Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Artikel 3:4, tweede lid:
De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Artikel 4:84:
Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Artikel 8, eerste lid, aanhef en sub a:
1, De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot:
a. het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 18, tweede lid (…);
1. De belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op (…) het recht op bijstand. (…)
Artikel 18, tweede en negende lid:
2. Het college verlaagt de bijstand overeenkomstig de verordening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, ter zake van het niet nakomen door de belanghebbende van de verplichtingen voortvloeiende uit deze wet, met uitzondering van artikel 17, eerste lid, dan wel indien de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan.
9. Het college ziet af van het opleggen van een maatregel, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
1. Onverminderd paragraaf 2.2., heeft (…) het gezin recht op algemene bijstand indien:
a. het in aanmerking te nemen vermogen lager is dan de bijstandsnorm; en
b. er geen in aanmerking te nemen vermogen is.
Artikel 34, tweede lid, aanhef en sub b:
2. Niet als vermogen wordt in aanmerking genomen:
b. het bij de aanvang van de bijstand aanwezig vermogen voorzover dit minder bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens, (…);
3. Het college herziet een besluit tot toekenning van bijstand, dan wel trekt een besluit tot toekenning van bijstand in, indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid (…), heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand. Onverminderd het elders in deze wet bepaalde terzake van herziening of intrekking van een besluit tot toekenning van bijstand kan het college een besluit tot toekenning van bijstand herzien of intrekken, indien anderszins de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.
Artikel 58, eerste lid, tweede lid , aanhef en sub a en achtste lid:
1. Het college van de gemeente die de bijstand heeft verleend vordert de kosten van bijstand terug voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid (…).
2. Het college van de gemeente die de bijstand heeft verleend kan kosten van bijstand terugvorderen, voor zover de bijstand:
a. anders dan in het eerste lid, ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;
8. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan het college besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien.
Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2015 (verordening)
1. Indien belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd.
Artikel 15, eerste en tweede lid, aanhef en sub c:
1. Indien belanghebbende blijk heeft gegeven van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 18, lid 2, van de PW, wordt de maatregel afgestemd op de periode dat belanghebbende als gevolg van zijn gedraging eerder of langer dan wel een groter beroep op bijstand moet doen.
2. Onverminderd artikel 2, lid 2, van de verordening bedraagt de maatregel bij periodieke algemene en/of bijzondere bijstand:
c. 30% van de bijstandsnorm gedurende 3 maanden bij een periode van 7 tot en met 12 maanden;
Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ (beleidsregels)
Artikel 2, aanhef en sub c:
Het college maakt ten volle gebruik van de bevoegdheid tot:
c. terugvordering van ten onrechte verleende uitkering als bedoeld in artikel 58, lid 2 PW, (…);
Artikel 6:
Het college ziet geheel of gedeeltelijk af van de bevoegdheid tot herziening, intrekking en/of terugvordering wegens dringende redenen.
Artikel 22:
Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.