In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser, aangeduid als [naam], en Dexia Nederland B.V. De eiser vorderde schadevergoeding van Dexia wegens onrechtmatig handelen en schending van de waarschuwingsplicht. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die op 31 mei 2000 tot stand kwam, waarbij Thuisadvies als tussenpersoon optrad. De eiser heeft in totaal € 21.075,80 aan Dexia betaald, maar de overeenkomst eindigde met een restschuld van € 2.521,81. De eiser heeft Dexia in 2006 al geïnformeerd over zijn onvrede en heeft in 2024 een formele sommatie gestuurd om terugbetaling te eisen. Dexia heeft verweer gevoerd, onder andere op basis van verjaring, maar de kantonrechter oordeelde dat de verjaringstermijn was gestuit door eerdere correspondentie. De kantonrechter oordeelde dat Dexia haar waarschuwingsplicht heeft geschonden en dat er een causaal verband bestaat tussen deze schending en de schade die de eiser heeft geleden. Dexia werd veroordeeld tot betaling van € 15.809,86 aan de eiser, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering in reconventie van Dexia werd afgewezen, en Dexia werd ook veroordeeld in de proceskosten.