ECLI:NL:GHAMS:2025:383
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en de zorgplicht van Dexia in relatie tot onaanvaardbare financiële lasten voor afnemer
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De zaak draait om twee leaseovereenkomsten die de afnemer met Dexia heeft afgesloten. De afnemer stelt dat deze overeenkomsten hem een onaanvaardbaar zware financiële last oplegden en vordert schadevergoeding. Dexia betwist dit en stelt dat zij niet onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof oordeelt dat de bewoordingen van de leaseovereenkomst ondubbelzinnig zijn en dat de afnemer op de hoogte was van de risico's van vermogensverlies. De afnemer heeft een opt-out verklaring afgegeven voor een WCAM-overeenkomst, waardoor deze hem niet bindt. Het hof concludeert dat er geen sprake is van dwaling aan de zijde van de afnemer ten aanzien van de optieconstructie in de leaseovereenkomst. De vorderingen van de afnemer worden gedeeltelijk toegewezen, waarbij het hof oordeelt dat Dexia een deel van de restschuld en de door de afnemer betaalde rente moet vergoeden. De zaak benadrukt de zorgplicht van Dexia en de criteria voor het vaststellen van een onaanvaardbaar zware financiële last voor de afnemer. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en doet opnieuw uitspraak, waarbij het de partijen veroordeelt tot betaling van de bedragen die voortvloeien uit de berekeningen die in het arrest zijn gemaakt.