ECLI:NL:RBAMS:2024:702

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
8 februari 2024
Zaaknummer
13/997007-18, 13/997051-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummers: 13/997007-18 (zaak A) en 13/997051-19 (zaak B)
Datum uitspraak: 27 februari 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
gedetineerd.
Inhoudsopgave

1.Onderzoek

1.1
Onderzoek ter terechtzitting
1.2
Inleidende opmerkingen
1.2.1
Werkwijze van de rechtbank
1.2.2
Start van het onderzoek
1.2.3
Procesdossier Marengo

2.Tenlastelegging

3.Voorvragen

3.1
Algemeen kader vormverzuimen
3.2.
De kroongetuige
3.2.1
Inleiding
3.2.2
Totstandkoming van de overeenkomst
3.2.3
Verweren betreffende de rechtmatigheid van de overeenkomst
3.2.4
Oordeel van de rechtbank ten aanzien van de overeenkomst
3.2.4.1 Onjuiste toepassing kroongetuigenregeling?
3.2.4.2 Zijn er ongeoorloofde toezeggingen gedaan?
3.2.4.3 Samenvatting en conclusie
3.2.5
Betrouwbaarheid van de kroongetuige
3.2.5.1 Verweer van de verdediging
3.2.5.2 Oordeel van de rechtbank
3.2.6
Prejudiciële vragen Hof van Justitie EU?
3.3
PGP-bewijs
3.3.1
Inleiding
3.3.1.1 Algemene uitgangspunten
3.3.1.2 Toetsingskader
3.3.2
Feitelijke gang van zaken
3.3.2.1 Ennetcom-data (onderzoek De Vink)
3.3.2.2 PGP-safe-data (onderzoek Sassenheim)
3.3.2.3 Hansken/Marengo-dataset
3.3.2.4 Controle geheimhouders Marengo-dataset
3.3.3
Gevoerde verweren
3.3.3.1 Verwerving
3.3.3.2 Verwerking
3.3.4
Oordeel van de rechtbank
3.3.4.1 Toepasselijkheid Unierecht bij de verwerving
3.3.4.2 Grondslag van de verkrijging van de data
3.3.4.3 Verwerking van de PGP-data in de onderzoeken Ennetcom en PGP-safe
3.3.4.4 Doorverstrekking van de PGP-data aan andere onderzoeken
3.3.5
Geheimhoudersbelangen bij verkrijging en verwerking van de PGP-data
3.3.5.1 Verweer van de verdediging
3.3.5.2 Oordeel van de rechtbank
3.3.6
Tactische en technische verwerking van de PGP-data
3.3.6.1 Verweren van de verdediging
3.3.6.2 Oordeel van de rechtbank
3.3.6.2.1 Inzage in brondata
3.3.6.2.2 Inzage in Marengo-dataset
3.3.6.2.3 Controle en contra-expertise Hansken
3.3.6.2.4 Hansken is geen (buitenwettelijk) technisch hulpmiddel
3.3.6.2.5 Onvolledigheid van de PGP-data
3.3.6.2.6 Forensische onbetrouwbaarheid van de PGP-data
3.3.6.2.6.1 Hashwaarden
3.3.6.2.6.2 Integriteit en betrouwbaarheid van de PGP-data
3.3.6.2.6.3 PGP-e-mailadres (mede) bij een ander in gebruik
3.3.6.2.7 Yüksel Yalçinkaya tegen Turkije
3.3.7
Voorwaardelijke verzoeken
3.3.7.1 Prejudiciële vragen Hof van Justitie EU
3.3.7.2 Aanhouden van de zaak
3.3.7.3 Overige voorwaardelijke verzoeken
3.4
Publieke berechting
3.4.1
Standpunten
3.4.2
Oordeel van de rechtbank
3.4.2.1 Onschuldpresumptie
3.4.2.2 Eerlijk proces
3.4.3.2 Strafvermindering?
3.4.3
Lekken van processtukken
3.4.3.1 Standpunt van de verdediging
3.4.3.2 Oordeel van de rechtbank
3.4.3.2.1 Lekken inzake Koper
3.4.3.2.2 Lekken inzake Marengo
3.4.3.2.3 Lekken inzake EBI en overig
3.4.3.2.4 Conclusie ten aanzien van lekken
3.4.4
Uitlatingen in strijd met de onschuldpresumptie
3.4.4.1 Door opvolgende ministers en Kamerleden
3.4.4.2 Door politiefunctionarissen en een officier van justitie
3.4.4.3 Gevolgen voor detentie-omstandigheden [medeverdachte 1] en nieuwe regelgeving
3.4.4.4 Artikel op de website van het Openbaar Ministerie
3.4.4.5 Veroordeling voor bedreiging
3.4.5
Conclusie
3.5
Eerlijk proces ex artikel 6 EVRM?
3.5.1
Standpunt van de verdediging
3.5.1.1 Recht op bijstand advocaat
3.5.1.2 Voldoende tijd en faciliteiten
3.5.1.3 Horen partner kroongetuige
3.5.1.4 Horen kroongetuige
3.5.1.5 Psychologisch onderzoek
3.5.1.6 Conclusie
3.5.2
Oordeel van de rechtbank
3.6
Conclusie ten aanzien van de voorvragen

4.Waardering van het bewijs

4.1
PGP-identificatie
4.1.1
Identificatie e-mailadressen verdachten Marengo
4.1.2
Identificatie e-mailadressen overige gebruikers
4.1.3
Identificatie e-mailadressen [verdachte]
4.1.3.1 Standpunten
4.1.3.2 Oordeel van de rechtbank
4.2
Zaaksdossier Kreta
4.2.1
Inleiding
4.2.2
Standpunten
4.2.3
Voorgeschiedenis
4.2.4
Verklaringen van [medeverdachte 2]
4.2.5
Duiding van de PGP-berichten in relatie tot voorbereiding moord
4.2.5.1 Periode van oktober tot en met december 2015
4.2.5.2 Periode van december 2015 tot en met januari 2016
4.2.5.3 Periode van 17 tot en met 19 april 2016
4.2.5.4 Periode van 20 mei tot en met 1 juni 2016
4.2.6
Duiding van de PGP-berichten en overige gegevens met betrekking tot (verdere) voorbereiding van moord en de uiteindelijke liquidatie van [slachtoffer 1]
4.2.7
Onderzoek naar de liquidatie van [slachtoffer 1]
4.2.8
Wegmaken van sporen
4.2.9
Betrouwbaarheid van [medeverdachte 2]
4.2.10
Oordeel van de rechtbank
4.2.10.1 Voorbereiding moord op [slachtoffer 1] , [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3]
4.2.10.1.1 Juridisch kader voorbereiding
4.2.10.1.2 Voorbereidingsmiddelen
4.2.10.1.3 Conclusie
4.2.10.2 Moord op [slachtoffer 1]
4.3
Zaaksdossier Tennis
4.3.1
Inleiding
4.3.2
Standpunten
4.3.2
Verklaringen
4.3.2.1 Verklaringen van [betrokkene 4]
4.3.2.2 Verklaringen van getuigen ter plaatse
4.3.3
Tussenbeoordeling
4.3.4
Verklaringen van [medeverdachte 2]
4.3.4.1 Achtergrond: een geldschuld
4.3.4.2 Aanschaf camera bij de MediaMarkt
4.3.4.3 Verzoek tot observatie van [betrokkene 4]
4.3.4.4 Observaties van [betrokkene 4]
4.3.4.5 11 oktober 2016
4.3.4.6 Na 11 oktober 2016
4.3.4.7 Betaling aan [medeverdachte 2]
4.3.5
Bruikbaarheid verklaringen van [medeverdachte 2]
4.3.5.1 Beoordeling betrouwbaarheid verklaringen van [medeverdachte 2]
4.3.5.2 (Kleine) Abs = [betrokkene 4]
4.3.5.3 Vaders van [verdachte] en [betrokkene 4] kennen elkaar
4.3.5.4 Aanschaf camera bij de MediaMarkt
4.3.5.5 Beschrijving verblijfadressen van [betrokkene 4]
4.3.5.6 Bewerken foto’s en verstrekken SD-kaartjes
4.3.5.7 Observaties van [betrokkene 4]
4.3.5.8 Volkswagen Passat van [medeverdachte 3]
4.3.5.9 Contra-indicaties?
4.3.5.10 Conclusie
4.3.6
Oordeel van de rechtbank
4.3.6.1 Poging tot moord
4.3.6.2 Juridisch kader medeplegen
4.3.6.3 Rol van [verdachte]
4.4
Zaaksdossier Zeilboot
4.4.1
Inleiding
4.4.2
Standpunten
4.4.3
Oordeel van de rechtbank
4.5
Zaaksdossier Roos/Doorn
4.5.1
Inleiding
4.5.2
Standpunten
4.5.3
Feiten en omstandigheden
4.5.3.1 Telefoonnummers
4.5.3.2 Auto’s regelen
4.5.3.3 [betrokkene 5] invalide maken
4.5.3.4 [betrokkene 5] naar de hel sturen
4.5.3.5 7 januari 2017
4.5.3.6 8 januari 2017
4.5.3.7 Avond van 9 januari en nacht van 9 op 10 januari 2017
4.5.3.8 Periode van 10 en 11 januari 2017
4.5.3.9 Nacht van 11 op 12 januari 2017
4.5.3.10 Avond van 12 januari 2017
4.5.3.11 13 januari 2017
4.5.3.12 Auto herkend
4.5.3.13 Gesprek [medeverdachte 2] met familie [slachtoffer 2]
4.5.3.14 Incident 14 januari 2017
4.5.3.15 Loods in Landsmeer
4.5.3.16 Aantreffen Seat Ibiza
4.5.3.17 Ontmoeting [medeverdachte 2] met [betrokkene 6]
4.5.4
Oordeel van de rechtbank
4.5.4.1 Betrouwbaarheid verklaringen van [medeverdachte 2]
4.5.4.2 Moordopdracht [betrokkene 5] ?
4.5.4.3 Berust de moord op [slachtoffer 2] op een vergissing?
4.5.4.4 Rol van [verdachte]
4.5.4.4.1 Bij voorbereiding van de moord op [betrokkene 5]
4.5.4.4.2 Bij de moord op [slachtoffer 2]
4.6
Zaaksdossier 140 Sr (criminele organisatie)
4.6.1
Standpunten
4.6.2
Oordeel van de rechtbank
4.6.2.1 Juridisch kader artikel 140 Sr
4.6.2.2 Gepleegde misdrijven
4.6.2.3 Wagenpark
4.6.2.4 Onderzoek Koper
4.6.2.5 Aangetroffen administraties
4.6.2.6 Verklaringen van [medeverdachte 2]
4.6.2.7 Conclusie ten aanzien van de criminele organisatie
4.6.2.8 Deelname aan de criminele organisatie

