Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[erflaatster]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over twee effectenleaseovereenkomsten tussen Dexia Nederland B.V. en de afnemer, die optreedt als erfgenaam van de erflaatster. Dexia had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, dat op 29 juni 2023 was uitgesproken. De afnemer had gevorderd dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door de effectenleaseovereenkomst aan te gaan met een tussenpersoon die niet over de vereiste vergunning beschikte. De kantonrechter had Dexia veroordeeld tot schadevergoeding aan de afnemer, wat Dexia in hoger beroep aanvecht.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld, waarbij het de grieven van Dexia en de vorderingen van de afnemer opnieuw heeft behandeld. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer had geadviseerd zonder de benodigde vergunning. Dit betekent dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de regelgeving omtrent effectenbemiddeling. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak bevestigt de verplichtingen van financiële instellingen bij het aangaan van effectenleaseovereenkomsten en de rol van tussenpersonen in dit proces.