12.1.Volgens Zaffier is niet nader onderbouwd dat de bankpas door [naam 2] is gebruikt om te gokken. De bewijslast rust volgens vaste rechtspraak bij eiser. Eiser heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de transacties door een ander zijn verricht. Volgens Zaffier moeten inkomsten uit gokken gemeld worden. Het standpunt dat deze niet gemeld hadden hoeven worden, kan volgens Zaffier niet worden gevolgd.
13. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser voldoende aannemelijk gemaakt dat het gokken niet door hemzelf, maar door [naam 2] is uitgevoerd. Ter zitting heeft de bewindvoerder van eiser toegelicht dat van eiser bekend is dat hij zich nooit eerder met gokken heeft beziggehouden en dat zij het ook niet waarschijnlijk acht dat hij dat daadwerkelijk doet. De bewindvoerder heeft eiser destijds met de rekeningafschriften waaruit het gokken bleek, geconfronteerd, en daarbij bleek dat [naam 2] eiser inmiddels zelf ook hierover had ingelicht. De bewindvoerder heeft verder ter zitting toegelicht dat [naam 2] onder bewind staat bij hetzelfde kantoor en dat bekend is dat [naam 2] in de betreffende periode haar bankpas kwijt was. Daarop is haar leefgeld tijdelijk overgemaakt naar de rekening van eiser en is afgesproken dat [naam 2] de pinpas van eiser mocht gebruiken. Ook heeft eiser een verklaring van [naam 2] overgelegd, waarin staat dat [naam 2] zelf heeft gegokt.
13. Hoewel de rechtbank het aannemelijk acht dat het niet eiser zelf is die gegokt heeft, betekent dat nog niet dat geen sprake kan zijn van schending van de inlichtingenplicht. Op grond van artikel 17, eerste lid, van de Pw geldt immers dat een belanghebbende op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling doet aan het college van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op bijstand.
15. Volgens vaste rechtspraak van de CRvB, die de rechtbank onderschrijft, is gokken op zichzelf een bezigheid die gemeld moet worden.Hiervoor is van belang dat uit de aard van het gokken voortvloeit dat er inkomsten mee kunnen worden verworven. Dit maakt dat gokken van invloed kan zijn op het recht op bijstand. Hoewel de rechtbank het aannemelijk acht dat het niet eiser zelf was die heeft gegokt met zijn rekening, had eiser, of zijn bewindvoerder, melding moeten maken van de gokactiviteiten zodra zij bekend waren met de stortingen op de rekening van eiser. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiser zelf bewust zijn pinpas heeft uitgeleend, met de daarbij horende pincode zodat [naam 2] de pas kon gebruiken. Ook de bewindvoerder was hiervan op de hoogte, omdat, zoals toegelicht, [naam 2] bij hetzelfde kantoor onder bewind stond, en de bewindvoerder wist dat het leefgeld van [naam 2] op de rekening van eiser werd gestort. Ook het handelen van een bewindvoerder komt, volgens vaste rechtspraakvoor rekening en risico van degene die onder bewind is gesteld. Verder geldt dat de inlichtingenplicht een objectief geformuleerde verplichting is, waarbij verwijtbaarheid geen rol speelt. Door de gokactiviteiten niet bij Zaffier te melden, heeft eiser daarom naar het oordeel van de rechtbank de op hem rustende inlichtingenverplichting geschonden. De hierover aangevoerde grond slaagt niet.
16. Eiser heeft aangegeven dat de totale gokuitgaven € 804,20 bedroegen, terwijl de opbrengsten slechts € 230,50 waren. Ten onrechte is volgens eiser geen rekening gehouden met de inleg. Door eiser wordt verwezen naar recente uitspraken van de rechtbank Overijsselen de rechtbank Limburg. De rechtbank Limburg wijst erop dat het uitgangspunt van de Raad dat iedere tussentijds gewonnen en opnieuw ingezette winst als inkomen moet worden aangemerkt, niet strookt met de werkelijkheid.