Uitspraak
20 237 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.Na afloop van de voorgeschreven wachttijd heeft het Uwv aan appellant met ingang van 30 augustus 2015 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 100% en het einde van de loongerelateerde periode op 29 maart 2018.
.De arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellant inmiddels ruim twee jaar werkzaam is als netwerk- en systeembeheerder voor gemiddeld 21,15 uur per week. Hij heeft geconcludeerd dat appellant geschikt is voor dit werk, dat hij dit werk al geruime tijd bestendig heeft volgehouden en dat sprake is van voldoende structuur en regelmaat om op basis van de inkomsten een schatting te verrichten. De arbeidsdeskundige heeft de feitelijk gerealiseerde verdiencapaciteit van appellant vastgesteld op € 13,88 per uur en de mate van arbeidsongeschiktheid berekend op 49,23%. Bij besluit van 6 september 2018 heeft het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant met ingang van 1 oktober 2018 vastgesteld op 49,23%. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 29 januari 2019 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van 24 januari 2019 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.