Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- het anticipatie-exploot van 10 januari 2022
- het arrest van 3 mei 2022
- de meervoudige mondelinge behandeling na aanbrengen (regiezitting) van 2 juni 2022 (tegelijk met 21 andere zaken tegen Groeivermogen), waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt, en waarbij de in het H-formulier van 19 mei 2022 genoemde producties zijn overgelegd
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- het enkelvoudig regiegesprek op 15 november 2024 (tegelijk met 22 andere zaken tegen Groeivermogen), waarvan een verslag is opgemaakt
- het verzoek van partijen om arrest te wijzen.
2.De kern van de zaak
3.De vaststaande feiten
De waarde van uw belegging kan fluctueren. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.” De afnemer heeft, naar het hof begrijpt, zijn effectenleaseovereenkomst niet omgezet in het product GroeiVermogen Click Extra.
4.De toelichting op de beslissing van het hof
Uitgaande van de zorgplichtschending die de rechtbank ten aanzien van het contract GroeiVermogen heeft vastgesteld (r.o. 6.64) overweegt het hof dat die schending zou kunnen worden goedgemaakt door een deugdelijk alternatief aan te bieden voordat de schending tot schade heeft geleid. Daarvoor is dan wel vereist dat bij dat aanbod alsnog indringend en in niet mis te verstane bewoordingen wordt gewaarschuwd voor het risico van een restschuld, als het aangeboden alternatief niet wordt benut. Bij gebreke daarvan is immers alleszins denkbaar dat een deelnemer het aanbod niet aanvaardt, omdat hij zich nog steeds niet bewust is van de risico’s. Dat Groeivermogen bij het aanbod van het contract Click Extra alsnog op die wijze heeft gewaarschuwd voor de risico’s die ongewijzigde voortzetting van het contract GroeiVermogen kon meebrengen, stelt zij echter niet en blijkt ook niet uit de stukken waarnaar zij verwijst.” GroeiVermogen voert in de onderhavige procedure terecht aan dat zij alsnog kan onderbouwen dat zij de afnemer hierover wel individueel heeft gewaarschuwd. Dat verweer komt hierna nog aan de orde maar maakt niet dat het product GroeiVermogen niet onder het bereik van de collectieve procedure zou vallen. Uit het voorgaande volgt dat het contract GroeiVermogen onderdeel heeft uitgemaakt van de rechtsstrijd in de collectieve procedure en de vordering van afnemer die is gebaseerd op het contract GroeiVermogen onder het bereik van de collectieve actie valt.
- het beroep op schending van de klachtplicht
- de schending van de zorgplicht
- het causaal verband
- de omvang van de schadevergoedingsplicht/eigen schuld
- de omvang van de schade/voordeelsverrekening
- wettelijke rente
- buitengerechtelijke kosten.
in de precontractuele fase, de klachtplicht van toepassing is. Het anders luidende standpunt van de afnemer is gebaseerd op de opvatting dat bij een vordering gebaseerd op onrechtmatige daad een beroep op de klachtplicht categorisch is uitgesloten. Die opvatting ziet eraan voorbij dat ook bij een vordering gebaseerd op onrechtmatige daad een beroep op de klachtplicht mogelijk is als de vordering is gericht tegen een schuldenaar en is gebaseerd op feiten die tevens de stelling zouden rechtvaardigen dat de prestatie niet aan de verbintenis beantwoordt [15] . Die verbintenis vloeit in dit geval voort uit de redelijkheid en billijkheid die partijen in de precontractuele fase jegens elkaar in acht moeten nemen. Vervolgens is nog wel de vraag of (het verwijt luidt dat) de zorgplicht in het geheel niet is nagekomen – dus dat er niet is gepresteerd, in welk geval de klachtplicht niet geldt – of dat onvoldoende/gebrekkig is nagekomen, in welk geval de klachtplicht wel geldt. Het hof zal bij de verdere beoordeling veronderstellenderwijs van het laatste uitgaan, aangezien zal blijken dat dit Groeivermogen niet zal baten.