2.2In aanvulling op het arrest zijn de volgende bewijsmiddelen opgenomen:
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, (als bijlage op
pagina’s 26- 28), voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven -
als verklaring van aangever [aangeefster]:
Ik doe aangifte tegen mijn vriend [verdachte]. Ik heb sinds twee jaar een relatie met [verdachte].
[verdachte] heeft mij vandaag, 14 december 2018, mishandeld.
Vanmorgen lag ik nog in bed omstreeks 08.30 uur. [verdachte] lag naast mij in bed. Ik werd wakker en voelde iets hards onder mijn kussen. Ik tilde het kussen op en zag tot mijn schrik en verbazing een pistool liggen.
Ik zei tegen [verdachte]: “Wat is dit?? Ik wil niet dat dit in mijn huis is. Je moet het weghalen.” Ik heb [verdachte] gezegd dat hij dan ook weg moest gaan.
Ik ben toen uit bed gegaan en ben naar beneden gelopen. [verdachte] kwam achter mij aan gelopen met het pistool in zijn handen.
Ik zag dat [verdachte] een ding uit de onderkant van het pistool haalde. Ik zag toen dat [verdachte] een klein doosje uit zijn zwarte tasje haalde. Ik zag dat er in dit doosje kogels zaten. Deze kogels waren goudkleurig met een bruin dekseltje.
Ik zag dat [verdachte] dat ding vulde met de kogels. Ik zag dat [verdachte] het gevulde magazijn in de onderkant van het pistool drukte. Ik zag toen dat hij de bovenkant van het pistool naar achteren trok en vervolgens weer naar voren liet gaan. Dit was een soort van klikkend geluid. Dat het werd overgehaald zeg maar.
Vervolgens kwam [verdachte] naar mij toe en drukte het pistool in mijn mond. Het pistool zat helemaal achter in mijn keel.
[verdachte] zei dat als ik de politie zou bellen hij mij zou vermoorden. Ik was heel erg bang op dat moment en voelde mij natuurlijk ook heel erg bedreigd. Ik was echt doodsbang op dat moment.
Ik kreeg hierop klappen en stompen van [verdachte]. [verdachte] beet mij in mijn zowel mijn linker- als mijn rechterarm. Ik heb hiervan nog zichtbaar letsel en heb dit reeds aan u laten zien. Ik heb tevens op mijn hele lichaam blauwe plekken ten gevolge van de mishandelingen van [verdachte]. Ik heb deze ook aan laten zien en u heeft hiervan foto’s gemaakt.
Na de klappen en stompen van [verdachte] heb ik kans gezien om mijn moeder te bellen. Ik ben hiervoor op het toilet gaan zitten en heb mij daar opgesloten. Ik was echt heel erg bang dat [verdachte] mij echt dood zou maken. Ik zag aan de manier hoe [verdachte] naar mij keek dat hij de duivel was. Ik dacht echt dat ik er geweest was.
Hij zei ook wederom tegen mij dat hij mij dood zou maken.
Toen stond mijn vader voor de deur. Ik kon snel uit het toilet komen want [verdachte] was naar boven gelopen. Mijn vader kwam binnen. Mijn vader heeft toen [verdachte] gezegd dat hij moest vertrekken met zijn spullen.
Ik ben met mijn vader meegegaan naar de woning van mijn moeder te [plaats]. Toen ik daar nog geen tien minuten was verscheen [verdachte] voor de ramen. Hij begon te schreeuwen dat ik een kankerhoer en kankerwijf was en dat hij mij zou vermoorden. Tevens ging hij met zijn vinger langs zijn keel. Ik zag toen dat hij met zijn rechterhand zijn duim en wijsvinger omhoog deed en deze naar zijn slaap bracht. Vervolgens richtte hij zijn hand weer in mijn richting en keek mij aan terwijl hij met zijn vingers net deed alsof hij de trekker van een pistool overhaalde.
Ik ga mij onder behandeling laten stellen van een dokter. Ik heb pijn in mijn nek en schouder. Verder heb ik erge hoofdpijn. Ik heb ook pijn onder mijn linkeroog.
(Opmerking verbalisant: Ik zie dat het verkleurd en gezwollen is onder het linkeroog van aangeefster. Zie foto’s.)
