Uitspraak
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel,het college,
Inleiding
4.2 Voor de vraag of de overtreding kan worden gelegaliseerd of dat er toestemming voor het gebruik van het zwembad kan worden verleend, zal de voorzieningenrechter in lijn met de uitspraak van de Afdeling van 3 juli 2024 [4] wel nieuw recht van belang achten.
Het verwijst voor dat laatste standpunt naar een rapport van 29 november 1985 en de uitspraak van de Afdeling rechtspraak van 23 augustus 1989. Daaruit blijkt dat de loods destijds in overeenstemming met de agrarische bestemming werd gebruikt. Het college heeft nooit geweten dat het bestemmingsplan daarna weer werd overtreden. Uit het rapport blijkt verder niet dat vanuit het toenmalige college geen overwegende bezwaren bestonden tegen de recreatieve bestemming. Tot slot wijst het college op de toezegging van de wethouder aan de raad dat handhavend zal worden opgetreden.
9.8 De voorzieningenrechter is zich er ook van bewust dat het college heeft geprobeerd om de minst bezwarende last op te leggen. Dat heeft echter tot een last geleid waar eiseres niet zoveel aan heeft omdat het bassin en het water mogen blijven, maar daarin niet kan worden gezwommen. De aanpassing van de last komt daarmee niet tegemoet aan de belangen van eiseres, maar is ingegeven door de door het college veronderstelde reikwijdte van de bevoegdheid om handhavend op te treden.
Conclusie en gevolgen
Omdat het beroep gegrond is, wordt het college veroordeeld in de proceskosten die eiseres in beroep heeft gemaakt. Die bestaan uit het indienen van het beroepschrift (1 punt) en het bijwonen van de zitting (1 punt) door haar gemachtigde. Voor ieder punt wordt een bedrag toegekend van € 875,00. Bij het bestreden besluit zijn de proceskosten al vergoed die in bezwaar zijn gemaakt. In totaal komt het bedrag aan dat het college aan eiseres als vergoeding moet betalen dus op € 1.750,00.
Beslissing
- herroept de last onder dwangsom, voor zover eiseres daarbij is gelast om het gebruik van het bassin als zwembad te staken en gestaakt te houden en het water uit het bassin te verwijderen en verwijderd te houden (last 1. van de last onder dwangsom);
- veroordeelt het college in betaling van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van in totaal € 1.750,00;
- bepaalt dat het college aan eiseres het door haar betaalde griffierecht (2 x € 187,00) moet terugbetalen.
1 november 2024.
Informatie over hoger beroep
Bijlage – Overzicht wet- en regelgeving
- Artikel 4.5
- Artikel 4.23
2. de dwangsom volledig is verbeurd en betaald, of
3. de last is opgeheven.
Artikel 4:8