Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- de akte na tussenarrest van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een effectenleaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en twee afnemers, [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2]. De kern van de zaak betreft de vraag of de tussenpersoon die de overeenkomsten tot stand heeft gebracht, vergunningplichtig advies heeft gegeven, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De afnemers stelden dat de tussenpersoon hen heeft geadviseerd over de effectenleaseovereenkomst, terwijl deze niet over de vereiste vergunning beschikte. Dexia voerde aan dat er geen vergunningplichtig advies was gegeven en dat zij niet wist of behoorde te weten dat de tussenpersoon adviseerde. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat Dexia onrechtmatig had gehandeld en dat de schade voor rekening van Dexia kwam. In hoger beroep heeft het hof de feiten en het procesverloop opnieuw beoordeeld. Het hof concludeerde dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon advies gaf zonder vergunning, en dat Dexia in strijd handelde met de regelgeving door de overeenkomst aan te gaan. Het hof bekrachtigde het eerdere vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemers.