ECLI:NL:RBGEL:2025:3855
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand en oplegging van een boete wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 20 mei 2025, staat de intrekking van het recht op bijstand van eiser centraal. Eiser had zijn hoofdverblijf in de periode van 10 november 2021 tot 9 augustus 2022 op een andere locatie dan het uitkeringsadres, wat leidde tot de conclusie dat zijn recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum terecht het recht op bijstand heeft ingetrokken en de verleende bijstand heeft teruggevorderd. Eiser had zijn inlichtingenverplichting geschonden door niet te melden dat hij op een andere locatie woonde. Het beroep tegen de intrekking en terugvordering is ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de opgelegde boete van € 2.225,87, die 25% van het benadelingsbedrag vertegenwoordigt, in eerste instantie terecht was opgelegd. Echter, omdat de redelijke termijn voor de procedure was overschreden, werd de boete met 10% gematigd. De rechtbank concludeert dat de boete passend is, maar dat de hoogte ervan moet worden aangepast vanwege de schending van de redelijke termijn. De rechtbank herroept het besluit van 7 september 2023 voor wat betreft de hoogte van de boete en stelt deze vast op € 2.003,28. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten, maar het griffierecht wordt wel vergoed.