vervolg op een eerder gesprek. U vraagt mij wie de leiding had in die gesprekken. Wij samen, het moet bij hem weg komen niet bij mij. Ik kan niet leveren, bij [verdachte] moeten de drugs weg komen. U vraagt mij of ik de leiding had in de gesprekken. Nee dat denk ik niet. [verdachte] is mondig genoeg.
Het hof heeft gekeken hoe het eerste (OVC) gesprek tussen verdachte [verdachte] en A-4110 op 22 mei 2018 tot stand is gekomen. Uit het dossier leidt het hof af dat A-4110 op 22 mei 2018 om 19:01 uur telefonisch contact zoekt met [verdachte] om een afspraak te maken. Dat is conform de afspraak in het kader van de WOD-inzet van A-4110. In dat gesprek wordt het volgende tussen A-4110 en verdachte [verdachte] uitgewisseld:
[verdachte] wordt gebeld door NNman (het hof begrijpt: A-4110). [116]
NNma zegt dat [verdachte] laatst vroeg om een onderdeel voor zijn Harley. NNman zegt dat hij die nu heeft. [verdachte] vraagt waar NNman nu is. NNman zegt dat hij wel naar [verdachte] toe kan kome straks. [verdachte] zegt dat hij nu onderweg is. NNman zit nu ergens in [plaats] en gaat straks weer naar huis. [verdachte] zegt dat hij even na moet denken want hij heeft meerdere onderdelen nodig gehad voor zijn auto. [verdachte] bedoelt zijn motor zegt hij. [verdachte] vraagt of NNman morgen in de stad is. NNman is daar wel maar vraagt aan [verdachte] of [verdachte] donderdag ook kan. [verdachte] zegt dat hij donderdag wel in [plaats] is. Hij heeft wel een paar afspraken. Ze spreken donderdag af. Dan weet NNman alles.
Het hof duidt dit telefonische gesprek tussen A-4110 en verdachte [verdachte] als een gesprek waarin met behulp van versluierend taalgebruik over drugsactiviteiten wordt gesproken. [117] Het gesprek past naar het oordeel van het hof bij een logisch vervolg op hetgeen eerder tussen beiden is besproken.
Het hof stelt vast dat vervolgens op donderdag 24 mei 2018 om 15:24 uur verdachte [verdachte] telefonisch contact opneemt met A-4110 en een afspraak maakt elkaar kort erna te ontmoeten.
[verdachte] belt uit met NNM (het hof begrijpt: A 4110). [118]
[verdachte] zegt dat hij weer in [plaats] is. Hij loopt met zijn kinderen vlakbij de centrale. NNM zit bij [naam] , bij zich thuis. [verdachte] loopt naar het [adres] . NNM gaat ook naar het [adres] en dan zien ze elkaar zo bij de Coffeeshop daar.
Het hof stelt vast dat in de geluidsopnamen van het gesprek van 24 mei 2018 hoorbaar is dat na een korte inleiding door A-4110 tegen verdachte [verdachte] wordt gezegd iemand te hebben voor die snelle.
A: lk had iemand.
J:Waarvoor?
A: Voor die snelle
J:Oke
A: NTV
J: Ja, ie moet die hebben?
A:Wat?
J: Moet ie hebben?
A: Ja, dat ligt er aan, ..NTV..
J: Die jongens zitten vast man, net opgepakt. lk kan wel kijken of hij, NTV. Maar ja dat maakt niet zo veel uit natuurlijk, hij zit vast dus
A: Die Ieren
J: Dat is goed toch
A: Dat is Ierland.
J: Ze willen het hier oppakken?
A: Hé?
J: Willen ze 't hier oppakken of ?
A: Dat moest met hun beprate, ik laat hun hier komme
J:Oh, oke.
A: Wat seist der van? Goed toch? .. NTV..
J: Beter is hier.
A: Ja. We motte maar even kieke.
J: ..NTV.. lk wil eigenlijk wel aan deze kant blijven.
A:Wat?
J: lk wil wel aan deze kant blijven
A:Ja,ja...
J: .. NTV..komt eraan.
(Noot verbalisant: Er loopt vermoedelijk iemand voorbij. Voorbijganger vraagt [verdachte] hoe het is. [verdachte] antwoord dat goed met hem gaat.)
A: Oké joh..
J: Ja laat maar gebeure
Het hof is allereerst van oordeel dat de aanvang van dit gesprek op 24 mei 2018 waar
A-4110 meedeelt iemand te hebben voor die snelle, inhoudelijk aansluit op het telefoongesprek dat beiden voerden voor het maken van de afspraak voor het gesprek op 24 mei 2018. De aanvang van het aan het versluierende telefoongesprek, waar wordt gezegd:
NNman (A-4110) zegt dat [verdachte] laatst vroeg om een onderdeel voor zijn Harley. NNman zegt dat hij die nu heeft,kan weer logisch passen bij hetgeen A-4110 heeft verklaard over wat eerder op 16 januari 2018 in de auto tussen verdachte en A-4110 is besproken, namelijk dat verdachte [verdachte] een - liefst buitenlandse - afnemer zoekt. Dit maakt dat het hof eerder bevestiging ziet van hetgeen A-4110 over de aanloop in januari 2018 verklaart dan dat het hof twijfel heeft over hetgeen A-4110 verklaart. Het hof zal hieronder de (niet door middel van OVC vastgelegde) verklaringen van A-4110 over de aanloop in januari 2018, verder beoordelen.
Vraag die in dat kader ook beantwoord moet worden, is of in het gesprek in mei 2018 en de daarop volgende gesprekken en andere contacten tussen A-4110 en verdachte [verdachte] , sprake is van het door verdachte [verdachte] beweerde pushen, dwingen en dreigen van A-4110. Het hof zal hieronder uitleggen waarom daar naar het oordeel van het hof geen sprake van is.
Het hof zal hieronder een korte samenvatting geven van een aantal gesprekken tussen A-4110 en verdachte [verdachte] gevoerde gesprekken. Alle gesprekken zijn door middel van OVC vastgelegd.
Gesprek 14 juni 2018
Het hof stelt vast dat verdachte [verdachte] en A-4110 op 14 juni 2018 weer een afspraak hebben met elkaar. In de aanloop naar die afspraak belt A-4110 op 14 juni 2018 naar verdachte [verdachte] om 11:39 uur. [119]
[verdachte] wordt gebeld door NNman (het hof begrijpt: A-4110).
[verdachte] vraagt waar NNman is. NNman zegt dat hij even de stad uit is. [verdachte] is zo dadelijk in de.stad. NNman zegt 13:00, dan bén ik er. [verdachte] zegt dat NNman rustig aan moet doen en maar moet laten weten als hij weer de stad in gaat.
Het volgende telefoongesprek vindt plaats diezelfde dag om 13:20 uur. [120] [verdachte] wordt gebeld door NNman (het hof begrijpt: A-4110).
NNman vraagt waar [verdachte] is. [verdachte] zegt dat hij bij [locatie 4] is. NNman komt eraan.
Dit gesprek op 14 juni 2018 vindt plaats bij ijssalon [locatie 4] in [plaats] vanaf 13:33 uur. Verdachte [verdachte] legt uit dat die jongen in Duitsland vastzit en dat hij bang is bij andere jongens geen goede kwaliteit te kunnen halen. Verdachte [verdachte] vertelt A-4110 dat het beter is niet te bieden maar te vragen wat ze willen. Verdachte [verdachte] vertelt A-4110 in de loop van het gesprek over de mogelijkheid wellicht een paar keer mee te kunnen gooien. Verdachte [verdachte] zegt dat ze het in [plaats] op moeten halen, dan is er controle. Op dit moment betaalt verdachte [verdachte] 26, een koopje, maar niemand weet dat. Verdachte [verdachte] zegt dat als ze echt willen gooien, de prijs weer omhoog gaat lopen, dat we 30 vragen.
Gesprek 5 juli 2018 (ook met A-4133)
Op 5 juli introduceert A-4110 zijn zogenoemde Ierse contact bij verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] wil niet praten in het café en evenmin op het terras, geeft aan paranoia te zijn vanwege het feit dat de locatie per SMS was verstuurd en stelt voor naar buiten te gaan. A-4133 legde uit dat A-4110 hem had verteld dat [verdachte] op zoek was naar nieuwe klanten, hetgeen [verdachte] bevestigde.
A-4133 informeerde naar wat [verdachte] voor A-4133 kon doen en verdachte [verdachte] maakte in eerste instantie twee handgebaren. Bij de eerste bracht hij zijn hand naar zijn neus, waarbij hij snuiven nadeed terwijl het tweede leek op het nadoen van een maken van een lijntje. Toen A-4133 verdachte [verdachte] vroeg om duidelijk te maken wat hij bedoelde noemde [verdachte] cocaïne en speed. [verdachte] en A-4133 gaven beide de wens aan om zaken te doen, maar rustig aan. [verdachte] ging verder en vertelde A-4133 dat hij 1 kg cocaïne kon leveren voor € 28.000 en dat speed € 1000 zou kosten voor 1 kilo, daarbij uitleggend dat het [verdachte] € 800 per kg kost. [verdachte] vertelde A-4133 ook dat zijn belangrijkste leverancier van speed was gearresteerd in Duitsland maar bevestigde dat hij het nog steeds kon leveren. [verdachte] garandeerde A-4133 dat de kwaliteit van beide drugs hoog was omdat hij geen klachten wilde van klanten en niet wilde dat het terugkwam als het product van slechte kwaliteit was. [verdachte] besprak hoe de cocaïne op een aantal manieren en in verschillende formaten het land in kwam, waaronder in repen, kleinere pakketjes die werden ingeslikt door koeriers of vermengd met andere producten waarbij het vervolgens eruit wordt gehaald door 'koks' maar dat kan een nasmaak of geur achterlaten. A-4133 vroeg welke omvang aan toekomstige zendingen verdachte [verdachte] zou kunnen leveren en stelde 10 of 20 kg voor als voorbeeld, en [verdachte] zei dat alles mogelijk was. [verdachte] bevestigde verder dat hij ook XTC kon leveren en zei dat hij geen heroïne of crystal meth leverde. Toen A-4133 vroeg naar het tijdsbestek voor de levering van toekomstige bestellingen verklaarde verdachte [verdachte] dat het kon variëren van een paar uur tot een paar dagen, afhankelijk van de gestelde termijn en de beschikbaarheid. A-4133 gaf aan dat hij mogelijk geïnteresseerd zou zijn in het kopen van 1 kg cocaïne as een proefmonster en [verdachte] gaf aan dat dit mogelijk was. Men stelde vast dat de prijs € 28.000 was en toen A-4133 het vroeg verklaarde verdachte [verdachte] dat het hem € 26.000 kostte.
Gesprek 31 juli 2018
Op 31 juli 2018 spreken verdachte [verdachte] en A-4110 vervolgens af en hebben ze bij verdachte [verdachte] die avond thuis een ontmoeting. In dit gesprek wordt samengevat door A-4110 aangegeven dat ze veel interesse hebben en dat ze gelijk een kilo willen hebben en dat er meer komt. Verdachte [verdachte] reageert dat dat toch goed is. Verdachte [verdachte] vraagt of ze de vakantie willen afwachten, dat iedereen die goed in de handel zit weet dat er nu niets gebeurt. Verdachte [verdachte] oppert dat we gewoon wat met speed doen. A-4110 vraagt verduidelijking en zegt dat ze wel belang hebben bij wit natuurlijk. A-4110 zegt dat je op speed toch niks verdient. Verdachte [verdachte] zegt eerst even 10 kilo speed in te kopen voor 700 en dat weg te zetten voor een rooitje. Verdachte [verdachte] zegt dat het nu vakantietijd is. Dat het niet goed is te happerig te zijn. Verdachte [verdachte] en A-4110 hebben het over september. Verdachte [verdachte] zegt dat we dan wel kunnen. Verdachte [verdachte] stelt voor dat A-4110 nou gewoon zegt tegen hem (het hof begrijpt: de afnemer) dat het nu vakantie periode is. En dat alles mogelijk is.
Gesprek 10 september 2018
Op 10 september 2018 evalueren verdachte [verdachte] en A-4110 de mislukte deal voor de afnemer van 4 september 2018 in [plaats] . Verdachte [verdachte] vertelt in dat gesprek dat hij die rommel niet kon leveren. Ze zouden anders niet terugkomen. Verdachte [verdachte] vertelt ook dat het ’m niet werd die avond. Dat hij hem heeft gezegd dat hij weer teruggaat met die poen. Verdachte [verdachte] wil de vakantie van drie weken van A-4110 afwachten. Verdachte [verdachte] zegt het apart te vinden dat hij rechtstreeks buiten A-4110 zaken zou doen. Verdachte [verdachte] wil dat A-4110 er tussen blijft en zegt A-4110 dat het over de vakantie van drie weken van A-4110 heen wordt getild.
Gesprek 10 oktober 2018Op 10 oktober 2018 spreken verdachte [verdachte] en A-4110 elkaar opnieuw. Een ophanden zijnde levering in de week erop wordt besproken. Verdachte [verdachte] neemt door dat de prijzen voor blokken skyhigh zijn, vraagt A-4110 of het ook in stukken mag. Verdachte [verdachte] vraagt A-4110 zondagavond even bij hem te komen. A-4110 vraagt of het droog is. Verdachte [verdachte] reageert op A-4110 dat het wel kapot is en dat natte wel het beste is. Dat hij gewoon natte heeft, wat net gemaakt is. Dat hij zijn best nog gaat doen voor droge, maar dat dit (natte) in de vriezer ligt. Dat het moet stinken.
Gesprek 14 oktober 2018
Op 14 oktober 2018 vindt er zoals gevraagd door verdachte [verdachte] een ontmoeting plaats tussen verdachte [verdachte] en A-4110 met het oog op de komst van de afnemer op de volgende dag. Verdachte [verdachte] vertelt bij een ander te hebben gekocht nu hij niet meer dan een kilo heeft gekocht. Zegt dat hij normaal per tien kilo koopt. Verdachte [verdachte] zegt dat het wel natte is, maar niet heel natte. Verdachte [verdachte] stelt voor dat A-4110 de speed naar [plaats] rijdt, hetgeen A-4110 niet wil doen. Verdachte [verdachte] zegt vervolgens tegen A-4110 de dag erop eerst bij hem in de bakkerij te komen en dat A-4110 vervolgens de afnemer op gaat halen. Aldus wordt afgesproken.
Vervolg beoordeling hof van de gesprekken
Het hof heeft de inhoud van de onderlinge communicatie nauwkeurig in ogenschouw genomen. Het hof duidt de rol van verdachte in de onderlinge communicatie veeleer als dominant en bepalend over wat er gaat gebeuren, wanneer en in de wijze waarop. Verdachte [verdachte] zijn aanvankelijke aarzeling te leveren is niet gelegen in het niet
willenleveren van drugs, maar door omstandigheden tijdelijk niet
kunnenleveren omdat zijn vaste toeleverancier van speed gevangen is genomen. Daarbij zegt verdachte in het eerste gesprek op 24 mei 2018 dat hij A-4110 eerst nog één keer wil zien en vraagt daar bevestiging van, zegt daarbij ook dat hij zich wel even moet indekken en niemand wil passeren, en dat het leuk en top is dat A-4110 weer helemaal terug is en zegt lachend aan A-4110:
Je mutte weer wat verdiene hier of niet?Het hof kan in het verloop van dit gesprek op geen enkele manier het door verdachte beweerde pushen en dwingen van A-4110 ontwaren. In zijn verhoren bij de rechter-commissaris heeft A-4110 ook uitleg gegeven over de wijze waarop het gesprek liep. Die uitleg over de gebruikte woorden in hun onderlinge communicatie acht het hof navolgbaar. A-4110 heeft ook op overtuigende wijze uitleg gegeven dat hij niet in de positie was jegens verdachte [verdachte] dominant te zijn. Die uitleg van A-4110 wordt ook ondersteund door de inhoud van de onderlinge communicatie zoals die door middel van OVC is vastgelegd. Zoals hierboven overwogen was het verdachte [verdachte] die initiatief in het gesprek nam en bepaalde wat er gebeurde en hoe dat zou gaan.
In het gesprek waarin kennis werd gemaakt met A-4133 als beoogd afnemer van drugs bevestigt verdachte [verdachte] tegenover A-4133 dat hij op zoek is naar nieuwe klanten en vertelt [verdachte] over prijzen, kenmerken en beschikbaarheid van verschillende soorten drugs. Het hof heeft ook het verloop van de vervolgafspraken over het leveren van speed of cocaïne in ogenschouw genomen. Het hof stelt vast dat verdachte [verdachte] in die gesprekken telkens informatie verstrekt die erop duidt dat hij vaker handelt in drugs, goed bekend is met de specifieke eigenschappen van speed, het bewaren daarvan of het verloop vanwege het seizoen in de vraag naar drugs en de schommeling in prijzen. Het hof stelt ook vast dat verdachte in één van de gesprekken vertelt in plaats van de gebruikelijke 10 kilo bij een vaste afnemer te kopen, naar een ander is gegaan voor één kilo speed.
Het hof stelt daarnaast vast dat de verklaring van verdachte [verdachte] dat
A-4110 dwingend en dreigend in zijn richting was, geenszins is te herleiden uit de inhoud en het verloop van de onderlinge conversaties zoals die in tap - de OVC-gesprekken zijn vastgelegd. Het is verdachte [verdachte] die aangeeft hoe, waar en wanneer het moet gebeuren. Het is anders dan verdachte [verdachte] vertelt, niet A-4110, maar verdachte [verdachte] zelf die in hun gesprek op 14 juni 2018 begint over meegooien. Zijn stelling dat A-4110 niet gepasseerd wilde worden, wordt weersproken door de inhoud van het gesprek op 10 september 2018. Hij reageert op de suggestie van A-4110 dat verdachte [verdachte] rechtstreeks met de afnemer zaken zou kunnen doen, dat hij juist niet wil dat A-4110 er tussenuit gaat.
Conclusie van dit alles is dat het hof van oordeel is dat verdachte [verdachte] niet is uitgelokt tot het plegen van de hem verweten feiten.
Het hof is daarnaast van oordeel dat het hof voor wat betreft de aanloop in januari 2018 tot het eerste gesprek uit kan gaan van hetgeen A-4110 daarover heeft verklaard. Die verklaringen van A-4110 worden zoals hierboven weergegeven op relevante wijze ondersteund door het bovenomschreven versluierende taalgebruik in het telefoongesprek, het inhoudelijke verloop van de onderlinge gesprekken en ook andere onderdelen van het dossier, waaronder hetgeen verdachte [verdachte] met verdachte [medeverdachte 9] heeft besproken ten tijde van de eerste poging tot levering van drugs en andere door verdachte onderhouden contacten met de beoogd afnemer.
Het hof is derhalve met de rechtbank van oordeel dat verdachte [verdachte] niet is uitgelokt tot het begaan van de hem verweten feiten.
Het hof acht de afwegingen van de rechtbank op dit onderdeel juist. Het hof verenigt zich daarom ook met de hieronder cursief weergegeven overwegingen uit het vonnis van verdachte [verdachte] .
“Uit de hierna, onder het kopje "Bewijs". genoemde bewijsmiddelen kan afgeleid worden dat verdachte reeds in januari 2018 de wil had om opzettelijk harddrugs buiten het grondgebied van Nederland te brengen. Verdachte heeft deze wil nadien in de gesprekken met A-4110 en/of A-4133 en/of verdachte in de periode van mei 2018 tot en met oktober 2018 meermalen tot uitdrukking gebracht. Verdachte heeft in de aanloop naar het onder 1 ten laste gelegde feit bovendien op geen enkel moment aangegeven zich te willen distantiëren van handel in verdovende middelen. De bewijsmiddelen geven daarentegen blijk van een zekere gretigheid aan de zijde van verdachte om verdovende middelen te leveren en om zaken te doen op de langere termijn. Verdachte wilde geld verdienen. Uit de bewijsmiddelen volgt eerder dat de wil van verdachte ten tijde van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten nog onverkort aanwezig was.
De bewijsmiddelen geven er eerder blijk van dat verdachte zich voor het eerste contact met A-4110 ook al bezig hield met de (internationale) handel in harddrugs. Dit blijkt expliciet uit verdachte zijn eigen woorden, maar eveneens uit de volgende feiten en omstandigheden die indicatief zijn voor voornoemde vaststelling:
  • Verdachte bedient zich in de communicatie met A-4110 en/of A-4133 en/of verdachte, daar waar het gaat over de handel in verdovende middelen, van versluierend taalgebruik kennelijk met de bedoeling om over dit onderwerp te spreken zonder dat dit concreet uit de communicatie blijkt. Voor de deelnemers aan de communicatie is het immers duidelijk waarover wordt gesproken, maar op basis van de letterlijke tekst van de gesprekken is dat voor een buitenstaander niet per definitie het geval.
  • Het is een feit van algemene bekendheid dat betrokkenen bij de handel in verdovende middelen zich niet zelden bedienen van dergelijk versluierend taalgebruik om identificatie en crimineel handelen te verbergen en om uit het zich van politie en justitie te blijven, en de opsporing te bemoeilijken en om eventueel "meeluisterende" opsporingsinstanties zand in de ogen te strooien. Verdachte hield daarnaast rekening met de mogelijkheid dat hij afgeluisterd of gevolgd of betrapt zou kunnen worden en richtte zijn gedrag daarop in. Dit duidt op een geraffineerde en professionele manier van handelen.
  • Verdachte is bekend met de actuele prijzen voor cocaïne en speed en de beschikbaarheid van deze middelen.
  • Verdachte heeft kennis van de kwaliteitseisen van cocaïne en amfetamine.
  • Verdachte heeft kennis van de handel in verdovende middelen en de daarmee gepaard gaande risico's.
  • Verdachte beschikt over het vermogen en de relaties om op relatief korte termijn aan een handelshoeveelheid cocaïne te komen.

De rechtbank is van oordeel dat uit het vorenstaande een objectieve verdenking kan worden gedestilleerd dat verdachte zich reeds eerder bezighield met criminele activiteiten op het gebied van de Opiumwet en dat hij de predispositie had om soortgelijke strafbare feiten te plegen. De rechtbank acht het in het licht van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden dan ook niet aannemelijk geworden dat A-4110 verdachte heeft gebracht tot andere strafbare feiten dan waarop diens opzet reeds tevoren was gericht.

De rechtbank acht het daarnaast niet aannemelijk geworden dat A-4110 verdachte in de periode van 3 januari 2018 tot en met 4 september 2018 (tijdens niet-geverbaliseerde en niet-opgenomen contactmomenten)) door middel van bedreiging /intimidatie/dwang/(ontoelaatbare) druk heeft bewogen tot het plegen van de strafbare feiten. Het procesdossier bevat onvoldoende (concrete en objectieve) aanknopingspunten voor (verificatie van) de juistheid van dit scenario.
De in dit verband door getuige [naam] afgelegde verklaringen over diens eigen ervaringen net A-4110 kunnen niet als dergelijke aanknopingspunten worden beschouwd. [naam] heeft immers niet zélf waargenomen of ondervonden op welke wijze A-4110 zich tegenover verdachte heeft gedragen maar baseert zich slechts op zijn eigen ervaringen ('op een slinkse manier onder druk gezet'). Die eigen ervaringen wenst hij kennelijk te extrapoleren richting de verhouding tussen A-4110 en verdachte. Dat levert echter niet neer op dan een gissing waaraan de rechtbank voorbij zal gaan. Daar komt nog bij dat voor de inhoud van [naam] 's verklaringen geen enkele ondersteuning is te vinden in het dossier.”
E – Overige vormverzuimen
Het hof kan zich grotendeels met de overwegingen van de rechtbank met betrekking tot de overige gestelde vormverzuimen verenigen en zal daarom in zoverre deze overwegingen hierna telkens voor zover relevant (cursief) overnemen en tot de zijne maken. Daar waar ‘rechtbank’ staat, moet ‘hof’ worden gelezen en waar het hof dit nodig acht zullen de overwegingen worden aangevuld.
Schending van het verbod van détournement de pouvoirIn hoger beroep is wederom aangevoerd dat in het onderzoek sprake is van schending van het verbod van détournement de pouvoir. De rechtbank heeft in eerste aanleg het volgende overwogen.
“Het gebruik van opsporingsbevoegdheden dient altijd plaats te vinden binnen en ten behoeve van de doeleinden waartoe de wet de bevoegdheden toekent. Gebeurt dit niet dan is sprake van misbruik van bevoegdheden. Toepassing van een bijzondere opsporingsbevoegdheid is altijd uitsluitend toegestaan in het belang van het onderzoek en dient gericht te zijn op het nemen van strafvorderlijke beslissingen (zie ook artikel 132a Sv). Het is niet toegestaan opsporingsbevoegdheden in te zetten die hieraan geen bijdrage (meer) kunnen leveren.
Dit neemt niet weg dat de inzet van opsporingsbevoegdheden tegen een bepaalde verdachte in veel gevallen tevens bijdraagt aan een verbeterde informatiepositie van politie en justitie ten aanzien van anderen, organisaties of personen. Zeker bij een onderzoek naar het beramen of plegen van ernstige misdrijven in georganiseerd verband zal dikwijls veel informatie omtrent een organisatie ingewonnen worden, alvorens ook deze organisatie effectief strafrechtelijk kan worden aangepakt. Het verbeteren van de informatiepositie wordt in het Eerste Boek, Titel V, Sv dan ook als tussengelegen doel erkend: het in kaart brengen van een georganiseerd verband, om uiteindelijk de feiten en verdachten te kunnen selecteren waarvan vervolging moet plaatsvinden. Zeker in de aanvang van dergelijk onderzoek kan dat einddoel nog ver verwijderd zijn. De grens van het toelaatbare wordt echter pas overschreden als de afdoening van strafbare feiten niet het achterliggende doel is, maar wanneer het opbouwen van een informatiepositie doel in zichzelf is. [121]
Uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting kan worden afgeleid dat de tegen verdachte ingezette opsporingsbevoegdheden zijn gebruikt om zicht te krijgen op de mogelijke betrokkenheid van leden van de [motorclub 2] , bij de internationale handel in harddrugs. Het verbod van détournement de pouvoir verzet zich - in het licht van het vorenstaande - in beginsel niet tegen een dergelijk gebruik van opsporingsbevoegdheden. Dit zou anders kunnen zijn indien de opsporingsbevoegdheden uitsluitend waren ingezet met het oog op het opbouwen van een informatiepositie inzake de betrokkenheid van leden van de [motorclub 2] bij de internationale handel in harddrugs. Niet is gebleken of aannemelijk geworden dat daarvan sprake is geweest. Het verbod van détournement de pouvoir is dan ook niet geschonden.”
Het hof sluit zich bij deze overweging van de rechtbank aan en maakt deze tot de zijne. Het hof overweegt aanvullend dat - zoals hierboven reeds overwogen - tegen verdachte [verdachte] een concrete verdenking bestond op grond waarvan het opsporingsonderzoek is aangevangen.
Het verbod van willekeurDe rechtbank heeft het volgende overwogen.
“Ten aanzien van de beslissing om tegen verdachte een opsporingsonderzoek in te stellen
geniet het Openbaar Ministerie beleidsvrijheid. De rechtbank dient deze beleidsvrijheid te
respecteren en kan de beslissing daarom slechts marginaal toetsen. [122] Het optreden van
politie en justitie laat zich slechts als willekeur aanmerken indien een aan een beslissing
ten grondslag liggende belangenafweging apert onredelijk is. [123]
In het requisitoir van de officieren van justitie wordt de volgende toelichting gegeven op
de beslissing om tegen verdachte een opsporingsonderzoek in te stellen:
“ De [motorclub 2] zijn een internationale 1%-MC en sinds 1975 in Nederland aanwezig. De [motorclub 1] is in 2001 opgericht en een wereldwijde supportclub voor de [motorclub 2] en sinds 2013 in Nederland gevestigd. Supportclubs zijn van een lager niveau dan de [motorclub 2] maar scharen zich wel achter de doelstellingen en ideeën van de [motorclub 2] . Voor belangrijke besluiten moet een supportclub goedkeuring krijgen van de [motorclub 2] . Beide clubs scharen zich onder de 1% motorclubs; de leden daarvan beschouwen zich als outsiders. Waar 99% van alle motorrijders wetten en regels respecteren, kenmerken deze l%-ers zich juist door structureel wetten en normen te overtreden en alleen eigen clubregels na te leven.
Voor dit onderzoek is relevant dat in Noord-Nederland sprake is van een charter van de [motorclub 2] in [plaats] , de [motorclub 2] , [motorclub 2] , en een charter van de [motorclub 1] in onder meer [plaats] . De hiërarchie tussen de [motorclub 2] en de [motorclub 1] heeft een rol gespeeld bij strategische keuzes in het opsporingsonderzoek Vidar. Als doelstelling is aan het begin van het onderzoek geformuleerd: vaststellen of uitsluiten dat leden van de [motorclub 2] , [motorclub 2] , betrokken zijn bij de internationale handel in harddrugs. Op dat moment bestond er geen verdenking jegens een lid van de [motorclub 2] , maar wel een verdenking jegens de [motorclub 1] [verdachte] . Er is gebruik gemaakt van die verdenking om zicht te krijgen op de handel in harddrugs in de verwachting en veronderstelling dat deze internationale handel in harddrugs plaats zal vinden onder goedkeuring of instemming van de [motorclub 2] , [motorclub 2] , juist omdat [verdachte] een [motorclub 1] is. Mogelijk zou dus zicht kunnen ontstaan op leden van de [motorclub 2] , [motorclub 2] , die wetenschap hebben van die handel en op hun mogelijke betrokkenheid bij de internationale handel in harddrugs”
Gelet op deze toelichting, de tegen verdachte bestaande verdenking, en de omstandigheid
dat verdachte (goede) contacten heeft (met kaderleden van) de [motorclub 2] in
[plaats] , [124] kan niet gezegd worden dat de beslissing om een opsporingsonderzoek
tegen verdachte in te stellen teneinde zicht te krijgen op de mogelijke betrokkenheid van
leden van de [motorclub 2] , [motorclub 2] , bij de internationale handel in harddrugs
apert onredelijk is en zich als willekeur laat aanmerken. Het verbod van willekeur is dan
ook niet geschonden. Het verweer van de raadslieden wordt verworpen.”
De rechtbank heeft naar het oordeel van het hof juiste afwegingen gemaakt. Het hof sluit zich bij de bovenstaande overwegingen aan en maakt deze tot de zijne.
Vormverzuim OVC-opnamen in de woning van [verdachte]
Mr. Janssen heeft in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 13] aangevoerd dat voor het maken van geluidsopnamen in woningen van verdachten een machtiging van de rechter-commissaris is vereist en daarnaast aanvullende toestemming van het College van Procureurs-generaal na advisering van de Centrale toetsingscommissie. Hij verbindt daaraan de conclusie dat alle door A-4110 ingebrachte bewijsmiddelen van het bewijs dienen te worden uitgesloten en dat dat subsidiair in ieder geval geldt voor de in strijd met de vereisten in woningen gemaakte opnamen. Meer specifiek gaat het mr. Janssen om het gesprek op 14 februari 2019 in de woning van [verdachte] dat is opgenomen met behulp van de opnameapparatuur die A-4133 bij zich droeg. De verdediging heeft zich bij dit standpunt aangesloten.
De advocaten-generaal hebben zich ter terechtzitting van het hof op het standpunt gesteld dat bij het voorbereidend onderzoek zich geen vormverzuimen hebben voorgedaan die moeten leiden tot één van de in artikel 359a, eerste lid, Sv genoemde rechtsgevolgen.
Het hof overweegt hierover als volgt.
Artikel 359a Sv houdt in dat indien blijkt dat bij het voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld en de rechtsgevolgen hiervan niet uit de wet blijken, bepaald kan worden dat (a) de hoogte van de straf in verhouding tot de ernst van het verzuim zal worden verlaagd, indien het door het verzuim veroorzaakte nadeel langs deze weg kan worden gecompenseerd, (b) de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, niet mogen bijdragen aan het bewijs van het tenlastegelegde feit en (c) het openbaar ministerie niet ontvankelijk is, indien door het verzuim geen sprake kan zijn van een behandeling van de zaak die aan de beginselen van een behoorlijke procesorde voldoet.
Bij de beoordeling of aan een vormverzuim zoals hiervoor bedoeld enig rechtsgevolg dient te worden verbonden en, zo ja, welk rechtsgevolg dan in aanmerking komt, dient de rechter rekening te houden met de in het tweede lid van art. 359a Sv genoemde factoren. Het rechtsgevolg zal immers door deze factoren moeten worden gerechtvaardigd. De eerste factor is “het belang dat het geschonden voorschrift dient”. De tweede factor is “de ernst van het verzuim”. Bij de beoordeling daarvan zijn de omstandigheden van belang waaronder het verzuim is begaan. Daarbij kan ook de mate van verwijtbaarheid van het verzuim een rol spelen. De derde factor is “het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt”. Bij de beoordeling daarvan is onder meer van belang of en in hoeverre de verdachte door het verzuim daadwerkelijk in zijn verdediging is geschaad.
Opmerking verdient dat indien het niet de verdachte is die door de niet-naleving van het voorschrift is getroffen in het belang dat de overtreden norm beoogt te beschermen, in de te berechten zaak als regel geen rechtsgevolg zal behoeven te worden verbonden aan het verzuim.
Oordeel van het hof
Het hof stelt het volgende vast.
OVC opname 2 november 2018
Op 2 november 2018 kreeg A-4110 van zijn begeleiders de opdracht bij [verdachte] langs te gaan en heeft een gesprek plaatsgevonden tussen A-4110 en [verdachte] dat is opgenomen met een technisch hulpmiddel.
A-4110 heeft over deze ontmoeting het volgende verklaard. “Op vrijdag 2 november 2018 omstreeks 17:00 uur ben ik naar de woning van [verdachte] gegaan. Toen ik daar aan kwam was [verdachte] buiten en ik zag dat zijn vriendin er ook was. Ze hadden enige discussie over de kinderen en ik zag dat [verdachte] bezig was een kinderzitje in de auto te installeren van zijn ex-vriendin. Ik zag ook dat een van de kinderen overstuur waas en dat ze huilde. Het meisje wilde niet mee met de moeder en ging terug inde woning en [verdachte] vroeg mij mee naar binnen in de woning te komen. Ik ben vervolgens de woning binnen gelopen. U vraagt mij waarom ik naar binnen ben gegaan ondanks dat ik weet dat ik met OCV buiten de woning moet blijven. Ik kon naar mijn gevoel niet anders, door de situatie daar was het vreemd om buiten te blijven en [verdachte] nodigde mij specifiek uit om mee te komen. Nee zeggen was naar mijn gevoel heel vreemd geweest.
Ik heb maar kort met [verdachte] gesproken, hij had zijn hoofd er niet helemaal bij. Ik heb hem gezegd dat die Ier binnenkort hier weer heen komt. Ik zei waarschijnlijk zondag. (…) Ik zag dat er enige spanning en stress was met die kinderen en ik ben vervolgens na ongeveer 10 minuten weggegaan.” [125]
In het proces-verbaal uitwerking OVC 02 november 2018 is vermeld dat A-4110 voorafgaand aan de afspraak werd voorzien van opnameapparatuur die geactiveerd werd door een daarvoor aangewezen opsporingsambtenaar, A-4110 kon de opnameapparatuur niet zelf bedienen. [126]
In een proces-verbaal van bevindingen wordt het volgende vermeld. Tijdens het verhoor van A-4110 op 11 november 2018 over de ontmoeting op 2 november 2018 bleek dat A-4110 op 2 november 2018 in de woning was geweest op het moment dat het technisch hulpmiddel was ingeschakeld. A-4110 gaf aan dat het niet logisch was om buiten te blijven daar er veel emoties speelden rond de kinderen van [verdachte] . Hij verklaarde verder dat het niet binnen gaan van de woning op dat moment vreemd zou zijn en mogelijk wantrouwen kunnen wekken. Het betreden van de woning van [verdachte] met een OVC middel dat in werking was gesteld is door de begeleiders van A-4110 aan de teamleiding en de Officier van Justitie gemeld. Het gesprek met [verdachte] heeft tussen 16.55 en 17.20 plaatsgevonden. Voorafgaand aan de inzet is aan A-4110 medegedeeld dat hij met het OVC middel niet een woning van de verdachte of andere mogelijke verdachten, mocht betreden, aldus het proces-verbaal van bevindingen. [127]
Het hof overweegt dat de uitleg van A-4110 over de situatie en de reden waarom hij de woning binnen is gegaan past bij de uitwerking van de OVC opname. [128] In de gegeven situatie acht het hof het navolgbaar dat A-4133 in verband met afbreukrisico de woning is binnengegaan. De aanwezigheid in de woning is van korte duur geweest. A-4110 heeft bij zijn begeleiders gemeld dat hij de woning in is geweest terwijl het technisch hulpmiddel was ingeschakeld. Zijn begeleiders hebben dit daarop aan de teamleiding en de officier van justitie gemeld. In zoverre is de gang van zaken transparant.
Het hof stelt wel vast dat een machtiging van de rechter-commissaris ontbreekt voor wat betreft de opname in de woning van [verdachte] op 2 november 2018 en dat in zoverre sprake is van een vormverzuim. Gelet op de beperkte duur van aanwezigheid in de woning en de zeer beperkte inbreuk op de privacy van verdachte, verbindt het hof hier verder geen consequenties aan.
OVC opname 12 november 2018
Het hof is met betrekking tot deze OVC opname van oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek dat moet leiden tot één van de in artikel 359a, eerste lid, Sv, genoemde rechtsgevolgen.
Op 12 november 2018 waren A-4110 en A-4133 kortstondig in de woning van [verdachte] . Voorafgaand aan deze afspraak werden A-4110 en A-4133 voorzien van opnameapparatuur.
Voorafgaand aan deze ontmoeting werd een bevel gegeven. [129] De formalisering van de aanvraag machtiging voor de woning van [verdachte] is van 13 november 2018. In de aanvraag van de machtiging staat het volgende opgenomen:

deze ontmoeting valt binnen het bevel afgegeven de periode van 12 t/m 15 november. Het bevel en de machtiging omvatten echter niet het inzetten van de ovc in de woning. Thans is niet uit te sluiten c.q. mag verwacht worden dat de overdracht van de amfetamine en/of de betaling daarvan plaats gaan vinden in de woning van [verdachte] . Zowel bij A-4110 als A-4133 wordt bij de ontmoeting met [verdachte] met een technisch hulpmiddel de vertrouwelijke communicatie ogenomen. Deze ovc in de woning zal zich beperken tot de duur van de ontmoeting van A-4110 en/of A-4133 met [verdachte] . Omdat het risico aanwezig is dat de levering zich verplaatst in de woning en daar dan ook vertrouwelijke communicatie opgenomen gaat worden is de officier van justitie verzocht om, op grond van artikel 126l van het Wetboek van Strafvordering, te vorderen, dat door de rechtercommissaris bij rechtbank Noord Nederland, een machtiging zal worden verleend en te bevelen, dat gebruik zal worden gemaakt van de bevoegdheid tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel, waaraan in ieder geval deelneemt: [verdachte] . [130]
De rechter-commissaris heeft een mondelinge machtiging gegeven op 12 november 2018 om 14.45 uur. Deze machtiging geldt ook voor A-4133.
Het hof overweegt dat waar het de interne toestemming binnen het openbaar ministerie betreft, op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad geldt dat de rechter de zorgvuldigheid van de besluitvorming binnen het OM niet kan onderzoeken ten aanzien van de punten waar de rechter zelf over moet oordelen. [131]
Dit brengt het hof tot het oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim in het vooronderzoek. Het hof merkt op dit punt nog op dat de afweging van de officieren van justitie zijn voorgelegd aan de rechter-commissaris en dat de gang van zaken zodoende transparant is.
OVC opname 14 februari 2019
Op 14 februari 2019 spraken A-4133, A-4110 en [verdachte] over de afhandeling van een leverantie van drugs. Aanvankelijk bevonden zij zich in een horeca-gelegenheid, op aangeven van verdachte [verdachte] verplaatsten zij zich naar de woning van [verdachte] alwaar de drugs zou worden gebracht en overgeleverd. Voorafgaand aan deze afspraak werden A-4110 en A-4133 voorzien van opnameapparatuur.
Voorafgaand aan deze ontmoeting werd een bevel gegeven. [132] Aan dit bevel ligt een proces-verbaal van bevindingen ten grondslag met daarin een aanvraag overeenkomst burgerpseudokoop/pseudo dienstverlening. [133] Dat ziet op de periode 9 februari 2019 en 16 februari 2019. Door het WOD-begeleidingsteam zal er aldus de inhoud van het proces-verbaal op gestuurd worden dat de gesprekken niet in een woning gaan plaatsvinden. De gesprekken vinden zo mogelijk op afgesproken momenten plaats zodat het mogelijk is opnames te maken. Aldus het proces-verbaal van bevindingen heeft het gearrangeerde gesprek met verdachte [verdachte] op donderdag 14 februari 2019 plaats gevonden tussen omstreeks 13.00 uur en 15.30 uur en is het opgenomen door een technisch hulpmiddel. Voorafgaand aan de inzet is aan A-4133 medegedeeld dat hij met het OVC middel niet de woning van de verdachte mocht betreden. Echter, tijdens deze inzet is 4133 op uitnodiging van [verdachte] , diens woning binnengegaan. Aldus het proces-verbaal van bevindingen was naar inschatting van A-4133 het op basis van afbreuk risico niet mogelijk om de uitnodiging van [verdachte] af te slaan. Tijdens de inzet is de Officier van Justitie hiervan op de hoogte gesteld. [134]
Het hof stelt vast dat deze uitleg herkenbaar is in de inhoud van de OVC opname van het gesprek op 14 februari 2019:
A-4110: (niet te verstaan) gaan we doen?
[verdachte] : Die jongens brengen nu die halve daarheen. Anders rij jij naar huis.
[verdachte] : Dan rij ik naar je huis en dan (niet te verstaan) kofferbak.
[verdachte] : Moeten even dat ding sealen. Meer niet. Ding staat klaar. [135]
A-4133: Dus wat wil je doen?
[verdachte] : Je gaat met mij mee.
A-4133: Ik ga met jou mee naar huis?
[verdachte] : We gaan naar huis en we doen samen …
A-4133: Sealen het?
[verdachte] : En dan zie je het en dan …
A-4133: En dan kan je mij brengen naar …
[verdachte] : En dan rijden we daarna naar hem. [136]
Het hof merkt op de afweging zoals die aan de officier van justitie zijn voorgelegd ook hier transparant is. Dat geldt ook voor de feitelijke gang van zaken in de woning. In de gegeven situatie acht het hof het navolgbaar dat A-4133 zich in verband met afbreukrisico niet kon onttrekken de beoogde plaats van transactie, een horeca-gelegenheid, te verlaten en zich op – onverwacht - verzoek van [verdachte] te begeven naar diens woning. De afronding van de drugsdeal in de woning is van korte duur geweest.
Het hof stelt wel vast dat een machtiging van de rechter-commissaris – zoals eerder door de rechter-commissaris wel afgegeven - ontbreekt voor wat betreft de opname in de woning van [verdachte] op 14 februari 2019 en dat in zoverre sprake is van een vormverzuim. Gelet op de beperkte duur van aanwezigheid en de zeer beperkte inbreuk op de privacy van verdachte, verbindt het hof hier verder geen consequenties aan.
Voor het overige acht het hof het verweer van mr. Janssen - waar de verdediging bij is aangehaakt - zodanig onbepaald dat het geen verdere bespreking behoeft.
5. Bewijs [137]
De inhoud van de navolgende bewijsmiddelen, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, slechts wordt gebezigd voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens de inhoud daarvan betrekking heeft, levert op de redengevende feiten en omstandigheden, op grond waarvan het hof bewezen acht en de overtuiging heeft verkregen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierna is bewezenverklaard.
Het hof merkt op dat bij de bespreking van het bewijs onderdelen van het dossier weergegeven die hierboven al zijn beschreven bij de beoordeling van de vraag of verdachte is uitgelokt strafbare feiten te bespreken. Omdat het hieronder om een andere vraag gaat, te weten of verdachte de hem verweten feiten heeft begaan zal het hof die onderdelen opnieuw weergeven maar dan in het kader van het geselecteerde bewijs.
Het hof zal bij de bespreking van het bewijs allereerst aandacht besteden aan het versluierd taalgebruik dat in het bewijs terugkomt. De bewijsmiddelen worden daarna besproken aan de hand van zaaksdossiers. Deze indeling is gemaakt ten behoeve van de leesbaarheid, niet wordt bedoeld de toepasselijkheid van de bewijsmiddelen te beperken tot de desbetreffende zaaksdossiers. Het hof zal afsluiten met een aantal bewijsoverwegingen. Dit levert de volgende indeling in de bespreking van het bewijs op.
Indeling
Versluierend taalgebruik
Zaaksdossiers en bewijs
Overwegingen met betrekking tot het bewijs