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, (als bijlage op
pagina’s 44-45van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2018436135), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -
als bevindingen van verbalisanten:
Op 14 december 2018 waren wij belast met de noodhulpsurveillance in [plaats]. Via de meldkamer kregen wij te horen dat [aangeefster] was mishandeld door haar vriend, [verdachte]. Zij zijn beide woonachtig aan de [a-straat 1] te [plaats]. Wij hebben een buurtonderzoek gedaan aan de [a-straat] in [plaats]. Wij hebben gesproken met de bewoner van [a-straat 2], betreft de woning naast [a-straat 1]. De bewoner had gehoord dat er vanmorgen een ruzie bij haar buren, op [a-straat 1], had plaatsgevonden. Zij hoorde aangever [aangeefster] het volgende schreeuwen: “Niet slaan, niet slaan”.
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte stamproces-verbaal, (als bijlage op
pagina's 2-7van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2018436135), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -
als bevindingen van verbalisant:
Fotoblad
Van het letsel van aangeefster [aangeefster] zijn ter plaatse en direct daarna op het politiebureau foto’s gemaakt welke zijn verwerkt in een fotoblad.
Zie voor verdere bijzonderheden het bijgevoegde fotoblad.
4. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5o van het Wetboek van Strafvordering, te weten “Fotoblad”, op
pagina 31 tot en met 38van het proces-verbaal.
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, (als bijlage op
pagina’s 39-40van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2018562332), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -
als verklaring van getuige [betrokkene 1] d.d. 18 december 2018:
Mijn dochter [aangeefster] heeft een relatie met [verdachte].
Afgelopen 14 december belde omstreeks 10:15 uur mijn dochter en toen vertelde ze al dat ze ruzie had. Ik had er een slecht gevoel over en ik ging naar haar woning om te kijken of alles goed is. Ik kwam bij haar woning en mijn dochter deed open, ze had zich opgesloten met haar hond op het toilet. Mijn dochter opende de deur en [verdachte] schrok dat ik er stond. Ik zag dat mijn dochter haar ogen blauw had.
Ik heb tegen mijn dochter gezegd dat ze met mij mee moest.
Mijn dochter vroeg aan [verdachte] haar telefoon en haar huissleutels en die wilde hij niet afgeven. Ik zei tegen [verdachte] dat hij de spullen af moest geven aan mijn dochter en dat deed hij.
[verdachte] stond buiten bij de voordeur en we hebben de deur dicht getrokken. Ik heb mijn dochter mee genomen naar mijn woning aan de [b-straat 1] te [plaats].
Mijn dochter begon onderweg hard te huilen en ze vertelde dat [verdachte] een pistool in haar mond had gedrukt. Ze vertelde ook dat [verdachte] haar had geslagen en gebeten.
Wij waren net thuis en toen stond [verdachte] voor de woning bij ons.
[verdachte] bleef voor ons raam staan en maakte een snijbeweging met zijn vinger langs zijn hals. Op het moment dat hij de snijbeweging maakte keek hij in de richting van ons. Ik vertelde [verdachte] dat we de politie al hadden gebeld maar hij was zo brutaal en hij bleef gewoon voor ons raam staan.
6. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, (als bijlage op
pagina’s 41-42van het proces-verbaal, genummerd PL0600-2018562332), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -
als verklaring van getuige [betrokkene 2] d.d. 18 december 2018:
Mijn dochter heeft twee jaar een relatie gehad met [verdachte].
Afgelopen 14 december belde [aangeefster] mij omstreeks 10.30 uur op. Ze huilde en was erg overstuur. Ze zei dat ze ruzie had met [verdachte].
Na ongeveer 45 minuten kwam mijn man terug samen met [aangeefster]. [aangeefster] vertelde dat ze die ochtend een pistool had gevonden onder haar kussen en dat [verdachte] deze had doorgeladen en in haar mond had gedrukt. Ook had [verdachte] haar geslagen en geschopt.
Vervolgens was [aangeefster] zo bang geworden dat ze zich had opgesloten in het toilet. Toen heeft ze mij kunnen bellen.
Ik zag toen [aangeefster] binnen kwam dat haar gezicht blauw en gezwollen was. [aangeefster] liet mij de rest van haar lichaam zien. Ik zag over haar hele lichaam blauwe plekken.
[aangeefster] was heel erg overstuur van alles. Ik heb haar een kalmeringstabletje gegeven om wat kalmer te worden.
Ik denk na ongeveer een kwartier zag ik [verdachte] bij mij voor de deur staan aan de [b-straat 1]. Ik zag [verdachte] voor het raam staan.”