Conclusie
“Clear”.
[betrokkene 2]: ja dat is het beste, dat is het beste. [betrokkene 1] : Het is meer als een type disco-ruimte, zoiets, er zijn wat feestjes in november, de meeste ervan zijn gayfeestjes. Dus jullie moeten er goed uitzien als je naar binnen wilt. Zo niet, dan gaan we met geweld naar binnen. We doden de beveiliging. (...)
[betrokkene 2]: Dus je gaat naar binnen, we gaan hard om eerst een doel uit te zoeken, dan schiet je op iedereen en dan komen de anderen. Brrrrr 'repeterend schietgeluid’. [betrokkene 1] : misschien gaat een deel alvast naar binnen.
[betrokkene 2]: kan het ook door een auto te laten ontploffen. We hebben een auto om dichtbij te komen, waarom rijd je niet hun kant op. Ik weet het niet. Omdat je weet wel, als je op die plek staat te wachten en er gebeuren dingen, omdat als je volgens mij hebt, ik zeg het alleen maar. In dit geval zou ik mijn leven niet opofferen voor twee gekke politieagenten. Als ik het wil doen, dan kom je met de auto om de patrouille te doden. De anderen zullen zo komen en de helikopter zal komen en dan kom jij met de auto, een grote auto en ramt alles... tha tha tha da... BOEM.’
"was echt die moment gekomen... uhhh ik had heel lang gesolliciteerd, gisteren was die moment gekomen om uh.. hij heeft me uitgenodigd ....
“we are now 5. lm bust with sixth, but for now we focus on the 5 guys."
“ik hoop dat mijn nieuwe simkaart binnen is. (...) ik sta voor een paar goeie uitdagingen binnenkort.” Ook zegt [betrokkene 1] tegen de verdachte dat hij een nieuwe, schone telefoon nodig heeft die ook WhatsApp moet hebben.”
"Allahu akbar akhi! lm happy to hear it went good and so quickly. Smart idea using the same locker and code. Ill message you again soon inshaAllah."
“Zeg maar, okay see you soon".
"YazakAllahu ghiar. I see jou soon inshaAllah"
Insha Allah".Omstreeks 17.03 uur is op de OVC van de Peugeot te horen dat [betrokkene 1] een bericht in het Engels dicteert aan de verdachte. De verdachte moet van [betrokkene 1] schrijven dat de dingen goed gaan en ze een stap dichter bij hun plan zijn.
Clear”.
hen" vandaag of morgen ziet.
De voorzitter hervat op 12 april 2022 het op de terechtzitting van 7 april 2022 onderbroken onderzoek.
2. DE WETENSCHAP VAN CLIENT
datpunt heeft [betrokkene 1] uitdrukkelijk aangegeven dat zijn verklaring niet klopt.
geenwetenschap had van de plannen van [betrokkene 1] niet door de bewijsmiddelen wordt weerlegd. Evenmin zijn er (sterke) contra-indicaties die het alternatieve scenario onwaarschijnlijk maken. Integendeel, de aannemelijkheid van de verklaring van cliënt wordt door verschillende omstandigheden ondersteund.
als ik van plan was geweest een aanslag te plegen, dan zou ik het niet met [verdachte] bespreken.”
hij is anders en weet niet veel van het geloof en hij had zijn toekomstplannen trouwen, werken etc.”
zesdepersoon die actief hielp de plannen te realiseren.
3.AFGESTEMD ONDERZOEK
when [betrokkene 8] told me: I can do it for you, so that's when everything began to plan." Het was ook [betrokkene 8] die [betrokkene 1] overtuigde dat hij in Nederland een aanslag moest plegen en niet moest uitreizen naar Syrië: "
So he told me: if you have a job here, the reward is greater." Deelnemen aan de gewapende strijd in Syrië moet echt beschouwd worden een andere intentie te zijn dan het plegen van een grote aanslag hier.
I focus on my orginal plan when i was alone from the start". Ook in de overlegde e-mails, die slechts het eind van het uitlokkingsproces beslaan, is te zien hoezeer de rol van eventuele anderen een thema was. [betrokkene 9] schrijft op 9 mei dat de politie-infiltrant is aangewezen om niet alleen [betrokkene 1] , maar ook zijn broeders te begeleiden. In latere e-mails zien we dat [betrokkene 1] er erg op gefocused is te benadrukken dat hij zijn best doet anderen erbij te halen:
i really did my best to make group for partying […].En die ene keer dat hij nog verwijst naar zijn oorspronkelijke plan in zijn eentje krijgt hij direct een strenge e-mail terug.