1.Versluierend taalgebruik

Het hof heeft gezien dat in de onderlinge communicatie tussen verdachten gebruik wordt gemaakt van versluierend taalgebruik.
Ook met het oog op de leesbaarheid van de bewijsparagraaf zal het hof eerst aandacht besteden aan in het onderzoek gebleken gebruik van verschillende termen als versluierend taalgebruik. Undercoveragent A-4133 heeft verklaard dat door [verdachte] is voorgesteld in aantallen
hoerente spreken waar
kilo’s amfetaminewerden bedoeld. Voorts verwees [verdachte] naar de drugs als auto-onderdelen, of speciaal naar amfetamine/speed als 'snel'. [138] [verdachte] zelf heeft in zijn verhoor bij de politie verklaard dat met
snellewordt bedoeld:
speed. [139] Ingevolge het proces-verbaal van zaaksdossier 9 wordt vastgesteld dat
snellestraattaal voor speed oftewel amfetamine is. [140] De politie heeft in het proces-verbaal van bevindingen specifiek over versluierend taalgebruik het volgende beschreven:
Gedurende onderzoek Vidar is meermaals gebleken dat verdachten en betrokkenen onderling communiceren, vermoedelijk gebruik makend van 'versluierd taalgebruik'. Hiermee wordt bedoeld: het gebruik van woorden die letterlijk iets anders betekenen dan feitelijk bedoeld wordt. Het gebruik van versluierd taalgebruik kan dienen als afscherming tegen opsporingsdiensten. In voorliggend proces-verbaal worden enkele voorbeelden van versluierd taalgebruik beschreven, zoals die zijn geconstateerd in onderzoek Vidar. Uit deze voorbeelden blijkt ook dat verdachten concreet afspraken maken over de wijze waarop zij versluierd taalgebruik toepassen en deze wijze ook daadwerkelijk toepassen. Ook maken verdachten afspraken hierover met infiltranten, waarbij de verdachten actief betrokken zijn bij het tot stand komen van het versluierd taalgebruik. [141]
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat in dat proces-verbaal over verschillende termen uitleg wordt gegeven aan de hand van het combineren van concrete onderzoeksresultaten. Op basis van die onderzoeksresultaten heeft de politie op navolgbare wijze duiding gegeven aan termen en begrippen die in de chatgesprekken zijn gebruikt. Het hof verenigt zich met die uitleg van de politie. De duiding is naar het oordeel van het hof in lijn met de context van de OVC gesprekken en samenhang met andere onderzoeksresultaten. Dit leidt ertoe dat wanneer hieronder in de bewijsmiddelen bijvoorbeeld termen worden gebruikt als:
snelle, snel, fast,
sandwich, hoerendoor het hof wordt begrepen dat speed oftewel amfetamine wordt bedoeld. De termen
wit, snelle, blok, cake, of neusstaan voor cocaïne. Het hof stelt vast dat motoronderdelen of motorgerelateerde items ook wel worden gebruikt om drugs woordelijk te bemantelen. [142]

