ECLI:NL:HR:2013:BZ4478
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Verzuim aftrek voorarrest en de gevolgen voor de strafoplegging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf, maar het Hof had verzuimd om toepassing te geven aan de wettelijk voorgeschreven aftrek van de werkstraf zoals bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft overwogen dat dit verzuim een evident herstelbare fout is die niet tot cassatie hoeft te leiden, mits de rechter de fout kan herstellen. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar alleen wat betreft het aantal uren werkstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De opgelegde werkstraf is verminderd tot 114 uren, met een subsidiaire hechtenis van 57 dagen. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat de redelijke termijn in de cassatiefase is overschreden, wat heeft geleid tot een verdere vermindering van de werkstraf. De uitspraak benadrukt het belang van de correcte toepassing van artikel 27 Sr en de gevolgen van verzuimen in de strafoplegging.