I can make that one". Hij is ook degene die het initiatief neemt welke middelen ervoor nodig zijn, en aan [betrokkene 1] de suggestie van kunstmest doet. En het is uiteraard ook de politie die de mest daadwerkelijk levert. Dit onderdeel van het plan wordt door [betrokkene 1] verder ook niet besproken met de medeverdachten.
N.A. felt under pressure and honour-bound as a result of repeated statements made by the informant." Uiteindelijk ontmoet hij een Nederlander, en samen met de
second applicant, die de Nederlander ook kent, gaat hij bij hem op bezoek. Via deze Nederlander en zijn vrienden wordt uiteindelijk een transport opgezet.
incentivevoor drugshandel uit voortkwam: “
Ultimately, it may only have been this safe route for importing the drugs which enabled N.A. and his co-perpetrators to organise the drug importation with the persons he had got to know by chance in the Netherlands.”
guidenvan [betrokkene 1] daarbij en uiteindelijk ook het concretiseren van het plan, mede door de aangeboden levering van grondstoffen, dat [betrokkene 1] uitlokte tot het plegen van voorbereidingshandelingen voor een aanslag.
second applicantwas uitgelokt. Deze
second applicanthad nooit contact gehad met de politie- of burgerinfiltrant. Hij was nooit eerder veroordeeld, er was nooit eerder onderzoek naar hem gedaan en er was geen enkele reden om te denken dat hij in drugs zou willen handelen. Het was voor de politie voorzienbaar dat N.A. na zijn contacten met de infiltranten anderen zou benaderen om deel te nemen aan zijn drugshandel. Uit het onderzoek van de rechtbank bleek dat de
second applicantwas gaan deelnemen, juist vanwege de door de politie opgezette veilige route, die N.A. aan hem had beschreven: "
The second applicant's activities must therefore be considered to have been determined by the setting up by the police of the route for importing the drugs.”
determineddoor de wijze waarop politie en AIVD het afgestemde onderzoek hadden opgezet. Dat cliënt zelf geen contact met hen heeft onderhouden is daarvoor verder niet relevant.
koncontroleren. In het verleden is vanuit de CTIVD kritiek geuit op de AIVD over het gebrek van verslaglegging rondom de inzet van actieve agenten op het internet. De verdediging kan nu niet controleren of dit is verbeterd, en welke waarborgen er zijn ingebouwd om te voorkomen dat de inzet van actieve agenten op het internet te ver gaat.
"dat er inlichtingenbelangen zijn waardoor er aan de politie gevraagd wordt daar even niets te doen, geen middelen in te zetten.”
out of the bluekomt?
zicht te krijgen op de andere betrokken personen in de groep rondom [betrokkene 1]. Elke verwijzing van [betrokkene 1] naar de enige twee broeders wiens naam hij noemt en die hem tot dan toe het meest hebben geholpen wordt echter vakkundig genegeerd.
I don't know what [betrokkene 8] and [betrokkene 9] told you.” Later vraagt hij de politie-infiltrant aan ‘de broeders' te bevestigen dat ze elkaar gezien hebben. [A] de politie-infiltrant zegt daarop dat de broeders wisten van de ontmoeting en dat hij ze een e-mail zou sturen. Dat is toch wel een extreem risicovolle mededeling als je geen idee hebt over wie [betrokkene 1] het eigenlijk heeft en er dus vanuit moet gaan dat hij verwijst naar legitieme IS-ers.
[e-mailadres 2]was immers opgenomen in het memo van de FBI van 30 mei 2018 als e-mailadres van [betrokkene 10] . Volgens de FBI betrof dit een grote ISIS-supporter. Op 12 juni 2018 had de politie bovendien de Facebookaccounts van [betrokkene 10] ontvangen, waarin ditzelfde e-mailadres is opgenomen. Deze [betrokkene 10] stelde zich ook voor als [betrokkene 8] en onderhield al geruime tijd contact met [betrokkene 1] .
fairnessvan het onderzoek zijn geschonden. Voor de AIVD, het Openbaar Ministerie en de politie was het blijkens de standvastige antwoorden van Den Hartigh niet evident dat deze wijze van onderzoek onacceptabel was. Dit vormverzuim had bovendien een bepalende invloed op het onderzoek en de vervolging van cliënt. Bewijsuitsluiting is dan in aansluiting bij artikel 359a Sv noodzakelijk als rechtstatelijke waarborg om politie en AIVD ervan te weerhouden in de toekomst vergelijkbare vormverzuimen te laten plaatsvinden. Dat betreft het infiltratietraject zelf, te weten de communicatie met de politie-infiltrant, en de directe resultaten daarvan, te weten de kunstmest en het ophalen daarvan.
fair trial.