3.Zaaksdossiers en bewijs

Zaaksdossier 1 - poging aanschaf en uitvoer kilo cocaïne op 4 september 2018
De eerste contacten tussen [verdachte] en A-4110
Zoals hierboven reeds weergegeven staat A-4110 ingeschreven in het register van het Team Burger in Opsporing van de Nationale Politie, Landelijke Eenheid. [143] Op 3 januari 2018 wordt A-4110 door de hem bekende [verdachte] aangesproken op het [adres] te [plaats] . [verdachte] vraagt aan A-4110 of hij nog weleens wat doet. Volgens A-4110 doelt [verdachte] daarmee op de handel in wapens en/of drugs. A-4110 bevestigt dat hij nog weleens wat doet. [verdachte] nodigt A-4110 vervolgens uit om eens bij hem langs te komen. Misschien kunnen hij en A-4110 wat doen. A-4110 spreekt met [verdachte] af dat hij bij hem langs zal komen. [144]
Op 11 januari 2018 rijdt A-4110 langs de woning van [verdachte] in [plaats] . A-4110 neemt vervolgens contact op met een vriend van [verdachte] , genaamd [naam] . A-4110 krijgt van [naam] te horen dat [verdachte] niet meer in [plaats] woont. A-4110 krijgt via [naam] het telefoonnummer van [verdachte] . [145] [146]
Op 12 januari 2018 spreken [verdachte] en A-4110 af op de [adres] in [plaats] . [147] Tijdens de ontmoeting geeft [verdachte] aan dat hij iemand zoekt voor speed. [verdachte] zoekt liever iemand uit het buitenland dan iemand uit Nederland. [verdachte] zegt dat speed weinig kost qua investering, maar wel wat oplevert. [verdachte] geeft aan dat hij nog altijd belang heeft bij transport. Hij doet liever speed dan cocaïne omdat je bij cocaïne veel moet investeren. De inkoop van cocaïne kost veel. [verdachte] zegt dat speed voorhanden is. A-4110 gaat kijken of hij iemand kent. [148]
De identiteit van [verdachte]
A-4110 verklaart tegenover zijn begeleiders dat [verdachte] ergens in de 30 is. [verdachte] is
full membervan de [motorclub 1] . Dit is een
supportclubvan de [motorclub 2] . [verdachte] heeft een vriendin die uit [plaats] komt. De vader van die vriendin heeft een bakkerij in [plaats] (het hof begrijpt: de vader van de ex-vriendin van [verdachte] had een bakkerij in [plaats] ).
houdt zich bezig met allerlei zaken, zolang het maar geld oplevert. Hij handelt in drugs en wapens. [149]
[verbalisant] doet een onderzoek naar de identiteit van [verdachte] . [150] Uit een zoekslag in politiesysteem BlueView komt naar voren dat [verdachte] , geboren op 16 oktober 1985 te [geboorteplaats] ,
sergeant-at-armsis bij de [motorclub 1] in [plaats] . Deze [verdachte] is tevens vennoot van [bakker] aan de [adres] te [plaats] . [151] [152] Op basis van deze informatie concludeert [verbalisant] dat [verdachte] de persoon betreft waarover A-4110 heeft verklaard. [153]
Op 15 april 2019 wordt aan A-4110 een fotoboek getoond met daarin 29 foto's. Elke foto wordt afzonderlijk aan A-4110 getoond. [154] A-4110 verklaart over foto 13: "Dit is [verdachte] ." [155] Foto 13 betreft een Facebook-foto van [medeverdachte 2] , geboren op 16 oktober 1985. [156]
De aanloop naar de ontmoeting met de buitenlandse afnemer
Op 22 mei 2018 krijgt A-4110 van zijn begeleiders de opdracht om telefonisch contact op te nemen met [verdachte] teneinde hem te ontmoeten. [157] Diezelfde dag belt A-4110 [verdachte] omstreeks 19.02 uur op telefoonnummer +316 40 18 69 06. [158] Uit de uitwerking van dit opgenomen gesprek blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
[verdachte] wordt gebeld door A-4110.
A-4110 zegt dat [verdachte] laatst vroeg om een onderdeel voor zijn Harley. A-4110 zegt dat hij die nu heeft. [verdachte] zegt dat hij even na moet denken want hij heeft meerdere onderdelen nodig gehad voor zijn motor. [verdachte] vraagt of A-4110 morgen in de stad is. A-4110 vraag of [verdachte] donderdag ook kan. [verdachte] zegt dat hij donderdag in [plaats] is. [verdachte] en A-4110 spreken donderdag af. [159]
A-4110 is verhoord over dit telefoongesprek. A-4110 verklaart dat hij met [verdachte] heeft afgesproken om hem donderdag te ontmoeten. [160]
Op donderdag 24 mei 2018 krijgt A-4110 de opdracht om [verdachte] te ontmoeten en aan hem mede te delen dat hij een buitenlandse afnemer heeft gevonden die interesse heeft in de eerder door [verdachte] aangeboden speed. Indien [verdachte] interesse heeft dient A-4110 met [verdachte] een afspraak te maken om hem aan een buitenlandse afnemer te introduceren. [161] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen [verdachte] en A-4110 op het [adres] in [plaats] . [162] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [163] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [164] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4110: [motorclub 1] .
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Ik heb een telefoon bij me.
[verdachte] : Niet te hard. [165]
A-4110: Ik heb iemand.
[verdachte] : Waarvoor?
A-4110: Voor die
snelle.
[verdachte] : Oké.
[verdachte] : Moet hij hebben?
A-4110: Ja. Dat ligt eraan (niet te verstaan).
[verdachte] : Die jongens zitten vast. Net opgepakt.
A-4110: Ieren.
[verdachte] : Dat is goed toch.
A-4110: Dat is Ierland.
[verdachte] : Willen ze het hier oppakken?
A-4110: Dat moet je met hen bespreken. Ik laat ze hier komen.
[verdachte] : Oké.
A-4110: Wat zeg je ervan? Goed toch?
[verdachte] : Beter is hier.
[verdachte] : Ik wil wel aan deze kant blijven. [166]
[verdachte] : Laat maar gebeuren. [167]
A-4110: Als ik afspreek moet het serieus zijn hè?
[verdachte] : We moeten eerst maar even …
[verdachte] : Ik zie jou van tevoren nog een keer toch?
A-4110: Ja.
A-4110: Het is geen klein werk.
[verdachte] : Nee, daarom.
A-4110: Maar moet ik een afspraak maken met die man?
[verdachte] : Eventjes goede dingen doen toch?
A-4110: Ja.
[verdachte] : Lijkt me wel toch?
[verdachte] : Die ene is nu op vakantie.
[verdachte] : Maar dat maakt niet uit. Ik moet me wel even indekken dat ik geen mensen passeer.
A-4110: Komt goed. Het is geen haastwerk.
[verdachte] : Daarom.
A-4110: Het moet even goed gebeuren. Geen flauwekul.
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : We gaan even contacten. Komt goed.
[verdachte] : Je moet weer wat verdienen of niet?
A-4110: Ja, ik moet weer geld hebben. [168]
[verdachte] : We houden contact.
A-4110: Serieus.
[verdachte] : Ja, tuurlijk.
[verdachte] : Mooi dat het die is. Dan gaat het om aardige …
A-4110: Ja. [169]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [170] A-4110 verklaart dat hij met [verdachte] heeft gesproken over die snelle. Met snelle wordt de drugs
speedbedoeld. [171] [verdachte] gaat kijken hoe hij leveren kan. [172]
Op 1 juni 2018 vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110 en [verdachte] bij [locatie 4] in [plaats] . [173] Dit betreft een niet-geplande ontmoeting. [174] Tijdens deze ontmoeting vraagt A-4110 aan [verdachte] of hij al wat heeft gehoord. [verdachte] geeft aan dat hij er druk mee bezig is. Hij moet toestemming vragen aan iemand die nu vastzit. [verdachte] kan niet om hem heen. [verdachte] vraagt of ze ook mee mogen gooien met de Ier. [175] A-4110 verklaart dat [verdachte] daarmee bedoelt te vragen of de Ier ook kilo's van hen mee wil vervoeren naar Ierland. A-4110 geeft aan dat [verdachte] daar met de Ier over kan praten. [176] [verdachte] vraagt verder of de Ieren ook belang hebben bij andere dingen. A-4110 zegt dat het een grote organisatie is en dat ze overal wel belang bij hebben. [verdachte] antwoordt: "Dat is dan mooi." [177] A-4110 verklaart dat [verdachte] met deze vraag doelt op andere soorten drugs dan speed, zoals coke en pillen. [178] A-4110 geeft aan dat hij vermoedt dat de Ieren de speed droog willen hebben. [verdachte] zegt lachend: "Dan kunnen we mooi geld verdienen." [179]
Op 14 juni 2018 krijgt A-4110 de opdracht om [verdachte] te ontmoeten en aan hem te vragen wanneer hij de Ier wil ontmoeten. [180] Diezelfde dag spreken A-4110 en [verdachte] elkaar bij ijssalon [locatie 4] in [plaats] . [181] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [182] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [183] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Zullen we even een rondje lopen. Ik laat mijn telefoon hier even liggen. [184]
[verdachte] : (niet te verstaan) Jij belde mij gisteren een paar keer (niet te verstaan). Stel je voor het gaat mis (niet te verstaan). Anders word jij ergens bij betrokken waar je niet bij betrokken wilt worden.
[verdachte] : Het zal allemaal wel goed gaan.
[verdachte] : Stel je voor er gaat wel iets mis … en dan pakken ze … (niet te verstaan). En dan kijken ze in je telefoon. [185]
[verdachte] : Die jongens die zitten in Duitsland vast.
[verdachte] : Ik ben bang dat het niet goed komt als ik het via andere jongens ga halen.
A-4110: Waarom niet?
[verdachte] : Ik denk dat ik dan geen goede kwaliteit kan waarborgen.
[verdachte] : Dat was de vorige keer ook. Dan moet het opnieuw gekocht
worden. [186]
A-4110: Hij komt hierheen.
[verdachte] : Oké.
A-4110: Moet even met je afspreken.
[verdachte] : Wanneer komt hij hierheen dan?
A-4110: Eén dezer dagen.
[verdachte] : Hij wil niet … Hij wil dat snelle hebben?
[verdachte] : Eigenlijk moeten wij niet eens wat aan gaan bieden.
[verdachte] : Eigenlijk moet je vragen: "Wat wil je hebben?"
[verdachte] : Dat je het omdraait.
[verdachte] : Hij wil hier betalen neem ik aan?
A-4110: Ja. [187]
[verdachte] : We moeten gewoon een beetje (niet te verstaan) doen. (niet te verstaan) dan gaan we kijken hoe het loopt. Dan kunnen we misschien een paar keer meelopen. [188]
A-4110: Wat moet ik tegen hem zeggen? Kun je niks met die jongen die nu vastzit?
[verdachte] : Een half jaar gaat het duren voordat hij voorgeleid wordt.
[verdachte] : Die rechtszaak moet nog komen. [189]
A-4110: Hij komt met een voorstel.
[verdachte] : Laat hem maar met voorstellen komen. [190]
A-4110: Ze moeten zelf oordelen wat het is.
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : We hoeven niet moeilijk te doen. Als ze het meenemen dan is het klaar, maar dan is het ook goed, anders nemen ze het niet mee. [191]
A-4110: (niet te verstaan) Het kan wel duur zijn … (niet te verstaan)
[verdachte] : Ik betaal nu 26.
A-4110: Dat is echt goedkoop.
[verdachte] : Maar niemand weet dat hoor.
A-4110: Wat wil je hen vragen?
[verdachte] : (niet te verstaan) Als ze echt willen gaan gooien … Dat is goed, maar de prijs gaat (niet te verstaan) dadelijk weer omhoog.
[verdachte] : (niet te verstaan) dan vragen we 30. [192]
[verdachte] : Gaan kijken. We gooien. Als we daar wat geld uit halen. Paar keer zien. Daarna dan (niet te verstaan) mee gooien.
[verdachte] : Proberen. Kijken of het daar wil. Dat is even een ingangetje om iets op te zetten. Dat wij erbij in zitten.
[verdachte] : We moeten eerst maar even horen wat jouw man wil.
[verdachte] : Wanneer komt die afspraak?
A-4110: (niet te verstaan) twee weken.
[verdachte] : Komt goed.
[verdachte] : Doe maar rustig aan. Er niet teveel bovenop zitten. Ze laten maar zien dat ze graag met ons willen.
A-4110: Waar kan ik je bereiken?
[verdachte] : Kan gewoon via de telefoon, maar ik was gisteren niet … Als ik met een paar dingen bezig ben dan wil ik niet gaan kruisen.
[verdachte] : Dan kan het misschien jou (niet te verstaan) weer in gevaar brengen. [193]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [194] A-4110 verklaart dat [verdachte] aan hem gevraagd heeft of de Ier ook wat anders wil dan snelle. [verdachte] geeft aan dat hij de kwaliteit van snelle niet zo goed meer kan garanderen. De man die voor hem snelle leverde zit vast in Duitsland. Het betreft Nederlanders die nog niet zo lang in Duitsland vastzitten. [verdachte] geeft aan dat hij wel mensen kent, maar dat de man die vastzit het beste had. [verdachte] vraagt aan A-4110 of de Ier ook wat anders wil. [verdachte] maakt op dat moment een snuifgebaar. [195] A-4110 begrijpt dat [verdachte] daarmee doelt op coke. [196] [verdachte] geeft aan dat hij 26 betaalt voor coke. Hij kan het voor 30 aanbieden. [verdachte] geeft aan dat de coke van goede kwaliteit is. [197]
A-4110 en [verdachte] spreken ook over mee gooien. [verdachte] wil eerst zien hoe het loopt. [198]
Op 28 juni 2018 krijgt A-4110 de opdracht om contact te maken met [verdachte] en hem uit te nodigen voor een ontmoeting met de Ier op 5 juli 2018. [199] Op 29 juni 2018 bezoekt A-4110 de woning van [verdachte] . A-4110 zegt tegen [verdachte] dat de Ier hem op 5 juli 2018 wil ontmoeten.
De eerste ontmoeting met de buitenlandse afnemer ("de Ier" A-4133)
A-4133 betreft de zogenaamde afnemer van verdovende middelen die "de Ier" wordt genoemd. [200] A-4133 is een voormalig politie-infiltrant uit het Verenigd Koninkrijk die in 2017 met eervol ontslag is gegaan. [201] Op 5 juli 2018 krijgt A-4133 de opdracht om samen met A-4110, [verdachte] te ontmoeten in [plaats] en tijdens die ontmoeting informatie in te winnen over de drugshandel van [verdachte] . Daarnaast krijgt A-4133 de opdracht om informatie in te winnen over een testaankoop van maximaal één kilo cocaïne bij [verdachte] . [202] Diezelfde dag stuurt A-4110 [verdachte] een sms met het verzoek om hem te ontmoeten in [plaats] . A-4133 en A-4110 rijden vervolgens naar [plaats] . [203] Bij Hajé chauffeurscafé in de buurt van [plaats] (het hof begrijpt: Hajé [weg] [plaats] ) vindt tussen A-4133, A-4110 en [verdachte] een ontmoeting plaats. [204] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [205] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [206] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133: Ik ben [naam] . [207]
A-4133: Zit je hier goed of wil je naar buiten?
[verdachte] : Niet hier. We doen later een beetje buiten.
A-4133: Goed. [208]
[verdachte] : Je komt uit [plaats] ?
A-4133: Ja.
A-4133: Noord-Ierland. [209]
[verdachte] : Blijf je kort in Nederland?
A-4133: Ja, maar voor twee dagen. [210]
A-4133: We gaan buiten wandelen? Wil je naar het terras of wil je gaan lopen?
[verdachte] : Ja, hij bericht me via sms dat ik hier kon komen. En als je dat per sms doet. Ik ben niet paranoïde, maar je kunt … Het is te makkelijk om …
A-4133: Ik weet het.
[verdachte] : Sms'jes hebben ze direct. Kunnen ze direct meelezen.
[verdachte] : WhatsApp is beter. [211]
A-4133: We hebben elkaar in [locatie 5] gesproken
A-4133: We hadden het over onze zaken. Hij zei dat je geïnteresseerd was in het vinden van een paar nieuwe klanten.
[verdachte] : Ja, ik wil (niet te verstaan).
A-4133: Dus …
[verdachte] : Maar de makkelijke manier. De leuke, makkelijke en open manier.
[verdachte] : Hij zei tegen mij "hij is een makkelijke, normale vent." Hij weet dat we veel dingen hebben gedaan. Soms gaan dingen goed en soms gaan dingen fout. Een vriend van ons zit nu in de gevangenis met 1.000 kilo.
[verdachte] : We willen niet in de schijnwerpers staan.
[verdachte] : Ik vroeg hem eerder. Ik zeg: "waar ben je naar opzoek? Wat wil je doen? Wat kun je doen?" Hij zei: "we vragen het, we praten, komen bij elkaar, kijken wat er mogelijk is."
A-4133: Vertel jij me maar wat je voor me kunt doen.
[verdachte] : Het is Nederland. We kunnen alles regelen.
[verdachte] : Dit eh dit eh.
A-4133: Wat bedoel je? Bedoel je coke?
[verdachte] : Coke ja, speed.
A-4133: Ik begreep dat je speed had waar je een klant voor wilde, maar nu niet meer?
[verdachte] : Ik had mijn eigen mannetje, maar die zit nu in de gevangenis in Duitsland.
[verdachte] : Er ging iets mis.
[verdachte] : Ik heb nog steeds hoor. Het is nog steeds mogelijk.
[verdachte] : Maar op dat moment was het iets heel goeds. We deden het zelf en het was de makkelijke manier.
A-4133: Je wist dat het goede kwaliteit was? [212]
[verdachte] : Alles moet goede kwaliteit zijn.
[verdachte] : Soms is het mogelijk. En ook hiermee. Je hebt veel manieren om het te maken.
[verdachte] : Of het komt hier of het komt hier in een product en we maken het hier.
[verdachte] : Het moet goede kwaliteit zijn. Dan kunnen we ook zeggen dat we iets anders kunnen regelen. Dat is een heel fijn ding om zaken te doen denk ik.
[verdachte] : Ik denk dat het de makkelijke manier is. En coke … alleen.
A-4133: Met de coke ja.
[verdachte] : De speed. Als je koopt. Je krijgt het hier. Je neemt het vanaf hier mee om het daar te krijgen.
A-4133: Ik sta er voor open om te horen wat je kunt doen. Ik ga ervan uit dat je het mij hier wilt geven. Dan is het mijn probleem om het thuis te krijgen.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Maar als je zegt dat je het vervoer ook kunt doen … Dat is een gesprek voor de toekomst.
[verdachte] : Misschien kunnen we het ook vanaf daar regelen. Dat is praat voor de toekomst.
[verdachte] : We kunnen daar gaan zitten.
[verdachte] : Wat kun je betalen voor goede kwaliteit?
A-4133: Voor coke?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Voor hoeveel kun je het doen?
[verdachte] : Voor één?
A-4133: Laten we zeggen voor de eerste keer voor één.
[verdachte] : Als je het voor één doet, dan denk ik dat we het voor 28 doen.
A-4133: Oké.
[verdachte] : Is dat goed?
A-4133: Ja.
[verdachte] : En we verdienen niet veel hoor, maar ik wil dat … het blijven brengen. We verdienen niet veel omdat de vakantie nu begint. Alle prijzen gaan …
[verdachte] : Torenhoog. Elke keer hetzelfde in Nederland.
[verdachte] : Ik denk dat 28 een eerlijke prijs is.
A-4133: Dus 28 voor een
kija?
[verdachte] : Ja. [213]
[verdachte] : Beter doen we het nu een beetje minder. [214]
[verdachte] : Je neemt het vanaf hier. We hebben er geen hoofdpijn van. Ik moet alleen weten dat je het geld hebt en het aan je laten zien. Je ziet het en zegt dat het oké is. Dat het makkelijk is. Dan gaan we vanaf daar kijken …
A-4133: Wat we kunnen doen … als het meer zou zijn. Dus we doen één voor 28.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Als dit goed is en ik kom terug en ik wil tien of twintig, kunnen we dan een betere prijs afspreken?
[verdachte] : Ja, natuurlijk. Hoe meer het is, hoe meer dit, natuurlijk dat is …
A-4133: Ja. Hoe meer je koopt, hoe beter de prijs. [215]
A-4133: Ik moet weer teruggaan. Ik moet met mensen in mijn organisatie praten. Ik moet zeggen: "dit is zoveel voor één. Voor een test."
[verdachte] : Over de speed. Ik denk rond de € 1.000,00.
[verdachte] : Voor een ki.
[verdachte] : De prijs voor mij is 800. Ik hoef er niet over te liegen. Ik moet geld verdienen. [216]
A-4133: Ik moet betalen voor het transport.
A-4133: Het is een eind van Nederland naar [plaats] . Er zijn veel risico's.
[verdachte] : Misschien kunnen we ook regelen. Het Noorden. Ik ken bijna iedereen. Het is mijn gebied en dat is makkelijk voor mij.
[verdachte] : Ik denk dat het voor jou ook goed is hier in het Noorden. Wij zien ook de dingen. Als er misschien iets niet klopt. We zien het altijd. [217]
A-4133: Ik wil dit zo eenvoudig mogelijk doen. Hij zegt tegen mij dat hij jou 100% vertrouwt. Dus ik wil … Zeg me de prijs …
[verdachte] : Ik heb een bakkerij. Ik hoef niet weg te rennen. Ik kan niet wegrennen voor iets.
[verdachte] : Je moet ergens beginnen.
[verdachte] : En dan moeten we zien dat het gaat lopen.
[verdachte] : Als ik moet investeren dan loop je meer risico. Dan moet ik een beetje meer verdienen. [218]
A-4133: Natuurlijk. Hoe groter het risico voor jou, hoe meer geld je wilt verdienen.
[verdachte] : Ja, natuurlijk. [219]
A-4133: Laten we het eerst over de coke hebben.
A-4133: Is de zuiverheid goed?
[verdachte] : Die is goed. Het is altijd goed. Goed is tussen 9.2 en 8. Ik laat het altijd testen en als je het test kun je de kwaliteit zien.
[verdachte] : Meestal flakes.
Schilperood: Als je flakes hebt betekent dat niet …
A-4133: Dat de kwaliteit …
[verdachte] : Altijd goed is. Soms krijg ik mensen van … in … met het lichaam.
[verdachte] : Als je 400 kilo stuurt. Als je minder kilo kwaliteit maakt heb je meer geld.
[verdachte] : Maar als je het inneemt dan neem je altijd de hoogste kwaliteit. Want je bent stom om te brengen. Want als je inneemt kunnen mensen één kilo inbrengen tot 1,4.
[verdachte] : 800 gram en 1400 gram. Dat is het maximum.
[verdachte] : Je stopt geen rommel in de maag omdat het zo weinig is.
A-4133: Als het hier komt is het niet …
[verdachte] : Niet gesneden.
[verdachte] : Nee, natuurlijk niet. Dan is de kwaliteit rommel.
A-4133: Dus het is verse kwaliteit?
[verdachte] : Verse kwaliteit uiteraard.
[verdachte] : Garantie. Ik kan altijd terugbrengen. Bij iedereen. [220]
[verdachte] : Wij kunnen ook regelen hoe je het daar kan krijgen. [221]
A-4133: Jij kunt dat regelen?
[verdachte] : Misschien. Ik zat te denken. Als je mensen hebt kunnen wij volgen.
A-4133: Als ik één ki koop, komt het dan in een reep? Komt het in een compacte kilo?
[verdachte] : Ja, ik denk een compacte reep. Als de ki die ik je geef hier zou moeten komen.
[verdachte] : Op het moment dat je zegt "nu hebben we het geld" dan regel ik de dingen.
A-4133: Weet je waar het vandaan komt?
[verdachte] : Het kunnen verschillende plaatsen zijn. Ook als je het hier regelt. Je stopt het erin in Suriname. Je stopt het in kruiden en je wast het hier. En je maakt hier flakes.
[verdachte] : Het hangt van sommigen af. Dan smaakt het een beetje als dieselolie.
[verdachte] : Als je dat proeft, dan was er geen goede kok om het hier te maken.
[verdachte] : Chef.
A-4133: Dus als ik vandaag zou zeggen "oké, ik bestel één ki", hoelang moet ik dan wachten?
[verdachte] : Op het moment denk ik één of twee dagen. Ik kan het zeggen als je ongeveer een week van tevoren tegen mij zegt dat ik er één moet regelen.
[verdachte] : Als je nu zegt. Hier met het geld staat. Dan moet ik regelen. Misschien kan ik het in een uur doen.
[verdachte] : Ik denk dat het kan als ik een uur zeg. Als ik nu naar [plaats] rij. [222]
A-4133: Ik wil in staat zijn om mijn compagnons thuis te vertellen over wat mogelijk is voor ons. We hebben het over coke gehad en over speed.
[verdachte] : Ja, en wiet willen we niet teveel doen.
[verdachte] : Want over de kwaliteit van wiet kun je niets zeggen. [223]
A-4133: Iets anders waar we in de toekomst misschien zaken in kunnen doen?
[verdachte] : Xtc of zo iets. Ik kan de prijs niet zeggen. Dat hangt van de prijs van de MDMA af.
[verdachte] : Maar dat ook. Alles is mogelijk. We hebben goede mensen. [224]
[verdachte] : De markt voor de auto's. Het is krap. Nu vakantie. De prijs stijgt. Het is voor jou ook krap. Jij moet het ook goed vinden. Het is mogelijk dat de prijs krap wordt.
[verdachte] : De mensen waar je het mee doet. Ze kennen de prijzen. Ze moeten het wel weten.
[verdachte] : Als je hier een halfjaar geleden was. Toen at ik goed. Omdat ik het voor 20 neem.
A-4133: Mag ik vragen wat je … Oké dus je doet één voor mij voor 28. Mag ik vragen …
[verdachte] : Wat ik verdien?
A-4133: Ja.
[verdachte] : Op het moment 26.
[verdachte] : Dat is niet veel. Het is ook de prijs omdat ik het zo kan nemen. Iemand moet ook wat verdienen.
[verdachte] : Het is misschien een beetje krap, maar als je goede vrienden met mij bent kun je ook zeggen: "we zetten het op 30". Als het goed is kunnen we wat verdelen met ons drieën. Ik wil het mogelijk maken. [225]
A-4133: Laat mij teruggaan.
A-4133: Ik denk dat de mensen blij zullen zijn als ik ze vertel dat je een goede prijs voor ons hebt voor de eerste keer.
[verdachte] : Dat denk ik ook.
A-4133: We houden het op 28. [226]
A-4133: Ik ga terug en praat met mijn vrienden. Als ik met ze spreek en antwoorden krijg neem ik weer contact met hem op.
[verdachte] : Geen probleem.
A-4133: Eind juli, begin augustus. Dan maken we een afspraak en kom ik weer langs.
[verdachte] : Ja, is goed. [227]
A-4133 is verhoord over de ontmoeting. [228] A-4133 verklaart dat [verdachte] geen zaken wil bespreken in het café of op het terras. [verdachte] is bang omdat de locatie van de ontmoeting via sms gestuurd is. Het gesprek vindt daarom buiten plaats. [verdachte] geeft aan dat hij opzoek is naar nieuwe klanten. Hij kan speed, cocaïne en xtc leveren. Voor een bedrag van € 28.000,00 kan [verdachte] één kilogram cocaïne leveren. Hij betaalt daar € 26.000,00 voor. De cocaïne is van hoge kwaliteit. Het formaat van cocaïne is afhankelijk van de wijze waarop de cocaïne het land is binnengekomen.
De prijs van één kilogram speed is € 1.000,00. De inkoop kost € 800,00. De belangrijkste speedleverancier van [verdachte] is gearresteerd in Duitsland. [verdachte] kan echter nog steeds leveren. Het tijdsbestek waarin hij kan leveren varieert van een paar uur tot een paar dagen.
A-4133 is mogelijk geïnteresseerd in de aankoop van één kilogram cocaïne als proefmonster. [verdachte] geeft aan dat dit mogelijk is. Ze spreken een prijs af van € 28.000,00. [229] A-4133 geeft aan dat hij de ontmoeting met zijn partners gaat bespreken en dat hij eind juli of begin augustus weer contact opneemt met A-4110 om nog een ontmoeting met [verdachte] te plannen. [verdachte] vindt dit goed. [230] Tijdens het gesprek over de voorgestelde deal loopt een burger voorbij. [verdachte] begint op dat moment over auto's te praten om te verbergen wat er besproken wordt. [231]
A-4110 is verhoord over de ontmoeting. [232] A-4110 verklaart dat [verdachte] zaken wil doen op de langere termijn. [verdachte] geeft aan dat de kwaliteit van cocaïne 9,1 is. A-4110 verklaart dat [verdachte] hiermee bedoelt dat het om 91% pure cocaïne gaat. De kwaliteit van de cocaïne is afhankelijk van hoe het binnen wordt gehaald. Via slikken of via olie. Als het via olie gaat dan moet de kok de cocaïne eruit halen. [233]
De identiteit van de man in Duitsland
Op 19 mei 2018 worden [naam] , geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] en [naam] , geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats] gecontroleerd door de douane op de snelweg richting [plaats] (Duitsland). In het voertuig waarin [naam] en [naam] zich bevinden is in totaal 4,968 kilogram marihuana en 99,40 gram cocaïne verstopt op een in het voertuig professioneel ingebouwde holle ruimte in de achterbank. [234] De verdovende middelen waren van [naam] . Hij wilde deze naar een afnemer brengen om deze met winst te verkopen. [235] Hij heeft daarvoor [naam] als koerier ingeschakeld. [236] Het doel was om de verdovende middelen naar de afnemer in [plaats] (Duitsland) te brengen. [237] Op 24 januari 2019 heeft de arrondissementsrechtbank te [plaats] vonnis gewezen in de zaken tegen [naam] en [naam] . [238] [naam] is daarbij veroordeeld voor de invoer van verdovende middelen in niet geringe hoeveelheid en handel in verdovende middelen tot een gevangenisstraf van vier jaren. [naam] is veroordeeld ter zake van de invoer van verdovende middelen in niet geringe hoeveelheid en medeplichtigheid bij de handel in verdovende middelen tot een gevangenisstraf van drie jaren. [239]
[naam] verblijft vanaf 20 mei 2018 tot en met de datum van veroordeling in voorlopige hechtenis in de penitentiaire inrichting [plaats] . [240] [naam] verblijft vanaf 20 mei 2018 tot en met de datum van veroordeling in voorlopige hechtenis, eerst in de penitentiaire inrichting [plaats] en vanaf 7 juni 2018 in de penitentiaire inrichting [plaats] . [241]
Onder [naam] is een telefoon in beslag genomen. In deze telefoon is een contact opgeslagen onder de naam " [naam] " met telefoonnummer [telefoonnummer] . [242] Dit telefoonnummer is in gebruik bij [verdachte] . [243] [naam] verklaart tegenover de rechter-commissaris dat hij sinds 2016 bij de [motorclub 1] zit. Hij kent [verdachte] al een aantal jaren. [verdachte] zit ook bij de [motorclub 1] . [244] [naam] verklaart dat met het in zijn telefoon opgeslagen contact " [naam] " [verdachte] wordt bedoeld. [245]
De aanloop naar de pseudokoop van één kilogram cocaïne
Op 31 juli 2018 krijgt A-4110 de opdracht om langs te gaan bij [verdachte] en tegen hem te zeggen dat de Ieren geïnteresseerd zijn en langs willen komen voor de aankoop van cocaïne. Daarbij krijgt A-4110 de opdracht om aan [verdachte] te vragen wanneer hij beschikbaar is voor een afspraak met de Ier. [246] Diezelfde dag bezoekt A-4110 de woning van [verdachte] . [247] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [248] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [249] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Leg even mijn telefoon weg hoor.
[verdachte] : Leg hem even op de grond neer. [250]
A-4110: Ze hebben veel interesse.
[verdachte] : Tof.
A-4110: Wanneer kan jij?
[verdachte] : Wat willen ze?
A-4110: Als ze komen willen ze gelijk één kilo hebben.
[verdachte] : Dat is goed toch.
A-4110: Eerst testen.
[verdachte] : Willen ze de vakantie afwachten?
A-4110: Ik denk het.
[verdachte] : Is goed toch. Klinkt heel serieus.
[verdachte] : Ik moet niet te hard praten.
A-4110: Had jij het ook zo in gedachten?
[verdachte] : Iedereen die goed in de handel zit weet dat er nu niets gebeurt.
A-4110: Wat denk jij? [251]
[verdachte] : Zullen we de vakanties afwachten. Laat me maar horen wanneer zij …
A-4110: Want je zit met transport en alles.
[verdachte] : Weten we zelf ook wel. Als je nu wat wil. Eerst gaan de prijzen … Het is omdat niemand dat doet.
[verdachte] : Als zij wat groot zijn snappen ze dat. Transporteurs. Iedereen is op vakantie.
[verdachte] : Misschien moeten we gewoon wat met speed doen.
A-4110: Speed? Dat is toch niks waard. Daar verdien je niks op.
A-4110: Ze komen met cashgeld.
[verdachte] : Eerst even 10 kilo kopen. Pakken ze 10 op. Dan kopen wij dat in voor 700 of zo iets. Zetten we dat weg voor een rooitje. Zit er toch wat aan de strijkstok voor ons.
[verdachte] : Als we één wegzetten is het weer hetzelfde.
A-4110: Ja, ze hebben wel belang bij die wit.
[verdachte] : Dat is ook goed. Dat maakt me niet uit. Alles is er wel.
A-4110: Zij willen alles wel.
[verdachte] : Zij kunnen makkelijker geld maken met die pep.
A-4110: Die pep is er wel?
[verdachte] : Tuurlijk. Tenminste dat duurt nog even.
A-4110: Dat was toch zoeken.
[verdachte] : Die is er wel. Dat komt.
[verdachte] : We moeten geen paniekvoetbal doen.
[verdachte] : We mogen best een beetje afwachtend zijn. Dat is juist een goed signaal. Als wij te happerig zijn klopt het toch ook niet. Het zou toch mooi zijn als het lekker loopt. Dat ik op vakantie ben en jij op vakantie bent en dat we gewoon doorverdienen.
A-4110: Dus jij denkt dat we beter kunnen wachten?
[verdachte] : Ja, beetje rustig.
A-4110: Ben je vrij in september?
[verdachte] : Ja, dan kan wel wat. [252]
[verdachte] : Ik zou er nu niet veel op pushen.
[verdachte] : Zeg maar tegen die jongens dat het nu vakantieperiode is.
[verdachte] : Alles is mogelijk. Alleen het is even wat lastiger. Dingen gaan wat omhoog.
[verdachte] : En als hij dat weer vertelt. Aan die lui. Dan zeggen ze: "die jongens hebben gelijk."
[verdachte] : Geen paniekvoetbal. Dan denken zij: nou dit zijn leuke jongens. En als jij dan zit van … Dat signaal moet je niet uitdragen want daar hebben ze helemaal geen zin in.
[verdachte] : Dan gaan ze er ook heel anders in. Dan rippen ze je dadelijk. En dan moeten we geld gaan neerleggen.
[verdachte] : Dus niet teveel pushen. Gewoon relaxed.
[verdachte] : Ze moeten ons niet rippen.
[verdachte] : We moeten niet teveel praten op straat.
[verdachte] : Niet teveel, niet te hard hier.
A-4110: Ik kan wel wachten. Dat maakt mij niets uit.
[verdachte] : Ik heb wel honger, maar niet zoveel honger. [253]
[verdachte] : Het kan wel, maar het is nu moeilijker. Het is nu gewoon vakantieperiode.
A-4110: Ja. En dan moet het op donderdag of vrijdag.
[verdachte] : Als het op een andere dag moet is het ook wel te regelen. Ik ga niet om serieuze dingen …
A-4110: Maar als iemand komt. Hoelang duurt het dan voordat het klaar is?
[verdachte] : Ik moet die poen sowieso even zien. Het moet allemaal wel goed. [254]
A-4110 is verhoord over de ontmoeting. [255] A-4110 verklaart dat hij tegen [verdachte] heeft gezegd dat de Ieren veel belangstelling hebben. De Ieren komen in september langs. [verdachte] vraagt of de Ieren ook belangstelling hebben in speed. Hij noemt een prijs van € 700,00 per kilo. [256]
Op 30 augustus 2018 krijgt A-4110 de opdracht om contact op te nemen met [verdachte] en tegen hem te zeggen dat de Ier op 4 september 2018 in de omgeving van [plaats] wil afspreken om met [verdachte] zaken te doen. [257] [verdachte] en A-4110 spreken af dat ze de Ier gaan ontmoeten op 4 september 2018 om 19.00 uur bij [locatie 1] in [plaats] . [258]
De bestelling van één kilogram cocaïne door A-4133 bij [verdachte]
Op 4 september 2018 krijgt A-4133 de opdracht om samen met A-4110 [verdachte] te ontmoeten in [locatie 1] te [plaats] . Daarbij krijgt A-4133 de opdracht om maximaal één kilo cocaïne te kopen van [verdachte] voor een bedrag van maximaal € 30.000,00. [259] Diezelfde dag, omstreeks 19.00 uur, vindt in het [locatie 1] [plaats] een ontmoeting plaats tussen A-4110, A-4133 en [verdachte] . [260] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [261] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [262] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133: Ik heb met hem gesproken. Ik heb hem alles verteld over ons gesprek. Iedereen is blij. Ik heb A-4110 daarom gevraagd om tegen jou te zeggen dat ik er klaar voor ben en weer bij je langskom. Ik hoop dus dat we wat zaken kunnen doen.
[verdachte] : Ja, dat hoop ik ook.
A-4133: Is de prijs nog hetzelfde?
[verdachte] : De prijs is nu een beetje hoger.
[verdachte] : Het is nu moeilijk, maar het is …
A-4133: Hoeveel meer?
[verdachte] : Ik vertel je wat ik betaal.
[verdachte] : Ik heb nu drie opties. Eén heel fijn ding was 29.
[verdachte] : Eén was 28.
[verdachte] : Ik denk dat je voor de 28 moet gaan.
[verdachte] : Maar het is de prijs die ik moet betalen.
A-4133: Dus hoeveel ga je mij dan rekenen?
[verdachte] : Kijk. Ik moet het doen met een andere man, ik denk … [263]
A-4133: Je zei eerder dat je 26 moest betalen en dat je voor mij 28 zou rekenen.
[verdachte] : Ik doe het met iemand anders. Ik doe het natuurlijk niet alleen.
A-4133: Je moet het bij iemand anders halen.
[verdachte] : Dit is de prijs die hij ook moet betalen. Dus ik moet aan hem denken.
A-4133: Oké.
[verdachte] : Ik denk dat als je kunt … dat mijn vriend kan duizend euro en hij kan duizend euro doen. Dat is eerlijk. Je moet een beetje meer verdienen.
A-4133: Ja.
A-4133: Dus wat bedoel je? Je zegt dat je dertig nodig hebt?
[verdachte] : Ik heb dertig nodig. Denk je dan aan hem?
A-4133: Ja. Denk jij ook aan hem met die dertig?
[verdachte] : Ja. [264]
A-4133: Ik dacht misschien dat jij hem vijfhonderd kan geven en ik hem vijfhonderd kan geven.
A-4133: Als ik jou 30 geef.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Dan geef jij hem vijf en geef ik hem vijf.
[verdachte] : Ja. Dat kunnen wij doen.
A-4133: Ja.
[verdachte] : Ja. We doen dat. [265]
[verdachte] : Ik kan de dingen op dit moment niet in mijn eigen gebied krijgen. Ik moet daarvoor naar de omgeving van [plaats] (Het hof begrijpt: in [plaats] ). Ik moet het daar vandaan halen. Ik ken de mensen hoor. Het is goed. [266]
[verdachte] : Op het moment is het moeilijk. Het Noorden. De vakantie.
[verdachte] : Wil je het vandaag hebben?
A-4133: Ik hoop vandaag.
[verdachte] : Dat is goed.
[verdachte] : Waar slaap je?
A-4133: Ik heb vrienden in [plaats] dus ik ga daarheen.
[verdachte] : Het is mogelijk om het te doen. Dan moet ik daarheen.
A-4133: Ik heb het geld bij me.
[verdachte] : Oké.
[verdachte] : Ik doe het met mijn vriend.
[verdachte] : Ik kan het zo doen. Ik heb je verteld dat ik hier een bakkerij heb.
[verdachte] : Ik kan me niet verstoppen. Ik ga me niet verstoppen. Ik hoef me niet te verstoppen.
[verdachte] : Wat wil je doen?
A-4133: Als je een paar uur nodig hebt om het te regelen is dat oké. Ik kan samen met A-4110 wachten. Als je het geld van tevoren wilt zien, kan ik je het geld laten zien.
A-4113: Hoe lang denk je dat je nodig hebt?
[verdachte] : Ik moet een telefoontje plegen met een vriend. Mijn vriend reed vandaag om de koffie te zien.
[verdachte] : Want ik wil geen … Het moet ook goed zijn.
A-4133: Ja het moet van goede kwaliteit zijn.
[verdachte] : Dan ga ik nu een telefoontje plegen en dan ga ik bij hem langs. [267]
[verdachte] : Ik denk dat ik met hem mee moet. Het is beter voor jou want je kent mijn mannetje niet.
A-4133: Maar voor mij zou vanavond veel … Ik heb andere dingen die ik morgen moet doen. Mijn mannetje wacht ook tot hij iets van mij hoort. Ik neem dit niet mee terug naar huis. Iemand anders neemt het voor me mee.
[verdachte] . Ik begrijp het helemaal. Ik ga naar hem toe.
[verdachte] : En dan gaan we bespreken hoe we het gaan doen.
[verdachte] : Mijn mannetjes hier die kopen. Ik ga nu met hem mee. Ik vraag hem: "wat wil je doen? Wat is de makkelijke manier? Contact opnemen met je contactpersoon?"
[verdachte] : Anders is het morgenvroeg. Beter nu vanavond.
A-4133: Vanavond is beter.
A-4110: Moet je het geld nog zien?
[verdachte] : Heb jij dat gezien?
A-4110: Ja.
[verdachte] : Dan hoef ik het niet te zien.
A-4110: Het zit in de auto.
[verdachte] : Dan is het oké.
[verdachte] : Het gaat allemaal om vertrouwen. [268]
A-4110: Wij gaan naar binnen toe en jij gaat nu naar die jongen toe.
[verdachte] : Ik zie je straks. [269]
A-4133 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat hij aan heeft gegeven dat hij één kilogram cocaïne van [verdachte] wil kopen. [verdachte] geeft aan dat dit mogelijk is, maar dat de prijs is gestegen. [verdachte] en A-4110 spreken als prijs af een bedrag van € 30.000,00. Van dit bedrag krijgt A-4110 van zowel A-4133 als [verdachte] € 500,00 voor het introduceren.
A-4133 geeft aan dat hij de aankoop bij voorkeur vanavond afrondt. [270] [verdachte] kan de kilogram cocaïne niet van zijn gebruikelijke lokale leveranciers krijgen omdat er niets beschikbaar is. Hij moet de cocaïne daarom in de buurt van [plaats] (het hof begrijpt: [plaats] ) halen. A-4133 heeft het geld bij zich. [verdachte] en A-4133 spreken af dat [verdachte] met een vriend het een en ander gaat bespreken en dat hij probeert om de cocaïne geleverd te krijgen. A-4110 en A-4133 wachten in de lobby tot [verdachte] terugkomt. [271]
Omstreeks 19.29 uur verlaat [verdachte] het hotel en stapt hij in een Volkswagen Polo. [272] Deze Volkswagen is voorzien van [kenteken] . [273] Om 19.30 uur vertrekt de Volkswagen vanaf het adres [adres] te [plaats] . [274] Op dit adres is het [locatie 1] gevestigd. [275] Tussen 19.30 uur en 19.45 uur rijdt de Volkswagen vanaf het [locatie 1] naar [plaats] . [276]
Het inschakelen van de hulp van [medeverdachte 9]
Uit de tap op het telefoonnummer van [verdachte] ( [telefoonnummer] ) blijkt dat hij om 19.36 uur een telefoongesprek voert met een man met een Antilliaans accent ( [telefoonnummer] ). [verdachte] vraagt aan de man of hij thuis is. De man bevestigt dit. [verdachte] wil een bakje koffie komen drinken. [verdachte] vraagt aan de man of hij het vest van de club nog even moet hebben. De man antwoordt daarop bevestigend. [verdachte] en de man spreken af bij de carpool. [277]
De stem van de man wordt herkend als de stem van " [medeverdachte 9] ". [278] Dit betreft [medeverdachte 9] , geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] . [279] Deze [medeverdachte 9] woont op het adres [adres] te [plaats] . [280] Uit de politiesystemen komt naar voren dat [medeverdachte 9] een rode Toyota Aygo met kenteken [kenteken] op naam staan heeft staan. [medeverdachte 9] is prospect van de [motorclub 1] [plaats] . [281]
Omstreeks 19.45 komt [verdachte] aan in [plaats] en parkeert de Volkswagen aan de [adres] . [verdachte] heeft op straat contact met een getinte man die een haarzak draagt. Deze man loopt omstreeks 20.27 uur het portiek in waar perceel [adres] is gelegen. Omstreeks 20.28 komt de man uit de richting van voornoemd perceel gelopen. De man loopt vervolgens in de richting van een personenauto die op de [adres] geparkeerd staat. Dit voertuig betreft een rode Toyota Aygo met kenteken [kenteken] . [282]
Omstreeks 20.28 uur rijden de Toyota en de Volkswagen achter elkaar weg in de richting van [plaats] . Omstreeks 20.32 uur bevinden de voertuigen zich op [locatie 6] te [plaats] . [283] Omstreeks 20.33 uur stapt [verdachte] uit de Volkswagen. [284] Hij stapt vervolgens als bijrijder in de Toyota en voert een gesprek met de man met de haarzak. Omstreeks 20.37 uur stapt [verdachte] weer in de Volkswagen. Beide voertuigen rijden weg in de richting van [plaats] . De voertuigen rijden achter elkaar. Omstreeks 20.47 uur bevinden beide voertuigen zich aan de [adres] te [plaats] . [285] Het adres [adres] betreft op dat moment het verblijfadres van [verdachte] . [286] Omstreeks 20.49 uur verlaten [verdachte] en de man met de haarzak de woning aan de [adres] . Ze stappen beide in de Volkswagen en rijden in de richting van het [locatie 1] [plaats] . [287]
Omstreeks 20.51 uur voert [verdachte] een gesprek met [medeverdachte 9] in de Volkswagen. [288] Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] stapt in de auto. Er is een tweede man te horen. Deze man betreft [medeverdachte 9] .
[verdachte] : Je hebt geen andere mensen daar meer of wel?
[medeverdachte 9] : Daar zijn ook meer mensen, maar deze man zegt me dat hetgeen hij bekeken heeft het beste is.
[medeverdachte 9] : Ik ben goed met deze man. Deze man kwam heel vaak hier.
[medeverdachte 9] voert een telefoongesprek in het Papiaments.
[medeverdachte 9] : Heb je met die man gesproken? Ik ben er over een uur. Ik ga nu terug naar hen. Zodra ik klaar ben met hen gaan zij ook meteen weg. Ik bel je zo om te zeggen dat ik onderweg ben.
[medeverdachte 9] : Hij is oké. We kunnen gaan.
[verdachte] : Top.
[verdachte] : Netjes, dat doe je toch maar even.
[medeverdachte 9] : Hm, hm.
[verdachte] zegt iets over wat hij mist "proberen met elkaar verdienen."
[medeverdachte 9] : Ja, man.
[medeverdachte 9] : We kunnen heel veel ook zelf.
[verdachte] : We kunnen … Alles. [289]
Om 20.58 uur arriveert de Volkswagen bij het [locatie 1] op het adres [adres] te [plaats] . [290] De Volkswagen wordt geparkeerd en [verdachte] gaat het hotel in. [291] Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt naar voren dat [verdachte] de Volkswagen verlaat en dat [medeverdachte 9] in de auto blijft wachten. [292] Om 21.02 uur voert [medeverdachte 9] een telefoongesprek met een andere man (NNM) in het Papiaments. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 9] : Is alles klaar?
NNM: Alles is klaar.
[medeverdachte 9] : Die gozer heeft het ding.
[medeverdachte 9] : Ik kom sowieso bij je, maar ik regel alles zelf. Deze gozer gaat mij brengen.
[medeverdachte 9] : Het nummer dat je zou krijgen is 26.
[medeverdachte 9] : Begrijp je dat?
NNM: Ja.
[medeverdachte 9] : Het is de eerste keer dat ik iets doe voor deze gozer. Het moet heel goed gaan. Ik moet goed blijven met deze mensen. Ik doe alles tot het einde. Het komt goed.
NNM: Oké.
[medeverdachte 9] : En je krijgt van ons vijf honderd. Maar die vijfhonderd is niet van jou. Dat gaan we later bespreken. [293]
Omstreeks 21.00 uur vindt in het hotel opnieuw een ontmoeting plaats tussen A-4110, A-4133 en [verdachte] . [294] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [295] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [296] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Ik heb het geregeld. Er is nu een man van mij die dat daar gaat regelen. Er is één.
A-4133: Oké. [297]
[verdachte] : Ik neem een vriend met me mee. Ik ga eerst daarheen.
A-4133: Oké.
[verdachte] : Om te kijken dat het is wat het is.
[verdachte] : Ik moet controleren of het oké is. Of de man die ik vertrouw daar is. [298]
[verdachte] : Jij gaat met hem naar [plaats] .
A-4110: Ja.
[verdachte] : Maar ik moet de plek weten waar ik je kan oppikken. Want ik wil eerst kijken dat het is …
A-4133: Oké, als jij gaat en het controleert en jij …
[verdachte] : Ik ga nu.
A-4133: Je zegt dat je met je vriend gaat?
[verdachte] : Ja, met de auto daar. [299]
A-4110: Waar moeten we zijn?
[verdachte] : Dat moet ik even horen. Als ik daar ben ga ik kijken waar het is. Even daar geweest zijn. Ik kijk naar de computer.
A-4133: Ja, want je wil er eerst zeker van zijn dat het goed is.
[verdachte] : Natuurlijk.
[verdachte] : Eerst gaan we daarheen. Dan moet ik kijken. Dan moet ik je oppikken.
[verdachte] : We lopen naar de auto. Ik loop naar mijn vriend. Ik vraag hem. Hij kent de omgeving beter. [300]
[verdachte] : Ga eerst kijken of het oké is.
[verdachte] : Dan weet ik het zeker.
A-4110: Jij weet wat goed of slecht is toch?
[verdachte] : Natuurlijk. Ik ga het bekijken. Ik kan ook het geld meenemen. Dan moet je mij vertrouwen.
A-4133: Kunnen we dit niet gewoon simpel houden? Jij haalt het op en ik heb het geld en jij komt gewoon en je gaat terug met …
[verdachte] : Zo werkt het niet. Als ik naar de woning ga en ik zeg "die en die wil" dan zeggen zij "maar heb je geen geld?"
A-4133: Ze geven het niet aan jou voor zeg maar 30 minuten mee?
[verdachte] : Nee, zo doen ze dat niet. Het is niet zo gemakkelijk. Maar het is normaal.
A-4133: Het is veel geld voor mij om naar een onbekende te gaan en …
[verdachte] : Daarom zei ik dat je met mij meegaat en ziet dat het goed is.
[verdachte] : Ik blijf bij je staan.
[verdachte] : Kijk, je weet waar ik de bakkerij heb.
[verdachte] : Je kunt me vinden. Maar als jij je er beter bij voelt, dan neem ik het geld mee en koop ik het van hen en breng ik het naar je toe. Dat is ook goed.
[verdachte] : Maar dan moet je mij vertrouwen.
A-4133: Wil je met je vriend gaan praten om te zien of hij wat ideeën heeft over waar we elkaar kunnen ontmoeten?
[verdachte] : We doen dat. Beter betalen en naar de auto lopen. En dan gaan we.
A-4133: Als jij met je vriend wil gaan praten dan betaal ik de rekening.
[verdachte] : Ja, en dan doen we dit.
A-4133: En dan praten we buiten. [301]
A-4133: Is het mogelijk dat we samen naar [plaats] reizen en wij je volgen naar deze plek?
[verdachte] : Ja, maar dan vraag ik om een locatie, want ik denk dat het makkelijk is dat wij eerst gaan kijken.
