Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlating producties van Dexia.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, dat op 28 november 2024 is uitgesproken. De zaak betreft vier effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten via een tussenpersoon, Spaar Select. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De afnemer vorderde schadevergoeding van Dexia wegens onrechtmatig handelen, terwijl Dexia een verklaring voor recht vorderde dat zij aan haar verplichtingen had voldaan.
De kantonrechter oordeelde dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door de afnemer als cliënt te accepteren, terwijl de tussenpersoon geen vergunning had. Dexia werd veroordeeld tot betaling van € 59.415,03 aan de afnemer. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van de afnemer en Dexia opnieuw beoordeeld. Het hof concludeerde dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer had geadviseerd, en dat Dexia in strijd handelde met de regelgeving door de effectenleaseovereenkomst aan te gaan. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.