AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Cassatie in het belang der wet betreffende de verplichting tot gebruik van eHerkenning voor loonheffingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure in het belang der wet, ingesteld door Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen. De zaak betreft een naheffingsaanslag opgelegd aan een belanghebbende die geen aangifte voor de loonheffingen had gedaan over maart 2020. De Rechtbank Gelderland had de naheffingsaanslag vernietigd, omdat er volgens de rechtbank geen wettelijke grondslag was voor de verplichting om eHerkenning aan te schaffen voor het doen van aangifte. De Hoge Raad heeft deze uitspraak beoordeeld en geconcludeerd dat er wel degelijk een wettelijke basis bestaat voor de verplichting om eHerkenning te gebruiken. De Hoge Raad oordeelde dat de Regeling Elektronisch Berichtenverkeer Belastingdienst, die het gebruik van eHerkenning voorschrijft, rechtmatig is en dat de kosten die verbonden zijn aan het gebruik van eHerkenning niet onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die de regeling beoogt. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, wat betekent dat de uitspraak van de Rechtbank Gelderland in stand blijft, ondanks dat deze niet op juiste gronden was gebaseerd. De zaak benadrukt de noodzaak van elektronische identificatie in het belastingproces en de verantwoordelijkheden van belastingplichtigen.
Voetnoten
3.Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 23 oktober 2015, nr. DB/2015/366M houdende regels voor het elektronische berichtenverkeer met de Belastingdienst (Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst), Stcrt 2015, 37619.
4.Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 23 oktober 2015, nr. DB/2015/366M houdende regels voor het elektronische berichtenverkeer met de Belastingdienst (Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst), Stcrt 2015, 37619.
5.Wet van 14 oktober 2015 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met een regeling voor het elektronisch berichtenverkeer (Wet elektronisch berichtenverkeer belastingdienst), Stb. 2015, 378.
6.Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 2 maart 2020, nr. 2020-0000030255 tot wijziging van de Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst, Stcrt. 2020,13459.
7.Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG.
8.Artikelsgewijze toelichting bij de Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 2 maart 2020, nr. 2020-0000030255 tot wijziging van de Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst, Stcrt. 2020,13459, blz. 5 en 6.
10.Artikelsgewijze toelichting bij de Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 2 maart 2020, nr. 2020-0000030255 tot wijziging van de Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst, Stcrt. 2020,13459, blz. 5.