[verdachte] : Het gaat allemaal om vertrouwen.
[verdachte] : Ik heb mijn naam en ik heb een beetje een reputatie.
A-4110: Wil je het vanavond doen?
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Ik zeg het adres waar je heen moet gaan.
A-4110: Ja.
[verdachte] : En dan ga ik eerst.
A-4133: En je ziet ons daar? En dan gaan we het samen ophalen.
[verdachte] : Dat is goed. [302]
A-4110: Hoeveel geld moet je hebben.
[verdachte] : 30 hebben we afgesproken.
A-4133: Van de 30 geef jij hem 500.
A-4110: Hoeveel moet hij jou geven om dat ding te kopen?
[verdachte] : 30. [303]
A-4133: Ik geef jou 30 en jij geeft hem vijf?
[verdachte] : Of je geeft mij 29 ½.
A-4133: Oké.
A-4133: En dan geef ik vijf plus de andere vijf aan hem.
A-4133: We zien je buiten. Ik betaal de rekening.
[verdachte] : Ja, ik loop naar de auto. [304]
Omstreeks 21.15 uur komt [verdachte] het hotel uit met pen en papier. Hij stapt de Volkswagen weer in. [305] Om 21.18 uur vindt in de Volkswagen een gesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] . [306] Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Heb jij een adres waar hij het beste heen kan rijden?
[medeverdachte 9] : Ja.
[verdachte] : Hij komt nu daar en neemt de centjes mee. Lopen we naar binnen. We kijken nu eerst zelf even. Dan haal ik hem op. Kom ik met die jongen. Met de centjes. Krijgt hij dat ding. Loopt hij naar die jongen toe.
[medeverdachte 9] : Moeten wij hem ergens zetten?
[verdachte] : Ja, gewoon in de buurt.
[medeverdachte 9] : Ja, komt goed. Bij deze man. Mijn broer.
[verdachte] : Heb je een adres?
[medeverdachte 9] : Moet je een adres hebben?
[verdachte] : Wij gaan er van tevoren al heen. Dan kunnen we eerst even kijken.
[medeverdachte 9] : Zeg gewoon tegen hem om naar het [locatie 3] te gaan.
[medeverdachte 9] : [plaats] .
[verdachte] : En dan gaan we daarheen.
[verdachte] : Dan halen we hem daar wel even op.
[verdachte] : Dan gaan wij erheen. Dan zijn we aan het praten. We zijn ongeveer een half uurtje bezig. Dan rijden we daarheen. Haal ik die jongen eventjes op.
[medeverdachte 9] : Ja.
[medeverdachte 9] : Is goed.
[medeverdachte 9] : Komt goed, geen probleem.
[verdachte] : Hij zei op een gegeven moment: "willen ze het niet een halfuurtje meegeven? Ik zeg: "nee, zo werkt het niet."
[medeverdachte 9] : Nee, dat gaat niet.
[verdachte] : Volgende keer gaan we wat regelen.
[medeverdachte 9] : Die jongen blijft gewoon. Zijn mijn mensen. Ik ben je broeder toch? [307]
[verdachte] : Hij heeft een mooie oude auto. Scheelt mij ook. Hoeven we ook niet rond te rijden met dat ding.
[verdachte] : Dan hoeven wij alleen maar dat stukje af te handelen.
[medeverdachte 9] : Ja.
[verdachte] : Wij krijgen 29 ½.
[medeverdachte 9] : Ik denk dat we 26 of 27 kunnen krijgen.
[verdachte] : 26 zou het mooiste zijn.
[medeverdachte 9] : De goedkoopste prijs toch?
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Dat is jouw ding. Ik vertrouw je. Dat komt wel goed. Maak er maar een verhaal van.
[medeverdachte 9] : Ik ga kijken of ik het zelf kan handelen met die "Din".
[medeverdachte 9] : Ik handel die ding, geld, alles.
[medeverdachte 9] : Ik betaal die mensen hun geld. In hetzelfde huis.
[verdachte] : Dat is nog beter ja. Dan kun je hem meenemen. Dit is het en ik heb je centen.
[medeverdachte 9] : Dat ga ik proberen te doen.
[medeverdachte 9] : Proberen zelf die handeling te doen.
[verdachte] stapt uit. [308]
Het briefje van [verdachte]
Op 2 maart 2020 wordt tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] een foto gemaakt van een handgeschreven briefje met daarop de woorden " [locatie 3] ", " [plaats] " en " [woord] ". Deze woorden zijn geschreven op briefpapier van [locatie 1] . [309] Aan [verdachte] wordt een foto van een briefje voorgehouden. [310] verklaart over de geschreven tekst dat het zijn handschrift kan zijn. [311]
De reis naar [plaats]
Omstreeks 21.20 uur verlaat [verdachte] de Volkswagen en loopt hij het hotel weer in. [312]
Nadat A-4133 de rekening heeft betaald gaat hij bij A-4110 en [verdachte] staan. A-4110 en [verdachte] hebben op dat moment al afgesproken waar ze elkaar in [plaats] gaan ontmoeten. [313] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [314] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [315] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133: Weet je waar we heengaan?
[verdachte] : Winkelcentrum [locatie 3] .
[verdachte] : (niet te verstaan) en ik vind je en ik neem je mee. [316]
[verdachte] : Kun je in de auto een beetje tellen van tevoren?
A-4110: Ja, we doen dat onderweg.
A-4133: Het geld?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Maar het geld is goed.
A-4133: Weet je dat ik het al een keer geteld heb vandaag?
[verdachte] : Oké, maar dan is het goed.
A-4133: Het zit in een tas. [317]
A-4133: Ik dacht dat het 28 was, maar ik heb twee extra in mijn zak.
[verdachte] : Dus doe het 29 ½.
A-4133: 29 ½ ja.
[verdachte] : En jij geeft hem de 500 dan hè?
A-4133: Ja.
[verdachte] : Dus twee keer. Van jou en van mij.
A-4133: Ja.
[verdachte] : Dus je geeft hem € 1.000,00.
A-4133: Ja. [318]
A-4133: Ik kom niet alleen bij je?
[verdachte] : Nee. In het huis gaan we samen.
A-4133: En je neemt me mee naar binnen.
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Mijn vriend zijn broer is daar al. Het is relaxed.
[verdachte] : Anders ga ik niet. Als ik daarheen ga en het gaat verkeerd dan zeggen jouw mensen ook "what the fuck" met de bakker uit het Noorden. Moeten we het oplossen.
A-4110: Die problemen hebben we niet nodig.
[verdachte] : Dat gebeurt niet. [319]
A-4110 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat [verdachte] aan zijn vriend zou vragen om een voorstel voor een plek waar ze elkaar zouden ontmoeten in [plaats] . De plaats waar de ontmoeting plaats zal vinden is het [locatie 3] in [plaats] . [320]
A-4133 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat A-4133 [verdachte] € 29.500,00 zal betalen en A-4110 € 1.000,00. A-4133 verklaart verder dat [verdachte] een afspraak heeft gemaakt voor de levering van één kilogram cocaïne in [plaats] . [verdachte] en zijn vriend gaan daar eerst naartoe om het te controleren. [verdachte] ontmoet A-4133 en A-4110 dan daar in de buurt. [verdachte] neemt A-4133 vervolgens mee naar het huis om de deal af te ronden. A-4110 en A-4133 verlaten het hotel en gaan op weg naar [plaats] . [321]
Omstreeks 21.30 uur verlaat [verdachte] het hotel en stapt de Volkswagen in. [322] Omstreeks dit tijdstip vindt OVC plaats in de Volkswagen van [verdachte] . Uit de uitwerking van de OVC komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 9] praat in zichzelf.
[medeverdachte 9] : Ik heb dingen geregeld. Kijken of het wat wordt of niks. Als het niks wordt dan is het klote.
[verdachte] stapt weer in de auto.
[verdachte] : Ik heb het even uitgelegd. Ik zei dat mijn vriend zijn familie daar zit. (niet te verstaan) relaxed. Ik zei: "wees maar niet bang." Hij zorgt dat hij die tassen vast al uitgeteld heeft. Dan moeten we even snel kijken. Dan moeten we even het vertrouwen met die jongen hebben. Dat het klopt.
[verdachte] : Maar dat zit wel goed neem ik aan.
[medeverdachte 9] : Ja, man.
[medeverdachte 9] : Alles komt goed.
De auto rijdt. Er wordt gesproken over de route via [plaats] / [weg] . [323]
De mislukte levering van één kilo cocaïne in [plaats]
Om 21.38 uur heeft [medeverdachte 9] in de Volkswagen een telefoongesprek met een man in het Papiaments. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 9] : Ik ben nu net weggegaan. Ik kom. Die mensen komen ook waar je woont. Je moet op me wachten. Ik bel je wanneer ik er ben. Ik laat hen naar het winkelcentrum komen. Ik laat die mensen even bij je zitten. Ik ga daarheen om alles te bekijken. Als alles oké is dan komen ze. Als ik er ben dan kijken we naar het ding. Deze mensen zijn niet van daar. [324]
Om 21.46 uur vindt tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] een gesprek plaats in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] vertelt hoe de afspraak is verlopen. Ze rijden naar het winkelcentrum en halen hem daar op. Dan rijdt hij even achter me aan. [325]
[verdachte] zegt dat hij hem 's middags niet kon zien omdat hij met zijn werk zat. De volgende keer laat hij hem naar zijn werk toekomen. Als [verdachte] van tevoren weet dat hij komt, dan weet [medeverdachte 9] dit ook. Dan kan [medeverdachte 9] al regelen.
[medeverdachte 9] zegt dat hij straks met de man praat. Dat hij het zelf kan brengen. Al die dingen zijn mogelijk.
[verdachte] denkt hardop hoe het in de toekomst zou kunnen gaan. Of ze dan nog iets aan de prijs kunnen doen.
[medeverdachte 9] zegt dat je in [plaats] zelfs 28 of 29 krijgt. Die andere jongen van gisteren, die Surinamer, heeft me 29 gevraagd.
[verdachte] : Het zou 35 zijn in principe, maar bij deze jongen moet wij proberen om er iets tussenuit te halen.
[medeverdachte 9] zegt dat je die mensen goed moet houden, dan blijven ze komen.
[verdachte] : Daarom.
[medeverdachte 9] : Die mensen blij, wij blij. Dan komen ze sneller.
[medeverdachte 9] : Als ze elke week willen komen, dan ben ik daar ook voor. [326]
Om 21.56 uur vindt tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] een gesprek plaats in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] vraagt of [medeverdachte 9] het heeft gehoord van die jongen uit [plaats] , uit Friesland, honderd miljoen euro, dat die gepakt is. [naam] .
[verdachte] : Gepakt in Engeland.
[medeverdachte 9] vraagt of die geld ging brengen.
[verdachte] : Nee, spullen. De waren. Het zou misschien de helft zijn maar … straatwaarde …
[medeverdachte 9] : Honderd miljoen en met 40 kilo. [327]
De Volkswagen rijdt via de [weg] in de richting van Noord-Holland. [328] Omstreeks 22.20 uur staat de Volkswagen geparkeerd bij de [locatie 7] , gelegen aan de [weg] te [plaats] . [329] Op het parkeerterrein voert de man met de haarzak (hierna: [medeverdachte 9] ) nabij de Volkswagen een telefoongesprek. Te horen is dat [medeverdachte 9] zegt: "Ik ben bijna in [plaats] . Met alles erop en eraan. Ik heb die mensen allemaal in laten stappen. Ik ben bijna bij jullie." [330] Om 22.34 uur vertrekt de Volkswagen vanaf de parkeerplaats bij de [locatie 7] gelegen aan de [weg] te [plaats] . [331]
Om 23.01 uur wordt vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] gebeld naar telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer is in gebruik bij [medeverdachte 9] . Uit de uitwerking van het opgenomen gesprek dat volgt blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Het gesprek vindt plaats in het Papiaments.
NNM5229: Ja broer.
NNM5422: Waar ben je nu?
NNM5229: Bij het huis van [naam] .
NNM5422: Ik moet naar het [locatie 3] . Die andere jongens komen met een andere auto.
NNM5229: Ik kom je halen bij de parkeerplaats.
NNM5422: Ja. [332]
De telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] straalt tijdens het gesprek een mast aan op de locatie [adres] te [plaats] . [333]
Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt naar voren dat [medeverdachte 9] omstreeks 23.03 uur een gesprek voert in het Papiaments. [334] Om 23.03 uur wordt vanaf het telefoonnummer dat in gebruik is bij [medeverdachte 9] , [telefoonnummer] , gebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de uitwerking van het opgenomen gesprek dat volgt blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
NNM1 belt naar NNM2
NNM1 zegt dat hij op de fiets is en dat NNM2 helemaal naar achteren moet gaan. NNM2 wacht daar op NNM1. [335]
Om 23.04 uur wordt de Volkswagen geparkeerd nabij perceel [adres] te [plaats] . [336] Omstreeks 23.04 uur worden stemmen gehoord vanuit de tuin van perceel [adres] . De Volkswagen is op dat moment leeg. Omstreeks 23.15 uur verlaten [verdachte] en [medeverdachte 9] de tuin van het perceel [adres] en stappen in de Volkswagen. Op dat moment verlaat tevens een negroïde man het perceel. Deze man stapt op een fiets en rijdt weg. [337] Om 23.16 uur vindt tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] een gesprek plaats in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 9] : Ik kan zelf coke vinden. Gaan naar deze mensen.
[verdachte] : Waar gaat je broer nu heen?
[medeverdachte 9] : [locatie 3] .
[medeverdachte 9] zegt dat hij met zijn broer naar een andere jongen moet. [338]
Omstreeks 23.18 uur wordt de Volkswagen geparkeerd aan de [adres] te [plaats] -Zuid-Oost. De negroïde man is met de Volkswagen meegefietst. [339] Omstreeks 23.21 uur wordt de negroïde man binnengelaten in de woning op het adres [adres] te [plaats] -Zuidoost. [verdachte] en [medeverdachte 9] verblijven op dat moment in de directe nabijheid van de flat aan de [adres] . [340]
Omstreeks 23.30 uur bevinden A-4110 en A-4133 zich in de omgeving van het [locatie 3] . [341]
Omstreeks 23.59 uur loopt [verdachte] de [adres] op. [342] Bij het [locatie 3] vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110, A-4133 en [verdachte] . [343] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [344] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [345] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133: Wat is er aan de hand?
[verdachte] : Ik heb het ding gezien.
[verdachte] : Het was niet goed.
[verdachte] : Ik kan het niet versturen. Voor een keer is het goed genoeg maar dan zeggen ze: "nah." Maar nu zijn we … naar iemand anders.
[verdachte] : Maar het is een beetje wachten. Want het is laat. Iedereen … Die moet komen en die moet komen..
A-4133: Hoeveel tijd?
[verdachte] : Ik hoop over een half uur.
A-4110: Komt het wel? [346]
[verdachte] : Ja, die ene was gewoon niet goed.
A-4133: Niet goed?
[verdachte] : Nee, was niet heel … Dat gaan we niet doen. Dat kan je wel als eenmalig, maar dat heeft geen nut.
[verdachte] : Ze gaan nu kijken. Dat komt in … Dat is niet een dinges, maar het is in …
A-4133: Het komt in brokken en …
[verdachte] : Ja (niet te verstaan) want het komt het land in.
A-4133: Verstopt.
[verdachte] : Ja, verstopt. Het is niet zoals …
A-4133: Het is niet zoals één stuk.
[verdachte] : Maar ik zeg dat het moet komen.
[verdachte] : Je hebt de fingers niet nodig.
[verdachte] : Je wilt …
A-4133: De kwaliteit.
[verdachte] : Maar het moet goed zijn. We moeten nu kijken. Moet goed zijn.
[verdachte] : Maakt me niet uit hoe we het doen, maar het moet goed zijn. [347]
[verdachte] : Ik denk dat hij met iemand anders aan het praten is.
[verdachte] : Er was één.
A-4133: Maar die was niet goed dus.
[verdachte] : Ja.
A-4110: We gaan even ergens anders heen voor een broodje.
[verdachte] : Dat is goed.
A-4133: Ga met je mannetje praten. [348]
A-4133: Zoek voor ons uit hoeveel tijd.
A-4133: We zien een [locatie 7] . Je komt daar naar ons toe. [349]
A-4133 verklaart over dit deel van de ontmoeting tussen [verdachte] , A-4133 en A-4110 bij het [locatie 3] . [verdachte] geeft aan dat hij niet blij is met de kwaliteit van de eerste kilogram en dat hij nu wacht op een tweede. Hij geeft aan dat het niet om een brok gaat, maar om meerdere kleine pakketten. [verdachte] gebaart naar de hak van zijn schoen. A-4133 begrijpt dat [verdachte] daarmee bedoelt aan te geven dat het in kleinere pakketjes was gesmokkeld. [verdachte] gaat naar de persoon in de buurt om te bevestigen hoe lang het zal duren. [verdachte] en A-4110 spreken met elkaar af bij de [locatie 7] in de buurt zodra [verdachte] meer weet. [350]
Op 5 september 2018, om 0.10 uur, wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 9] . Uit de uitwerking van het opgenomen gesprek dat volgt blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Hoe lijkt het?
[medeverdachte 9] loopt die kant op en vraagt waar [verdachte] is. [verdachte] is bij de Albert Heijn en loopt naar de auto toe. [verdachte] zegt dat hij naar [medeverdachte 9] toeloopt. [verdachte] komt eraan. [351]
Omstreeks 0.15 uur lopen [medeverdachte 9] en de negroïde man in de richting van de Volkswagen. [352]
Omstreeks 0.18 uur spreken [verdachte] , de negroïde man en [medeverdachte 9] elkaar in de nabijheid van de Volkswagen. [353]
Omstreeks 0.21 uur nemen [verdachte] en [medeverdachte 9] afscheid van de negroïde man. [354]
Om 0.22 uur vindt een gesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 9] zegt dat hij in de ochtend eerst hierheen komt.
[medeverdachte 9] : Dan geef ik jou een seintje als ik klaar ben.
[verdachte] : Je kan beter eerst zelf hier proberen te regelen toch?
[medeverdachte 9] : Ja, dat ga ik doen.
[verdachte] : Ik had tegen hem gezegd dat er altijd iets is.
[medeverdachte 9] : Ja.
[verdachte] : Ik kan hem niet weer een belofte doen en deze niet nakomen.
[verdachte] wil weten wat voor tijd hij kan zeggen, dat [verdachte] wel iets kan fixen.
[medeverdachte 9] denkt zelf rond vier uur.
[verdachte] vraagt of ze vijf uur zullen zeggen.
[medeverdachte 9] zegt ja.
[verdachte] : Is dat dan een hele vaste?
[medeverdachte 9] : Ik weet het niet. [355]
Om 0.32 uur vindt een gesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Ik zeg vijf uur. Dan moet je proberen het om drie uur al geregeld te hebben.
[medeverdachte 9] : Ja, ja. [356]
Omstreeks 0.34 uur bevindt de Volkswagen zich op het parkeerterrein van de [locatie 7] aan de Luttenbergweg te [plaats] -Zuidoost. [verdachte] gaat de [locatie 7] in. [357] In de [locatie 7] ontmoet [verdachte] A-4110 en A-4133. [358] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [359] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [360] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Ik heb het voor nu afgezegd.
A-4133: Het duur te lang?
[verdachte] : Ja, het duurt te lang.
[verdachte] : Ik zei: "we gaan het niet forceren."
[verdachte] : De man van de eerste, van die normaal heeft, zegt dat hij morgen een andere kan hebben.
A-4133: Ik denk dat ik morgen niet kan. Ik denk dat we elkaar gewoon de hand moeten schudden en weglopen. We proberen het een andere keer weer.
[verdachte] : Dat is wel goed.
[verdachte] : Voor de volgende keer. Wij zijn te vertrouwen. Je hoeft je daar geen zorgen over te maken. [361]
[verdachte] : De andere was goed, maar niet goed genoeg.
A-4133: We komen terug en proberen het een andere keer weer ja?
[verdachte] : Dat is goed. [362]
A-4110 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat [verdachte] aangaf dat het te lang zou duren voordat de coke er was. [363] A-4110 verklaart dat [verdachte] wel wilde leveren, maar dat hij het in zo'n korte tijd niet waar kon maken. [verdachte] biedt A-4133 nog aan om de kilo overdag te leveren. A-4133 geeft aan dat hij daar geen tijd voor heeft. [364]
Om 0.36 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 9] en een ander persoon. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 9] : Ik kom morgen want ik kan niet blijven als een clown.
NNM: Kom maar morgen.
[medeverdachte 9] : Zodat we er iets goeds uit kunnen halen.
[medeverdachte 9] : Ik sta morgen vroeg op. Dan kunnen we doen wat gedaan moet worden. Ik heb een afspraak gemaakt met die mensen om 17.00 uur. En tegen 15.00 uur moet ik die ding al hebben.
[medeverdachte 9] : Het is niet rendabel als het ding over de 28 en 29 is. Maximaal 26. Die nummer heb ik nodig.
NNM: Hebben jullie mensen om naar beneden te gaan?
[medeverdachte 9] : Nee we zijn aan het zoeken. Ze zitten ergens te eten. We gaan hen nu ophalen om verder te gaan.
[medeverdachte 9] spreekt weer aan de telefoon.
[medeverdachte 9] : We moeten proberen om het ding in de ochtend te doen. Het mag niet zo blijven.
NNM: Nee. We hebben te hard gewerkt. Het ding mag niet weggaan. Je hebt gezegd dat het papier tot dertig is.
[medeverdachte 9] : Ja.
NNM: We kunnen het niet laten gaan. Iemand had me gebeld. Ik ben naar zijn huis gegaan. Hij heeft me het ding compleet laten zien. Momenteel is er niet veel.
[medeverdachte 9] : Jammer.
[medeverdachte 9] : Die mensen zijn niet blij.
NNM: Momenteel is er niet veel.
[medeverdachte 9] : Als je iets afspreekt dan kun je niet zeggen dat het niet veel is Die mensen hebben hun tickets betaald, ze betalen hun ding en hotel en alles. Wie moet hen al dat geld geven. Jij hebt tegen hen gezegd om te komen. Elke dag dat die mensen hier zijn is het ook meer geld.
NNM: Morgen regelen we het ding.
[medeverdachte 9] : Ik moet morgen heel vroeg opstaan om naar beneden te komen. Ik ben nu met deze mensen bezig. En deze mensen komen ook met veel hoge nummers. [365]
NNM: Maar het is toch niet jammer? Ze zijn toch gebleven?
[medeverdachte 9] : Die mensen zijn niet blij broer.
NNM: Er is op dit moment een tekort.
[medeverdachte 9] : Als je iets afspreekt dan heeft dat niks te maken met een tekort. Je moet dan zeggen dat er een tekort is.
[medeverdachte 9] : Je maakt een afspraak en zegt tegen hen: "ik heb dat ding voor jou". Dan betalen die mensen hun tickets en zaken. Die mensen komen aan. Die mensen betalen voor een hotel. Die mensen betalen alles. Wie moet hen al dat geld geven? Dat zeg ik tegen jou, degene die had gezegd dat ze moeten komen. Elke dag dat die mensen hier blijven kost meer geld mijn broer.
NNM: Morgen regelen wij dat ding. Morgen handelen wij dit af.
[medeverdachte 9] : Daarom zeg ik tegen jou dat ik 's morgensvroeg op moet staan om naar beneden te komen omdat ik nu met deze mensen een afspraak heb broer.
[medeverdachte 9] : Deze mensen komen met veel hoge nummers.
NNM: Het is te hopen dat de dingen morgen beter met hen zullen lopen. [366]
Evaluatie mislukte levering door [verdachte] en [medeverdachte 9]
Om 0.44 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Die jongen gaat terug. Hij zei: "teveel hoofdpijn".
[verdachte] : Je hoeft niet boos te zijn op je broer maar je kan wel pissig op hem zijn.
[medeverdachte 9] : Ja man.
[verdachte] : Hij vroeg in eerste instantie om speed. Ik weet dat hij deze wel had gewild.
[verdachte] : Uiteindelijk hadden we iets kunnen doen toch? Dat is wel wat had gehad toch?
[medeverdachte 9] : Ja.
[verdachte] : Dan was hij twee weken later misschien weer gekomen.
[medeverdachte 9] : We hadden het ding moeten krijgen. [367]
[verdachte] : Ze hadden zich aan hun woord moeten houden. [368]
Om 0.49 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 9] : Ik heb die man telefonisch gesproken. Mijn broer heeft hem gebeld.
[verdachte] : Die man heeft toch ja gezegd.
[medeverdachte 9] : Ja.
[verdachte] : Dat is de mentaliteit hier. Hetzelfde met auto's. Dan vraag je of die auto goed is. Dan zeggen ze "ja die auto is goed" en dan blijkt die auto toch niet goed te zijn.
[verdachte] : (niet te verstaan) in [plaats] had ik misschien tegen een paar jongens gezegd: "dit is het. Dit kan je verdienen. Verdien wat en geef ons daarna een kwartje."
[medeverdachte 9] : Ik ken ook mensen in [plaats] , maar heel duur. [369]
[medeverdachte 9] : Volgende keer beter.
[medeverdachte 9] : Soms gaan die dingen zo. Daar kan je niks aan doen. Het is niet goed georganiseerd. [370]
Om 0.54 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [verdachte] en NNM in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 9] : Daga gaat morgen naar [plaats] om te kijken.
[verdachte] : Had eigenlijk vandaag gemoeten.
[medeverdachte 9] : Was ik er vanmorgen maar heengereden.
[verdachte] : Dan was het klaar geweest. Dan had je precies geweten wat we hadden. [371]
De evaluatie van de mislukte levering
Op 10 september 2018 krijgt A-4110 de opdracht om contact te maken met [verdachte] en informatie in te winnen over de drugshandel van [verdachte] . [372] Diezelfde dag bezoekt A-4110 de woning van [verdachte] . [373] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [374] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [375] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4110: Moet niet weer hoor.
[verdachte] : Die man was ook ongeduldig.
A-4110: Jij bent de baas daarin.
[verdachte] : Hij wou per se 's avonds. Die jongens waren helemaal pissig. Die waren het al aan het regelen.
[verdachte] : Ik baalde ook. Ik ben daar speciaal heen gereden.
A-4110: Jij hebt gezegd: "wordt het niet."
[verdachte] : Hij had even wat langer moeten wachten. Ik denk van: laat ook maar weet je. [376]
A-4110: Wat kunnen we nu betekenen voor hem?
[verdachte] : Weet ik niet (niet te verstaan). Wat wil hij doen? [377]
[verdachte] : Geloof me maar. Het was hier namelijk wel. Had ik het moeten meegeven dan? Die troep? Dan was hij toch niet weer gekomen? Er zijn geen blokken te krijgen. Niets. Geloof me maar.
A-4110: Die snelle wel?
[verdachte] : Het is wel te krijgen. Maar als je een goed blok wil hebben is het hoger. Maar hij wil voor die prijs. Nou klaar. Ga ik dat voor hem regelen.
[verdachte] : 's Avonds kom ik. Dan is er één. Dan heb ik op diezelfde (niet te verstaan) nog wat anders geregeld. Toen wilde hij niet meer. Dan denk ik van: laat maar.
A-4110: Jij hebt het afgezegd. Niet goed. Het was veel te laat. [378]
[verdachte] : Wanneer wil hij dan? Ik heb liever dat jij erbij bent.
[verdachte] : Gewoon drie weken wachten.
[verdachte] : We tillen het wel over je vakantie heen. Beter. [379]
Evaluatie mislukte levering door [verdachte] en A-4133
Op 15 oktober 2018 krijgt A-4133 de opdracht om samen met A-4110 [verdachte] te ontmoeten bij een Chinees restaurant in [plaats] . Daarbij krijgt A-4133 onder meer de opdracht om informatie in te winnen over de drugshandel van [verdachte] . [380] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110, A-4133 en [verdachte] bij [restaurant] in [plaats] . [381] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [382] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [383] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : De auto-onderdelen.
[verdachte] : Ik dacht ik breng het eerder want anders hè.
[verdachte] : Als we de auto moeten repareren en dan hè. Laatste keer … [384]
[verdachte] : Laatste keer was het er ook. Ik kan ja zeggen, maar ik wil geen dingen doen die niet goed zijn. De volgende dag belden ze mij en vroegen ze me om nu te komen.
[verdachte] : We hadden teveel haast.
A-4133: De laatste keer heb je heel hard geprobeerd om te redden.
[verdachte] : De tijd was tekort. [385]
A-4133 verklaart tegenover zijn begeleiders dat tijdens de ontmoeting werd gesproken over de mislukte levering van de één kilogram cocaïne. [verdachte] geeft aan dat het makkelijker voor hem is als hij meer tijd krijgt. Tijdens het gesprek verwijst [verdachte] naar illegale drugs als auto-onderdelen vanwege de aanwezigheid van andere klanten in het restaurant. [386]
Verklaringen van verdachten
Op 28 april 2020 wordt [medeverdachte 9] door de politie verhoord. [387] [medeverdachte 9] verklaart dat hij al 5 à 6 jaar op het adres [adres] te [plaats] woont. [388] [medeverdachte 9] heeft een Toyota Aygo. [389] Op 29 april 2020 wordt [medeverdachte 9] opnieuw verhoord. [390] Aan hem wordt voorgehouden dat hij en [verdachte] op 4 september 2018 naar [locatie 1] zijn gereden. [medeverdachte 9] verklaart dat hij in de auto bleef zitten. [391]
Op 3 augustus 2020 wordt [verdachte] , geboren op 16 oktober 1985 te [geboorteplaats] door de politie verhoord. [392] Aan [verdachte] wordt de ontmoeting tussen hem en A-4110 op 24 mei 2018 voorgehouden. Tijdens deze ontmoeting spreekt A-4110 over snelle. [verdachte] verklaart dat snelle voor speed staat. [393]
Zaaksdossier 2 - uitvoer 987,41 gram amfetamine en 99,75 gram cocaïne naar Ierland op 14/15 oktober 2018
De bestelling van 100 gram cocaïne en één kilo amfetamine
Op 10 oktober 2018 krijgt A-4110 de opdracht om naar de woning van [verdachte] te gaan en een bestelling te doen van 100 gram coke en één kilo speed. A-4110 moet daarbij tegen [verdachte] zeggen dat de verdovende middelen bestemd zijn voor de Ier en dat de middelen aanstaande maandag geleverd dienen te worden. [394] Diezelfde dag bezoekt A-4110 de woning van [verdachte] . [395] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [396] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [397] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4110: Ik heb een opdracht.
A-4110: Ik moet wat hebben.
[verdachte] : Wat moet je hebben?
A-4110: Voor mijn vriend.
A-4110: (niet te verstaan) volgende week maandag.
A-4110: Een ons wit. Kun je dat regelen?
[verdachte] : Voor diezelfde gast?
A-4110: Ja. En een kilo snelle.
[verdachte] : Oké, maar die prijzen van die …
[verdachte] : Die zijn
sky highnu.
A-4110: Dat weten ze wel.
[verdachte] : Het hoeft niet perse een blok te zijn hè?
[verdachte] : Het mag wel kapot zijn toch?
A-4110: Ja, tuurlijk. Dat kan niet anders.
A-4110: Is het goed?
[verdachte] : Ja, tuurlijk. [398]
[verdachte] : Maandag komt hij sowieso?
A-4110: Ja, maandagavond.
[verdachte] . Oké. Best. Laat maar komen.
A-4110: Heb je dat spul dan klaar liggen?
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Hij wil gewoon even proberen? Hij wil even kijken of het ook echt is.
A-4110: Ja, hij wil gewoon weten of het goed is of niet.
[verdachte] : Blokken zijn niet te krijgen.
[verdachte] : Kan nog wel, maar dan zijn ze sky high. [399]
A-4110: Aankomende maandag.
[verdachte] : Best. Ik moet er nog wel even mee bezig. Ik moet morgen even mijn dingetje gaan doen.
A-4110: Dan haal je wel toch?
[verdachte] : Dan haal ik dat.
[verdachte] : Zullen we zondag nog even contact hebben anders?
A-4110: Zondag? [400]
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : (niet te verstaan) je moet mij even opzoeken.
[verdachte] : Tussen acht en negen zoiets. [401]
[verdachte] : Deze. Die is zo duur.
A-4110: Wat denk je? Vier?
[verdachte] : Voor een onsje?
[verdachte] : Nee, dat is veel te duur.
A-4110: Wat denk je? 35?
[verdachte] : Ja, zoiets toch.
A-4110: Dan komen we wel op weg. 35. Dat is goed.
[verdachte] : Hij moet eventjes wat hebben.
[verdachte] : Het is wel kapot. Ik heb niet anders.
A-4110: Dat is niet anders. Als er maar niet veel rommel in zit.
[verdachte] : Nee dat is niet zo.
A-4110: Die snelle als dat maar niet heel nat is.
[verdachte] : Wat dan?
A-4110: Verlies.
[verdachte] : Maar dat is wel het beste natuurlijk.
[verdachte] : Dan weet je wel wat je hebt natuurlijk. [402]
A-4110: Het is niet te nat wel?
[verdachte] : Ja, gewoon natte. Ik heb gewoon wat net gemaakt is.
[verdachte] : Ik ga mijn best wel even doen voor droge.
[verdachte] : Die ligt (niet te verstaan) in de vriezer.
A-4110: Als het maar goed is. Goede kwaliteit.
[verdachte] : Het moet stinken. [403]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [404] A-4110 verklaart dat hij een ons coke en een kilo speed bij [verdachte] heeft besteld. Deze verdovende middelen zijn bestemd voor de Ier. De levering vindt aankomende maandag plaats. [verdachte] kan dit leveren. [verdachte] geeft aan dat de coke ongeveer 35 kost. [verdachte] zegt dat de speed normaal wat nattig is. [405]
Het inschakelen van de hulp van [medeverdachte 9]
Op 11 oktober 2018 te 18.01 uur bevindt de Volkswagen Polo met [kenteken] , in gebruik bij [verdachte] , zich in de buurt van het [locatie 8] te [plaats] . [406] Om 18.03 uur bevindt [verdachte] zich in de Volkswagen. Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
[verdachte] belt met NNM. Deze NNM spreekt met een Antilliaans accent. NNM geeft aan dat hij bij Basion is. [verdachte] gaat daar naartoe.
Er wordt tweemaal getoeterd. De auto stopt. Iemand stapt in. Deze persoon heeft dezelfde stem als waar [verdachte] eerder mee belde: de NNM met het Antilliaanse accent. [407]
Om 18.08 uur vindt in de Volkswagen een gesprek plaats tussen [verdachte] en de NNM met het Antilliaanse accent. De stem van deze man wordt herkend als de stem van [medeverdachte 9] . Uit de uitwerking van de OVC in de Volkswagen blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Had je nog (niet te verstaan)?
[medeverdachte 9] : Ja.
[verdachte] : Voor maandag.
[verdachte] : Dan komt die gast. Hij heeft gezegd: "we doen maar voor 100."
[medeverdachte 9] : Dat is goed.
[verdachte] : Ik moet die andere ook nog hebben. Hij wil twee dingen … proberen. Ik snap hem wel hoor. Hij denkt anders misschien … dat we niet. Hij denkt anders misschien van … Dat we niet … Ik snap het ook wel. Als je helemaal hierheen komt en je hebt ze mee …
[medeverdachte 9] : Ja.
[verdachte] : Hij heeft nog niets gezien bij ons ons.
[verdachte] : Ik wil het maandag sowieso hebben. Of zondag.
[medeverdachte 9] : Is goed.
[medeverdachte 9] : Ik heb nu wat. Ze willen het speciaal voor één iemand. Dan kan ik het voor één iemand bewaren. Maar daar is niet veel van.
[verdachte] : Nee, maar voor deze even. Dat deze … Die andere is wel oké. Die is altijd wel goed, maar … deze moet gewoon … snap je.
[medeverdachte 9] : Ik ga die mooie voor hem bewaren.
[verdachte] : En die andere voor zondag zeg maar. Zondag zie ik hem. [408]
De levering van één kilo amfetamine
Op 14 oktober 2018 krijgt A-4110 de opdracht om naar [verdachte] te gaan en te vragen hoe het maandag 15 oktober 2018 verder gaat. [409] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110 en [verdachte] in en bij de woning van [verdachte] . [410] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [411] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [412] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Heb jij een vriezertje thuis?
A-4110: Jawel.
A-4110: Moet ik het aan die man geven?
[verdachte] : Ik denk geef maar gewoon. Regel het maar toch?
A-4110: Maandag, dan kun je met hem praten. Want je laat het wel zien nu.
[verdachte] : Die heb ik morgen.
[verdachte] : Neem dit even mee. Ik heb geen vriezer namelijk.
[verdachte] : Die andere die ik normaal heb moest ik per 10 pakken. Ik ga nu niet voor hem alvast 10 achteruit leggen.
[verdachte] : Per 10 kilo pakken. Maar ik heb nu even bij iemand anders een losse gehaald. Gewoon één.
[verdachte] : Jij wou niet die hele natte hebben.
A-4110: Nee.
[verdachte] : Hij is wel nat, maar niet die hele natte.
[verdachte] : Hij zei: "dit moet goed zijn." Als het niet goed is, kan ik het gewoon weer teruggeven. Ik heb voor deze nu 900 betaald.
A-4110: Jij vraagt gewoon 12?
[verdachte] : Ja, zie maar even toch? [413]
[verdachte] : Kan je deze morgen bij mij ophalen?
A-4110: Ja.
A-4110: Morgen ga ik met je mee. Naar die man toe.
[verdachte] : Het is wel los spul.
A-4110: Dat is niet erg. Als het maar goed is.
[verdachte] : Wat moeten we er voor vragen?
A-4110: Hij snapt ook wel dat er schaarste is.
[verdachte] : Ja.
A-4110: Hij wil graag zien.
[verdachte] : En dan haalt hij ook maar een klein beetje. Ik snap wel dat dit een proefmonster is.
[verdachte] : Maar ja. Moet je nagaan. Zou hij het daar los verkopen …
[verdachte] : Levert daar gewoon 20 per gram op.
[verdachte] : Dit levert daar tussen de € 10,00 en € 20,00 per losse gram op.
[verdachte] : Als je het los gaat verkopen zelfs.
[verdachte] : Dat is veel geld.
[verdachte] : Deze kostte 900.
[verdachte] : Die andere kost ons drie denk ik. [414]
[verdachte] : Dus als we dan 35 vragen.
[verdachte] : Ik kon hem goedkoper inkopen.
[verdachte] : Nu hebben we het goed geregeld van tevoren.
[verdachte] : Je weet waar ik zit hè? Ik zit in [plaats] . In de bakkerij. [415]
A-4110: Ben ik nog nooit geweest.
[verdachte] : Je hebt twee bakkers. Eén zit in het centrum.
[verdachte] : Je moet morgen even deze ophalen op de zaak. [416]
[verdachte] : Rij voordat je hem op gaat halen even langs [plaats] . Kom even bij mij langs in de bakkerij. [417]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [418] A-4110 verklaart dat [verdachte] in de keuken van zijn woning een boodschappentas met het opschrift Jumbo laat zien. [verdachte] geeft aan dat hij de snelle heeft. [verdachte] zegt tegen A-4110 dat hij de speed moet meenemen. De speed moet in de vriezer. Speed stinkt. Door het in de vriezer te leggen ruik je het niet. A-4110 neemt de plastic tas aan. [verdachte] zegt dat het andere maandag komt. [verdachte] doelt daarmee op de 100 gram cocaïne. [verdachte] vraagt aan A-4110 om maandag naar de bakkerij in [plaats] te komen. [419] [verdachte] heeft de speed ingekocht voor € 900,00. De prijs van de speed wordt € 1.200,00. [verdachte] heeft voor de cocaïne € 3.100,00 betaald. De prijs wordt € 3.500,00. [420]
A-4110 pakt de tas van [verdachte] aan. In de tas zitten twee plastic bakjes met een doorzichtig deksel. In deze bakjes zit een wit poeder. [421]
De levering van 100 gram cocaïne
De Volkswagen Polo van [verdachte] rijdt op 15 oktober 2018 naar de bakkerij in [plaats] en komt daar omstreeks 7.38 uur aan. [422]
Op 15 oktober 2018 krijgt A-4110 de opdracht om naar de bakkerij in [plaats] te gaan om daar een afspraak te maken voor de ontmoeting met A-4133. Daarnaast krijgt A-4110 de opdracht om erachter te komen hoe en wanneer de 100 gram cocaïne aan A-4133 geleverd gaat worden. [423] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110 en [verdachte] in de bakkerij te [plaats] . Tijdens deze ontmoeting haalt [verdachte] een zakje cocaïne tevoorschijn. Dit plastic zakje doet [verdachte] in een broodzak. [verdachte] pakt vervolgens twee broodjes en doet deze bovenop de cocaïne in de zak. A-4110 pakt de zak aan. [424] [verdachte] en A-4110 spreken af dat ze die avond afspreken met de Ier bij het Chinees restaurant op de [adres] te [plaats] . [425]
De Volkswagen van [verdachte] vertrekt omstreeks 18.08 uur en rijdt omstreeks 19.14 uur naar de [adres] in [plaats] . [426] Om 19.23 uur parkeert een Volkswagen Polo met [kenteken] ter hoogte van perceel [adres] 64. [verdachte] stapt uit en loopt in de richting van [restaurant] . Om 19.24 uur loopt [verdachte] het restaurant in. [427]
De afhandeling van de drugstransactie
Op 15 oktober 2018 krijgt A-4133 van zijn begeleiders de opdracht om samen met A-4110 [verdachte] te ontmoeten bij een Chinees restaurant in [plaats] . Daarbij krijgt A-4133 de opdracht om [verdachte] te betalen voor de door hem geleverde 100 gram cocaïne
(€ 3.500,00) en één kilogram speed (€ 1.200,00). [428]
Omstreeks 19.25 uur vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110, A-4133 en [verdachte] in [restaurant] in [plaats] . [429] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [430] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [431] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : De auto-onderdelen.
[verdachte] : Ik dacht ik breng het eerder want anders hè. [432]
A-4133: Bedank voor vandaag, die onderdelen?
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Je hebt al verteld over de onderdelen?
A-4133: Over de prijs?
[verdachte] : Ja?
A-4133: Ja, ik weet de prijs.
[verdachte] : Laat mij weten of de kwaliteit van de onderdelen goed is.
[verdachte] : Maar de auto-onderdelen. De twee aparte, in de …
A-4133: In de plastic dozen.
[verdachte] : In de plastic dozen. Die heb je van verschillende soorten.
[verdachte] : Het is op verschillende manieren gemaakt.
[verdachte] : Ik denk dat het goed moet zijn. [433]
[verdachte] : Hij vroeg mij niet te nat.
A-4133: Als het thuis is weet ik wat mijn mensen ervan vinden en dan kan ik het hem laten weten.
[verdachte] : Over de twee tassen …
[verdachte] : Als … Dan moeten we gaan kijken hoeveel … Wat je wilt gaan doen. Dan kunnen we de prijs natuurlijk naar beneden drukken.
[verdachte] : En dat is ook in jouw voordeel.
A-4133: De prijs van de eerste keer dat wij elkaar spraken is een beetje gestegen? Voor de twee dingen?
[verdachte] : Het is zeker erg gestegen.
[verdachte] : Als ik op het moment meer goede onderdelen neem is het duurder dan wanneer ik kleine onderdelen neem.
[verdachte] : Er is niet veel. Er is nog genoeg.
[verdachte] : Een klein deel van de versnelling is goedkoper, maar als je de hele versnelling compleet hebt …
[verdachte] : Het klinkt gek, maar het is duurder.
A-4133: Het is meer voor meer onderdelen?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Voor de snelle.
A-4133: Je zegt twaalf?
[verdachte] : Twaalf.
A-4133: Wat is beter voor jou? De snelle of (niet te verstaan).
[verdachte] : Ik denk de snelle, want je kunt meer doen …
A-4133: Toen A-4110 en ik in eerste instantie met elkaar praatten, vertelde hij mij dat jij op zoek was naar nieuwe klanten voor de snelle, ja?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Maar toen wij elkaar ontmoetten …
A-4133: Vertelde jij mij dat je een probleem had want de man was …in Duitsland, ja?
[verdachte] : Ja, niet leuk. Nog steeds.
A-4133: En daarom begonnen we te praten over de coke in plaats van de …
[verdachte] : Daarom ja … maar …
A-4133: Dus ik kan …
[verdachte] : Dezelfde mensen beginnen opnieuw, stellen het samen … [434]
[verdachte] : Maar de man is nog steeds …
A-4133: Opgesloten.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Welke is op het moment makkelijker te krijgen?
[verdachte] : Dit is ook … makkelijker want er gaat minder geld in om.
A-4133: Wat? We hebben het over de snellen?
[verdachte] : Ja, de snelle, want er gaat minder geld in om. Als het daarvan neemt, is het niet te vergelijken met nemen van de andere.
A-4133: Dus het is goedkoper. Er gaat minder geld in om en er is nog steeds goede winst.
[verdachte] : Ja, dat bedoel ik.
[verdachte] : En met de snelle is het makkelijker als ik kan zeggen: "kom hier 10, 20 of 30 neerleggen."
[verdachte] : Het is makkelijker dan de andere manier. Ik moet dingen doen als je hier bent. Moet het geld doen. Iedereen eet wat. [435]
A-4110: Is die snelle geseald?
[verdachte] : Nee.
[verdachte] : Wil je het geseald hebben?
A-4133: Volgende keer.
A-4133: Het maakt het makkelijker voor het transport.
[verdachte] : Geen probleem.
[verdachte] : Andere ding ook?
A-4133: Ja.
[verdachte] : Als je vacuüm neemt gaat de lucht eruit. De geur gaat er ook uit.
[verdachte] : Het ruikt op het seal. Vergeet dat niet.
[verdachte] : Als je de druk eruit haalt, komt het eruit …
[verdachte] : Komt het op de sealbag. Ik seal het twee keer maar.
A-4133: Dus je sealt het dubbel?
[verdachte] : Altijd.
[verdachte] : Ik seal het dubbel en dan was ik het.
[verdachte] : Maar ik denk niet dat het een garantie is voor de geur. [436]
A-4133: Om even terug te komen op de auto-onderdelen. Ik heb het geld uiteraard. Ik moet je wat geld geven.
A-4133: Ik wil de prijs even bevestigen.
[verdachte] : Voor nu …
A-4133: 35.
[verdachte] : 35 en dan.
A-4133: en dan 12.
[verdachte] : 12.
A-4133: Je gaat en je maakt …
A-4133: De prijs beter maken?
[verdachte] : Natuurlijk.
[verdachte] : Als wij de prijs hoog laten is het ook niet voor jou. De prijs maakt het een beetje beter zodat iedereen kan eten. [437]
A-4113: Ik geef het hem buiten.
A-4133: Tenzij je het wilt controleren.
[verdachte] : Nee. Is goed. [438]
[verdachte] : Je laat het me weten.
A-4133: Natuurlijk. [439]
A-4133: Ik weet het over een paar dagen. Ik laat het hem weten. Hij laat het jou weten.
[verdachte] : Hetzelfde met de snellen. De jongens zijn opnieuw begonnen. Je moet het zien. Als je het niet goed vindt moet ik het weten.
A-4133: Op dit moment is snelle de makkelijkste?
[verdachte] : Het is makkelijk.
A-4133: Ik kan één van beide doen, maar als het voor jou op dit moment makkelijker is om de snelle te doen …
[verdachte] : Het maakt niet uit.
[verdachte] : Ik kan beide doen. [440]
[verdachte] : Je moet de tassen altijd verwijderen voor jezelf en voor de zekerheid.
[verdachte] : Voor je eigen … Misschien weet je, je vingerafdrukken.
[verdachte] : Je verwijdert de tassen voor jezelf, maar ik doe het ook voor de zekerheid.
A-4133: Regel jij mensen die de verkoop gaan doen?
[verdachte] : Ja dat doe ik. [441]
A-4110: Wanneer zie ik je?
[verdachte] : Rij morgen maar even langs.
A-4110: 17 uur?
[verdachte] : Ja, 16, 17 uur. [442]
A-4133 verklaart over de ontmoeting dat hij en [verdachte] hebben gesproken over de geleverde kilogram amfetamine en 100 gram cocaïne en over de toekomstige levering van deze middelen. [verdachte] geeft aan dat zowel amfetamine als cocaïne beschikbaar is, maar dat amfetamine makkelijker te regelen is omdat het minder duur is en het daarom om minder geld gaat. Tijdens het gesprek verwijst [verdachte] naar illegale drugs als auto-onderdelen vanwege de aanwezigheid van andere klanten in het restaurant. [verdachte] is erg voorzichtig met wat hij zegt. [verdachte] noemt de amfetamine snel spul. De prijs voor de kilo is € 1.200,00. De prijs voor de 100 gram cocaïne is € 3.500,00. [443]
A-4133 en [verdachte] bespreken dat de prijs is gestegen sinds de eerste ontmoeting. [verdachte] geeft aan dat hij in de toekomst betere prijzen zou kunnen regelen voor grotere
bestellingen. Ook bespreken ze het verpakken van toekomstige aankopen. [verdachte] kan het vacuüm verpakken, twee keer. Hij kan echter niet garanderen dat het reukloos is. [444]
[verdachte] adviseert A-4133 om voorzichtig te zijn met vingerafdrukken op de verpakking van de geleverde drugs en om de verpakking veilig weg te gooien. [445]
Omstreeks 20.10 uur verlaten A-4133, A-4110 en [verdachte] het restaurant. A-4133 overhandigtoverhandigt € 4.700,00 aan [verdachte] . [446]
A-4110 en [verdachte] spreken af dat A-4110 de volgende dag langskomt om zijn deel van het geld op te halen. [447]
A-4110 overhandigt de cocaïne en de speed aan zijn begeleiders. [448]
Op 18 oktober 2018 krijgt A-4110 de opdracht om het door hem aan de drugsdeal verdiende geld (€ 350,00) van [verdachte] in ontvangst te nemen. [449] Op 19 oktober 2018 omstreeks 13.15 uur belt [verdachte] naar A-4110 en vraagt hem de weg naar de woning van A-4110. [450] [verdachte] geeft tijdens het telefoongesprek met A-4110 aan dat hij wel even langs rijdt. [451] [verdachte] gaat naar de woning van A-4110. In de woning geeft [verdachte] A-4110 € 350,00. [452] Dit geldbedrag verdient A-4110 aan de verkoop van drugs aan A-4133. [453]
Het forensisch onderzoek naar aanleiding van de geleverde cocaïne