5.FEIT 2: DEELNAME AAN EEN TERRORISTISCHE ORGANISATIE
alser al een organisatie was met het oogmerk terroristische misdrijven te plegen, dan moet toch worden geconcludeerd dat die organisatie de door het Openbaar Ministerie zo veelvuldig benoemde
groep van vijfwas. Over die vijf wordt vanaf 16 juli 2018 geschreven en gesproken door [betrokkene 1] , en het zijn ook die vijf die op 18 september in het park zijn. Uiteindelijk trekt [betrokkene 4] zich terug uit deze organisatie, en zijn er dus nog maar vier in [plaats] . Cliënt is echter nooit onderdeel geweest van deze organisatie.
join); die er nu in ieder geval nog niet klaar voor was. Iemand die nu dus duidelijk nog geen lid was van de club.
4. Gevoerde verweren
brothers” zijn waarop [A] in bovenstaande e-mail van 11 juni 2018 doelt.
brothers” zijn waarvan politie-infiltrant [A] spreekt in zijn e-mail van 11 juni 2018.
“het door een inlichtingen- en veiligheidsdienst aanwenden van zijn bevoegdheden voor strafvorderlijke doeleinden, in strijd is met de wet.”
,, if you guys are able to bring candy here, that not a problem for us,, first we were planing to join militaire parade,, later we want join gay parade in aug, but also thinking sometime to visit the french, help us akhi,, lets make a goodplan and stay stick to it. (...)“
op korte termijnen daarmee – onvermijdelijk – enige invloed op de per 11 juni 2018 daadwerkelijk aangevangen strafrechtelijke infiltratie jegens [betrokkene 1] uit te oefenen. Het intensiveren van het e-mail contact om [betrokkene 1] van zijn aanslag op militairen af te houden en de aanmoediging om bij het plan te blijven om contact op te nemen met
“een trustworthy brother”die hem bij de volgende stappen zou begeleiden (in plaats van nu een aanslag te plegen), had mede tot gevolg dat het op 5 juli 2018 tot een ontmoeting met de politie-infiltrant [A] kwam. Hiermee heeft de AIVD zijn bevoegdheden niet aangewend voor strafvorderlijke doeleinden, maar om een aanslag op militairen op korte termijn te voorkomen.
fair trial.
“heb je nog iets bekeken sinds de vorige keer, inzake evenementen?”geantwoord:
“Dat is geen probleem. Broeder, er zijn er zo veel...”Waarop de politie-infiltrant zegt:
“Dus als jij het zegt, we hebben een evenement gevonden in september, we hebben er eentje in oktober gevonden. Dus we weten, ok, het zal ergens in oktober zijn. En dan kun je iets vinden wat dichterbij is. Dan begin ik met voorbereiden van uhh...”
police incitement’ in de zaak
Teixeira De Castro t. Portugal. [2] In
Ramanauskas t. Litouwen, een zaak uit 2008 waar veelvuldig naar wordt verwezen in de ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde pleitnota, heeft het EHRM onder het kopje ‘
General principles’ onder meer de volgende overwegingen inzake het instigatieverbod geformuleerd (met weglating van verwijzingen en citaten): [3]
Teixeira de Castro(…) the Court found that the two police officers concerned had not confined themselves “to investigating Mr Teixeira de Castro’s criminal activity in an essentially passive manner, but [had] exercised an influence such as to incite the commission of the offence”. It held that their actions had gone beyond those of undercover agents because they had instigated the offence and there was nothing to suggest that without their intervention it would have been committed (…).
permissible conduct’ te onderscheiden van ‘
entrapment’ heeft het EHRM in 2010 in
Bannikova t. Ruslandeen aantal rechtsregels geformuleerd. [4] Nadien zijn deze rechtsregels in 2017 samengevat in
Matanović t. Kroatië. [5] Die samenvatting is ook te vinden in de in 2021 gewezen uitspraak
Yakhymovych t. Oekraïne: [6] De overwegingen in
Yakhymovych t. Oekraïneluiden als volgt (met weglating van verwijzingen):
(a) Relevant general principles
Bannikova v. Russia(…). These criteria are summarised below (…).
agent provocateurcomplaint (…).