5.Bewezenverklaring

6.Strafbaarheid van de feiten

7.Strafbaarheid van verdachte

8.Motivering van de straf

8.1
Eis van het Openbaar Ministerie
8.2
Standpunt van de verdediging
8.3
Oordeel van de rechtbank
8.3.1
Ernst van de feiten en persoon van de verdachte
8.3.2
Uitlevering Colombia8.3.2.1 Inleiding
8.3.2.2 Standpunt van de verdediging
8.3.2.3 Standpunt van het Openbaar Ministerie
8.3.2.4 Oordeel van de rechtbank
8.3.3
Levenslang
8.3.3.1 Inleiding
8.3.3.2 Bespreking verweren
8.3.4
Publieke berechting
8.3.5
Redelijke termijn
8.3.6
Conclusie

9.Beslag

9.1
Standpunten
9.2
Oordeel van de rechtbank

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

11.Beslissingen

Bijlage 1 – Tenlastelegging
Bijlage 2 – Overzicht PGP-e-mailadressen en gebruikers
Bijlage 3 – Feitenvaststelling overige zaaksdossiers
Bijlage 4 – Bewijsoverwegingen criminele organisatie ten aanzien van de medeverdachten
Bijlage 5 – Standpunten en toelichting Openbaar Ministerie met betrekking tot beslag
1. Onderzoek
1.1
Onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 10, 11 en 12 juli 2019, 24 september 2019, 12 en 13 december 2019, 27 en 28 februari 2020, 11, 12, 13 en 27 augustus 2020, 3 september 2020, 28 en 29 oktober 2020, 3 november 2020, 13, 14 en 15 januari 2021, 11, 12 en 22 maart 2021, 7 en 16 april 2021, 3, 11, 21, 25, 29 en 30 juni 2021, 14, 15, 21 en 22 september 2021, 13 oktober 2021, 7, 9, 10, 14, 16, 17, 20 en 22 december 2021, 1 en 21 maart 2022, 9 en 20 mei 2022, 8, 9, 13, 14, 16, 20, 21, 23, 28 en 30 juni 2022, 13 en 15 september 2022, 1, 2 en 30 november 2022, 6 december 2022, 14, 17 en 22 februari 2023, 14, 27 en 29 maart 2023, 17, 30 en 31 mei 2023, 6, 8 en 26 juni 2023, 6 en 14 juli 2023, 6 oktober 2023, 21 december 2023, 6 en 14 februari 2024.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie (hierna: het Openbaar Ministerie) en van wat verdachte en zijn verdediging (hierna: de verdediging) naar voren hebben gebracht.
1.2
Inleidende opmerkingen
1.2.1
Werkwijze van de rechtbank
Het onderzoek Marengo heeft betrekking op zeventien verdachten. Zestien van hen worden verdacht van betrokkenheid bij een of meer moorden, pogingen daartoe of voorbereiding daarvan. Alle verdachten worden beschuldigd van betrokkenheid bij dezelfde criminele organisatie die gericht was op moorden, vuurwapendelicten en gekwalificeerde diefstal. In dit vonnis zijn de overwegingen en beslissingen opgenomen die in de strafzaak tegen de hierboven genoemde verdachte zijn gegeven. De rechtbank wijst vandaag ook vonnis in de zaken van de zestien andere verdachten die (grotendeels) gelijktijdig terecht hebben gestaan.
De rechtbank zal in plaats van de term ‘verdachte’ steeds de namen van de verdachten gebruiken: [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] , [verdachte] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 13] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 15] , [medeverdachte 16] en [medeverdachte 1] . De rechtbank gebruikt een voorletter in die gevallen waarin meerdere verdachten in het dossier dezelfde achternaam hebben en de hele voornaam als ze ook dezelfde voorletter hebben.
Omdat in de zaak van [medeverdachte 2] het onderzoek ter terechtzitting al was aangevangen bij de rechtbank Midden-Nederland treedt de rechtbank in zijn zaak op als de rechtbank Midden-Nederland. In de zaak van [medeverdachte 5] was het onderzoek ter terechtzitting met betrekking tot het onderzoek Zeilboot al aangevangen bij de rechtbank Midden-Nederland op het moment dat de zaak Marengo aanving bij de rechtbank Amsterdam. Dat is de reden dat er in de zaak van [medeverdachte 5] separate vonnissen worden gewezen.