Op 14 oktober 2018 wordt onder goednummer PL0100-2018272979-1061842 een vermoedelijke hoeveelheid cocaïne in beslag genomen en voorzien van SIN AALO0755NL. [454] De vermoedelijke hoeveelheid cocaïne hoort bij de pseudokoop van oktober 2018 uit het onderzoek Vidar. [455] De vermoedelijke hoeveelheid cocaïne is verpakt in een plastic zakje. Dit zakje bevindt zich in een dichtgeknoopt plastic boterhamzakje dat weer in een papieren broodzak is gestopt. [456]
Chemisch onderzoek
De vermoedelijke hoeveelheid cocaïne heeft een nettogewicht van 99,75 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid cocaïne wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALO1452NL. [457] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt cocaïne te bevatten. [458]
DNA-onderzoek
Op de knoop van het dichtgeknoopte boterhamzakje wordt een biologisch spoor aangetroffen. Dit spoor wordt voorzien van SIN AALX1644NL. [459] Het spoor wordt onderworpen aan een DNA-onderzoek. [460] Op het spoor wordt een DNA-mengprofiel aangetroffen. Van dit DNA-mengprofiel is een DNA-hoofdprofiel afgeleid. [461] Tussen dit afgeleide DNA-profiel en het DNA-profiel van [medeverdachte 9] , geboren op [geboortedag] 1976, is een overeenkomst gevonden. [462]
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van deze overeenkomst is aangenomen dat één van de personen een relatief grote hoeveelheid DNA heeft bijgedragen aan bemonstering AALX1644NL#01.
Onder deze aanname zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het
volgende hypothesepaar:
Hypothese 1:
Bemonstering AALX1644NL#01 bevat een relatief grote hoeveelheid DNA van [medeverdachte 9] .
Hypothese 2:
Bemonstering AALX1644NL#01 bevat een relatief grote hoeveelheid DNA van een willekeurige onbekende, niet aan [medeverdachte 9] verwante persoon.
DNA-profiel AALX1644NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is. [463]
Het forensisch onderzoek naar aanleiding van de geleverde amfetamine
Op 14 oktober 2018 wordt onder goednummer PL0100-2018272979-1061843 een vermoedelijke hoeveelheid speed in beslag genomen en voorzien van SIN AALO0754NL. [464] De vermoedelijke hoeveelheid speed hoort bij de pseudokoop van oktober 2018 uit het onderzoek Vidar. [465]
De vermoedelijke hoeveelheid speed bevindt zich in twee witte plastic bakken met daarop een transparant deksel. Deze bakken bevinden zich in een geel gekleurde plastic boodschappentas van de Jumbo. [466]
Chemisch onderzoek
De vermoedelijke hoeveelheid speed heeft een nettogewicht van 987,41 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid speed wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALO1454NL. [467] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [468]
Zaaksdossier 3 – uitvoer 5003,71 gram amfetamine naar Ierland op 12 november 2018
De aanloop naar de bestelling van de amfetamine
Op 2 november 2018 krijgt A-4110 de opdracht om contact op te nemen met [verdachte] en tegen hem te zeggen dat de Ier op zondag 10 november langskomt om een paar kilo speed van hem te kopen. [469] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen [verdachte] en A-4110 in/bij de woning van [verdachte] . [470] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [471] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [472] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4110: Volgende week zondag komt die jongen. [473]
[verdachte] : Wat moet hij hebben?
A-4110: Die snelle. Je hoort nog van hem.
[verdachte] : Oké.
A-4110: Je weet wel. Meer dan daarvoor.
[verdachte] : Oké.
A-4110: Niet die andere?
[verdachte] : Die andere is nu ook weer te krijgen in blok.
A-4110: Daar kun je met hem over praten.
A-4110: Weer op dezelfde plek?
A-4110: Dat was op de [adres] .
[verdachte] : Ja, dat is goed.
[verdachte] : Wanneer hoor ik hoeveel hij moet hebben?
A-4110: Dat vertelt hij jou. Dan komt hij bij je. [474]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [475] A-4110 verklaart dat hij tegen [verdachte] heeft gezegd dat de Ier zondag komt en dat hij meer wil hebben dan de vorige keer. [476]
Op 9 november 2018 bezoekt [verdachte] de woning van A-4110. [477] Tijdens deze ontmoeting spreken A-4110 en [verdachte] af dat ze de Ier zondag zullen ontmoeten bij het Chinees restaurant aan de [adres] . [478]
De bestelling van de amfetamine
Op zondag 11 november 2018 krijgt A-4133 de opdracht om samen met A-4110 [verdachte] te ontmoeten. Tijdens die ontmoeting dient A-4133 vijf kilogram speed van [verdachte] te kopen. [479] Diezelfde dag vindt omstreeks 15.10 uur, in [restaurant] in [plaats] , een ontmoeting plaats tussen A-4110, A-4133 en [verdachte] . [480] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [481] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [482] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Dus. Hoe waren de onderdelen van de auto? Waren ze goed?
A-4133: Het was goed. De snelle. Dat was heel goed. De andere …
A-4133: De koeler. Ik denk dat mijn bazen het ergens anders iets beter kunnen krijgen. Maar voor nu vinden ze de snelle leuk.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Ik wil graag wat meer.
A-4133: We zeggen bijvoorbeeld voor deze keer vijf.
[verdachte] : Vijf, oké. Als we het doen voor 10 in één keer …
[verdachte] : Dan wil ik 11 zeggen.
A-4133: Het is voor mij een beetje een test.
[verdachte] : (niet te verstaan) andere man was leeg, daarom moest ik hem vragen om te bellen, want het is (niet te verstaan) want ze moeten het maken.
A-4133: Het moet nog gemaakt worden?
[verdachte] : Een beetje (niet te verstaan). Ik heb gezegd maak een beetje van … Ik heb geen idee wat je wil doen.
[verdachte] : Maar hij zei dat het over dit gaat. Over de snelle.
A-4133: Mijn mensen zeggen: "oké, laten we er nog één doen."
A-4133: Kun je een beetje zakken in prijs voor vijf? Je zegt 11 als het 10 was. [483]
[verdachte] : Ja, dat kunnen we doen.
A-4133: Ik kan 6.000 betalen voor vijf (niet te verstaan) 12.
[verdachte] : Ja, is goed. Geen probleem. [484]
[verdachte] : Hij wil vijf hebben. Hij betaalt er 12 voor.
A-4110: Ja, dat is goed.
A-4133. Dus vijf voor 12. En de volgende keer als het 10 is wordt het 11?
[verdachte] : Ja. [485]
A-4133: Wanneer kun je het regelen?
[verdachte] : Ik hoop dat ik het maandag heb.
[verdachte] . We moeten het maken. Het regelen. [486]
[verdachte] : Kom jij morgen rond 11 uur?
A-4110: Waar?
[verdachte] : Bij mij op de zaak?
A-4110: Goed jongen.
A-4133: Je gaat morgen bij hem langs? Dan kun je mij laten weten wat het nieuws is.
A-4110: 11 uur zie ik hem.
A-4133: Geef me een paar uur om zelf naar het Noorden te komen. [487]
A-4133 is verhoord over deze ontmoeting. [488] A-4133 verklaart dat [verdachte] tijdens het gesprek naar drugs als auto-onderdelen verwijst en amfetamine/speed "snel" noemt. [verdachte] geeft aan dat hij 10 kilogram speed kan verkopen voor een prijs van € 1.100,00 per kilogram. A-4133 zegt tegen [verdachte] dat hij vijf kilogram speed wil kopen. [verdachte] en A-4133 spreken een prijs van € 1.200,00 per kilo af. [verdachte] geeft aan dat het voor maandag geleverd kan worden. Afgesproken wordt dat A-4110 [verdachte] de volgende ochtend bezoekt om het leveringsmoment te bevestigen. A-4133 komt de amfetamine zelf ophalen bij [verdachte] . [489]
Op 12 november 2018 krijgt A-4110 de opdracht om naar de bakkerij in [plaats] te gaan teneinde daar met [verdachte] te spreken over de levering van de speed. [490] Diezelfde dag vindt omstreeks 11.00 uur een ontmoeting plaats tussen [verdachte] en A-4110 bij de bakkerij in [plaats] . [491] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [492] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [493] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Hij zei tegen mij: "eind van de middag".
[verdachte] : Zullen we rond een uurtje of acht afspreken?
[verdachte] : Bij mij?
A-4110: Oké, want hij gaat met mij mee voor de poen. [494]
De levering van de amfetamine
Op 12 november 2018 krijgt A-4133 de opdracht om samen met A-4110 [verdachte] te ontmoeten bij zijn woning en daar vijf kilogram speed van [verdachte] te kopen. [495] Omstreeks 19.55 uur vindt een ontmoeting plaats tussen A-4133, A-4110 en [verdachte] in de woning van [verdachte] . [496] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [497] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [498] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Je hebt een paar manieren om dit te doen.
[verdachte] : Met dure olie.
[verdachte] : Daarom is het goede kwaliteit.
[verdachte] : Eén is. Eén is. De helft is precies dezelfde als de vorige keer. De andere helft is nieuw.
A-4133: Maar het is dezelfde kwaliteit?
[verdachte] : Jij ziet het verschil niet. Ik zeg het omdat ik het weet. [499]
A-4133: Dit is voor jou.
A-4133: Moet je het tellen?
[verdachte] : Nee, ik doe het later. [500]
[verdachte] : Ik geef het je morgen.
A-4110: Waar moet ik komen? Bij je werk?
[verdachte] : Kom maar naar mijn werk. [501]
A-4133: Hij brengt me nu. Dan ontmoet ik mijn vriend. Ik kan het meenemen. [502]
A-4133 is verhoord over deze ontmoeting. [503] A-4133 verklaart dat [verdachte] aan hem een boodschappentas van de Action laat zien. In deze tas zit een aantal plastic bakjes die een lichtkleurig poeder bevatten. [504] [verdachte] geeft aan dat de tas twee verschillende partijen bevat. Deze partijen zijn op verschillende manieren geproduceerd. De kwaliteit is echter hetzelfde. [505] A-4133 overhandigt € 6.000,00 aan [verdachte] . Vervolgens neemt hij de boodschappentas van [verdachte] aan en verlaat hij de woning met A-4110. Omstreeks 20.26 uur overhandigt A-4133 de boodschappentas met inhoud aan B-2820. [506]
Op 12 november 2018 krijgt A-4110 de opdracht om de volgende dag naar de bakkerij in [plaats] te gaan om daar zijn deel van het geld op te halen bij [verdachte] . Dit betreft € 750,00. [507] Op 13 november 2018 ontmoet A-4110 [verdachte] bij de bakkerij in [plaats] . [508] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [509] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [510] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Ik geef jou je poen.
[verdachte] : Hoeveel moet je hebben?
A-4110: Dat weet je toch wel?
[verdachte] : Zeven en een half bankje toch?
A-4110: Ja.
[verdachte] telt geld tot zeven en een half. [511]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [512] A-4110 verklaart dat hij € 750,00 van [verdachte] heeft gekregen. [513]
Het forensisch onderzoek naar aanleiding van de geleverde amfetamine
Op 12 november 2018 wordt een partij van tien bakjes, met daarin een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen, in beslag genomen onder goednummer PL0100-2018272979-1072745. De partij wordt voorzien van SIN AALR1981NL. [514] De partij hoort bij de pseudokoop van november 2018 uit het onderzoek Vidar. [515]
De plastic bakken bevinden zich in een draagtas met de opdruk Action. [516] Vijf van de plastic bakken zijn geribbeld. De andere vijf plastic bakken zijn glad. In de vijf geribbelde plastic bakken zit een roze substantie. In de vijf gladde plastic bakken zit een gele substantie. [517]
Chemisch onderzoek
De bij de partij horende plastic bakken zijn genummerd van 1 tot en met 10. [518]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 1 heeft een nettogewicht van 504,20 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALO339NL. [519] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [520]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 2 heeft een nettogewicht van 504,09 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALO0341NL. [521] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [522]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 3 heeft een nettogewicht van 503,04 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALO0344NL. [523] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [524]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 4 heeft een nettogewicht van 503,22 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALO0353NL. [525] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [526]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 5 heeft een nettogewicht van 505,34 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALO0354NL. [527] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [528]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 6 heeft een nettogewicht van 471,98 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5398NL. [529] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [530]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 7 heeft een nettogewicht van 508,01 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5396NL. [531] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [532]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 8 heeft een nettogewicht van 503,03 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5394NL. [533] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [534]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 9 heeft een nettogewicht van 502,96 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5392NL. [535] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [536]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in bak 10 heeft een nettogewicht van 497,84 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5391NL. [537] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [538]
Zaaksdossier 4 – uitvoer 8315,88 gram amfetamine naar Ierland, december 2018
De bestelling van de amfetamine
Op 6 december 2018 krijgt A-4110 de opdracht om contact te zoeken met [verdachte] en tegen hem te zeggen dat de Ier 10 kilogram speed wil kopen. De Ier wil dat deze speed op dinsdag 11 december 2018 wordt geleverd in [plaats] . [539] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110 en [verdachte] bij de woning van [verdachte] in [plaats] . [540] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [541] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [542] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4110: 10.
[verdachte] : Wanneer?
A-4110: Dinsdag.
A-4110: Moet naar [plaats] .
[verdachte] : Dinsdag … Dat kan misschien nog wel.
A-4110: Hoe laat kun je?
[verdachte] : Zes uur ben ik klaar.
[verdachte] : Maar om dan nog met dat spul te rijden …
[verdachte] : Haalt hij het op dan?
A-4110: Nee, dat moeten we meenemen. [543]
[verdachte] : Dan moeten we nog even een vacumeermachine zien te regelen.
[verdachte] : Heb jij daar eventueel op dinsdag tijd voor? Om dat te vacumeren.
A-4110: Even zien. Komt goed.
A-4110: Na zes uur?
[verdachte] : Ja, geef maar.
A-4110: Komt goed.
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Kan op zich dinsdag wel. Dat komt wel goed uit.
A-4110: Waar moet ik zijn dan?
[verdachte] : Hier gewoon.
[verdachte] : We houden contact.
A-4110: Is goed.
[verdachte] : We zoeken elkaar voor die tijd nog even op.
A-4110: Ja.
[verdachte] : Ik kom bij jou. [544]
Op 10 december 2018 krijgt A-4110 de opdracht om omstreeks 22.00 uur naar de woning van [verdachte] te gaan. [545] Diezelfde dag, om 22.00 uur, gaat A-4110 naar de woning van [verdachte] . A-4110 verklaart dat [verdachte] tegen hem heeft gezegd dat de speed nog niet klaar is. [verdachte] vraagt aan A-4110 om de volgende dag, om 18.15 uur, bij hem langs te komen in zijn woning. De speed zou er dan zijn.
De aanloop naar de levering van de amfetamine
Op 11 december 2018 krijgt A-4110 de opdracht om omstreeks 18.00 uur naar de woning van [verdachte] te gaan en de speed in ontvangst te nemen. [546] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110 en [verdachte] bij de woning van [verdachte] . [547] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [548] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [549] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Ik heb het hier net neergezet.
[verdachte] : Het liep helemaal over mij heen.
A-4110: Laat het zitten man. Dat doen ze zelf wel.
A-4110: Kom, gooi het in de auto.
A-4110: Anders kom je eronder te zitten.
[verdachte] : Is dit wel een kilo dan? [550]
A-4110: Geeft niets.
[verdachte] : Dit zal wel 10 kilo zijn toch?
A-4110: Ik zet het in de auto.
A-4110: Heb je er wat overheen?
[verdachte] : Ja, een handdoek.
A-4110: Dan gaan we die kant op.
[verdachte] : Dan rij ik voor met de auto.
[verdachte] : We kunnen niet in één keer. [551]
[verdachte] leest voor: "maat excuses. Ben nu pas thuis. Ga nu achter de benzine aan. Voor je … Als je hem iets te nat vindt … Ik kom straks, dan maak ik … Neem ik wat extra mee."
[verdachte] : Ik kan hem nu niet contacten. Want hij moet mij … Ik verwacht hem hier elk moment. Maar waar heb je afgesproken met hem?
A-4110: [locatie 8] bij de [adres] . [plaats] .
A-4110: (niet te verstaan) Heb je alles? Wacht je nog op die jongen?
[verdachte] : Eigenlijk had ik zo iets van … Een paar extra. Zet het eerst maar even achterin de auto.
A-4110: Ik zet het eerst in de auto.
[verdachte] : Is de auto open?
A-4110: De achterklep is open. [552]
A-4110: Klaar? Valt niet om?
[verdachte] : (niet te verstaan) Ik had wel strak kunnen staan. Het ging helemaal over mijn harses heen.
A-4110: Het is nu al bijna half zeven.
A-4110: Bel die vent op.
[verdachte] : Hij betaalt gewoon voor tien. Mocht het niet goed zijn dan krijgt hij de volgende keer gewoon bij.
A-4110: Dat zeggen we wel. We gaan die kant op anders wordt het zo laat.
[verdachte] : (niet te verstaan) Dan rij ik voorop.
A-4110: Rij maar voorop.
[verdachte] : Als ze dan zo'n kenteken ding hebben dan houden ze (niet te verstaan) toch wel aan.
A-4110: Houden ze je altijd aan?
[verdachte] : Ja, meestal wel. Als ze langs de weg staan.
[verdachte] : Maar ga nou niet stoppen als je mij ziet staan. [553]
[verdachte] : Ze moeten maar niet moeilijk doen als het gewicht niet klopt. [554]
[verdachte] : Ik zit helemaal …
A-4110: Je moet het hier niet verpakken. Dat komt niet goed.
[verdachte] : Wat zeggen we tegen die gast? Want dit is een beetje amateuristisch.
[verdachte] : Die machine hield er mee op.
A-4110: Dat maakt niks uit. Hij redt zich er maar mee.
[verdachte] : Ja.
A-4110: Wij kunnen er ook niks aan doen. [555]
[verdachte] : [locatie 8] .
A-4110: [locatie 8] .
[verdachte] : Zit hij nu te wachten?
A-4110: Ja, hij zit in de lobby.
[verdachte] : Heb jij liever dat ik vooruit rij? Dat ik gewoon daarheen ga en hem even …
[verdachte] : Dat ik het alvast even regel met hem?
A-4110: Ja, mag wel. [556]
A-4110 stapt in de auto en rijdt weg. [557]
A-4110 is verhoord over dit deel van de ontmoeting. [558] A-4110 verklaart dat [verdachte] onder de speed zit. Er is een bakje opengegaan. [verdachte] wil wachten tot hij extra speed krijgt. A-4110 geeft aan dat ze daar niet op moeten wachten en dat hij en [verdachte] naar [plaats] moeten. A-4110 neemt de tas met speed uit de woning en zet deze in de achterbak van zijn auto. [559] [verdachte] en A-4110 rijden vervolgens naar het hotel. [560] [verdachte] rijdt voorop in zijn eigen auto. [561]
De levering van de amfetamine
Op 11 december 2018 krijgt A-4110 de opdracht om samen met A-4110 [verdachte] te ontmoeten in het [locatie 8] . Tijdens de ontmoeting dient A-4133 maximaal 10 kilogram speed van [verdachte] te kopen. Daarnaast krijgt A-4133 de opdracht om met [verdachte] te spreken over een ontmoeting met de criminele leider (van A-4133). [562] Diezelfde dag vindt omstreeks 20.10 uur een ontmoeting plaats tussen A-4133, A-4110 en [verdachte] in het [locatie 8] . [563] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [564] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [565] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133: Wat heb je gedaan?
[verdachte] : (niet te verstaan). Dit. Alles op mij. [566]
A-4133: Ze krijgen de zaken allemaal geregeld en dan kan ik … ?
[verdachte] : Dan gaan we … (niet te verstaan).
[verdachte] : Ik denk dat we op zoek moeten naar meer voor de … Want daarom waren we in (niet te verstaan).
A-4133: Voor de vacuüm?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Het is goed. Ik kan …
[verdachte] : Alles is echt (niet te verstaan).
[verdachte] : Het is goed hoor, maar als het vers is. [567]
A-4133: Zit het in jouw auto?
A-4110: Ik kom het brengen. [568]
A-4110: Stond het nog rechtop?
[verdachte] : Heb ik niet gezien.
[verdachte] : Gewoon in de auto laten staan toch? [569]
[verdachte] : Wil je …
A-4133: Je wilt deze … halen.
[verdachte] : Heb je een sleutel? [570]
A-4133: Ja, ik heb een sleutel. Waar is het? In deze?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Dus we gaan naar de auto en (niet te verstaan) en gaan naar de kamer.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Ben met vijf minuutjes terug. [571]
A-4133 en [verdachte] stappen in de lift. [572]
A-4133: Ik kan de chemicaliën ruiken.
A-4133: Wordt het te licht? Of is het oké?
[verdachte] : Oké. Alles intact. Anders zeggen we het. Hij heeft er wat extra ingedaan. Het is vers.
[verdachte] : De natte. Het is vers. [573]
[verdachte] : Dit viel over mij heen. Jij zei dat het geen probleem is?
A-4133: Nee. Iemand komt bij mij en haalt het weg. Deze keer zullen ze …
[verdachte] : Sealen.
A-4133: Het sealen en ze krijgen een oké van mij.
[verdachte] : Maar als het gewicht niet goed is … Het moet goed zijn hoor … Zeg het dan. Jij zegt het en wij lossen het op.
[verdachte] : Normaal gesproken moet het hier zijn. Ik hou er niet van (niet te verstaan). Ik gaf hem de sleutel van het huis, boven.
A-4133: Hij heeft het in jouw huis gelegd?
[verdachte] : Ja, niet goed. [574]
[verdachte] : En alles viel.
A-4133: Dus toen je het naar beneden moest halen viel het op je?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Het gaat niet te licht worden?
[verdachte] : Hij zei dat hij er wat extra spul in had gedaan.
[verdachte] : Maar als het niet goed is, dan regel ik het. Dat beloof ik. [575]
[verdachte] : Moet ik het daar neerleggen?
A-4133: Ja, zet het in de ka… Het zal hier maar ongeveer tien minuten zijn en dan gaat het weg. [576]
A-4133: De laatste keer ging het om twee verschillende partijen. Weet je nog?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Het nieuwe spul dat we niet eerder hadden gehad was denk ik van een betere kwaliteit.
[verdachte] : Het is denk ik hetzelfde.
[verdachte] : Deze andere kleur.
[verdachte] : Het was witter. Dit is een beetje roder.
[verdachte] : Als het rood is kan je er meer op doen.
[verdachte] : Want het is allemaal van dezelfde olie.
[verdachte] : Elke keer moeten ze het maken.
A-4133: Dus het is sterker omdat het natter is?
[verdachte] : Ja, natuurlijk.
A-4133: Wat krijg je van me?
[verdachte] : 11.
A-4133: Ik geef het je nu. [577]
A-4133 telt geld. [578]
A-4133: Als je het wil tellen is dat …
[verdachte] : Als je mij vertrouwt, vertrouw ik jou. [579]
A-4133: Toen je net de olie noemde … Is het mogelijk om een klein monster te krijgen?
[verdachte] : Ja, maar ze hebben het op dit moment niet.
[verdachte] : We kunnen het doen. Dan moet ik tegens de jongens zeggen: "ja …" Maar het is een beetje … Ik ben niet …
A-4133: Ik snap de olie niet echt omdat ik niet …
[verdachte] : Je kunt het op twee manieren maken.
[verdachte] : Je hebt de dure speed.
[verdachte] : En je hebt de wat minder dure.
[verdachte] : De Chinese. Zo noemen ze het.
[verdachte] : Je moet veel olie hebben.
[verdachte] : Om het product te maken.
[verdachte] : En de dure. Van één (niet te verstaan) kun je denk ik twee maken. Je hebt minder nodig.
[verdachte] : Dat is waarom de jongens zeggen dat de kwaliteit goed is.
[verdachte] : In de scene weten mensen wat … Dit is de goede. De dure.
[verdachte] : Het hangt af van de olie.
A-4133: Je gebruikt de olie om dit te maken?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Het is niet om te gebruiken.
[verdachte] : Nee.
[verdachte] : Ingrediënt om toe te voegen. En dan kun je een chemisch product maken.
A-4133: Dus je zegt me dat je de olie alleen wilt als jij je eigen spul wilt maken.
[verdachte] : Ja, dat probeer ik. Ik zei tegen A-4110: "luister, voor mij is het niet veel (niet te verstaan), maar ik weet dat wanneer je met de olie gaat werken …"
A-4133: Heb je iemand nodig die weet wat hij doet. [580]
[verdachte] : Wij maken niet …
A-4133: Wij maken niet … Het is alsof je dan niet "te eten" krijgt.
[verdachte] : Je eet een beetje maar waarom zouden wij het moeten maken … [581]
A-4133: Wat ze thuis tegen mij zeiden: "de eerste was van een goede kwaliteit." Die ene was goede kwaliteit. Daarna, toen we de vijf kregen … Je zei dat het uit twee partijen kwam. Ze zeiden dat de ene helft hetzelfde was als de eerste. De andere helft was zelfs nog beter.
[verdachte] : Het is altijd een beetje zo.
[verdachte] : Maar laat me weten … Als iets … Het is handgemaakt …
[verdachte] : Vertrouw me. Als iets niet goed is …
A-4133: Dan zeggen we het je.
[verdachte] : Vertel het me en dan vertrouw ik jou dat het niet goed is. [582]
A-4133: Als het droger is, is het niet zulke goede kwaliteit?
[verdachte] : Nat. Het moet altijd nat.
[verdachte] : Als je het droogt … Dan krijg je natuurlijk … En de man zal er ook wat cafeïne opleggen.
[verdachte] : En dan droogt het zichzelf. Ze mengen het. Dus dat is goede handel toch?
A-4133: Natuurlijk.
[verdachte] : Maar als het te nat is …
[verdachte] : Dan regelen we wat met de prijs. [583]
A-4133: Toen we in het begin spraken … Ze denken aan verschillende soorten handel. We hebben hiermee goed gedaan en hopen dat we volgend jaar meer gaan doen. Is er nog iets anders op dit moment?
[verdachte] : Misschien xtc of zo.
A-4133: Maar hoe zit het met … Je deed cocaïne. Het was een probleem?
[verdachte] : De prijzen zijn gewoon te hoog.
A-4133: Hoe zit het met de xtc? Wat voort soort prijs?
[verdachte] : Moet ik voor je kijken. Ik weet zeker dat ze goede prijzen weten.
A-4133: Een klein monster ofzo?
[verdachte] : Als je volgende keer komt …. Monster … Dat is goed.
A-4133: Is dat mogelijk?
[verdachte] : Dat ga ik doen. [584]
A-4133: Mijn baas.
A-4133: Hij wil misschien met mij meekomen in januari. [585]
A-4133: Hij wil met jou praten over bedrijven of wat er mogelijk is. Prijzen.
[verdachte] : En met de olie. Het is mogelijk. Ik heb zelfs mensen die ik kan laten vliegen.
[verdachte] : Naar wat plaatsen kunnen vliegen.
[verdachte] : En een chef kunnen zijn in jouw land. [586]
A-4133: Hij weet dat ik je vertrouw, maar hij zegt: "ik heb deze kerel niet ontmoet. Ik weet niet …" En als we het hebben over meer hoeveelheden, meer geld.
A-4133: Dan wil hij zelf weten …
[verdachte] : Dan kan ik hem uitnodigen.
[verdachte] : Ik heb het vertrouwen. Hij ziet waar ik mijn bedrijf heb. Hij ziet waar ik mijn gezin heb.
[verdachte] : Ik ben niet bang. Ik hoef voor niemand uit te kijken.
[verdachte] : Als je weet waar ik mijn bedrijf heb, kan ik me niet verstoppen. [587]
[verdachte] : Als ik iemand verneuk …
[verdachte] : Dan ben ik makkelijk te vinden.
[verdachte] : Dat is groot vertrouwen.
[verdachte] : Ik heb een kind. Ik kan iedereen in de ogen kijken.
A-4133: Ik denk dat hij de volgende keer met mij meegaat.
[verdachte] : Dat is goed. [588]
[verdachte] : Wat gaan we doen?
A-4133: Ik moet even bellen.
A-4133: Er komt iemand. Rechtstreeks. Ik geef ze de sleutel van de kamer en wij gaan weg. [589]
A-4133 is verhoord over de ontmoeting. [590] A-4133 en [verdachte] spreken af dat ze hun zaken af gaan ronden. [591] Ze lopen vervolgens naar de parkeergarage. Daar haalt [verdachte] een grote gele boodschappentas uit de kofferbak van de auto van A-4110. Vervolgens gaan [verdachte] en A-4133 naar de hotelkamer van A-4133. In de hotelkamer zet [verdachte] de boodschappentas op de vloer van de badkamer. A-4133 ziet dat in de tas plastic bakjes zitten. De bovenste bakjes bevatten een lichtkleurig poeder. [verdachte] zet de tas in de douche en laat deze daar staan. [verdachte] geeft aan dat de kosten voor de speed € 11.000,00 zijn. A-4133 overhandigt dit bedrag aan [verdachte] . Deze hoeft het geld niet tellen omdat hij A-4133 vertrouwt. [592]
[verdachte] geeft aan dat hij thuis speed over zichzelf heeft gemorst. [593] Hij had de sleutels van zijn huis aan zijn partner gegeven zodat deze de speed kon afleveren. De partner heeft de speed ergens hoog neergezet. Toen [verdachte] de speed naar beneden haalde morste hij de speed op zichzelf. Het gewicht is echter nog steeds in orde omdat er extra speed in zat. Indien er problemen zijn met het gewicht moet A-4133 dat aangeven. [verdachte] gaat dit dan oplossen. A-4133 geeft aan dat hij de bakjes speed kan laten schoonmaken en sealen voordat ze vervoerd worden. [594]
A-4133 stelt voor om één van zijn bazen in januari naar Nederland te halen. De baas kan dan met [verdachte] spreken over wat mogelijk is. [verdachte] wil de baas graag ontmoeten. Hij wil de baas zijn huis en bedrijf laten zien als teken van vertrouwen. [595]
A-4133 en [verdachte] bespreken de kwaliteit van de eerder geleverde speed. A-4133 zegt dat de ene helft van de laatste levering (van vijf kilogram) van een betere kwaliteit is dan de andere helft. [verdachte] en A-4133 spreken over de vochtigheid van iedere partij. A-4133 geeft aan dat zijn mensen het zo droog mogelijk willen hebben omdat het gewicht dan minder is en je meer per kilogram krijgt. [verdachte] zegt dat het allemaal van dezelfde kwaliteit is en dat vochtige speed makkelijker te versnijden is met cafeïne.
A-4133 vraagt naar de amfetamine-olie. [verdachte] zegt dat dit een ingrediënt is dat wordt gebruikt in het productieproces. Ze kunnen amfetamineolie voor A-4133 krijgen. Een chef zou naar Noord-Ierland kunnen reizen om het te bereiden. [596]
A-4133 vraagt naar de beschikbaarheid van andere producten. [verdachte] geeft aan dat het bij cocaïne gaat om teveel geld. Hij kan wel xtc krijgen voor een goede prijs. [verdachte] geeft aan dat hij de volgende keer een monster voor A-4133 regelt. [597]
[verdachte] en A-4133 verlaten de hotelkamer. A-4133 laat de boodschappentas met inhoud achter in de douche. [598] Korte tijd later komt een lid van de undercovereenheid aan in de receptie van het hotel. A-4133 overhandigt haar de keycard voor de hotelkamer en legt haar uit waar de amfetamine ligt. [599]
Het forensisch onderzoek naar aanleiding van de geleverde amfetamine
Op 12 december 2018 wordt een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in beslag genomen onder goednummer PL0100-2018272979-1083784. [600] De partij wordt voorzien van SIN AAMD7607NL. Deze partij hoort bij de pseudokoop van december 2018 in het onderzoek Vidar. [601]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen bevindt zich in negen bakjes. Deze bakjes bevinden zich in een geel gekleurde bigshopper met opdruk "Hallo Jumbo". De bakjes worden respectievelijk voorzien van SIN AAME0150NL, SIN AAME0151NL, SIN AAME0152NL, SIN AAME0156NL, SIN AAME0157NL, SIN AAME0158NL, SIN AAME0159NL, SIN AAME0160NL en SIN AAME0161NL. [602]
Chemisch onderzoek
Aan de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een onderzoek verricht. [603]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AAME0150NL heeft een nettogewicht van 484,86 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7543NL. [604] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [605]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AAME0151NL heeft een nettogewicht van 480,91 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7545NL. [606] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [607]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AAME0152NL heeft een nettogewicht van 489,93 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7581NL. [608] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [609]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AAME0156NL heeft een nettogewicht van 477,16 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7546NL. [610] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [611]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AAME0157NL heeft een nettogewicht van 433,50 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7552NL. [612] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [613]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AAME0158NL heeft een nettogewicht van 460,89 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7589NL. [614] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [615]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AAME0159NL heeft een nettogewicht van 477,15 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7590NL. [616] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [617]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de box met SIN AAME0160NL heeft een nettogewicht van 3.705,13 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7586NL. [618] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [619]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de box met SIN AAME0161NL heeft een nettogewicht van 1.306,35 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMD7549NL. [620] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [621]
Zaaksdossier 5 -uitvoer 9893,10 gram amfetamine naar Ierland, februari 2019
De bestelling van 10 kilogram amfetamine
Op 4 februari 2019 krijgt A-4110 de opdracht om naar de bakkerij in [plaats] te gaan. Daar dient A-4110 tegen [verdachte] te zeggen dat de Ier op donderdag 14 februari 2019 naar [plaats] komt en 10 kilogram speed van [verdachte] wil kopen. Daarnaast krijgt A-4110 de opdracht om aan [verdachte] te vragen of hij het "cadeautje" ook geregeld heeft. [622] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen [verdachte] en A-4110 in de bakkerij te [plaats] . [623] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [624] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [625] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4110: 14e.
A-4110: Volgende week donderdag.
A-4110: In de middag komen ze hier.
A-4110: Alleen. [626]
A-4110: 10.
[verdachte] : 10 stuks?
A-4110: Ja.
[verdachte] : Oké.
A-4110: En je had een cadeautje voor hem?
[verdachte] : Hij wou eventjes proberen?
A-4110: Ja.
[verdachte] : (niet te verstaan) even proberen en hij wou wat olie proberen.
[verdachte] : Ja, moet ook … moeten even regelen. Even kijken waar die (niet te verstaan). Zit nu heel veel (niet te verstaan) meer.
[verdachte] : Maar dan heeft het niet echt veel nut. Dan kunnen we beter dit gewoon blijven doen. [627]
A-4110: Wat betaalde hij ook alweer?
A-4110: 1.100 toch? [628]
A-4110: Hij komt naar [plaats] .
[verdachte] : Dan zorg ik even dat het deze keer gevacumeerd is. [629]
[verdachte] : Ik heb hier trouwens mijn dinges liggen. We moeten niet teveel hier … [630]
[verdachte] : Maar mooi dat hij hierheen komt.
A-4110: Hij kon niet teveel zeggen.
[verdachte] : Beter toch? Wij hoeven alleen maar het aantal te weten.
[verdachte] : Laat hij een paar dagen van tevoren nog weten dat hij …
A-4110: Nee, maar hij komt. 100%.
[verdachte] : Dan kan ik het wel zeggen.
A-4110: Je hebt tijd zat.
[verdachte] : Meer dan zat. [631]
[verdachte] : Maar leuk man. (niet te verstaan) 10 stuks.
A-4110: Mooi toch?
[verdachte] : Ja. [632]
[verdachte] : Ik zoek jou voor die tijd nog even op.
A-4110: Ja, zoek maar even … Maak het klaar.
[verdachte] : Ja, daarom. Ik zorg even dat ik die machine … Ik moet die machine … En dan. [633]
A-4110: Donderdag is goed?
A-4110: Ja, dat is een goede dag.
[verdachte] : We kunnen wel een hapje eten of zo.
A-4110: Wat jij wil. [634]
[verdachte] : Dat is wel belangrijk hoor.
[verdachte] : Zodat hij met een goed gevoel weer weggaat. Gaan we even lekker bij het [locatie 9] een hapje eten.
[verdachte] : Dat restaurant daar. Bij het [locatie 9] . [635]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [636] A-4110 verklaart dat hij tegen [verdachte] heeft gezegd dat de Ier 10 wil hebben. A-4110 noemt daarbij de datum van 14 februari 2019. De Ier komt dan naar [plaats] . [verdachte] stelt voor om die dag met de Ier te gaan lunchen bij het FEC. [637] [verdachte] geeft aan dat hij voor 14 februari 2019 nog een keer bij A-4110 langskomt. [638] Tijdens het gesprek geeft A-4110 aan dat [verdachte] de Ier een cadeautje had beloofd. [verdachte] zegt dat de Ier olie en pillen wil hebben. [639]
Op 11 februari 2019 krijgt A-4110 de opdracht om te wachten totdat [verdachte] langskomt om over de aankoop van de 10 kilogram speed te praten. Indien [verdachte] langskomt dient A-4110 aan hem te vertellen dat de Ier op donderdag 14 februari 2019, omstreeks 12.00 uur, bij het [locatie 9] te [plaats] zal zijn. [640]
Op 13 februari 2019, omstreeks 21.50 uur, bezoekt A-4110 de woning van [verdachte] . Tijdens de ontmoeting geeft [verdachte] aan dat ze nog aan het draaien zijn. De speed is er op dat moment nog niet. [verdachte] en A-4110 spreken af dat ze elkaar de volgende dag ontmoeten in het FEC. [641]
De ontmoeting met de Ier A-4133
Op 14 februari 2019 krijgt A-4133 de opdracht om, samen met A-4110, [verdachte] te ontmoeten bij het [locatie 9] in [plaats] en om van hem een hoeveelheid van 10 kilogram speed te kopen. Daarnaast dient A-4133 aan te geven dat bij de vorige bestelling anderhalve kilogram speed te weinig is geleverd. Verder krijgt A-4133 de opdracht om met [verdachte] te spreken over andere drugssoorten die door [verdachte] geleverd zouden éékunnenéékunnen worden, in het bijzonder xtc. [642] Diezelfde dag vindt tussen A-4133, A-4110 en [verdachte] een ontmoeting plaats in het [locatie 9] . [643] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [644] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [645] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133: Wat gebeurt er?
[verdachte] : Ik wacht nog steeds. Het komt eraan. Het moet goed zijn.
[verdachte] : De structuur van de andere was niet goed dus ze maken een nieuwe … [646]
[verdachte] : De sealer was kapot en ik moet … Hoe heet dat … Amerikaanse …
A-4110: Stopcontact.
[verdachte] : Ja. Het is beter dat we het niet vacuüm doen want hij vertelde mij dat de lucht er dan uit gaat en … [647]
A-4133: Dus wat wil je?
[verdachte] : Wil je de stad in gaan?
A-4133: En dan wat? Jij vertelt ons … regelt waar wij je ontmoeten?
[verdachte] : Je gaat de stad in en gaat ergens heen. Dan kom ik ook.
A-4133: Oké. [648]
A-4110: Mooi stuk tekort.
[verdachte] : Hoe bedoel je?
A-4110: (niet te verstaan) verloren.
[verdachte] : Hoeveel tekort?
A-4133: Teveel. 1,7.
A-4133: Het moet op zijn minst 1,5 zijn.
[verdachte] : Ja, 1,5.
A-4133: Voor mij geeft het een groot probleem als mijn baas thuis is.
[verdachte] : Ik begrijp het. Dat is niet goed.
A-4133: Kun je het voor me oplossen?
[verdachte] : We moeten het oplossen.
[verdachte] : Het olieprobleem. Heb je dat gehoord?
[verdachte] : Misschien zeg ik de volgende keer … de olie. [649]
A-4133: Wat heb je nodig? Een uur maximaal?
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Hij had het bij zich. Ik zei dat de structuur niet heel goed was. [650]
A-4133: Dus wat ga je doen?
[verdachte] : Ik rij nu naar mijn huis.
[verdachte] : Ik hoop dat het daar nu is. Waar ga je heen?
A-4110: Weet niet (niet te verstaan).
[verdachte] : Weet je dat hotel in het centrum?
[verdachte] : Tegenover het station.
A-4110: Dat is het [locatie 10] .
[verdachte] : Als jullie daar over een half uurtje zijn …
[verdachte] : Het wordt geregeld. [651]
A-4133 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat [verdachte] wacht op de levering van de speed. Hij is niet blij met de structuur van het product. [652] [verdachte] geeft aan dat er een tekort aan amfetamine-olie is. [653] A-4133 spreekt met [verdachte] over de omstandigheid dat de laatste zending 1,7 kilogram te licht was en dat hij verwacht dat het tekort van 1,5 kilogram gecompenseerd wordt. [verdachte] geeft aan dat hij terug naar huis moet, aangezien de speed op elk moment klaar kan zijn. [verdachte] en A-4133 spreken af om elkaar over 30 minuten te ontmoeten bij het [locatie 10] . [654]
Omstreeks 14.00 uur vindt een ontmoeting plaats tussen A-4133, A-4110 en [verdachte] bij het [locatie 10] . [655] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [656] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [657] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Beter niet aan de straatzijde.
A-4110: Waarom niet?
[verdachte] : Iedereen ziet toch dat (niet te verstaan).
A-4110: We doen niks.
[verdachte] : Ja, maar ik wel.
[verdachte] : Iedereen weet … Als je met me gaat lopen (niet te verstaan). [658]
A-4133: Dus heb je alles geregeld?
[verdachte] : Ja. Ik vertelde hem over het probleem met het gewicht.
[verdachte] : Hij zei: "ja, het was een beetje nat (niet te verstaan)." Hij heeft nu een halve extra.
[verdachte] : Dat is wat hij nu gaat halen. We wachten een halfuur langer. Hij zei: "ik heb nu een halve over van deze." [659]
A-4133: Ik krijg drie halve. Dat is 1,5.
A-4133: Dus een halve extra deze keer.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Kun je me de volgende keer één extra geven?
[verdachte] : Doen we dat.
A-4133: Halve extra deze keer en één extra de volgende keer.
[verdachte] : Op het moment is het vooral in [plaats] moeilijk om dingen te doen. Alles is er, maar je ziet het. Ik zit zelf vier uur in mijn eigen huis met mooi weer.
[verdachte] : Te wachten op een verdomde afspraak. Het zijn goede jongens … [660]
[verdachte] : Ze leggen het nu in het huis. Het huis is nu open. Je krijgt wat je hebt. Je hebt nu de halve extra. Neem dat dan mee.
[verdachte] : Ze willen het goed maken. Praten over vertrouwen hè.
[verdachte] : Misschien is het beter als je met mij meekomt? Dan rij ik naar je huis en dan breng je hem terug naar huis?
A-4110: Ja, kan wel.
[verdachte] : En dat jij met mij mee gaat naar mijn huis. We sealen het samen. Je ziet dan wat het is.
A-4133: Ja, oké.
[verdachte] : Neem ik hem even mee.
[verdachte] : En dan komen we bij jou aan de achterkant? [661]
[verdachte] : En dan zet ik het bij je achterin.
A-4110: Doe maar even in de kofferbak.
[verdachte] : Ja, in de kofferbak. [662]
A-4133: Kon je een monster voor me krijgen voor de (niet te verstaan)?
[verdachte] : Ja, als het goed is hebben ze het erop gedaan. Niet over dit, maar voor
de M.
[verdachte] : Voor de M.
[verdachte] : Als je dat neemt. (niet te verstaan) dezelfde prijs voor één ki. € 1.100,00.
[verdachte] : Maar dan moet het 10 of meer zijn.
[verdachte] : Anders moet ik veel meer betalen.
[verdachte] : Ze doen een monster.
[verdachte] : En ze maken ze zelf, dus dat is ook goed.
[verdachte] : Het is niet dat ze het ergens vandaan moeten halen.
[verdachte] : Met de olie was het deze keer een beetje moeilijk. Ik denk dat het de volgende keer ook moeilijk is want er is veel …
A-4133: Vanwege de inbeslagnemingen?
[verdachte] : Ja. [663]
A-4133: Wat zou jij ervan vinden als dit professioneler zou zijn? Als ik twee Nederlandse "schone" telefoons kocht?
[verdachte] : Ik gebruik geen sociale telefoon. Ik was laatst op het politiebureau en het gaat "prrrr". Ik kom hier af en toe naar het hotel, maar ik ga niet rechtstreeks naar huis. Het is een klein dorp. [664]
[verdachte] : Het is geen paranoia. Het is echt.
[verdachte] : PGP. Ken je dat?
A-4133: Ja.
[verdachte] : Ik doe dát zelfs niet.
[verdachte] : Ik vertrouw ze niet.
[verdachte] : We kennen veel mensen die er problemen mee hadden. Ik was met dit in het buitenland. Ik kom hier. Ze bellen me op zondag. Ik kom op het politiebureau. Ik zie een boek "ben je daar geweest?" Ik zeg: "nee, dat ben ik niet." "Je bent daar geweest, de telefoon. GPS."
[verdachte] : (niet te verstaan) het is echt.
A-4133: Met betrekking tot de volgende bestelling en dat soort dingen, want hopelijk … Want mijn mensen zouden willen … Want zolang je zaken wilt doen met … En als je geen zaken wilt doen kunnen we ergens anders heengaan. Als je de handel niet wilt.
[verdachte] : We willen wel, maar niet te moeilijk. Relaxed. Want soms is het …
[verdachte] : Zoals deze vent. Hij moet wachten tot zijn chef het heeft gemaakt. De chef kan een beetje laat zijn en de volgende keer is het iemand anders.
[verdachte] : Het is niet het enige. Wat projecten. Als het relaxed is, is het prima. [665]
A-4133: Je moet ook weten dat ik je nooit teleurgesteld heb. Ik heb nooit gezegd dat ik kom en niet kwam.
[verdachte] : Er zijn ook dingen die kunnen gebeuren. [666]
[verdachte] : Als ik 10 bestel en er gaat iets mis, dan zit ik met 10. Ik kan het niet teruggeven.
A-4133: Als je het eenmaal besteld hebt, heb je het gekocht.
[verdachte] : Ik bestel bij de chef. Anders moet ik bestellen bij mensen met "tussendoor". Die mensen gaan ook eten en dan betaal je.
A-4133: Je betaalt meer.
[verdachte] : Je moet dan € 1.600,00 betalen. [667]
[verdachte] : Wat is de prijs in Engeland?
[verdachte] : Als ik … Ik ben geïnteresseerd.
A-4133: Het hangt ervan af. We moeten rekening houden met de kosten om het mee naar huis te nemen en zo. Misschien kun je verdubbelen. Je zou het twee keer kunnen maken.
[verdachte] : Ik dacht drie. [668]
A-4110: (niet te verstaan) gaan we doen?
[verdachte] : Die jongens brengen nu die halve daarheen. Anders rij jij naar huis.
[verdachte] : Dan rij ik naar je huis en dan (niet te verstaan) kofferbak.
[verdachte] : Moeten even dat ding sealen. Meer niet. Ding staat klaar. [669]
A-4133: Dus wat wil je doen?
[verdachte] : Je gaat met mij mee.
A-4133: Ik ga met jou mee naar huis?
[verdachte] : We gaan naar huis en we doen samen …
A-4133: Sealen het?
[verdachte] : En dan zie je het en dan …
A-4133: En dan kan je mij brengen naar …
[verdachte] : En dan rijden we daarna naar hem.
A-4133: Naar zijn huis?
A-4110: (niet te verstaan) achterkant. [670]
A-4133: 11 is wat mijn mensen willen betalen.
A-4133: Als het meer is dan denk ik dat ze gaan. We kunnen het ergens anders krijgen.
[verdachte] : Ja, dat is ook (niet te verstaan) ook mogelijk. [671]
[verdachte] : De prijs. Want de olie is echt … Het is moeilijk. Maar we hebben. Dat is goed.
[verdachte] : Het is nu om die prijs (niet te verstaan). Ga er maar van uit dat die prijzen zo blijven.
[verdachte] : Ik hoopte dat de prijzen naar beneden gaan.