Ramanauskas(…):
agent provocateurclaim, as well as the procedural guarantees relating to the disclosure of evidence and questioning of the undercover agents and other witnesses who could testify on the issue of incitement (…).
Akbay e.a. t. Duitslandkan worden afgeleid dat ook sprake kan zijn van ‘
entrapment if he or she was not directly in contact with the police officers working undercover, but had been involved in the offence by an accomplice who had been directly incited to commit an offence by the police’. [7] Vereist is dat
‘the acts of the police represented an inducement to commit the offence for this further person as well’. Het EHRM neemt daarbij in aanmerking ‘
whether it was foreseeable for the police that the person directly incited to commit the offence was likely to contact other persons to participate in the offence, whether that person’s activities were also determined by the conduct of the police officers and whether the persons involved were considered accomplices in the offence by the domestic courts’.
‘im bust with sixth. but for now we focus on the 5 guys’(bewijsmiddel 9).
fruit of a poisonous tree’. De bewijsuitsluitingsregel waar het middel een beroep op doet, ziet evenwel niet op bewijsgaring door de politie en is derhalve niet aan de orde bij de bewijsmiddelen waar de bewezenverklaring in de onderhavige zaak op is gebaseerd.
op korte termijnen daarmee – onvermijdelijk – enige invloed op de per 11 juni 2018 daadwerkelijk aangevangen strafrechtelijke infiltratie jegens [betrokkene 1] uit te oefenen’. Deze invloed had ‘mede tot gevolg dat het op 5 juli 2018 tot een ontmoeting met de politie-infiltrant [A] kwam’. Hiermee heeft de AIVD, aldus het hof, ‘zijn bevoegdheden niet aangewend voor strafvorderlijke doeleinden, maar om een aanslag op militairen op korte termijn te voorkomen’.
this week a new phone number’ te willen regelen waarna hij een ‘
mail where to meet’ zou sturen. En op 29 juni 2018 had [betrokkene 1] aan politie-infiltrant [A] een mail gestuurd waarin hij onder meer sprak over een ontmoeting in Sarajevo en aangaf dat hij [A] vertrouwde (bewijsmiddel 3). Tegen deze overweging, die de verwerping van het tot bewijsuitsluiting strekkende verweer zelfstandig draagt, worden in cassatie geen klachten geformuleerd. [15]
Akbay e.a. tegen Duitslandleidt de raadsvrouw af dat de verdachte is uitgelokt door de AIVD, zelfs als [betrokkene 1] niet door de AIVD is uitgelokt. Dat de LOVJ heeft benadrukt geen uitlokking te hebben gezien bij de AIVD zou voorts onvoldoende waarborgen dat er geen sprake is geweest van uitlokking. Een en ander zou meebrengen dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging.
police incitement’ en de daarmee gepaard gaande blootstelling aan ‘
the risk of being definitively deprived of a fair trial from the outset’in de eerste plaats een ‘
substantive test of incitement’. Daarbij gaat het erom ‘
whether the offence would have been committed without the authorities’ intervention, that is to say whether the investigation was “essentially passive”.’Bij de beoordeling of het onderzoek ‘
essentially passive’was, kijkt het EHRM naar ‘
the reasons underlying the covert operation, in particular whether there were objective suspicions that the applicant had been involved in criminal activity or had been predisposed to commit a criminal offence (…) and the conduct of the authorities carrying it out.’