Het onderzoek Marengo bestaat uit een groot aantal deelonderzoeken die onderling met elkaar verweven zijn, door de daarop gebaseerde verdenking van het leidinggeven aan dan wel de deelname aan de criminele organisatie. Deze verwevenheid maakt dat de rechtbank niet alleen op de verweren van de betreffende verdachte in zal gaan, maar waar nodig ook hetgeen is aangevoerd in de zaken van de andere verdachten (ambtshalve) in haar oordeel zal betrekken.
1.2.2
Start van het onderzoek
Op 14 januari 2017 heeft [medeverdachte 2] zich na overleg met zijn advocaat laten aanhouden en vanaf dat moment is een kroongetuigetraject gaan lopen. [medeverdachte 2] heeft in 41 kluisverklaringen verklaard over een aantal moorden of pogingen daartoe waar hij deels zelf bij betrokken is geweest. Op 27 december 2017 is dit uitgemond in een overeenkomst met [medeverdachte 2] als kroongetuige. Door zijn verklaringen en door ontsleutelde PGP-berichten is een groot aantal verdachten in beeld gekomen die ervan verdacht worden te behoren tot een organisatie die verantwoordelijk is voor tot op dat moment grotendeels onopgeloste levensdelicten. Het onderzoek dat hieruit voortkwam kreeg de naam Marengo. [medeverdachte 2] was op 5 september 2017, dus al voordat hij de overeenkomst sloot, als verdachte aangehouden in de zaak Roos/Doorn. Op 18 december 2017 is [medeverdachte 9] , op wie de nacht daarvoor een aanslag was gepleegd waarbij hij gewond is geraakt, als eerste verdachte aangehouden in het onderzoek Marengo. In de loop van 2018, 2019 en 2020 zijn de overige verdachten in het onderzoek Marengo aangehouden. [1]
1.2.3
Procesdossier Marengo
Het procesdossier bevat (zoveel mogelijk chronologisch) de volgende deelonderzoeken:
Rudolf: de moord op [slachtoffer 3] op 9 september 2015 en het beramen van een ontploffing in de spyshop te Nieuwegein in de periode van 15 augustus 2015 tot en met 19 oktober 2015;
Ster: de moord op [slachtoffer 4] op 17 april 2016 en het beramen van de moord op [slachtoffer 4] en [betrokkene 7] in de periode van 1 maart 2016 tot en met 17 april 2016;
Aker: de moord op [slachtoffer 5] op 9 mei 2016 en het beramen van de moord op [slachtoffer 5] in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 januari 2016;
Kreta: de moord op [slachtoffer 1] op 22 juni 2016 en het beramen van de moord op [slachtoffer 1] , [betrokkene 3] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] in de periode van 17 april 2016 tot en met 22 juni 2016;
Tennis: de poging tot moord op [betrokkene 4] op 11 oktober 2016;
Plato: de poging tot moord op [betrokkene 8] op 5 december 2016;
Zeilboot/Raspvijl: de poging tot moord en de moord op [slachtoffer 6] op 8 december 2016 en de poging tot moord op [slachtoffer 6] op 2 juli 2016;
Roos/Doorn: de moord op [slachtoffer 2] op 12 januari 2017 en het beramen van de moord op [betrokkene 5] in de periode 1 december 2016 tot en met 14 januari 2017;
De criminele organisatie in de periode van 16 juli 2015 tot en met 14 januari 2017.
Daarnaast bevat het dossier het onderzoek Alpine, dat gaat over een witwasverdenking tegen [medeverdachte 15] .
In het strafdossier van iedere verdachte is, behalve het gehele Marengo-dossier (met bovengenoemde negen deelonderzoeken), tevens gevoegd:
10. alle processen-verbaal van de terechtzittingen van de rechtbank tegen ieder van de Marengo-verdachten (met uitzondering van de processen-verbaal van de terechtzittingen over de persoonlijke omstandigheden van de verdachten en de processen-verbaal van de terechtzittingen waarin enkel is gepleit of gedupliceerd; deze processen-verbaal maken slechts deel uit van het strafdossier van de desbetreffende verdachte);
10. alle processen-verbaal van (getuigen)verhoor door de rechter-commissaris die in de zaken van een of meer van de verdachten zijn opgemaakt.
Alle verklaringen van alle verdachten zoals afgelegd op de terechtzittingen maken dus deel uit van het procesdossier, ook de verklaringen die zij in hun eigen zaak hebben afgelegd. Dit maakt dat het procesdossier voor elke verdachte (afgezien van de persoonsdossiers) gelijkluidend is.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging in zaak A is op de zitting van 1 maart 2022 nader omschreven. De tenlastelegging in zaak B is op de zittingen van 1 maart 2022 en 14 februari 2023 gewijzigd. [verdachte] wordt kort gezegd beschuldigd van het volgende.
Zaak A (13/997007-18)
Feit 1: Betrokkenheid bij de voorbereiding van de moord op [slachtoffer 1] en/of [betrokkene 1] en of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] in de periode van 17 april 2016 tot en met 22 juni 2016 in Utrecht (ZD Kreta);
Feit 2: Betrokkenheid bij de moord op [slachtoffer 1] op 22 juni 2016 in Utrecht (ZD Kreta);
Feit 3: Betrokkenheid bij de poging tot moord op [betrokkene 4] op 11 oktober 2016 in Utrecht (ZD Tennis);
Feit 4: Betrokkenheid bij de voorbereiding van de moord op [betrokkene 5] , gepleegd in de periode van 1 december 2016 tot en met 14 januari 2017 in Zaandam en/of Amsterdam en/of Utrecht (ZD Doorn);
Feit 5: Betrokkenheid bij de moord op H. [slachtoffer 2] , gepleegd op 12 januari 2017 in Utrecht (ZD Roos);
Feit 6: Als leider/bestuurder deelnemen aan een criminele organisatie met als oogmerk moord, gekwalificeerde diefstal en/of het bezit van vuurwapens en munitie in de periode van 16 juli 2015 tot en met 14 januari 2017 (ZD 140 Sr).
Zaak B (13/997051-19)
Feit 1: Betrokkenheid bij de moord op [slachtoffer 6] op 8 december 2016 in Laren
(ZD Zeilboot);
Feit 2: Betrokkenheid bij de poging tot moord op [slachtoffer 6] op 8 december 2016 in Amsterdam (ZD Zeilboot).
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage 1, die aan dit vonnis is gehecht. Die bijlage geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De verdediging heeft verweer gevoerd ten aanzien van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging. De rechtbank zal hier in het navolgende op ingaan.
3.1
Algemeen kader vormverzuimen
Als bij het voorbereidend onderzoek sprake is van onherstelbare vormverzuimen, kan de rechter daaraan gevolgen verbinden. Uit de wet en de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat het moet gaan om vormverzuimen die zijn begaan in het onderzoek dat voorafgaat aan het onderzoek ter terechtzitting. Onder die vormverzuimen zijn in het bijzonder ook begrepen normschendingen bij de opsporing. De rechter kan ook gevolgen verbinden aan een vormverzuim door een ambtenaar die met opsporing en vervolging is belast, maar dat niet is begaan bij het voorbereidend onderzoek tegen de verdachte of aan een onrechtmatige handeling jegens de verdachte door een andere functionaris of persoon dan zo’n opsporingsambtenaar. Een rechtsgevolg kan dan op zijn plaats zijn indien het betreffende vormverzuim of de betreffende onrechtmatige handeling van bepalende invloed is geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek naar en/of de (verdere) vervolging van de verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit. [2]