A-4133: Hopelijk komt de olieprijs terug en dat maakt het beter voor jullie.
[verdachte] : Het is gewoon kut. Het is gewoon even zo. En als die M even goed gaat.
[verdachte] : Ik zie je zo thuis ja?
A-4110: Ja, (niet te verstaan). [672]
A-4133 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat [verdachte] zijn telefoon verstopt onder de stoelkussens. [verdachte] legt uit dat hij 0,5 kilogram extra heeft geregeld en dat het bij zijn huis wordt afgeleverd. De resterende kilogram zit bij de volgende levering. [verdachte] stelt voor dat A-4133 met hem meegaat voor de speed. Daarna brengt [verdachte] A-4133 naar het huis van A-4110. [673]
[verdachte] wil zaken blijven doen. Het gebrek van olie heeft echter invloed op de prijs. [674]
A-4133 stelt voor om met [verdachte] te communiceren via prepaid telefoons. [verdachte] geeft aan dat hij zelfs versleutelde telefoons niet vertrouwt. [675]
[verdachte] zegt tegen A-4133 dat de M beschikbaar is. A-4133 verklaart dat [verdachte] daarmee bedoelt dat het MDMA-monster beschikbaar is. MDMA is verkrijgbaar voor een prijs van € 1.100,00 per kilo bij een minimumafname van 10 kilogram. [676]
De levering van de amfetamine
Omstreeks 14.30 uur reist A-4133 met [verdachte] naar diens huis. [677] [verdachte] woont op dat moment op het adres [adres] te [plaats] . [678] Het gesprek dat in het huis plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [679] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [680] [681] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] : Ik denk dat (niet te verstaan) sealen zo, niet met de lucht.
[verdachte] : Voor de geur, maar dit is … [682]
[verdachte] : (niet te verstaan) want ik deed het altijd in twee, maar de laatste keer zei iemand tegen mij: "doe het niet weer, want als je de lucht eruit haalt zit het boven tegen het plafond."
[verdachte] : Maar met dit, met de (niet te verstaan), met deze (niet te verstaan) kan ik zelfs coke doen. Speed is niet … Het is als … [683]
[verdachte] : Ik zat hier vier uur en kan niet gaan. Normaal is het een beetje makkelijk.
[verdachte] : Je wacht en je zit.
[verdachte] : De mensen zijn mij nu de baas en hebben me hier gehouden.
A-4133: En je kunt niet weg omdat je wacht tot ze komen. [684]
A-4133: Ik denk dat iedereen een beetje paranoia is over telefoons, maar …
A-4133: Ik denk dat je een beetje risico moet nemen.
A-4133: Daarom koop je "schone" telefoons. Je gebruikt het maar voor één ding.
[verdachte] : Hier neem je het signaal. Als jij hier zit, en ik zit hier, neem je beide signalen.
[verdachte] : Als je belt heb je twee dingen. Dan zeggen ze automatisch: "oké, we gaan de telefoon aftappen."
[verdachte] : En dan kunnen ze later telefoongesprekken uitluisteren.
[verdachte] : Als je bij iemand in de buurt bent kunnen ze er niets mee. Als je die persoon ook belt, en hij komt hier, dan kunnen ze zeggen: "we hebben bewijs dat je bij die en die man bent. Die man deed iets verkeerds. En je ging met hem."
[verdachte] : Het wordt steeds meer bewijs. Vroeger moesten ze zeggen dat je schuldig was. Nu draaien ze het een beetje om. Je moet zeggen dat je onschuldig bent. [685]
Er komt iemand anders de woning binnen. De stem van deze persoon wordt herkend als de stem van [medeverdachte 13] . [686] [687] Dit betreft [medeverdachte 13] , geboren op [geboortedag] 1974 te [plaats] . [688]
Geluid van een deur die dicht gaat.
[verdachte] : Ja, heb ik. Ja, goed … (niet te verstaan).
[medeverdachte 13] : En verser krijg je die niet.
[verdachte] : Nee, ik zie het wel. Ik zie dat het goed is. [689]
[verdachte] en [medeverdachte 13] : (niet te verstaan).
[medeverdachte 13] : Op zich wel op de App. Drie dagen van tevoren. Heb je niet meer tijd?
[verdachte] : Vandaag hebben.
[medeverdachte 13] : Kan je gewoon beter rechtstreeks naar mij.
[verdachte] : Doe ik de volgende (niet te verstaan) wel even. Komt goed.
NNM: (niet te verstaan)
[medeverdachte 13] : (niet te verstaan) krijg je?
NNM: 12 … (niet te verstaan).
[verdachte] : Goede kwaliteit?
NNM: (niet te verstaan) toch? Het is niet van … (niet te verstaan) € 50,00. [690]
[verdachte] : Moet ik je even oppikken?
[medeverdachte 13] : Ja, haal me zo maar op.
[verdachte] : Oké. Gaan wij even … [691]
[verdachte] : Waar pak je die van, gisteravond … (niet te verstaan)?
[medeverdachte 13] : Ik heb gisteren nog verpakt.
[verdachte] : Ik heb gevraagd … (niet te verstaan).
[verdachte] : (niet te verstaan) je vouwt het zakje dicht. Doe je hem open of gevouwen. Pollepel … Even terug in de bak … (niet te verstaan).
[medeverdachte 13] : Weet je wat het is? We maken het gewoon in bakken. Die bak ik dan.
[verdachte] : Ik denk gewoon (niet te verstaan) ding daar doen … (niet verstaan) controleer je … (niet te verstaan) vouw je hem helemaal open en daarna met die pollepel dan … (niet te verstaan).
[verdachte] : Ik denk dat het makkelijker is voor je.
NNM: Ik kan je ook vertellen. Ik ben … (niet te verstaan) net één grote bak besteld. [692]
Gekraak van deuren.
Het gesprek tussen [verdachte] en A-4133 gaat verder. [693]
A-4133: Geregeld?
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Je hebt nu 600 extra.
[verdachte] : Kijk het is nu zo. Dat is goed hè?
A-4133: Ja.
[verdachte] : Veel beter.
A-4133: Ziet er goed uit.
[verdachte] : Vanmorgen was de structuur te nat. Nu is het precies zoals we zeggen. Dat het goed is. [694]
[verdachte] : Hoe wil je het hebben?
[verdachte] : Hoe zit het nu met je tijd?
A-4133: Ik denk dat we het vanwege de tijd deze keer gewoon zo laten als het is. De volgende keer heb je het apparaat voor …
[verdachte] : Maar je hebt het gehoord. Zoals dit. Ik fucking haat het. Ik zeg: "waar is het verdomde monster? Waar is dit …"
[verdachte] : Ik zei het drie keer eerder. De chef was echt "oh ja, oh ja, ik heb dingen te doen." Ik zeg: "mijn vriend wacht vier uur." Maar ja, ze maken het nu goed.
[verdachte] : Is het beter voor jou in tassen?
A-4133: Het is beter in tassen.
[verdachte] : Dan doen we dat.
[verdachte] : De volgende keer doen de jongens het direct in de tas.
[verdachte] : Maar de jongens brengen een monster. Wat wil je? Of zeg je: "laat het monster nu maar zitten?"
A-4133: Is hij weg om het monster te halen?
[verdachte] : Hij is op weg.
A-4133: Hoe lang duurt het om een monster te maken?
[verdachte] : Voor de M?
A-4133: Ja.
[verdachte] : Laatste keer zei hij: "ik ben met 20 minuten terug."
A-4133: We halen het de volgende keer wel. [695]
A-4133: Laten we gewoon gaan. Dus hoeveel heb ik in totaal?
[verdachte] : Je hebt 600 extra.
A-4133: Dus ik heb mijn 10 en dan heb ik 600 extra?
[verdachte] : Ja.
A-4133: En de volgende keer zal het ongeveer één extra zijn? En dan is het gelijk?
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Kun je volgende keer wat meer met de prijs doen?
A-4133: Ik denk dat we moeten kijken hoe de dingen de volgende keer voor jou zijn en wat …
[verdachte] : Als ik zo kijk dan denk ik dat de olie een probleem wordt. [696]
A-4133: Dus het is jouw vriend. En de chef kwam ook?
[verdachte] : De chef kwam met hem mee. Hij wilde zeggen: "dit is goed." Meestal wordt het een beetje natter of zo, maar ik weet dat het goed is.
[verdachte] : Is het goed als ik hier een beetje van neem? Van de 600 extra? [697]
[verdachte] : Ik zeg dat ik je nu 500 extra geef, maar ik wil een monster hebben.
[verdachte] : We zeggen vijf.
A-4133: Ja. [698]
[verdachte] : De M is verdomde goed.
A-4133: Ja?
[verdachte] : Want niet veel mensen doen dat.
[verdachte] : M is heel populair. Speed is een beetje voor de rare mensen.
A-4133: Speed was altijd al de cocaïne voor de gewone man.
A-4133: De M is voor de xtc.
[verdachte] : Het ingrediënt.
[verdachte] : MDMA.
[verdachte] : Het is ongeveer 80 tot 84 procent.
A-4133: Dus het is heel erg zuiver.
[verdachte] : Heel erg zuiver. Daarom voor de toekomst. Als mensen praten over een pil, een percentage …
[verdachte] : Moet je minus het percentage van de MDA (het hof begrijpt: MDMA). [699]
A-4133: Hij zal zich afvragen wat er aan de hand is, dus ik ga naar hem toe en dan ga ik naar mijn vrienden en dump ik dit. Ik ontspan een beetje als ik eenmaal weet dat het onderweg is.
A-4133 en [verdachte] verlaten de woning. [700]
A-4133 en [verdachte] stappen in een auto.
A-4133 en [verdachte] ontmoeten A-4110.
A-4133: Ik hoop dat ik je snel weer zie.
[verdachte] : (niet te verstaan) kunnen we verdubbelen.
A-4133: Dus ik neem dat mee naar huis. [701]
A-4133 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat A-4133 plaatsneemt in de woonkamer van [verdachte] . De drugs zijn op dat moment nog niet geleverd. [702] Omstreeks 15.00 uur hoort A-4133 een geluid in de hal. [verdachte] laat A-4133 achter in de woonkamer. A-4133 hoort meerdere mannenstemmen in het Nederlands spreken. Op het moment dat [verdachte] en A-4133 weer alleen zijn laat [verdachte] aan A-4133 vier boodschappentassen zien. Deze boodschappentassen staan in de hal. In de boodschappentassen bevinden zich in totaal 10 grote plastic bakken. Deze bakken bevatten elk een lichtkleurige stof. Daarnaast is er nog een kleine plastic bak. In deze bak zit ook een lichtkleurige stof. [verdachte] geeft aan dat in de kleine plastic bak 600 gram zit. [verdachte] haalt een kleine hoeveelheid uit deze bak. De hoeveelheid wil hij testen. In de bak blijft 500 gram achter. [703]
[verdachte] probeert de bakken te sealen. Vanwege de vertraging zegt A-4133 dat het niet geseald hoeft te worden. [verdachte] zegt tegen A-4133 dat ze het de volgende keer rechtstreeks in tassen zullen sealen. [704]
[verdachte] geeft aan dat zijn partner de pakketten heeft afgeleverd. De partner werd vergezeld door de chef. [verdachte] geeft aan dat "ze" vergeten waren om het M-monster mee te nemen. Het gaat hier om MDMA, het ingrediënt van xtc. A-4133 zegt dat het monster de volgende keer geleverd kan worden. [verdachte] vertelt dat de MDMA tussen de 80% en 84% is. [705]
A-4133 overhandigt € 11.000,00 aan [verdachte] ter betaling van de amfetamine. [verdachte] en A-4133 dragen elk twee tassen mee naar buiten en zetten het in de kofferbak. Ze rijden vervolgens naar het huis van A-4110. Daar zetten ze de tassen in kofferbak van de auto van A-4110. [706]
A-4133 overhandigt om circa 15.57 uur de vier boodschappentassen aan zijn begeleider. [707]
Steunbewijs voor de aanwezigheid van [medeverdachte 13] bij de levering van de amfetamine
Op 14 februari 2019 te 14.56 uur straalt de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 13] , een mast aan op de locatie [adres] [plaats] . [708] Deze mast geeft dekking op het gebied waar de woning van [verdachte] is gelegen. [709]
Om 16.13 uur bevinden [verdachte] en [medeverdachte 13] zich in de Volkswagen Polo met [kenteken] . [710] Om 16.16 uur staat de Volkswagen op de [adres] te [plaats] . [711] Het gesprek dat tussen [medeverdachte 13] en [verdachte] plaatsvindt in de Volkswagen is opgenomen. Uit de uitwerking van dit opgenomen gesprek komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 13] : Volgende keer … nummer 29. Als je zo rechtdoor rijdt op de hoek. Maar als je komt kun je de auto het beste … Het is op dit moment een beetje heet bij mij.
[medeverdachte 13] : Kun je het beste hierachter parkeren en dan door de steeg lopen.
[medeverdachte 13] : Ik woon hier aan de voorkant. Nummer 29. [712]
[medeverdachte 13] is woonachtig op het adres [adres] 29. [713]
De afhandeling van de drugstransactie
Op 14 februari 2019 krijgt A-4110 de opdracht om zijn deel van het geld op te halen bij [verdachte] . [714] Op 15 februari 2019 bezoekt [verdachte] de woning van A-4110. In de woning krijgt A-4110 € 300,00 van [verdachte] . [715]
Het forensisch onderzoek naar aanleiding van de geleverde amfetamine
Op 14 februari 2019 wordt onder goednummer PL0100-2018272979-1107971 een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in beslag genomen. [716] Deze vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt voorzien van SIN AALR0918NL. De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen hoort bij de pseudokoop van februari 2019 uit het onderzoek Vidar. [717]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen is verdeeld over vier shopper tassen. In deze tassen bevinden zich in totaal 11 plastic bakken. Deze plastic bakken worden respectievelijk voorzien van SIN AALX0079NL, AALX0080NL, AALX0177NL, AALX0178NL, AALX0179NL, AALX0180NL, AALX0190NL, AALX0191NL, AALX0192NL, AALX0193NL en AALX0194NL. [718]
Chemisch onderzoek
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0079NL heeft een nettogewicht van 531,72 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALX1136NL. [719] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [720]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0080NL heeft een nettogewicht van 908,59 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALX1135NL. [721]
Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [722]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0177NL heeft een nettogewicht van 926,25 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AALX1134NL. [723] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [724]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0178NL heeft een nettogewicht van 935,97 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJU4762NL. [725]
Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [726]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0179NL heeft een nettogewicht van 948,26 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAKC7970NL. [727] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [728]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0180NL heeft een nettogewicht van 940,43 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5362NL. [729] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [730]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0190NL heeft een nettogewicht van 997,59 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5361NL. [731] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [732]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0191NL heeft een nettogewicht van 924,36 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5360NL. [733] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [734]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0192NL heeft een nettogewicht van 937,69 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5359NL. [735] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [736]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0193NL heeft een nettogewicht van 907,78 gram. [737] Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5358NL. [738] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [739]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in de plastic bak met SIN AALX0194NL heeft een nettogewicht van 934,46 gram. Van de hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAJP5357NL. [740] Het monster wordt door het NFI onderzocht. Het monster blijkt amfetamine te bevatten. [741]
DNA-onderzoek
Op de randen van de deksels worden humane biologische sporen aangetroffen. Het betreft onder meer de sporen die respectievelijk voorzien zijn van SIN AALX0184NL en AALX0183NL. [742]
Het spoor met SIN AALX0183NL staat in relatie tot de plastic bak met SIN AALX0179NL. [743] Dit spoor wordt onderworpen aan een DNA-onderzoek. [744] Op het spoor wordt een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal twee personen. Het DNA kan afkomstig zijn van [naam] , geboren op [geboortedag] 1951 te [plaats] , en minimaal één onbekend persoon. [745]
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomst tussen het DNA-profiel van [naam] en het DNA-mengprofiel AALX0183NL#01 zijn de volgende aannames gedaan:
- bemonstering AALX0183NL#01 bevat DNA van twee personen;
- de personen die DNA aan de bemonstering hebben bijgedragen zijn niet onderling verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder de volgende hypotheses:
Hypothese 1:
De bemonstering bevat DNA van [naam] en één willekeurig onbekend persoon.
Hypothese 2:
De bemonstering bevat DNA van twee willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AALX0183NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is. [746]
Het spoor met SIN AALX0184 staat in relatie tot de plastic bak met SIN AALX0178NL. [747] Het spoor is onderworpen aan een DNA-onderzoek. [748] Op het spoor wordt een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal drie personen. Het DNA kan afkomstig zijn van [naam] , geboren op [geboortedag] 1951 te [plaats] , en minimaal twee onbekende personen. [749]
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomst tussen het DNA-profiel van [naam] en DNA-mengprofiel AALX0184NL#01 zijn de volgende aannames gedaan:
- bemonstering AALX0184NL#01 bevat DNA van drie personen;
- de personen die DNA aan de bemonstering hebben bijgedragen zijn niet onderling verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder de volgende hypotheses:
Hypothese 1:
De bemonstering bevat DNA van [naam] en twee willekeurige onbekende personen.
Hypothese 2:
De bemonstering bevat DNA van drie willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AALX0184NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is. [750]
Dactyloscopisch onderzoek
Op de plastic bak met SIN AALX0192NL wordt een dactyloscopisch spoor aangetroffen. Dit gefotografeerde spoor wordt voorzien van SIN AALX0198NL. [751] Het spoor is te herleiden naar de linker ringvinger van [naam] , geboren op [geboortedag] 1974 te [plaats] . [752] Uit het dactyloscopisch onderzoek blijkt dat zowel een zeer grote mate van overeenkomst is geconstateerd als de afwezigheid van dactyloscopische verschillen tussen het spoor en de referentieafdruk van de linker ringvinger van [naam] geregistreerd onder biometrienummer 310000649138. Deze bevindingen liggen geheel in de lijn der verwachting wanneer het spoor van de donor afkomstig is. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [753]
Uit het vingerafdrukkenherkenningssysteem HAVANK komt naar voren dat onder biometrienummer 310000649138 ook meerdere malen de persoon [medeverdachte 13] , geboren op [geboortedag] 1974 te [plaats] , geregistreerd is. Uit het integrale bevragingssysteem van de politie komt naar voren dat in Nederland geen personen geregistreerd zijn met de naam [naam] . [754]
Op de plastic bak met SIN AALX0193NL wordt een dactyloscopisch spoor aangetroffen. Dit gefotografeerde spoor wordt voorzien van SIN AALO1093NL. [755] Het spoor is te herleiden naar de rechter middelvinger van [medeverdachte 13] , geboren op [geboortedag] 1974 te [plaats] . [756] Uit het dactyloscopisch onderzoek blijkt dat zowel een zeer grote mate van overeenkomst is geconstateerd als de afwezigheid van onverklaarbare dactyloscopische verschillen tussen het spoor en de afbeelding van de rechter middelvinger van [medeverdachte 13] geregistreerd onder biometrienummer 310000649138. Deze bevindingen liggen geheel in de lijn der verwachting wanneer het spoor van de donor afkomstig is. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [757]
Zaaksdossier 6 – uitvoer 12227,58 gr amfetamine, 964,29 gr MDMA en 9 stuks MDMA-pillen naar Ierland, maart/april 2019
Op 11 maart 2019 krijgt A-4110 de opdracht om contact op te nemen met [verdachte] en hem uit te nodigen voor een afspraak met de Ierse baas op 14 maart 2019 in [plaats] . [758] Diezelfde dag bezoekt A-4110 [verdachte] in de bakkerij te [plaats] . Tijdens de ontmoeting geeft A-4110 aan dat de baas van A-4133 hem wil ontmoeten. [verdachte] laat de volgende dag weten of hij kan. [759]
Op 12 maart 2019 krijgt A-4110 de opdracht om [verdachte] te bezoeken en te informeren naar de afspraak in [plaats] . [760] Op 13 maart 2019 bezoekt A-4110 [verdachte] in de bakkerij te [plaats] . Tijdens de ontmoeting geeft [verdachte] aan dat hij morgen naar [plaats] wil gaan. [761]
De ontmoeting met de baas van A-4133
Op 14 maart 2019 krijgt A-4133 de opdracht om samen met A-4110 [verdachte] in [plaats] te ontmoeten. In [plaats] dient A-4133 [verdachte] te introduceren aan A-2369 (een buitenlandse politie-infiltrant die "de baas" is van A-4133). [762] Diezelfde dag, omstreeks 18.00 uur, rijden [verdachte] en A-4110 naar [plaats] . [763] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [764] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [765] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
[verdachte] komt bij A-4110.
[verdachte] : (niet te verstaan) voor 20. Olie. Ik heb gehoord dat er nu nog voor 20 is.
[verdachte] : Er wordt weer bijbesteld. Ik moet het dan wel voor zondag weten.
A-4110: En komt (niet te verstaan).
[verdachte] : Ja komt weer (niet te verstaan) nieuwe. Maar dat duurt wel twee weken denk ik.
[verdachte] : En ik heb snoepjes.
[verdachte] : (niet te verstaan) 200 bruto.
[verdachte] : Netto is het 160.
[verdachte] : Omdat 80% maar werkzame stof is. [766]
A-4110: Wat willen we hebben? Een dubbeltje? Kwartje?
[verdachte] : Een kwartje erop. Is 75 cent. [767]
[verdachte] en A-4110 stappen in de auto.
[verdachte] : We kunnen hier niet praten. Dat weet je. [768]
A-4110 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat [verdachte] voor 50 cent (het hof begrijpt: per stuk) xtc-pillen kan krijgen van 200 milligram, met daarin 160 milligram MDMA. [769] [verdachte] geeft daarnaast aan dat er nog voldoende olie is om 20 kilogram (het hof begrijpt: speed) van te maken. [770]
Omstreeks 19.00 uur vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110, A-4133 en [verdachte] bij de [locatie 11] naast het Centraal Station in [plaats] . [771] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [772] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [773] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133 begroet [verdachte] en A-4110.
A-4133: Mijn vriend zit te wachten tot hij ons kan ontmoeten. Hij wil hem alleen met mij ontmoeten. [774]
[verdachte] : We kunnen nu 20 maken van de olie die over is.
[verdachte] : Ik denk dat ik een bestelling kan maken voor 20.
A-4133: Oké.
[verdachte] : 10 is ook goed, maar dan moet ik het voor zondag weten.
[verdachte] : Of anders kom je over een paar weken terug.
A-4133: Dus er is op het moment tot 20 (niet te verstaan).
[verdachte] : Hoe lang ben je hier?
A-4133: Ik ga morgen weer terug.
[verdachte] : Ik heb ook gehoord over de candy.
A-4133: De wat?
[verdachte] : De xtc. De candy. [775]
A-4133 verklaart over dit deel van de ontmoeting dat hij en [verdachte] naar [locatie 12] lopen voor de ontmoeting met A-2369. Onderweg naar het hotel geeft [verdachte] aan dat "ze" genoeg olie hebben om 20 kilogram amfetamine te maken indien A-4133 voor zondag bestelt. [776]
Omstreeks 19.35 uur ontmoeten [verdachte] A-4133 en A-2369 elkaar in het hotel. [777] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [778] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [779] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-2369: Alles goed?
[verdachte] : Hi, [verdachte] .
A-2369: Alles goed, [naam] . [780]
A-2369: De kwaliteit van het spul is goed.
A-2369: Ik wil dit beter laten worden. Kijken of we het een beetje gladder kunnen krijgen.
A-2369: Soepel.
A-4133: De grote dozen waren niet goed.
A-2369: Als ik dit door wil laten gaan dan wil ik dat het een beetje professioneler is. De kwaliteit. Een beetje te vochtig.
A-2369: Te nat.
A-2369: Dus niet op en neer, want het werktwerkt niet.
[verdachte] : Ik weet wat je bedoelt. Ik kan eerlijk zeggen dat het handgemaakt is. Voor nu heb ik voor 20 stuks olie. Maar ze moeten het maken.
[verdachte] : Ze maken het niet één keer honderd en dan tien, tien, tien.
A-4133: Je maakt het op bestelling?
[verdachte] : Ja, je maakt het per bestelling. [781]
[verdachte] : Het is praktisch voor ons. We doen meer dingen dan dit.
A-2369: Dus hoeveel in één keer?
[verdachte] : Als je nu bestelt heb ik voor 20 over. Maar ik denk 50 in één keer. Ik weet niet wat je wilt doen, want ik moet het betalen.
[verdachte] : En dan moet ik wachten op …
A-2369: Als ik een voorschot betaal. Als ik 100 zou willen …
[verdachte] : Het is mogelijk, maar voor nu moet ik zorgen voor de olie. Zonder de olie kunnen we niet maken en moeten we bestellen. In het Noorden is het moeilijk om te maken. Goede olie is moeilijk.
[verdachte] : Het is zeldzaam.
A-2369: Als ik 100 wil, hoe snel kunnen we dat doen?
[verdachte] : Ik denk dat het een week à anderhalve week duurt om te maken.
A-2369: En is dat mogelijk voor jou?
[verdachte] : Het is mogelijk. Maar voor mij is het ding dat ik eerst een groot bedrag moet betalen anders zit ik met de … Als ik bestel dan neem ik af.
A-2369: Dus jij maakt het niet?
[verdachte] : Nee, ik laat het maken.
A-2369: Jij hebt iemand anders die het maakt.
[verdachte] : Ja, ik noem het mijn vrienden.
A-2369: Hoe zit het met de prijs? [782]
[verdachte] : Maar 20 is niet … Want het is zeldzaam. In Nederland verkoop ik het voor 15.
[verdachte] : Maar het gaat om … Het is zeldzaam.
A-4133: Dus je zegt dat als het 20 was het nog steeds dezelfde prijs is? Maar als het omhoog zou gaan naar 100 zou het goedkoper zijn?
[verdachte] : En het moet bij 50 ook zo zijn. Voor mij maakt het wat makkelijker als je wat kan maken. Dat ik niet de stress heb of er iemand komt.
A-2369: We houden het klein tot we het geregeld hebben.
[verdachte] : Het vertrouwen is goed. Ik heb je verteld waar mijn bakkerij is. Je kunt me vinden. Je hebt mijn huis gezien. Ik kan niet voor je wegrennen. [783]
A-4133: Je bent me nog steeds één verschuldigd.
[verdachte] : Ja.
A-2369: Als we die perfectie eenmaal hebben gaan we omhoog.
[verdachte] : Ik denk dat het de beste manier is.
A-2369: Uiteindelijk 100. Geen probleem.
[verdachte] : Natuurlijk. Dat kunnen we. [784]
[verdachte] : Ik had het over deze. Candy.
A-4133: MDMA.
A-2369: Ja.
[verdachte] : De pillen.
A-2369: Ja.
[verdachte] : Ik moet ook aan mijn vriend denken. Een grote hoeveelheid komt op 70 cent.
A-2369: Per één?
[verdachte] : Ja, 70 cent per één.
A-4133: De laatste keer dat we samen waren had je het alleen over de poeder.
A-2369: Is dat mogelijk?
[verdachte] : Dat is wel mogelijk ja. [785]
[verdachte] : We verkopen het voor 200 gram. Als je MDMA neemt is het geen 100 %. Dat is niet mogelijk. MDMA is 80 % tot 84 %. Dat is de hoogste kwaliteit. Dus als je voor 200 in de pillen stopt krijg je 160 netto. En dat is zwaar hoor.
A-2369: Jij kan hetzelfde doen?
[verdachte] : Ja.
A-2369: Zouden we dat als een pakket kunnen krijgen?
[verdachte] : Ja, je krijgt het monster.
A-2369: Dus voor snel 10. Wij nemen contact met jou op.
[verdachte] : Het moet er over een week zijn.
A-4133: Als ik vandaag zeg dat ik volgende week kom dan wil ik dat je de bestelling doet zodat er geen vertraging is. [786]
[verdachte] : Ik wil geen tijdsdruk op mijn schouders.
A-4133: Ja.
A-2369: Absoluut.
[verdachte] : Ik ben relaxed.
A-2369: We zeggen de tijd, maar niet precies. Zolang jij kunt zeggen: "dat is mogelijk."
[verdachte] : Wij zouden moeten praten over de dag, niet over de tijd.
A-4133: Ja.
[verdachte] : En dan moet het geregeld worden. [787]
A-2369: Laten we wat meer doen. 10 voor nu, maar jij regelt dat.
A-4133: Wij gaan praten ja.
A-2369: Zodat we weten dat de tijden kloppen. Dat de verpakkingen kloppen. Hoeveel geld zou je nodig hebben om omhoog te gaan? Dus laten we zeggen bij 50?
[verdachte] : Iets van half.
[verdachte] : Het gaat niet om vertrouwen.
[verdachte] : Het gaat om ze houden …
A-4133: Mensen tevreden te houden.
[verdachte] : Mensen tevreden te houden. [788]
A-4133: We moeten zorgen dat het een beetje soepeler is. Dan is er voor niemand druk.
[verdachte] : Voor de bestelling voor dat … Voor dit …
A-4133: Voor de cocaïne? [789]
[verdachte] : Maar, zeg het woord niet.
[verdachte] : Ik liet ze weggaan met geld. Ik kan je het stuk geven. Ik zeg: "nee." Ik kwam daar. Het was er, maar niet de kwaliteit die ik wil. Anders kom je thuis en ben jij een grap.
[verdachte] : Het zag er vreselijk uit. [790]
A-2369: Dus 10 en één oké?
A-4133: 10 en één ja.
A-2369: Hij regelt de zaken.
[verdachte] : Dat is goed. [791]
A-2369 is verhoord over deze ontmoeting. [792] A-2369 verklaart dat [verdachte] , A-4133 en hij een gesprek hebben over het product van [verdachte] . A-2369 begrijpt dat [verdachte] daarmee amfetamine bedoelt. A-2369 geeft aan dat hij blij is met de kwaliteit, maar niet met het gewicht ervan en hoe vochtig het is. A-2369 wil dat het product op tijd wordt geleverd. [verdachte] zegt dat het handgemaakt is. Het product is soms laat omdat [verdachte] de bestelling pas plaatst op het moment dat hij weet dat A-4133 in Nederland is. [verdachte] legt uit dat het geld kost om het productieproces te beginnen. A-2369 en [verdachte] bespreken de mogelijkheid vooraf een percentage te betalen aan [verdachte] zodat deze alvast kan beginnen met het productieproces.
A-2369 geeft aan dat hij geïnteresseerd is in het vergroten van hoeveelheden indien de verpakking en timing professioneler zijn. [verdachte] zegt dat de hoeveelheden geen probleem zijn. Hij kan dit allemaal regelen, mits hij het tijdig weet. [793]
A-2369 en [verdachte] spreken ook over MDMA of xtc. [verdachte] kan pillen leveren voor 70 cent per stuk. A-2369 is op dit moment niet geïnteresseerd in de pillen maar wel in de poeder. [verdachte] zegt dat de prijs € 1.100,00 is. [794]
De bestelling van amfetamine en MDMA
[verdachte] en A-4133 verlaten het hotel en lopen naar A-4110. [795] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [796] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [797] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133: Wij wilden nog 10. Plus je bent me nog één verschuldigd.
[verdachte] : Ja.
A-4133: En de laatste keer hadden we het over de …
[verdachte] : De pillen.
A-4133: De poeder ervan.
A-4133: Ik was bereid om daar een kilo van te kopen.
[verdachte] : Dat is goed.
A-4133: Dus hoeveel?
[verdachte] : We doen het voor dezelfde prijs.
[verdachte] : Ik ga dat regelen.
A-4133: Elf per stuk. De prijs is 11 voor alles.
[verdachte] : 70 cent is goed.
A-4133: Voor mij zou het misschien nog twee weken zijn voordat ik zou komen. Is dat goed?
[verdachte] : Dan bestel ik.
A-4133: Kun je de 10 bestellen en kun je het bewaren?
[verdachte] : Ja, dan moet hij een koelkast nemen, want je bewaart het in een koelkast.
A-4133: Dat is goed. Als je hem dat vraagt voor hij weggaat. Het kan het einde van de maand zijn. Ik denk dat ik het de eerste week van april kom halen. Is dat goed? Dat is over twee weken.
[verdachte] : Twee weken is goed.
A-4133: Ik praat met A-4110 en vertel je precies wanneer ik kom. [798]
A-4133 is verhoord over dit deel van de ontmoeting. [799] A-4133 verklaart dat hij en [verdachte] naar A-4110 toelopen. A-4133 geeft aan dat hij nog 10 kilogram amfetamine wil bestellen en één kilogram MDMA-poeder. [verdachte] zegt dat de MDMA poeder dezelfde prijs is als de amfetamine: € 1.100,00. [verdachte] gaat ook een gratis monster xtc-pillen regelen. A-4133 zegt dat het een paar weken gaat duren voordat hij de bestelling ophaalt. Waarschijnlijk begin april. [verdachte] bevestigt dat dit prima is. A-4133 informeert A-4110 wanneer hij de bestelling wil ophalen. [800]
[verdachte] en A-4133 komen terug bij A-4110. [801] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [802] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [803] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4110: Was het goed?
A-4133: Ja, allemaal goed. Ik heb hem ook verteld dat ik nog een bestelling heb gedaan voor over een paar weken.
A-4133: Voor 10 plus één.
A-4133: Ik zei tegen hem dat ik jou zou laten weten wanneer precies. Waarschijnlijk begin april. [804]
A-4133: Wij, dus de 10 …
[verdachte] : We gaan (niet te verstaan) de 10 plus één, plus één van de andere.
[verdachte] : Laat hem weten wanneer je komt.
A-4133: Ik denk ongeveer begin april. Dus over ongeveer twee weken.
[verdachte] : Geen probleem. [805]
[verdachte] : Het ging wel goed. Ik zei: "langzaam een beetje opbouwen om wat dingen bij te schaven."
A-4110: Ja. [806]
[verdachte] : Vaak met zulke dingen (niet te verstaan).
A-4110: Heel belangrijk (niet te verstaan).
[verdachte] : Moeten niet teveel hier …
A-4110: Jij praat erover.
[verdachte] : Jij begint (niet te verstaan). We houden erover op. [807]
A-4110: Je bent blij? [808]
[verdachte] : Ja, we moeten proberen het een beetje goed op te bouwen toch? [809]
De levering van de verdovende middelen
Op 24 maart 2019 krijgt A-4110 van zijn begeleiders de opdracht om naar de woning van [verdachte] te gaan en tegen hem te zeggen dat de Ier waarschijnlijk op 1 april 2019 naar [plaats] komt. [810] Diezelfde dag gaat A-4110 naar de woning van [verdachte] . In de hal van de woning doet [verdachte] een kast open. In deze kast staan twee tassen. [verdachte] vertelt aan A-4110 dat "het" 13 kilo speed is, 950 gram MDMA en wat losse xtc-pillen. [verdachte] vraagt aan A-4110 of de Ier die extra twee kilo speed ook wil hebben. A-4110 zegt dat hij dit niet weet en geeft aan dat de Ier 11 kilo besteld heeft. De Ier komt maandag (het hof begrijpt: op 1 april 2019) de drugs ophalen en de bestelling afrekenen. A-4110 neemt de tassen mee naar zijn woning. [811]
Op 31 maart 2019 bezoekt [verdachte] de woning van A-4110. [verdachte] heeft een sealapparaat bij zich. [verdachte] wil dat A-4110 het verpakt A-4110 geeft aan dat [verdachte] hem moet helpen met verpakken. [812] [verdachte] en A-4110 wegen de speed en doen het in zakken. De bakken waar de drugs in zijn aangeleverd en de handschoenen die door [verdachte] zijn gedragen tijdens het verpakken van de drugs heeft A-4110 overgedragen aan zijn begeleiders. [813]
De afhandeling van de drugstransactie
Op 1 april 2019 krijgt A-4133 de opdracht om samen met A-4110, [verdachte] te ontmoeten in de bakkerij te [plaats] . Tijdens de ontmoeting dient A-4133 [verdachte] € 11.000,00 te betalen voor de 10 kilo amfetamine en € 1.100,00 voor de kilo MDMA. Daarnaast krijgt A-4133 de opdracht om te spreken over de kilogram amfetamine die eerder te weinig geleverd was en om de mogelijkheid te bespreken van de aankoop van de twee kilo amfetamine die [verdachte] reeds aan A-4110 heeft geleverd. [814] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen A-4133, A-4110 en [verdachte] in de bakkerij te [plaats] . [815] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [816] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [817] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4133: Ik heb in mijn hoofd hoeveel ik denk dat je van mij krijgt.
[verdachte] : De bruine suiker.
[verdachte] : Het is negen en een half.
A-4133: Het is een beetje kleiner.
[verdachte] : Ik zei tegen de man dat we het een soort monster noemen omdat het meestal per 10 gaat.
[verdachte] : Het was 950. Kun je berekenen?
A-4133: We gaan de rekenmachine pakken.
[verdachte] : Voorzichtig wat je zegt over …
A-4133: Oh ja.
[verdachte] : Leg het dan weg. [818]
A-4133: 9, 5, 0.
[verdachte] : Dezelfde prijs als de andere.
A-4133: 11.
A-4133: Dus het is 11 voor één kilo?
A-4133: Ik doe 1.100 gedeeld door 1.000 vermenigvuldigd met 950.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Het zou 1.100 moeten zijn, maar het is maar 1.045 omdat het een beetje kleiner is?
[verdachte] : (niet te verstaan).
A-4133: 1.045?
[verdachte] : En dan alleen 11?
A-4133: Ja, want het is 10 plus één. [819]
[verdachte] : Ja, want de één was …
A-4133: Dus het is 11 plus dit. Het is 1245.
[verdachte] : 1.245 ja.
A-4133: Als dit een volledige één was geweest zou het 12,1 zijn geweest. Ik verwachtte dat ik jou dat zou geven. Het is een beetje minder omdat dit een beetje minder is.
Geritsel te horen.
A-4133: Dit hier was 12,1.
A-4133: Ik neem 50.
[verdachte] : Ja.
[verdachte] : Dat is goed.
A-4133: En er was nog twee?
A-4133: Moeten we het over de extra twee hebben?
A-4110: Hij wil het meenemen.
[verdachte] : Je wilt het meenemen?
A-4133: Hij vertelde mij dat je het kwijt moest. Ik zei: "oké, ik neem het."
[verdachte] : Anders gebruiken we het als monster.
A-4133: Ik heb het verstuurd, maar ik heb het geld nu niet bij me. Ik neem het de volgende keer mee, of als je …
A-4133: Ik wil het. Ik zei: "ja." Ik heb het en het is meegegaan met de rest.
A-4133: Dus ik moet je nu nog 2,2 geven.
[verdachte] : Maar ik kan het als monster gebruiken voor anderen.
A-4133: Ik heb het al verstuurd. Hij had het meegenomen. Het is al weg.
[verdachte] : Ik had het voor iemand anders in gedachten.
A-4133: Oh, het spij …
[verdachte] : Nee, het is goed. Het is een misverstand.
A-4133: Wil je dat ik het geld straks aan hem geef en dat hij het naar jou toebrengt?
[verdachte] : Als je het geld hebt …
A-4133: Ik kan het straks regelen.
A-4133: Als hij mij terugbrengt.
[verdachte] : Geen grote zorgen.
[verdachte] : Het is prima, want ik heb zoveel dingen als dit. Ik heb eigenlijk al 10 van dit soort dingen. [820]
[verdachte] : Het andere dat je neemt moet je wegen.
A-4133: Van de extra twee?
[verdachte] : Ja.
A-4133: Ik controleer het gewicht. [821]
[verdachte] : Ik heb met de jongens gesproken. Als je naar 50 wil gaan is dat nu geen probleem.
A-4133: We hebben besproken dat er één of twee kleine problemen waren, dus …
[verdachte] : Ja, maar het is opgelost.
[verdachte] : (niet te verstaan) met de olie want dat was hier een groot probleem.
A-4133: Oké, dus je hebt nu meer.
[verdachte] : Ja.
A-4133: Ik kwam hier aan. Het spul is al klaar. Het is goed.
[verdachte] : Het is een beetje droger.
A-4133: Ja.
[verdachte] : Maar je weet dat de kwaliteit altijd goed is. Het is goed voor jou.
[verdachte] : Een beetje slecht voor mij. [822]
A-4133: Dus het spul dat ik heb opgehaald. Ik wil er gewoon zeker van zijn. Ik heb het snel bekeken, maar we hebben dus de 10.
[verdachte] : Ja.
A-4133: 10 plus één.
[verdachte] : Ja, en de candy.
A-4133: Ja, een klein monster.
A-4133: En dan is er één van de M.
[verdachte] : Ja, 950. [823]
[verdachte] : Je moet voor bestellingen 10.000 of meer
A-4133: De candy is 10.000 of meer.
[verdachte] : Ja. [824]
A-4133 is verhoord over de ontmoeting. [825] A-4133 verklaart dat er 950 gram MDMA is geleverd en dat de prijs daarom op € 1.045,00 wordt vastgesteld in plaats van € 1.100,00 per kilogram. De kosten voor de 10 kilogram amfetamine zijn € 11.000,00. In totaal is A-4133 [verdachte] € 12.045,00 verschuldigd. A-4133 overhandigt dit bedrag aan [verdachte] . [826]
[verdachte] bevestigd dat er één kilogram MDMA, 11 kilogram amfetamine en een klein monster xtc-tabletten (candy) aan A-4133 is geleverd. [827] De twee kilogram amfetamine die [verdachte] aan A-4110 heeft geleverd besluit A-4133 ook te kopen. A-4133 betaalt deze amfetamine op een later moment. [828]
[verdachte] geeft aan dat ze hun voorraad amfetamine olie hebben aangevuld en dat hij in staat is om 50 kilogram amfetamine te leveren. Ook kan hij xtc-tabletten leveren bij een minimumafname van 10.000. [829]
A-4133 geeft aan dat de bestelling vroeg klaar was en naar behoren leek te zijn gesealed. [verdachte] geeft aan dat het nu droger is. [830]
Om circa 12:15 uur verlaten A-4133 en A-4110 de bakkerij en rijden ze naar de woning van A-4110. Daar neemt A-4133 de extra amfetamine mee. [831] Deze amfetamine overhandigt A-4133 aan zijn begeleider B-2820. [832]
A-4110 krijgt vervolgens de opdracht om (weer) naar de bakkerij in [plaats] te gaan om daar zijn deel van het geld op te halen bij [verdachte] . [833] Omstreeks 14.30 uur vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110 en [verdachte] in de bakkerij. [834] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [835] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [836] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
A-4110: Kan niet meer in mijn huis hoor. Die rotzooi.
A-4110: Alles eronder.
A-4110: Moet goed verpakt zijn. Dan is het geen probleem.
A-4110: Allemaal witte troep. [837]
A-4110: Hij is met me mee naar binnen geweest. Dat ding daar weg halen.
[verdachte] : Dat doe je toch niet. Dat lijkt toch amateuristisch.
A-4110: We zijn toch amateurs.
A-4110: 14 dagen lang is het aan het dampen geweest.
A-4110: Je hebt zwaar verloren.
A-4110: Daarom was het zo mooi droog.
[verdachte] : Het was wel heel droog.
[verdachte] : Er is nu twee naar hem gegaan toch?
[verdachte] : Twee stuks.
A-4110: Zijn geen helen.
A-4110: Lang geen twee kilo denk ik.
A-4110: Het vervliegt.
A-4110: Die grappenmakers moeten dat gewoon goed verpakt aan jou geven.
A-4110: Ze moeten jou gewoon …
[verdachte] : (niet te verstaan) eigenlijk niet moeten zeggen want ze moeten juist die order doen. 50. [838]
[verdachte] : Hij was wel blij toch?
[verdachte] : Vond hij het goed? Heeft hij nu een heel slecht beeld omdat jij zei van dat (niet te verstaan).
[verdachte] : Ik zei nog tegen jou: "laat dat niet zien."
A-4110: Dat maakt hem niets uit. Hij wil het gewoon goed hebben. [839]
A-4110: Hoeveel heb je voor mij?
Geluid klinkt van het tellen van bankbiljetten.
[verdachte] : Doen we zeven en een half. [840]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [841] A-4110 krijgt € 750,00 van [verdachte] . [842]
Op 16 mei 2019 krijgt A-4110 de opdracht om contact op te nemen met [verdachte] en hem te betalen voor de eerder aan A-4133 geleverde (extra) speed. [843] Diezelfde dag vindt een ontmoeting plaats tussen A-4110 en [verdachte] bij de woning van [verdachte] . [844] Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met een technisch hulpmiddel. [845] De opname van dit gesprek is uitgewerkt. [846] Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
Deur wordt opengedaan. Geritsel te horen.
A-4110: [verdachte] .
A-4110: 15 en een half. € 1.550.
A-4110: Van die man. Van onze vriend.
A-4110: Klopt toch?
[verdachte] : Ja, is wel goed. [847]
A-4110 is verhoord over deze ontmoeting. [848] A-4110 verklaart dat hij [verdachte]
€ 1.650,00 heeft gegeven. [849]
Het forensisch onderzoek naar de geleverde amfetamine en MDMA
Op 1 april 2019 wordt onder goednummer PL0100-2018272979-1123384 een vermoedelijk hoeveelheid verdovende middelen in beslag genomen. [850] De partij wordt voorzien van SIN AALX0661NL. [851] De partij hoort bij de pseudokoop van maart/april 2019 uit het onderzoek Vidar. [852]
De partij vermoedelijk verdovende middelen is verpakt in
- een boodschappentas van de Action met daarin een doorzichtige sealbag met een witte substantie. Deze sealbag wordt voorzien van SIN AAMO7050NL;
- een boodschappentas van de Aldi met daarin een doorzichtige sealbag met een witte substantie. Deze sealbag wordt voorzien van SIN AAMO7051 NL. [853] In de boodschappentas zit verder een doorzichtige sealbag met daarin bruine brokken en een plastic zakje met negen groene tabletten;
- een boodschappentas van de Action met daarin vijf plastic bakken. In de bakken zitten resten van een witte substantie. De plastic bakken worden voorzien van SIN AAMO7055NL;
- een plastic tas van de Jumbo met daarin een doorzichtige sealbag. In deze sealbag bevindt zich een plastic bak met een witte substantie. De sealbag met inhoud wordt voorzien van SIN AAMO7056NL. [854]
In de Action tas met SIN AAMO7050NL bevinden zich drie plastic zakken met een vochtige substantie. [855]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in zak 1 heeft een nettogewicht van 971,82 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9209NL. Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [856]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in zak 2 heeft een nettogewicht van 1.993,45 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9210NL. [857] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [858]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in zak 3 heeft een nettogewicht van 2007,38 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9211NL. [859] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [860]
In de Aldi tas met SIN AAMO7051NL bevinden zich drie zakken met daarin een vochtige substantie. [861]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in zak 1 heeft een nettogewicht van 1.985,52 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9250NL. Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [862]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in zak 2 heeft een nettogewicht van 2.002,85 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9249NL. [863] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [864]
De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen in 3 heeft een nettogewicht van 1974,31 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9222NL. [865] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [866]
In de Aldi tas bevindt zich verder een sealbag bevindt zich een plastic zakje met daarin negen groene tabletten en bruine brokken. [867]
De tabletten hebben een nettogewicht van 2,79 gram. Van deze vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9247NL. [868] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt MDMA te bevatten. [869]
De brokken hebben een nettogewicht van 964,29 gram. Van deze vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9219NL. [870] Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt MDMA te bevatten. [871]
In de Aldi tas met SIN AAMO7055NL bevinden zich vijf in elkaar gestapelde plastic bakken met daarin een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen. [872] Deze vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 40,01 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9224NL. Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [873]
In de Jumbo tas met SIN AAMO7056NL bevindt zich een plastic bak met daarin een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen. De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 1.252,24 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AAMO9223NL. Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt amfetamine te bevatten. [874]

