Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 28 maart 2024 is uitgesproken. De zaak betreft twee effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten via een tussenpersoon, Spaar Select. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De afnemer vorderde schadevergoeding van Dexia, stellende dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door hem als cliënt te accepteren zonder de benodigde vergunning. De kantonrechter heeft Dexia veroordeeld tot schadevergoeding, maar Dexia heeft in hoger beroep de grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis.
Het hof heeft de procedure opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de afnemer inderdaad een gepersonaliseerde aanbeveling heeft ontvangen van de tussenpersoon, wat betekent dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd zonder de benodigde vergunning. Hierdoor blijft de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand, inclusief de restschuld en de door de afnemer betaalde rente en kosten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer in het hoger beroep.