objective suspicions’is van belang dat uit de bewijsvoering blijkt dat (de verdachte weet dat) [betrokkene 1] eerder is veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf (bewijsmiddel 1) en dat [betrokkene 1] tegen [A] heeft verklaard dat hij ‘twee keer aangehouden is geweest en dat hij de laatste keer aangehouden werd in de nacht dat hij naar Syrië wilde vertrekken’ alsmede dat hij ‘in de gevangenis’ heeft gezeten en daar heeft gedroomd dat ‘de profeet Mohammed (had) gewezen in de richting van de kuffar en zei ‘aanvallen’’ (bewijsmiddel 4). [17] In verband met ‘
the conduct of the authorities’is van belang dat [betrokkene 1] tegen politie-infiltrant [A] heeft aangegeven dat [betrokkene 8] ‘heel voorzichtig’ was. En dat het hof heeft vastgesteld dat het contact alleen schriftelijk is geweest terwijl uit de overgelegde e-mails niet blijkt dat het instigatieverbod is geschonden.
essentially passive’zijn gebleven. Dat brengt mee dat niet kan worden gezegd dat de toetsingsmogelijkheden voor de verdediging ontoereikend zijn geweest in het licht van art. 6 EVRM.
the findings under the substantive test (…) inconclusive’zijn, merk ik het volgende op. In dat geval speelt de ‘
procedural test of entrapment’een rol en moet worden nagegaan of het onderzoek naar ‘
the issue of entrapment’ gelet op de omstandigheden van het geval voldoende
‘adversarial, thorough, comprehensive and conclusive’ is geweest. In dat verband is ook van belang dat het contact tussen [betrokkene 1] enerzijds en [betrokkene 9] en [betrokkene 8] anderzijds alleen schriftelijk is geweest, dat e-mails waarin dat contact bestond aan het dossier zijn toegevoegd, dat de LOVJ in drie processen-verbaal informatie over de gevolgde procedure heeft gedeeld en dat de LOVJ bij de raadsheer-commissaris en [betrokkene 1] tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gehoord. Ik meen dat ook ingeval de ‘
procedural test’ bij het oordeel dient te worden betrokken niet kan worden gezegd dat de toetsingsmogelijkheden voor de verdediging ontoereikend zijn geweest in het licht van art. 6 EVRM.
Akbay e.a. tegen Duitsland. [18] Deze uitspraak betrof een strafzaak waarin een informant een zekere N.A. had gevraagd ‘
whether he would be interested in trafficking heroin’. De informant had N.A. uitgelegd ‘
that he could import drugs via the port of Bremerhaven in containers and remove them from the port area, bypassing customs inspection, with the help of a dock worker’. N.A. had daarop geantwoord ‘
that he did not want to have anything to do with heroin, but that hashish and cocaine were a different matter’ (par. 6). In vervolg daarop ontmoetten
‘N.A. and the second applicant (…) an acquaintance of the latter in the Netherlands’en werd er een cocaïnetransport afgesproken. ‘
The second applicant was the contact person between N.A. and the group of persons in the Netherlands’(par. 10). Kort nadat de cocaïne was ingevoerd werden N.A. en (onder meer) ‘
the second applicant’ gearresteerd (par. 11). In Straatsburg werd geklaagd over
‘incitement’. Het EHRM overwoog onder meer dat ‘
the second applicant decided to take part in N.A.’s plan to import drugs through the port of Bremerhaven precisely because of the seemingly safe route set up by the police’en dat zijn activiteiten ‘
must therefore be considered to have been determined by the setting up by the police of the route for importing the drugs’(par. 130).
‘incitement’van een verdachte die door een informant wordt benaderd per definitie ook ‘
incitement’oplevert van een andere verdachte, die door de ‘benaderde’ verdachte bij het realiseren van het strafbare feit wordt betrokken. Uit
Akbay e.a. tegen Duitslandkan worden afgeleid dat van ‘
incitement’jegens een andere verdachte sprake is als de gunstige voorwaarden bij het begaan van dat strafbare feit die (door de informant of infiltrant) aan de benaderde verdachte zijn voorgespiegeld, een rol hebben gespeeld bij de beslissing van de andere verdachte om daaraan deel te nemen. Het gaat erom of ‘
the acts of the police represented an inducement to commit the offence for this person as well’(par. 117). Ik wijs in dit verband ook op arresten van Uw Raad van 8 december 2020, waaruit kan worden afgeleid dat het gaat om de wijze waarop de verdachte bij het feit betrokken raakte. [19]
‘inducement’voor de verdachte vormden om dit strafbare feit te plegen.
‘inducement’vormden om de bewezenverklaarde feiten te plegen, is dit oordeel niet onbegrijpelijk.
