Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
- de akte uitlating producties van Dexia.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, waarin werd geoordeeld dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens de afnemer van een effectenleaseovereenkomst. De afnemer had gevorderd dat Dexia aansprakelijk werd gesteld voor de schade die hij had geleden, omdat de tussenpersoon die de overeenkomst tot stand had gebracht, niet beschikte over de vereiste vergunning om advies te geven. Het hof heeft vastgesteld dat de afnemer door de tussenpersoon was geadviseerd, en dat Dexia dit wist of had moeten weten. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij Dexia werd veroordeeld tot schadevergoeding aan de afnemer. Het hof oordeelde dat de verjaring van de vordering niet was ingetreden, omdat de afnemer tijdig actie had ondernomen om zijn rechten te stuiten. Dexia's verweer dat de vordering was verjaard, werd verworpen. Het hof concludeerde dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999 door de effectenleaseovereenkomst aan te gaan met de afnemer, terwijl de tussenpersoon niet over de benodigde vergunning beschikte. De vergoedingsplicht van Dexia blijft volledig in stand, inclusief de fictieve restschuld die de afnemer heeft geleden. Dexia werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de afnemer in het hoger beroep.