Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
,thans [gedaagde] mede handelend ten behoeve van de gemeenschap, in hoedanigheid van erfgenaam van
[A] ,
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek, met producties,
- de akte uitlating producties tevens akte wijziging eis van Dexia, met producties,
- de akte uitlaten eiswijziging,
- de akte uitlating arresten Hoge Raad van [gedaagde] , met producties,
- de antwoordakte van Dexia, met producties,
- de akte uitlating producties van [gedaagde] ,
- de akte uitlaten jurisprudentie tevens houdende antwoordakte na tussenvonnis van Dexia.
2.De feiten
"Adviseur:"[naam onderneming] B.V. (hierna: [naam onderneming] ) vermeld.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Dexia was verplicht de mensen die een effectenleaseovereenkomst wilden afsluiten (hierna: de afnemer) indringend te waarschuwen dat zij het risico liepen op een restschuld (hierna: de waarschuwingsplicht);
- Dexia was verplicht te onderzoeken of de afnemer deze overeenkomst wel zou kunnen betalen (hierna: de onderzoeksplicht);
- de waarschuwingsplicht en de onderzoeksplicht samen worden de zorgplicht genoemd. Als Dexia deze zorgplicht heeft geschonden, dan is Dexia aansprakelijk voor (een deel van) de schade die dat veroorzaakt heeft bij de afnemer van de overeenkomst;
- er zijn in de rechtspraak formules ontwikkeld (het Hofmodel) om uit te rekenen welk deel van de schade voor rekening van Dexia komt en welk deel de afnemer zelf moet dragen. Het gaat om een verdeling van de schuld van Dexia en de eigen schuld van de afnemer;
- als het aangaan van de overeenkomst zorgt voor een "onaanvaardbaar zware financiële last" voor de afnemer, moet Dexia volgens de vaste formules twee derde deel van de door de afnemer betaalde (termijn)betalingen (ook wel inleg genoemd) en twee derde deel van de
996