Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlating producties van Dexia.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, dat op 11 juli 2024 is uitgesproken. De zaak betreft zes effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten via een tussenpersoon, Spaar Select. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Dexia vorderde een verklaring voor recht dat zij aan al haar verplichtingen heeft voldaan en niets meer aan de afnemer verschuldigd is. De kantonrechter verklaarde dat Dexia niets meer aan de afnemer verschuldigd is, maar dat de schadevergoeding moest worden uitgekeerd. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van Dexia opnieuw behandeld. Het hof oordeelde dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd zonder vergunning, en dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak bevestigt dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft, inclusief eventuele restschulden en betaalde rente.