ECLI:NL:CRVB:2024:376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening voor hulphond op grond van de Wmo 2015
In deze zaak gaat het om de aanvraag van een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor de opleiding van een hulphond. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Hoorn niet verplicht is om deze maatwerkvoorziening te verstrekken. De Raad stelt vast dat er in de Zorgverzekeringswet (Zvw) een bewuste keuze is gemaakt om de kosten voor hulphonden niet te vergoeden, omdat de effectiviteit van deze hulphonden onvoldoende wetenschappelijk is bewezen. Dit blijkt uit een recente brief van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport.
De appellante, die lijdt aan een autismespectrumstoornis, een depressieve stoornis en een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag. De rechtbank Noord-Holland had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij hoger beroep heeft ingesteld. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting waar appellante werd bijgestaan door haar advocaat en een cliëntondersteuner. Het college was vertegenwoordigd via een videoverbinding.
De Raad concludeert dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de hulpvraag van appellante en dat het college niet gehouden is om de aangevraagde maatwerkvoorziening te verstrekken. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de vordering van appellante af. Appellante krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is gedaan op 22 februari 2024.