3.Overweging met betrekking tot het bewijs

Feit 1
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Er is geen sprake van een poging tot uitvoer (danwel verlengde uitvoer) van harddrugs. De door verdachte verrichte gedragingen waren slechts gericht op een poging tot aankoop van cocaïne.
Standpunt van de advocaten-generaal
De advocaten-generaal hebben gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde. Aangevoerd is dat de door verdachte verrichte gedragingen wel kunnen worden beschouwd als het begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf uitvoer van harddrugs. De gedragingen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 9] zijn naar hun uiterlijke verschijningsvormen concreet gericht op het afronden van de aankoop van cocaïne en vervolgens het afronden van de deal met A-4133. De gedragingen liggen qua tijd en plaats zo dicht bij de voltooiing van de uitvoer van cocaïne en waren als zodanig concreet daarop gericht.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Zoals het hof eerder in dit arrest heeft overwogen acht het de verklaring van A-4110 bruikbaar voor het bewijs. Het hof stelt vast dat de verklaringen van A-4110 – voor zover deze voor het bewijs zijn gebruikt – zijn ingebed door de overige onderzoeksresultaten zoals die uit het dossier blijken, waaronder de letterlijk uitgewerkte OVC-gesprekken. Daarnaast heeft het hof voor het bewijs onder meer gebruik gemaakt van de verklaringen van A-4133 en forensisch technisch bewijs, die de verklaring van A-4110 op onderdelen ondersteunt.
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat voor een strafbare poging is vereist dat er gedragingen zijn verricht die kunnen worden beschouwd als een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf. Dat is het geval bij gedragingen die naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op de voltooiing van het voorgenomen misdrijf. Bij de vraag of sprake is van zulke gedragingen, komt het aan op een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. Een belangrijke beoordelingsfactor is hoe dicht de vastgestelde gedragingen bij de voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen, bijvoorbeeld in tijd en/of plaats, en hoe concreet deze daarop waren gericht. Verder kan het bij poging gaan om een samenstel van gedragingen, met inbegrip van die van eventuele deelnemers. De aard van het misdrijf kan van belang zijn, maar niet noodzakelijk is dat al een bestanddeel van het misdrijf is vervuld. [875]
Het hof kan zich grotendeels met de bewijsoverwegingen van de rechtbank verenigen en zal daarom deze overwegingen hierna voor zover relevant (cursief) overnemen en tot de zijne maken. Daar waar ‘rechtbank’ staat, moet nu ‘hof’ worden gelezen.
“Uit deze bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat verdachte en [medeverdachte 9] voornemens waren om tezamen en in vereniging een kilo cocaïne aan te schaffen in [plaats] . Tussen [medeverdachte 9] en verdachte is sprake geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking gericht op het gezamenlijk uitvoeren van het gezamenlijk plan om voornoemd misdrijf te voltooien. Uit het samenstel van gedragingen van [medeverdachte 9] en verdachte valt af te leiden dat zij samen al in vergaande mate feitelijk uitvoering hadden gegeven aan dit plan en dat de verwerkelijking van dit misdrijf bovendien nabij was, zowel in tijd als in plaats. De cocaïne was beschikbaar en A-4133 bevond zich reeds, op aanwijzen van verdachte, in de nabije omgeving van [medeverdachte 9] en verdachte (en de beschikbare cocaïne) met het geldbedrag dat aan verdachte betaald zou moeten worden bij de levering, zodat de levering prompt verwerkelijkt kon worden. De kwaliteit van de cocaïne bleek echter niet goed te zijn, waardoor de beschikbare cocaïne niet aan A-4133 geleverd werd. Vervolgens hebben [medeverdachte 9] en verdachte nog een poging gedaan om via een andere leverancier, diezelfde nacht, dan wel de volgende dag, een kilo cocaïne geleverd te krijgen voor A-4133. Dit is echter niet doorgegaan omdat de cocaïne van de tweede leverancier niet binnen afzienbare tijd (diezelfde nacht) beschikbaar zou zijn en omdat A-4133 de volgende dag verhinderd was om de cocaïne op te halen. Uit het vorenstaande kan worden afgeleid dat het samenstel van de gedragingen van [medeverdachte 9] en verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm concreet en rechtstreeks gericht was op een prompte voltooiing van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging opzettelijk één kilo cocaïne met bestemming naar het buitenland ten vervoer aan te bieden. Het samenstel van deze gedragingen kan daarmee worden beschouwd als een begin van uitvoering van dit voorgenomen misdrijf en levert dus een strafbare poging op. [876] De omstandigheid dat de cocaïne nog niet was aangekocht door [medeverdachte 9] en verdachte doet hier niets aan af. De rechtbank concludeert dan ook dat verdachte zich tezamen en in vereniging met [medeverdachte 9] schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging om opzettelijk buiten het grondgebied van brengen van één kilo cocaïne. Het ten laste gelegde medeplegen bestond in de kern uit een gezamenlijke uitvoering van het feit.”
Dat verdachte die nacht enkel naar [plaats] is gereden om de schijn op te houden, zodat het leek alsof hij dienstig was aan A-4110 teneinde A-4110 van zich af te krijgen, acht het hof op grond van de bewijsmiddelen en de door verdachte verrichte handelingen en uitlatingen zoals die daaruit naar voren komen niet geloofwaardig. Van aanknopingspunten voor de stelling dat verdachte eigenlijk niet verder wilde en slechts een rol speelde is het hof niet gebleken. Ook in gesprekken met medeverdachte [medeverdachte 9] die door hem ingeschakeld is, voor wie hij niet de schijn op hoefde te houden en van wie hij niets te vrezen had stelt verdachte zich actief op en is hij gericht op het doen slagen van de transactie en bovendien op toekomstige handel in verdovende middelen en de daarmee gepaard gaande verdiensten.
Het hof overweegt voorts dat [verdachte] op 24 mei 2018 een gesprek heeft met A-4110. In dat gesprek geeft A-4110 aan dat hij iemand heeft voor die ‘snelle’, Ieren. Verdachte vraagt vervolgens: “Willen ze het hier oppakken?” en zegt: “Beter is hier.” en ”Ik wil aan deze kant blijven”. Het hof neemt voorts in aanmerking dat medeverdachte [medeverdachte 9] in een telefoongesprek in de nacht van 4 op 5 september 2018 met NNM zegt; "Je maakt een afspraak en zegt tegen hen: Ik heb dat ding voor jou. Dan betalen die mensen hun tickets en zaken. Die mensen komen aan. Die mensen betalen voor een hotel. Die mensen betalen alles. (…) Elke dag dat die mensen hier blijven kost meer geld broer." Uit deze gesprekken, in combinatie met de feitelijke handelingen in de nacht van 4 op 5 september 2018, leidt het hof af dat alles wat in de nacht van 4 op 5 september 2018 is gebeurd er op was gericht om de Ierse afnemer met een kilo cocaïne terug naar Ierland te laten gaan.
Feit 2
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van dit feit heeft de verdediging zich gerefereerd.
Standpunt van de advocaten-generaal
De advocaten-generaal hebben aangevoerd dat het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden, met dien verstande dat voor alle tenlastegelegde zaaksdossiers medeplegen bewezen kan worden.
Oordeel van het hof
Het hof acht op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hieronder in de bewezenverklaring is weergegeven. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Voor zover het hof gebruik heeft gemaakt van de verklaring van A-4110 heeft het hof zich ervan vergewist dat die verklaring van A-4110 is ingebed in de overige bewijsmiddelen.

6. Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. zaaksdossier 1)
hij omstreeks 4 september 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, één kilo cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, tezamen en in vereniging met die mededader,
- naar het [locatie 1] in [plaats] is gereden en
- naar [plaats] is gereden (in de buurt van Het [locatie 3] ) en
- met een persoon contact heeft gehad om een kilo cocaïne aan te schaffen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in de periode van 14 oktober 2018 tot en met 1 april 2019 in [plaats] en/of [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk, meermalen, een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA, buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, te weten:
(zaaksdossier 2)
- omstreeks 14/15 oktober 2018, 987,41 gram van een materiaal bevattende amfetamine en ongeveer 99,75 gram van een materiaal bevattende cocaïne en,
(zaaksdossier 3)
- op 12 november 2018, ongeveer 4.980,6 gram van een materiaal bevattende amfetamine en
(zaaksdossier 4)
- op 11 december 2018, 8315,88 gram van een materiaal bevattende amfetamine en
(zaaksdossier 5)
- op 14 februari 2019, 9893,1 gram van een materiaal bevattende amfetamine en
(zaaksdossier 6)
- in de periode van 24 maart 2019 tot en met 1 april 2019, 12227,58 gram van een materiaal bevattende amfetamine en 964,29 gram van een materiaal bevattende MDMA,
zijnde amfetamine en cocaïne en MDMA telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

7. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

8. Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

9. Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof kan zich grotendeels met de navolgende overwegingen van de rechtbank verenigen en zal daarom deze overwegingen hierna voor zover relevant (cursief) overnemen en tot de zijne maken. Daar waar ‘rechtbank’ staat, moet nu ‘hof’ worden gelezen.
“ Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot uitvoer van één kilogram cocaïne op 4 en 5 september 2018 en daarnaast aan de uitvoer van harddrugs op vijf verschillende momenten in de periode van 14 oktober 2018 tot en met 1 april 2019. De uitgevoerde middelen waren bestemd om naar Noord-Ierland vervoerd te worden. Dat de middelen niet daadwerkelijk buiten het grondgebied van Nederland zijn gebracht heeft enkel te maken met de omstandigheid dat de afnames plaatsvonden in het kader van door het openbaar ministerie geregisseerde burgerpseudokopen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat achter de internationale handel in harddrugs doorgaans een wereld van (grootschalige) georganiseerde en ondermijnende criminaliteit schuilgaat, waarbij het gebruik van (excessief) geweld niet geschuwd wordt. Dergelijke handel maakt het mogelijk dat harddrugs op grote schaal kunnen worden gebruikt. Het gebruik van deze middelen kan leiden tot acute gezondheidsincidenten, maar ook tot gezondheidsschade op de langere termijn. Regelmatig drugsgebruik en verslaving brengt bovendien negatieve gevolgen met zich mee voor de sociale omgeving van de gebruiker en de maatschappij.
Verdachte heeft geen rekening gehouden met de voornoemde gevolgen en heeft zich kennelijk enkel laten leiden door snel financieel gewin.
Bij de bepaling van de op te leggen sanctiemodaliteit heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting opgesteld door het Landelijk Overleg Voorzitters Strafsectoren (LOVS) d.d. mei 2022. Verdachte heeft in totaal ongeveer 37 kilogram harddrugs uitgevoerd en daarnaast gepoogd om één kilo harddrugs uit te voeren. In geval van de uitvoer van harddrugs wordt bij een gewicht van 20.000 gram of hoger voor een first offender een minimale gevangenisstraf van 60 maanden gehanteerd.”
Het hof heeft voorts gelet op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 januari 2024. Hieruit volgt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten. Verdachte is niet eerder onherroepelijk veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Daarnaast heeft het hof ook gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals die uit het dossier blijken en zoals die door verdachte ter terechtzitting zijn toegelicht. Het hof ziet daarin geen omstandigheden die aanleiding geven om in strafverzwarende of straf verminderend rekening mee te houden.
Naar het oordeel van hof kan gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich meebrengt.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van vijf jaren passend en geboden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Redelijke termijn
Het hof heeft zich ook rekenschap gegeven van de redelijke termijn. Het hof stelt voorop dat elke verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM. Deze waarborg strekt er onder meer toe te voorkómen dat een verdachte langer dan redelijk is onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven. Deze termijn vangt aan vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem of haar ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Bij de vraag of sprake is van een schending van de redelijke termijn moet rekening worden gehouden met de omstandigheden van het geval, waaronder begrepen de processuele houding van verdachte, de aard en ernst van het ten laste gelegde, de ingewikkeldheid van de zaak en de mate van voortvarendheid waarmee deze strafzaak door de justitiële autoriteiten is behandeld.
In de onderhavige zaak is de redelijke termijn aangevangen op 2 maart 2020, de dag waarop verdachte in verzekering is gesteld. De rechtbank heeft op 17 augustus 2022 vonnis gewezen. Het hof stelt vast dat de rechtbank na ruim twee jaren en vijf maanden vonnis heeft gewezen. In deze zaak dient bij de vraag of sprake is van schending van de redelijke termijn rekening te worden gehouden met de bijzondere omstandigheden van deze zaak. Naar het oordeel van het hof wordt de langere behandelduur in eerste aanleg gerechtvaardigd door de complexiteit en omvang van de zaak (de zaak tegen verdachte maakt deel uit van een megazaak met in eerste aanleg 21 verdachten en in hoger beroep 14 verdachten) en in het aantal getuigenverhoren dat heeft plaatsgevonden in eerste aanleg. Het hof stelt vast dat de rechtbank de zaak voortvarend heeft behandeld en dat de zaak op geen enkel moment onnodig lang heeft stilgelegen. Gelet op deze omstandigheden is het hof van oordeel dat de redelijk termijn in deze zaak niet is overschreden.
Voorlopige hechtenis
De raadsman heeft bij pleidooi verzocht om het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen dan wel de bijzondere voorwaarden te wijzigingen.
Het hof stelt vast dat verdachte gedurende langere tijd geschorst is geweest terwijl zich geen noemenswaardige incidenten hebben voorgedaan. Het hof ziet daarin, uit overwegingen van redelijkheid en opportuniteit, aanleiding om met ingang van heden het (inmiddels geschorste) bevel van de voorlopige hechtenis op te heffen bij arrest. Dat leidt ertoe dat de op te leggen gevangenisstraf bij het onherroepelijk worden van de veroordeling te zijner tijd (verder) moet worden ondergaan.

