Uitspraak
.GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, dat op 11 april 2024 is uitgesproken. De zaak betreft vijf effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten via een tussenpersoon, Spaar Select. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en dat de schade van de afnemer volledig voor rekening van Dexia komt. Dexia vorderde een verklaring voor recht dat zij aan haar verplichtingen had voldaan en niets meer aan de afnemer verschuldigd was, maar de kantonrechter wees deze vordering af. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van Dexia opnieuw beoordeeld. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd zonder de benodigde vergunning. Dit onrechtmatig handelen van Dexia leidt ertoe dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft, inclusief de fictieve restschuld die de afnemer heeft geleden. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.