Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 22 augustus 2024 is uitgesproken. De zaak betreft drie effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten tussen Dexia en een afnemer via een tussenpersoon, Spaar Select. De centrale vraag is of de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd zonder de vereiste vergunning en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De afnemer vorderde schadevergoeding van Dexia, stellende dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door de effectenleaseovereenkomst aan te gaan met een klant die door een niet-gecertificeerde tussenpersoon was geadviseerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en heeft Dexia veroordeeld tot schadevergoeding aan de afnemer. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van de afnemer en Dexia opnieuw beoordeeld. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer had geadviseerd zonder vergunning, en dat Dexia in strijd heeft gehandeld met artikel 41 van de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.