Voor ‘deelneming’ in de zin van artikel 140 Sr is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. De betrokkene hoeft geen wetenschap te hebben van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.’
wijst afhet verzoek tot het
horen van [betrokkene 8] en [betrokkene 9] als getuigen. Heden is ter terechtzitting vastgesteld dat het contact tussen de verdachte [betrokkene 1] enerzijds en [betrokkene 8] en [betrokkene 9] anderzijds alleen schriftelijk in de zin van berichtenwisselingen via Facebook, Telegram en/of e-mail heeft plaats gevonden. Nimmer hebben zij elkaar fysiek of op digitale wijze gezien of gehoord. Het Openbaar Ministerie heeft reeds een verzoek ingediend bij de Landelijk Officier van Justitie Terrorismebestrijding, teneinde de schriftelijke bescheiden van voornoemde contactmomenten, namelijk de inhoud van de gesprekken die de verdachte [betrokkene 1] via Facebook, Telegram en e-mail heeft gevoerd met [betrokkene 8] en [betrokkene 9] , op te vragen bij de AIVD. De advocaten-generaal hebben toegezegd dat, indien zij deze schriftelijke bescheiden ontvangen, zij deze zullen doen toekomen aan het hof en de verdediging en zullen voegen in de dossiers van alle zaken. Voorts heeft het Openbaar Ministerie toegezegd het op 27 mei 2021 gedane verzoek aan de Landelijk Officier van Justitie Terrorismebestrijding/AIVD aan te vullen met de volgende gegevens omtrent het contact, zoals ter terechtzitting besproken:
wijst afhet verzoek tot het
horen van politie-infiltrant A2346 ( [A] ), politie-infiltrant A2363 en WOD-begeleider B2870 als getuigen. Het hof ziet geen noodzaak voornoemde getuigen te horen, gelet op het feit dat zij alle drie, reeds uitvoerig, in aanwezigheid van de verdediging, zijn gehoord door de rechter-commissaris en gelet op de reeds door het hof toegewezen verzoeken en de reeds verrichte inspanningen van het Openbaar Ministerie, alsook de toezeggingen van het Openbaar Ministerie, zoals onder 5. overwogen. Ook overigens is naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep de noodzaak deze getuigen nader te horen niet gebleken.
wijst afhet verzoek tot het
horen van de Zweedse begeleider van A2346 ( [A] ) en de eigen begeleiders van A2346 ( [A] ) als getuigen. Het hof stelt op grond van het dossier vast dat voornoemde getuigen enkel uit sociaal- en veiligheidsoogpunt betrokken zijn geweest bij de begeleiding van politie-infiltrant A2346 ( [A] ) en zij daarmee niet inhoudelijk betrokken zijn geweest bij het onderhavige onderzoek. Gelet daarop acht het hof de belangen van de verdediging niet geschaad wanneer deze personen niet als getuigen worden gehoord.
wijst afhet verzoek tot het
horen van de WOD-begeleider B2871, WOD-begeleider B2882, alle teamleiders betrokken bij begeleiding van A2346/teamleiders begeleiders infiltranten/teamleider infiltranten en begeleiders/alle begeleiders infiltranten en de AIVD-medewerkers aanwezig bij bijeenkomst van mei 2018 als getuigen. WOD-begeleider B2870 is reeds, in aanwezigheid van de verdediging, uitvoerig gehoord door de rechter-commissaris en gelet op het feit dat het hof het verzoek tot het horen van de Landelijk Officier van Justitie Terrorismebestrijding/AIVD/WOD mr. B den Hartigh toewijst, en hij onder meer bevraagd kan worden over het AOT en de bijeenkomst van mei 2018, acht het hof de belangen van de verdediging niet geschaad wanneer voornoemde personen niet als getuigen worden gehoord.’
11. Voorwaardelijk verzoek
sufficiently reasoned’ was en
‘relevant to the subject matter of the accusation’, of de feitenrechter ‘
considered the relevance of that testimony and provided sufficient reasons for their decision not to examine the witness at trial’ en of die beslissing ‘
undermined the overall fairness of the proceedings’. [27]
overall fairness’neem ik in aanmerking dat [betrokkene 1] ter terechtzitting in hoger beroep als getuige is gehoord en dat e-mails die tussen [betrokkene 1] enerzijds en [betrokkene 8] en [betrokkene 9] anderzijds zijn gewisseld in het dossier zijn gevoegd.