10. Beslag

Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bij pleidooi verzocht om teruggave van de inbeslaggenomen Apple iPhone.
Standpunt van de advocaten-generaal
De advocaten-generaal hebben gevorderd om de iPhone – conform de beslissing van de rechtbank - te onttrekken aan het verkeer omdat op de iPhone foto’s staan van A-4110.
Oordeel van het hof
Het hof kan zich ten aanzien van de beslissing op het beslag met overwegingen van de rechtbank verenigen. Het hof zal deze overwegingen hierna (cursief) overnemen en tot de zijne maken. Daar waar ‘rechtbank’ staat, moet nu ‘hof’ worden gelezen.
“De rechtbank dient ingevolge artikel 353, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering een beslissing te nemen over de met toepassing van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering inbeslaggenomen voorwerpen ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven. [877] Dit zijn de volgende voorwerpen:
- een plastic zakje met hennep (nummer 1245047); [878]
- circa zes gekleurde elastiekjes (nummer 1245049); [879]
- een roze xtc-pil (nummer 1245053); [880]
- twee bruine flesjes met vloeistof, riekend naar hennep (nummer 1245054); [881]
- een Apple iPhone (nummer 1245030). [882]
(…)
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank acht de volgende inbeslaggenomen voorwerpen, waarvan verdachte als de redelijkerwijs rechthebbende kan worden aangemerkt, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer en zal daartoe ook overgaan:
- een plastic zakje met hennep (nummer 1245047); [883]
- een roze xtc-pil (nummer 1245053); [884]
- twee bruine flesjes met vloeistof, riekend naar hennep (nummer 1245054); [885]
- een Apple iPhone (nummer 1245030). [886]
Deze voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem onder 1 en 2 begane feiten aangetroffen. Het bezit van de genoemde verdovende middelen is in strijd met de Opiumwet. Ten aanzien van de iPhone constateert de rechtbank dat op deze iPhone foto's staan van A-4110. [887] In het kader van de afscherming en de veiligheid van A-4110 acht de rechtbank het ongecontroleerde bezit van deze telefoon door verdachte dan ook in strijd met het algemeen belang.
Teruggave van het voorwerp aan verdachte
De rechtbank is van oordeel dat het volgende inbeslaggenomen voorwerp moet worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet:
- circa zes gekleurde elastiekjes (nummer 1245049).”
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 36b, 36c, 36d, 45, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 3 en 4 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een plastic zakje met hennep (nummer 1245047);
- een roze xtc-pil (nummer 1245053);
- twee bruine flesjes met vloeistof, riekend naar hennep (nummer 1245054) en
- een Apple iPhone (nummer 1245030).
Gelast de
teruggave aan de verdachtevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- circa zes gekleurde elastiekjes (nummer 1245049).
De voorlopige hechtenis
Heft op het (geschorste), tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. J. Dolfing, voorzitter,
mr. T.H. Bosma en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Dörholt, griffier,
en op 12 juli 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Vgl. HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533 r.o. 3.6.5.
2.HR 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889, r.o. 2.5.2 en 2.5.3.
3.Voluit: Wet van 27 mei 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van
4.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 47 (MvT).
5.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 121 (MvT).
6.Kamerstukken II 1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 71.
7.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 47 (MvT).
8.Kamerstukken II 1998/1999, 25 403, nr. 33.
9.Kamerstukken II 2013/2014, 29 279, nr. 192.
10.Kamerstukken II 2013/2014, 29 279, nr. 195.
11.Dit is alleen anders bij een motie van wantrouwen.
12.C.A.J.M. Kortmann c.s., Constitutioneel recht, p. 276 8e druk.
13.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 24 (MvT).
14.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 24 en 25 (MvT).
15.Concl. A-G Vellinga, ECLI:NL:PHR:2011:BT2099 ro. 10, bij, HR 8 november 2011, ECL1:NL:HR:2011:BT2099, NJ2QH/530. HR 8 november 201 l, ECLI:NL:HR:2011:BT2099/NJ2011/530. ro. 2.5.
16.Concl. A-G Harteveld, ECLI:NL:PHR:2013:2696, ro. 4.6. bij, HR 15 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:913
17.Aanwijzing opsporingsbevoegdheden, Stcrt. 2014, 24442, onder 2.9.
18.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 29 (MvT).
19.Vgl. Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 74 (MvT).
20.HR 4 januari 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9598, NJ 1994/294, ro. 5.5.
21.HR 5 december 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZD0315, NJ 1996/238, ro. 4.2. & Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 11 (MvT).
22.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 30 (MvT).
23.Aanwijzing opsporingsbevoegdheden, Stcrt. 2014, 24442, onder 2.9 & Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 121 (MvT).
24.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 46 (MvT), Kamerstukken II 1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 68 & Aanwijzing opsporingsbevoegdheden, Stcrt. 2014, 24442, onder 2.9.
25.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 47 (MvT).
26.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 46 en 47 (MvT).
27.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 15 (MvT).
28.Zie artikel 140a van het wetboek van Strafvordering (Sv)
29.Artikel 131 van de Wet op de rechterlijke organisatie jo. artikel 11, tweede lid, Reglement van Orde College van procureurs-generaal, Stcrt. 1999, 106.
30.Artikel 11, derde lid, Reglement van Orde College van procureurs-generaal, Stcrt. 1999, 106.
31.Kamerstukken II 1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 28.
32.Kamerstukken II 1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 28.
33.Vgl. HR 20 juni 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6245, NJ 2000,502.
34.Vgl. Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 15 en 16 (MvT) en kamerstukken II 1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 5.
35.Vgl. C.A.J.M. Kortmann c.s., o.c., pagina 359 en kamerstukken II 1997/98, 25 403,nr. 7, pagina 5.
36.Algemeen dossier nazending december 2021, JUS-018-02, pagina 10005.
37.Algemeen dossier nazending december 2021, JUS-018-02, pagina 10005.
38.Algemeen dossier nazending december 2021, JUS-018-02, pagina 10006.
39.Algemeen dossier nazending oktober 2021, JUS-018-01, pagina 9580.
40.Methodieken dossier, BOB-040-02, pagina 2472.
41.Aanwijzing opsporingsbevoegdheden, Stcrt. 2014, 24442, onder 2.9.
42.Vgl. HR 19 juni 1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8556, NJ 1991/119, m.nt. M. Scheltema, Th.W. van Veen, r.o. 5.1. & Vgl. HR 26 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:B04015, NJ 2012/63, m.nt. B.F. Keulen, r.o. 2.6.
43.HR 30 maart 2004, ECLI:NL:PHR:2004:AM2533, NJ 2004/376, m.nt. Y. Buruma. r.o. 3.3 & Vgl. J.H. Crijns, "Beginselen van een behoorlijke strafrechtspleging", in: C.P.M. Cleiren, Th.A. de Roos en M.A.H. van der Woude (red.), Jurisprudentie strafrecht select. Den Haag; SDU Uitgevers 2008, pagina 63.
44.Aanwijzing opsporingsbevoegdheden, Stcrt. 2014, 24442, onder 2.9.
45.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 3.
46.Methodiekendossier, proces-verbaal aanvraag overeenkomt criminele burgerinfiltratie, p. 2463 e.v.
47.E.M. Moerman, Inburgeren in de opsporing. Over de juridische positie van de burger in de opsporing van
48.E.M. Moerman, o.c., pagina 139.
49.Vgl. E.M. Moerman, o.c., pagina 21.
50.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 3 (MvT).
51.Aanwijzing opsporingsbevoegdheden, Stcrt. 2014, 24442, onder 2.9.
52.Voluit: opsporingsambtenaren van het team Werken onder Dekmantel, Afdeling Afgeschermde Operaties, van de Dienst Landelijke Operationele Samenwerking van de Nationale Politie Landelijke Eenheid.
53.Algemeen dossier, AHW-211-01, pagina 10339 e.v.
54.Kamerstukken II 2013/14, 29 279, nr. 195, pagina 20.
55.Kamerstukken II 1995-1996, 24 072, nrs. 10-11, pagina 74.
56.O.S. Pluimer, "Criminele burgerinfiltratie anno 2017: heimelijke opsporing in de duisternis", TPWS 2017/3, onder 7.2.
57.Kamerstukken II 2012/13, 29 911, nr. 83, pagina l, 2 en 3.
58.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 31 en 32 (MvT).
59.O.S. Pluimer, o.c., onder 7.2.
60.Vgl. HR 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5321, NJ 2013/308, m.nt. B.F. Keulen, ro. 2.4.1.
61.Kamerstukken II 2013/2014, 29 279, nr. 195.
62.Methodiekendossier, BOB-040-03 p. 2485.
63.Vgl. Kamerstukken II 2013/14, 29 279, nr. 195, pagina 14.
64.Algemeen dossier nazending december 2021, JUS-018-02, pagina 10006 & algemeen dossier nazending december 2021, JUS-018-03, pagina 10007.
65.Methodiekendossier, BOB-040-02, p. 2471 e.v.
66.Algemeen dossier ZD-6 p. 123 e.v.
67.Methodiekendossier, BOB-002-08, p. 527 e.v. & Methodiekendossier, BOB-010-09, p. 1245 e.v.
69.Methodiekendossier, proces-verbaal aanvraag overeenkomst burgerpseudokoop/burgerpseudodienstverlening, BOB-002-01 p. 505 e.v.
70.Methodiekendossier, overeenkomst tot pseudokoop/pseudodienstverlening met een burger, BOB-002-02 p. 507 e.v.
71.Methodiekendossier, proces-verbaal aanvraag overeenkomst burgerpseudokoop/burerpseudodienstverlening, BOB-002-03 p. 513 e.v.
72.Verlening overeenkomst tot pseudokoop/pseudodienstverlening met een burger, BOB-002-04 p. 516 e.v.
73.Methodiekendossier, BOB-002-06 p. 521 e.v.
74.Methodiekendossier, BOB-002-07, p. 523 e.v.
75.Methodiekendossier, BOB-002-08, p. 527 e.v.
76.Methodiekendossier, BOB-010-01 p. 1219 e.v.
77.Methodiekendossier, BOB-010-02 p. 1223 e.v.
78.Methodiekendossier, BOB-010-03, p. 1225 e.v.
79.Methodiekendossier, BOB-010-04, p. 1231 e.v.
80.Methodiekendossier, BOB-010-05, p. 1235 e.v.
81.Methodiekendossier, BOB-010-06, p. 1237 e.v.
82.Methodiekendossier, BOB-010-07, p. 1239 e.v.
83.Methodiekendossier, BOB-010-08, p. 1243 e.v.
84.Methodiekendossier, BOB-010-09, p. 1245 e.v.
85.Methodiekendossier, BOB-040-01, p. 2463 e.v.
86.Methodiekendossier, BOB-040-02, p. 2471 e.v.
87.Methodiekendossier, BOB-040-03, p. 2477 e.v.
88.Methodiekendossier, BOB-040-04, p. 2487 e.v.
89.Methodiekendossier, BOB-040-05, p. 2489 e.v.
90.Methodiekendossier, BOB-040-06, p. 2512 e.v.
91.Methodiekendossier, BOB-040-07, p. 2514 e.v.
92.Methodiekendossier, BOB-040-08, p. 2532 e.v.
93.Methodiekendossier, BOB-040-09, p. 2534 e.v.
94.Methodiekendossier, BOB-040-10, p. 2546 e.v.
95.E-mail d.d. 21 augustus 2023 om 12:06 uur van de advocaat-generaal van der Spek.
96.prof. dr. R.W.H.M. Ponds, klinisch neuropsycholoog, rapport d.d. 22 oktober 2023.
97.Zie de begeleidende email bij het rapport.
98.Proces-verbaal d.d. 7 februari 2014 opgemaakt op ambtsbelofte door de Officier van Justitie M.S. Kappeyne van de Coppello.
99.Een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal, nummer B120240213 d.d. 14 februari 2014.
100.Proces-verbaal verhoor van getuige B-2820 bij de raadsheer-commissaris, d.d. 15 november 2023 en Proces-verbaal verhoor van getuige B-2992 bij de raadsheer-commissaris d.d. 9 januari 2024.
101.Proces-verbaal verhoor van getuige B-2992 bij de raadsheer-commissaris d.d. 9 januari 2024, p. 4.
102.Proces-verbaal verhoor van getuige B-2821 bij de raadsheer-commissaris, d.d. 16 november 2023.
103.Proces-verbaal verhoor van getuige B-2820 bij de raadsheer-commissaris, d.d. 15 november 2023.
104.Proces-verbaal verhoor getuige A-4110 bij de rechter-commissaris d.d. 29 en 30 april 2021, p. 4.
105.Algemeen dossier, AHW-207-01, p. 10333 & AHW-207-02 p. 10334.
106.Kamerstukken II 1996/97, 25 403, nr. 3, p. 31-32.
107.ECLI:NL:PHR:2024:122 r.o. 3.1.
108.HR 8 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1973, r.o. 2.3.2.
109.Proces-verbaal van verdenking d.d. 20 april 2018, dossier, p. 1245 en p. 1248.
110.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2018, dossier, p. 1257
111.Proces-verbaal van verhoor A-4110 (GET-001-01) d.d. 29 maart 2018, dossier p. 12750 e.v.
112.Proces-verbaal van verdenking AH-001-01 p. 1247.
113.TOOI informatierapport openbare orde, dossier p. 15062.
114.Afscherm proces-verbaal d.d. 13 april 2018, dossier p. 15056.
115.Proces-verbaal van bevindingen, dossier p. 8774.
116.Afgeluisterd telefoongesprek dossier, p. 13748.
117.Proces-verbaal van bevindingen, dossier p. 9034.
118.Afgeluisterd telefoongesprek dossier, p. 13748.
119.Afgeluisterd telefoongesprek dossier p. 13753.
120.Afgeluisterd telefoongesprek dossier p. 13754.
121.Kamerstukken II 1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 43.
122.G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, bewerkt door M.J. Borgers en T. Kooijmans, Deventer: [medeverdachte 5] Kluwer 2021, pagina 67.
123.Vgl. G.J.M. Corstens, o.c., pagina 67 & Vgl. C.P.M. Cleiren,
124.algemeen dossier, GET-001-01, pagina 12750 & algemeen dossier, TCI-001-01, pagina 15056.
125.algemeen dossier, AHW-019-02 pagina 9453.
126.algemeen dossier, AH-006-08, pagina 1313.
127.algemeen dossier, AHW-019-01, pagina 9451.
128.algemeen dossier, AH-006-08, pagina’s 1314 t/m 1317.
129.methodiekendossier, BOB-035-02, pagina 2297 en 2298.
130.methodiekendossier, BOB-035-01, pagina 2291.
131.Hoge Raad 20 juni 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6245.
132.methodiekendossier, BOB-034-05, pagina 2257.
133.methodiekendossier, BOB-034-06, pagina 2261.
134.algemeen dossier, AHW-033-01, pagina 9515 en 9516.
135.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1826.
136.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1827.
137.Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt hierna steeds verwezen naar pagina's van in de wettelijke vorm op ambtseed/ambtsbelofte en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakte processen-verbaal uit de dossiers van het onderzoek Vidar (nummer NNRAA18011) van de Nationale Politie, Eenheid Noord-Nederland, Dienst Regionale Recherche, Afdeling Generieke Opsporing.
138.algemeen dossier, AHW-017-02, pagina 9444
139.algemeen dossier, verhoor [verdachte] , p 15254
140.algemeen dossier, ZD-009, pagina 271.
141.algemeen dossier, AH-280-01, pagina 9034 ev.
142.algemeen dossier, AH-284-01, pagina 9092
143.algemeen dossier, AH-002-01, pagina 1257.
144.algemeen dossier, GET-001-01, pagina 12750.
145.algemeen dossier, GET-001-01, pagina 12750.
146.algemeen dossier, AH-269-01, pagina 8774 en verder.
147.algemeen dossier, GET-001-01, pagina 12750.
148.algemeen dossier, GET-001-01, pagina 12751.
149.algemeen dossier, GET-001-01, pagina 12751.
150.algemeen dossier, AH-001-01, pagina 1245 en verder.
151.algemeen dossier, AH-001-01, pagina 1247.
152.algemeen dossier, ADM-001-02, pagina 1131 (geschrift, uittreksel Handelsregister KvK).
153.algemeen dossier, AH-001-01, pagina 1247.
154.algemeen dossier, AHW-059-01, pagina 9627.
155.algemeen dossier, AHW-059-01, pagina 9628.
156.algemeen dossier, AH-064-01, pagina 1939.
157.algemeen dossier, AHW-001-01, pagina 9367.
158.algemeen dossier, AHW-001-02, pagina 9369.
159.algemeen dossier, TA001-6545, pagina 13748 (geschrift, uitwerking tapgesprek).
160.algemeen dossier, AHW-001-02, pagina 9369.
161.algemeen dossier, AHW-002-01, pagina 9370.
162.algemeen dossier, AHW-002-02, pagina 9372.
163.algemeen dossier, AHW-002-01, pagina 9370.
164.algemeen dossier, AH-006-01, pagina 1262 en verder.
165.algemeen dossier, AH-006-01, pagina 1264.
166.algemeen dossier, AH-006-01, pagina 1264.
167.algemeen dossier, AH-006-01, pagina 1264.
168.algemeen dossier, AH-006-01, pagina 1265.
169.algemeen dossier, AH-006-01, pagina 1266.
170.algemeen dossier, AHW-002-02, pagina 9372 en verder.
171.algemeen dossier, AHW-002-02, pagina 9372.
172.algemeen dossier, AHW-002-02, pagina 9373.
173.algemeen dossier, AHW-003-02, pagina 9376.
174.algemeen dossier, AHW-003-01, pagina 9374.
175.algemeen dossier, AHW-003-02, pagina 9376.
176.algemeen dossier, AHW-003-02, pagina 9377.
177.algemeen dossier, AHW-003-02, pagina 9376.
178.algemeen dossier, AHW-003-02, pagina 9377.
179.algemeen dossier, AHW-003-02, pagina 9377.
180.algemeen dossier, AHW-004-01, pagina 9378.
181.algemeen dossier, AHW-004-02, pagina 9380.
182.algemeen dossier, AHW-004-01, pagina 9379.
183.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1267 en verder.
184.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1269.
185.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1269.
186.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1270.
187.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1270.
188.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1270.
189.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1271.
190.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1271.
191.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1273.
192.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1274.
193.algemeen dossier, AH-006-02, pagina 1274.
194.algemeen dossier, AHW-004-02, pagina 9380 en verder.
195.algemeen dossier, AHW-004-02, pagina 9380.
196.algemeen dossier, AHW-004-02, pagina 9380.
197.algemeen dossier, AHW-004-02, pagina 9381.
198.algemeen dossier, AHW-004-02, pagina 9381.
199.algemeen dossier, AHW-030-01, pagina 9503.
200.algemeen dossier, AD-01, pagina 5.
201.algemeen dossier, AH-003-01, pagina 1259.
202.algemeen dossier, AHW-006-01, pagina 9388.
203.algemeen dossier, AHW-005-01, pagina 9383.
204.algemeen dossier, AHW-006-03, pagina 9393 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
205.algemeen dossier, AHW-006-01, pagina 9389.
206.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1413 en verder.
207.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1414.
208.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1414.
209.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1415.
210.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1416.
211.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1420.
212.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1421.
213.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1422.
214.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1422.
215.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1423.
216.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1423.
217.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1423.
218.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1423.
219.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1424.
220.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1424.
221.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1424.
222.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1425.
223.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1426.
224.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1427.
225.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1430.
226.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1430.
227.algemeen dossier, AH-016-01, pagina 1431.
228.algemeen dossier, AHW-006-03, pagina 9393 en verder (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
229.algemeen dossier, AHW-006-03, pagina 9394 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
230.algemeen dossier, AHW-006-03, pagina 9395 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
231.algemeen dossier, AHW-006-03, pagina 9395 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
232.algemeen dossier, AHW-005-01, pagina 9383 en verder.
233.algemeen dossier, AHW-005-01, pagina 9384.
234.algemeen dossier, RHV-055-02-01, pagina 13726 en 13727 (geschrift, vertaling vonnis).
235.algemeen dossier, RHV-055-02-01, pagina 13729 (geschrift, vertaling vonnis).
236.algemeen dossier, RHV-055-02-01, pagina 13725 (geschrift, vertaling vonnis).
237.algemeen dossier, RHV-055-02-01, pagina 13727 (geschrift, vertaling vonnis).
238.algemeen dossier, RHV-055-02-01, pagina 13719 en verder (geschrift, vertaling vonnis).
239.algemeen dossier, RHV-055-02-01, pagina 13721 (geschrift, vertaling vonnis).
240.algemeen dossier, RHV-055-02-01, pagina 13723 (geschrift, vertaling vonnis).
241.algemeen dossier, RHV-055-02-01, pagina 13725 (geschrift, vertaling vonnis).
242.algemeen dossier, AH-303-01, pagina 9265.
243.algemeen dossier, AH-005-01, pagina 1260 en verder.
244.los opgenomen, proces-verbaal van verhoor getuige [naam] door de rechter-commissaris op 12 juli 2021, RC-nr. 20/2587, blad 1.
245.proces-verbaal van verhoor getuige [naam] o.c., blad 2.
246.algemeen dossier, AHW-007-01, pagina 9396.
247.algemeen dossier, AHW-007-02, pagina 9398.
248.algemeen dossier, AHW-007-01, pagina 9397.
249.algemeen dossier, AH-006-03, pagina 1276 en verder.
250.algemeen dossier, AH-006-03, pagina 1277.
251.algemeen dossier, AH-006-03, pagina 1278.
252.algemeen dossier, AH-006-03, pagina 1279.
253.algemeen dossier, AH-006-03, pagina 1280.
254.algemeen dossier, AH-006-03, pagina 1281.
255.algemeen dossier, AHW-007-02, pagina 9398 en verder.
256.algemeen dossier, AHW-007-02, pagina 9399.
257.algemeen dossier, AHW-031-01, pagina 9507.
258.algemeen dossier, AHW-031-02, pagina 9509.
259.algemeen dossier, AHW-009-01, pagina 9404.
260.algemeen dossier, AHW-009-03, p. 9409 en 9410 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
261.algemeen dossier, AHW-009-01, pagina 9405.
262.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1433 en verder.
263.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1438.
264.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1439.
265.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1440.
266.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1440.
267.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1441.
268.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1442.
269.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1443.
270.algemeen dossier, AHW-009-03, pagina 9410 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
271.algemeen dossier, AHW-009-03, pagina 9410 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
272.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15066.
273.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15065.
274.algemeen dossier, AH-013-01, pagina 1398.
275.algemeen dossier, AH-013-01, pagina 1397.
276.algemeen dossier, AH-013-01, pagina 1398.
277.algemeen dossier, TA001-69105, pagina 13787 (geschrift, uitwerking tapgesprek).
278.algemeen dossier, TA001-69105, pagina 13787 (geschrift, uitwerking tapgesprek).
279.algemeen dossier, AH-045-01, pagina 1845 en verder.
280.algemeen dossier, AH-020-01, pagina 1552.
281.algemeen dossier, AH-020-01, pagina 1552.
282.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15066.
283.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15066.
284.algemeen dossier, TA008-264, pagina 6599.
285.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15066.
286.algemeen dossier, ZD-01, pagina 55.
287.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15067.
288.algemeen dossier, TA008-267, pagina 6601 (geschrift, uitwerking OVC).
289.algemeen dossier, TA008-267, pagina 6601 (geschrift, uitwerking OVC).
290.algemeen dossier, AH-013-01, pagina 1403.
291.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15067.
292.algemeen dossier, TA008-268, pagina 6603 (geschrift, uitwerking OVC).
293.algemeen dossier, TA008-269, pagina 6604 (geschrift, uitwerking OVC).
294.algemeen dossier, AHW-009-03, pagina 9410 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
295.algemeen dossier, AHW-009-01, pagina 9405.
296.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1433 en verder.
297.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1443.
298.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1444.
299.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1444.
300.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1445.
301.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1446.
302.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1447.
303.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1447.
304.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1448.
305.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15067.
306.algemeen dossier, TA008-274, pagina 6606 (geschrift, uitwerking OVC).
307.algemeen dossier, TA008-274, pagina 6606 (geschrift, uitwerking OVC).
308.algemeen dossier TA008-274, pagina 6607 (geschrift, uitwerking OVC).
309.algemeen dossier, ZD-01, pagina 59.
310.algemeen dossier, V-001-12, pagina 15214.
311.algemeen dossier, V-001-12, pagina 15215.
312.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15067.
313.algemeen dossier, AHW-009-03, pagina 9410 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
314.algemeen dossier, AHW-009-01, pagina 9405.
315.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1433 en verder.
316.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1448.
317.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1448.
318.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1449.
319.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1449.
320.algemeen dossier, AHW-008-02, pagina 9402.
321.algemeen dossier, AHW-009-03, pagina 9410 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
322.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15067.
323.algemeen dossier, TA008-279, pagina 6609 (geschrift, uitwerking OVC).
324.algemeen dossier, TA008-280, pagina 6610 (geschrift, uitwerking OVC).
325.algemeen dossier TA008-282, pagina 6611 (geschrift, uitwerking OVC).
326.algemeen dossier TA008-282, pagina 6612 (geschrift, uitwerking OVC).
327.algemeen dossier, TA008-284, pagina 6613 (geschrift, uitwerking OVC).
328.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15067.
329.algemeen dossier, AH-013-01, pagina 1406
330.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15067.
331.algemeen dossier, AH-013-01, pagina 1406.
332.algemeen dossier, TA011-9, pagina 13992 (geschrift, uitwerking tapgesprek).
333.algemeen dossier, TA011-9, pagina 13992 (geschrift, uitwerking tapgesprek).
334.algemeen dossier, TA008-295, pagina 6620 (geschrift, uitwerking OVC).
335.algemeen dossier, TA011-11, pagina 13993 (geschrift, uitwerking tapgesprek).
336.algemeen dossier, AH-013-01, pagina 1407.
337.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15067.
338.algemeen dossier, TA008-297, pagina 6621 (geschrift, uitwerking OVC).
339.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15068.
340.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15068.
341.algemeen dossier, AHW-009-03, pagina 9410 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
342.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15068.
343.algemeen dossier, AHW-008-02, pagina 9402.
344.algemeen dossier, AHW-009-01, pagina 9405.
345.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1433 en verder.
346.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1449.
347.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1450.
348.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1451.
349.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1451.
350.algemeen dossier, AHW-009-03, pagina 9410 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
351.algemeen dossier, TA001-69261, pagina 13787 (geschrift, uitwerking OVC).
352.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15068.
353.algemeen dossier TTI-007-01, pagina 15068.
354.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15068.
355.algemeen dossier, TA008-299, pagina 6626 (geschrift, uitwerking OVC).
356.algemeen dossier, TA008-301, pagina 6628 (geschrift, uitwerking OVC).
357.algemeen dossier, TTI-007-01, pagina 15068.
358.algemeen dossier, AHW-009-03, pagina 9411 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
359.algemeen dossier, AHW-009-01, pagina 9405.
360.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1433 en verder.
361.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1452.
362.algemeen dossier, AH-016-02, pagina 1454.
363.algemeen dossier, AHW-008-02, pagina 9403.
364.algemeen dossier, AHW-008-02, pagina 9403.
365.algemeen dossier, TA008-302, pagina 6629 (geschrift, uitwerking OVC).
366.algemeen dossier, TA008-303, pagina 6630 (geschrift, uitwerking OVC).
367.algemeen dossier, TA008-304, pagina 6631 (geschrift, uitwerking OVC).
368.algemeen dossier, TA008-304, pagina 6632 (geschrift, uitwerking OVC).
369.algemeen dossier, TA008-305, pagina 6633 (geschrift, uitwerking OVC).
370.algemeen dossier, TA008-305, pagina 6634 (geschrift, uitwerking OVC).
371.algemeen dossier, TA008-306, pagina 6635 (geschrift, uitwerking OVC).
372.algemeen dossier, AHW-010-01, pagina 9412.
373.algemeen dossier, AHW-010-02, pagina 9414.
374.algemeen dossier, AHW-010-01, pagina 9413.
375.algemeen dossier, AH-006-01, pagina 1262 en verder.
376.algemeen dossier, AH-006-04, pagina 1283.
377.algemeen dossier, AH-006-04, pagina 1283.
378.algemeen dossier, AH-006-04, pagina 1284.
379.algemeen dossier, AH-006-04, pagina 1285.
380.algemeen dossier, AHW-015-01, pagina 9428.
381.algemeen dossier, AHW-015-03, pagina 9432 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
382.algemeen dossier, AHW-014-01, pagina 9425.
383.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1298 en verder.
384.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1301.
385.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1302.
386.algemeen dossier, AHW-015-03, pagina 9433.
387.algemeen dossier, V-003-06, p. 15419 e.v.
388.algemeen dossier, V-003-06, p. 15422.
389.algemeen dossier, V-003-06, p. 15422.
390.algemeen dossier, V-003-07, pagina 15428 en verder.
391.algemeen dossier, V-003-07, pagina 15429 en 15430.
392.algemeen dossier, V-001-12, pagina 15206 en verder.
393.algemeen dossier, V-001-12, pagina 15209.
394.algemeen dossier, AHW-011-01, pagina 9416.
395.algemeen dossier, AHW-011-02, pagina 9418.
396.algemeen dossier, AHW-011-01, pagina 9417.
397.algemeen dossier, AH-006-05, pagina 1286 en verder.
398.algemeen dossier, AH-006-05, pagina 1287.
399.algemeen dossier AH-006-05, pagina 1288.
400.algemeen dossier AH-006-05, pagina 1288.
401.algemeen dossier, AH-006-05, p. 1289.
402.algemeen dossier, AH-006-05, p. 1289.
403.algemeen dossier, AH-006-05, p. 1290.
404.algemeen dossier, AHW-011-02, pagina 9418 en verder.
405.algemeen dossier, AHW-011-02, pagina 9418.
406.algemeen dossier, AH-027-01, p. 1597.
407.algemeen dossier, TA008-1724, pagina 6729
408.algemeen dossier, TA008, sessie 1725, p. 6730.
409.algemeen dossier, AHW-012-01, pagina 9420.
410.algemeen dossier, AHW-012-02, pagina 9422.
411.algemeen dossier, AHW-012-01, pagina 9421.
412.algemeen dossier, AH-006-06, pagina 1291 en verder.
413.algemeen dossier, AH-006-06, p. 1293.
414.algemeen dossier, AH-006-06, p. 1294.
415.algemeen dossier, AH-006-06, p. 1295.
416.algemeen dossier, AH-006-06, p. 1296.
417.algemeen dossier, AH-006-06, p. 1297.
418.algemeen dossier, AHW-012-02, pagina 9422 en verder.
419.algemeen dossier, AHW-012-02, p. 9422.
420.algemeen dossier, AHW-012-02, p. 9423.
421.algemeen dossier, AHW-012-02, p. 9422.
422.algemeen dossier, AH-027-01, p. 1602.
423.algemeen dossier, AHW-012-01, pagina 9421.
424.algemeen dossier, AHW-012-02, p. 9423.
425.algemeen dossier, AHW-012-02, p. 9423.
426.algemeen dossier, AH-027-01, p. 1603.
427.algemeen dossier, TTI-010-01, p. 15070.
428.algemeen dossier, AHW-015-01, pagina 9428.
429.algemeen dossier, AHW-015-03, p. 9432 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
430.algemeen dossier, AHW-015-01, pagina 9429.
431.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1298 en verder.
432.algemeen dossier, AH-006-07, p. 1301.
433.algemeen dossier, AH-006-07, p. 1302.
434.algemeen dossier, AH-006-07, p. 1303.
435.algemeen dossier, AH-006-07, p. 1304.
436.algemeen dossier, AH-006-07, p. 1305.
437.algemeen dossier, AH-006-07, p. 1308.
438.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1310.
439.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1310.
440.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1311.
441.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1311.
442.algemeen dossier, AH-006-07, pagina 1311.
443.algemeen dossier, AHW-015-03, pagina 9433.
444.algemeen dossier, AHW-015-03, pagina 9433.
445.algemeen dossier, AHW-015-03, pagina 9433.
446.algemeen dossier, AHW-015-03, pagina 9433.
447.algemeen dossier, AHW-014-02, pagina 9426.
448.algemeen dossier, AHW-012-02, pagina 9423.
449.algemeen dossier, AHW-016-01, pagina 9434.
450.algemeen dossier, AHW-016-02, pagina 9436.
451.algemeen dossier, TA001-110441, pagina 13803.
452.algemeen dossier, AHW-016-02, pagina 9437.
453.algemeen dossier, AHW-016-02, pagina 9436.
454.algemeen dossier, FTO-002-10, pagina 11030 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
455.algemeen dossier, FTO-062-01, pagina 12610.
456.algemeen dossier, FTO-002-04, pagina 11018 en 11019.
457.algemeen dossier, FTO-002-01, pagina 11002.
458.algemeen dossier, FTO-002-01-02, pagina 11009 (geschrift, rapport NFI).
459.algemeen dossier, FTO-002-04, pagina 11018 en 11019.
460.algemeen dossier, FTO-001-01, pagina 10998 en verder (geschrift, rapport NFI).
461.algemeen dossier, FTO-001-01, pagina 10999 (geschrift, rapport NFI).
462.algemeen dossier, FTO-053-09, pagina 12552.
463.algemeen dossier, FTO-053-09, pagina 12553 (geschrift, rapport NFI).
464.algemeen dossier, FTO-002-11, pagina 11031 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
465.algemeen dossier, FTO-062-01, pagina 12610.
466.algemeen dossier, FTO-002-04, pagina 11019.
467.algemeen dossier, FTO-002-01, pagina 11002.
468.algemeen dossier FTO-001-01, pagina 10998 (geschrift, rapport NFI).
469.algemeen dossier, AHW-019-01, pagina 9450.
470.algemeen dossier, AHW-019-02, pagina 9453.
471.algemeen dossier, AHW-019-01, pagina 9451.
472.algemeen dossier, AH-006-08, pagina 1313 en verder.
473.algemeen dossier, AH-006-08, pagina 1314.
474.algemeen dossier, AH-006-08, pagina 1316.
475.algemeen dossier, AHW-019-02, pagina 9453 en verder.
476.algemeen dossier, AHW-019-02, pagina 9453.
477.algemeen dossier, AHW-019-02, pagina 9453.
478.algemeen dossier, AHW-019-02, pagina 9453 en 9454.
479.algemeen dossier, AHW-017-01, pagina 9438.
480.algemeen dossier, AHW-017-03, pagina 9443 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
481.algemeen dossier AHW-017-01, pagina 9439.
482.algemeen dossier, AH-016-03, pagina 1456 en verder.
483.algemeen dossier, AH-016-03, pagina 1458.
484.algemeen dossier, AH-016-03, pagina 1459.
485.algemeen dossier, AH-016-03, pagina 1459.
486.algemeen dossier, AH-016-03, pagina 1460.
487.algemeen dossier, AH-016-03, pagina 1465.
488.algemeen dossier, AHW-017-03, pagina 9443 en verder (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
489.algemeen dossier, AHW-017-03, pagina 9444 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
490.algemeen dossier, AHW-020-01, pagina 9455.
491.algemeen dossier, AHW-020-02, pagina 9457.
492.algemeen dossier, AHW-020-01, pagina 9456.
493.algemeen dossier AH-006-09, pagina 1318 en verder.
494.algemeen dossier, AH-006-09, pagina 1319.
495.algemeen dossier, AHW-023-01, pagina 9466.
496.algemeen dossier, AHW-023-03, pagina 9470 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
497.algemeen dossier, AHW-023-01, pagina 9467.
498.algemeen dossier, AH-016-04, pagina 1467 en verder.
499.algemeen dossier, AH-016-04, pagina 1469.
500.algemeen dossier, AH-016-04, pagina 1469.
501.algemeen dossier, AH-016-04, pagina 1470.
502.algemeen dossier, AH-016-04, pagina 1471.
503.algemeen dossier, AHW-023-03, pagina 9470 en verder (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
504.algemeen dossier, AHW-023-03, pagina 9470 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
505.algemeen dossier, AHW-023-03, pagina 9470 en 9471 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
506.algemeen dossier, AHW-023-03, pagina 9471 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
507.algemeen dossier, AHW-022-01, pagina 9462.
508.algemeen dossier, AHW-022-02, pagina 9464.
509.algemeen dossier, AHW-022-01, pagina 9463.
510.algemeen dossier, AH-006-10, pagina 1321 en verder.
511.algemeen dossier, AH-006-10, pagina 1322.
512.algemeen dossier, AHW-022-02, pagina 9464 en verder.
513.algemeen dossier, AHW-022-02, pagina 9464.
514.algemeen dossier, FTO-004-05, pagina 11052 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
515.algemeen dossier, FTO-062-02, pagina 12613.
516.algemeen dossier, FTO-004-03, pagina 11046.
517.algemeen dossier, FTO-004-03, pagina 11047.
518.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11075 en 11076.
519.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11076.
520.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11066 (geschrift, rapport NFI).
521.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11076.
522.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11065 (geschrift, rapport NFI).
523.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11077.
524.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11064 (geschrift, rapport NFI).
525.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11077.
526.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11071 (geschrift, rapport NFI).
527.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11078.
528.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11063 (geschrift, rapport NFI).
529.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11078.
530.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11070 (geschrift, rapport NFI).
531.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11079.
532.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11069 (geschrift, rapport NFI).
533.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11079.
534.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11068 (geschrift, rapport NFI).
535.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11080.
536.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11062 (geschrift, rapport NFI).
537.algemeen dossier, FTO-005-03, pagina 11080.
538.algemeen dossier, FTO-005-01, pagina 11067 (geschrift, rapport NFI).
539.algemeen dossier, AHW-026-01, pagina 9487.
540.algemeen dossier, AHW-026-02, pagina 9489.
541.algemeen dossier, AHW-026-01, pagina 9487.
542.algemeen dossier, AH-006-11, pagina 1325 en verder.
543.algemeen dossier, AH-006-11, pagina 1326.
544.algemeen dossier, AH-006-11, pagina 1327.
545.algemeen dossier, AHW-027-01, pagina 9491.
546.algemeen dossier, AHW-024-01, pagina 9472.
547.algemeen dossier, AHW-024-02, pagina 9474.
548.algemeen dossier AHW-024-01, pagina 9473.
549.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1473 en verder.
550.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1474.
551.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1475.
552.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1475.
553.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1476.
554.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1476.
555.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1477.
556.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1477.
557.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1477.
558.algemeen dossier, AHW-024-02, pagina 9474 en verder.
559.algemeen dossier, AHW-024-02, pagina 9474.
560.algemeen dossier, AHW-024-02, pagina 9475.
561.algemeen dossier, AHW-024-02, pagina 9474.
562.algemeen dossier AHW-025-01, pagina 9477.
563.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9483 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
564.algemeen dossier AHW-024-01, pagina 9473.
565.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1473 en verder.
566.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1478.
567.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1479.
568.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1480.
569.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1480.
570.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1481.
571.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1482.
572.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1482.
573.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1482.
574.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1482.
575.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1483.
576.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1483.
577.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1483.
578.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1483.
579.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1484.
580.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1484.
581.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1485.
582.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1485.
583.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1485.
584.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1486.
585.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1486.
586.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1487.
587.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1487.
588.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1488.
589.algemeen dossier, AH-016-05, pagina 1488.
590.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9483 en verder (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
591.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9483 en 9484 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
592.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9484 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
593.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9483 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
594.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9484 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
595.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9484 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
596.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9484 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
597.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9484 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
598.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9484 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
599.algemeen dossier, AHW-025-03, pagina 9485 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
600.algemeen dossier, FTO-007-11, pagina 11145 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
601.algemeen dossier, FTO-062-03, pagina 12617.
602.algemeen dossier, FTO-007-02, pagina 11091.
603.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11098 en verder.
604.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11099.
605.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11118 (geschrift, rapport NFI).
606.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11099.
607.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11119 (geschrift, rapport NFI).
608.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11099.
609.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11123 (geschrift, rapport NFI).
610.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11099.
611.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11120 (geschrift, rapport NFI).
612.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11099.
613.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11122 (geschrift, rapport NFI).
614.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11100.
615.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11124 (geschrift, rapport NFI).
616.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11100.
617.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11116 (geschrift, rapport NFI).
618.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11100.
619.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11117 (geschrift, rapport NFI).
620.algemeen dossier, FTO-007-04, pagina 11100.
621.algemeen dossier, FTO-007-05, pagina 11121 (geschrift, rapport NFI).
622.algemeen dossier, AHW-032-01, pagina 9511.
623.algemeen dossier, AHW-032-02, pagina 9513.
624.algemeen dossier, AHW-032-01, pagina 9511.
625.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1329 en verder.
626.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1330.
627.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1331.
628.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1331.
629.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1331.
630.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1332.
631.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1333.
632.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1334.
633.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1335.
634.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1335.
635.algemeen dossier, AH-006-12, pagina 1336.
636.algemeen dossier, AHW-032-02, pagina 9513 en verder.
637.algemeen dossier, AHW-032-02, pagina 9513.
638.algemeen dossier, AHW-032-02, pagina 9513 en 9514.
639.algemeen dossier, AHW-032-02, pagina 9513.
640.algemeen dossier, AHW-052-01, pagina 9600.
641.algemeen dossier, AHW-052-02, pagina 9603.
642.algemeen dossier, AHW-033-01, pagina 9515.
643.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9520 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
644.algemeen dossier, AHW-033-01, pagina 9516.
645.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1818 en verder.
646.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1819.
647.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1819.
648.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1820.
649.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1820.
650.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1821.
651.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1821.
652.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9520 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
653.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9520 en 9521 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
654.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9521 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
655.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9521 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
656.algemeen dossier, AHW-033-01, pagina 9516.
657.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1818 en verder.
658.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1822.
659.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1822.
660.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1823.
661.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1823.
662.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1824.
663.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1824.
664.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1824.
665.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1825.
666.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1825.
667.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1826.
668.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1826.
669.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1826.
670.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1827.
671.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1827.
672.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1828.
673.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9521 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
674.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9521 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
675.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9521 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
676.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9521 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
677.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9521 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
678.algemeen dossier, AH-055-01, pagina 1883.
679.algemeen dossier, AHW-033-01, pagina 9516.
680.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1818 en verder.
681.algemeen dossier, AH-044-01-01, pagina 1838 en verder.
682.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1829.
683.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1830.
684.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1831.
685.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1831.
686.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1832.
687.algemeen dossier, AH-044-01-01, pagina 1838.
688.algemeen dossier, AH-021-01, pagina 1554 en verder.
689.algemeen dossier, AH-044-01-01, pagina 1838.
690.algemeen dossier, AH-044-01-01, pagina 1839.
691.algemeen dossier, AH-044-01-01, pagina 1839.
692.algemeen dossier, AH-044-01-01, pagina 1839.
693.algemeen dossier, AH-044-01-01, pagina 1840.
694.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1832.
695.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1833.
696.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1834.
697.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1834.
698.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1835.
699.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1835.
700.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1835.
701.algemeen dossier, AH-044-01, pagina 1836.
702.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9521 en 9522.
703.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9522.
704.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9522.
705.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9522.
706.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9522.
707.algemeen dossier, AHW-033-03, pagina 9522.
708.algemeen dossier, TA018-52, pagina 13996 (geschrift, uitwerking tapgesprek).
709.algemeen dossier, AH-055-01, pagina 1884.
710.algemeen dossier, TA008-10472, pagina 7068.
711.algemeen dossier, AH-055-01, pagina 1885 en 1886.
712.algemeen dossier, TA008-10472, pagina 7068.
713.algemeen dossier, AH-055-01, pagina 1885.
714.algemeen dossier, AHW-034-01, pagina 9523.
715.algemeen dossier, AHW-034-02, pagina 9525.
716.algemeen dossier, FTO-009-01, pagina 11153 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
717.algemeen dossier, FTO-062-04, pagina 12620.
718.algemeen dossier, FTO-009-05, pagina 11171.
719.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11176.
720.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11180 (geschrift, rapport NFI).
721.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11176.
722.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11181 (geschrift, rapport NFI).
723.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11176.
724.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11182 (geschrift, rapport NFI).
725.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11176.
726.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11183 (geschrift, rapport NFI).
727.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11176.
728.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11184 (geschrift, rapport NFI).
729.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11177.
730.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11185 (geschrift, rapport NFI).
731.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11178.
732.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11186 (geschrift, rapport NFI).
733.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11178.
734.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11187 (geschrift, rapport NFI).
735.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11178.
736.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11188 (geschrift, rapport NFI).
737.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11178 en 11179.
738.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11179.
739.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11189 (geschrift, rapport NFI).
740.algemeen dossier, FTO-009-06, pagina 11179.
741.algemeen dossier, FTO-009-06-01, pagina 11190 (geschrift, rapport NFI).
742.algemeen dossier, FTO-009-05, pagina 11171.
743.algemeen dossier, FTO-009-05, pagina 11172.
744.algemeen dossier, FTO-009-03, pagina 11164 en verder (geschrift, rapport NFI).
745.algemeen dossier, FTO-009-03, pagina 11165 en 11166 (geschrift, rapport NFI).
746.algemeen dossier, FTO-009-03, pagina 11166 (geschrift, rapport NFI).
747.algemeen dossier, FTO-009-05, pagina 11172.
748.algemeen dossier, FTO-009-03, pagina 11164 en verder (geschrift, rapport NFI).
749.algemeen dossier, FTO-009-03, pagina 11165 en 11166 (geschrift, rapport NFI).
750.algemeen dossier, FTO-009-03, pagina 11166 (geschrift, rapport NFI).
751.algemeen dossier, FTO-009-05, pagina 11172 en 11173.
752.algemeen dossier, FTO-009-18, pagina 11219 (geschrift, rapport dactyloscopisch onderzoek).
753.algemeen dossier, FTO-009-18, pagina 11220 (geschrift, rapport dactyloscopisch onderzoek).
754.algemeen dossier, FTO-009-18-01, pagina 11222.
755.algemeen dossier, FTO-009-08, pagina 11208.
756.algemeen dossier, FTO-009-02, pagina 11160 en 11161 (geschrift, rapport dactyloscopisch onderzoek).
757.algemeen dossier, FTO-009-02, pagina 11161 (geschrift, rapport dactyloscopisch onderzoek).
758.algemeen dossier, AHW-035-01, pagina 9527.
759.algemeen dossier, AHW-035-02, pagina 9529.
760.algemeen dossier, AHW-037-01, pagina 9539.
761.algemeen dossier, AHW-037-02, pagina 9541.
762.algemeen dossier, AHW-036-01, pagina 9531.
763.algemeen dossier, AHW-038-02, pagina 9544.
764.algemeen dossier, AHW-036-01, pagina 9532.
765.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1494 en verder.
766.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1495.
767.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1496.
768.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1496.
769.algemeen dossier, AHW-038-02, pagina 9544.
770.algemeen dossier, AHW-038-02, pagina 9545.
771.algemeen dossier, AHW-036-03, pagina 9536.
772.algemeen dossier, AHW-036-01, pagina 9532.
773.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1494 en verder.
774.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1497 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
775.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1499.
776.algemeen dossier, AHW-036-03, pagina 9536 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
777.algemeen dossier, AHW-038-02, pagina 9549 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
778.algemeen dossier, AHW-036-01, pagina 9532.
779.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1494 en verder.
780.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1500.
781.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1501.
782.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1502.
783.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1503.
784.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1505.
785.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1505.
786.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1506.
787.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1507.
788.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1507.
789.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1508.
790.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1509.
791.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1511.
792.algemeen dossier, AHW-039-02, pagina 9549 en verder (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
793.algemeen dossier, AHW-039-02, pagina 9550 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
794.algemeen dossier, AHW-039-02, pagina 9551 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
795.algemeen dossier, AHW-036-03, pagina 9537 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
796.algemeen dossier, AHW-036-01, pagina 9532.
797.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1494 en verder.
798.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1513.
799.algemeen dossier, AHW-036-03, pagina 9537 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
800.algemeen dossier, AHW-036-03, pagina 9537 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
801.algemeen dossier, AHW-038-02, pagina 9544.
802.algemeen dossier, AHW-036-01, pagina 9532.
803.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1494 en verder.
804.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1514.
805.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1515.
806.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1515.
807.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1516.
808.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1516.
809.algemeen dossier, AH-016-06, pagina 1517.
810.algemeen dossier, AHW-043-01, pagina 9563.
811.algemeen dossier, AHW-043-02, pagina 9565.
812.algemeen dossier, AHW-050-02, pagina 9589.
813.algemeen dossier, AHW-050-01, pagina 9588.
814.algemeen dossier, AHW-051-01, pagina 9592.
815.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9597 (geschrift, vertaling proces-verbaal verhoor).
816.algemeen dossier, AHW-051-01, pagina 9593.
817.algemeen dossier, AH-016-07, pagina 1519 en verder.
818.algemeen dossier, AH-016-07, pagina 1523.
819.algemeen dossier, AH-016-07, pagina 1523.
820.algemeen dossier, AH-016-07, pagina 1524.
821.algemeen dossier, AH-016-07, pagina 1525.
822.algemeen dossier, AH-016-07, pagina 1527.
823.algemeen dossier, AH-016-07, pagina 1528.
824.algemeen dossier, AH-016-07, pagina 1528.
825.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9597 en verder (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
826.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9598 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
827.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9598 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
828.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9598 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
829.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9598 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
830.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9598 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
831.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9598 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
832.algemeen dossier, AHW-051-03, pagina 9599 (geschrift, vertaling proces-verbaal van verhoor).
833.algemeen dossier, AHW-045-01, pagina 9571.
834.algemeen dossier, AHW-045-02, pagina 9573 en verder.
835.algemeen dossier, AHW-045-01, pagina 9571.
836.algemeen dossier, AH-006-16, pagina 1358 en verder.
837.algemeen dossier, AH-006-16, pagina 1359.
838.algemeen dossier, AH-006-16, pagina 1360.
839.algemeen dossier, AH-006-16, pagina 1361.
840.algemeen dossier, AH-006-16, pagina 1362.
841.algemeen dossier, AHW-045-02, pagina 9573 en verder.
842.algemeen dossier, AHW-045-02, pagina 9573.
843.algemeen dossier, AHW-057-01, pagina 9621.
844.algemeen dossier, AHW-057-02, pagina 9623.
845.algemeen dossier, AHW-057-01, pagina 9621.
846.algemeen dossier, AH-006-17, pagina 1366 en verder.
847.algemeen dossier, AH-006-17, pagina 1367.
848.algemeen dossier, AHW-057-02, pagina 9623 en verder.
849.algemeen dossier, AHW-057-02, pagina 9623 en verder.
850.algemeen dossier, FTO-010-09, pagina 11276 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
851.algemeen dossier, FTO-062-05, pagina 12625.
852.algemeen dossier, FTO-062-05, pagina 12625.
853.algemeen dossier, FTO-062-05, pagina 12625.
854.algemeen dossier, FTO-062-05, pagina 12625 en 12626.
855.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11255.
856.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
857.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11255.
858.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
859.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11256.
860.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
861.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11256.
862.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
863.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11257.
864.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
865.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11257.
866.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11257.
867.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11256 en11258.
868.algemeen dossier, FTO-010-04, pagina 11258.
869.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
870.algemeen dossier, FTO-014-04, pagina 11258.
871.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
872.algemeen dossier, FTO-014-04, pagina 11258.
873.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
874.algemeen dossier, FTO-010-02, pagina 11250 (geschrift, rapport NFI).
875.Vgl. HR 24 oktober 1978, ECLI:NL:HR:1978:AC6373 en HR 30 maart 2020:ECLI:HR:2021:388.
876.Vgl. HR 20 juni 1989, ECLI:NL:PHR:1989:AD0822, NJ 1990/33, ro. 5.2.
877.beslag dossier nazending oktober 2021, pagina, AH-179-02, pagina 1009.
878.beslag dossier, IBN-017-02-06, pagina 622 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
879.beslag dossier, IBN-017-02-07, pagina 623 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
880.beslag dossier, IBN-017-02-09, pagina 627 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
881.beslag dossier, IBN-017-02-10, pagina 628 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
882.beslag dossier, IBN-017-02-01, pagina 612 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
883.beslag dossier, IBN-017-02-06, pagina 622 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
884.beslag dossier, IBN-017-02-09, pagina 627 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
885.beslag dossier, IBN-017-02-10, pagina 628 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
886.beslag dossier, IBN-017-02-01, pagina 612 (geschrift, kennisgeving van inbeslagneming).
887.beslag dossier nazending oktober 2021, pagina, AH-179-02, pagina 1009.