De consequenties die de rechter aan schending van een vormverzuim kan verbinden zijn, in oplopende zwaarte: de enkele constatering van de schending van een vormverzuim, strafvermindering, bewijsuitsluiting of niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging.
In het algemeen geldt dat hoe groter de ernst van het vormgebrek en de gevolgen daarvan zijn, des te zwaarder het rechtsgevolg is dat de rechter daaraan kan verbinden. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat de zwaarste sanctie voor een vormverzuim, de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging, slechts in zeer uitzonderlijke gevallen aan de orde kan zijn. In zijn arrest van 1 december 2020 [3] heeft de Hoge Raad over de aan te leggen maatstaf overwogen:
‘De strekking van deze maatstaf is dat in het geval dat een zodanig ernstige inbreuk op het recht van de verdachte op een eerlijke behandeling van zijn zaak is gemaakt dat geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM, niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging plaatsvindt. Het moet dan gaan om een onherstelbare inbreuk op het recht op een eerlijk proces die niet op een aan de eisen van een behoorlijke en effectieve verdediging beantwoordende wijze is of kan worden gecompenseerd. Daarbij moet die inbreuk het verstrekkende oordeel kunnen dragen dat – in de bewoordingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens – “the proceedings as a whole were not fair”. In het zeer uitzonderlijke geval dat op deze grond de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging in beeld komt, hoeft echter niet – in zoverre stelt de Hoge Raad de eerder gehanteerde maatstaf bij – daarnaast nog te worden vastgesteld dat de betreffende inbreuk op het recht op een eerlijk proces doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte heeft plaatsgevonden.
Aanleiding voor niet-ontvankelijkverklaring op deze grond kan bijvoorbeeld bestaan in het geval dat de verdachte door een opsporingsambtenaar dan wel door een persoon voor wiens handelen de politie of het openbaar ministerie verantwoordelijk is, is gebracht tot het begaan van het strafbare feit waarvoor hij wordt vervolgd, terwijl zijn opzet tevoren niet al daarop was gericht (vgl. HR 29 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0655), of waarin gedragingen van politie en justitie ertoe hebben geleid dat de waarheidsvinding door de rechter onmogelijk is gemaakt (vgl. HR 8 september 1998, ECL:NL:HR:1998:ZD1239).’
Bij de beoordeling of sprake is van vormverzuimen waaraan de rechter een niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie kan verbinden dient, zoals hiervoor vermeld, te worden nagegaan of sprake is van de situatie dat “the proceedings as a whole were not fair”, met andere woorden: heeft de verdachte een oneerlijk proces gehad? Onderdeel van een eerlijk proces is dat de rechter die over de zaak oordeelt het onderzoek in de zaak onafhankelijk en onpartijdig, zonder vooringenomenheid, uitvoert en daarna een gemotiveerd oordeel geeft. Onderdeel van een eerlijk proces is ook dat de verdediging tegen het onderzoeksmateriaal en de beschuldigingen kan inbrengen wat zij daartegen wil inbrengen en daartoe het door haar gewenste onderzoek kan uitvoeren. Daarvoor moet de verdediging ook voldoende tijd en gelegenheid worden gegund. Of sprake is van een eerlijk proces is niet alleen afhankelijk van de mate waarin rekening wordt gehouden met de belangen van de verdachte, maar ook met de gerechtvaardigde belangen van anderen die bij het strafproces zijn betrokken, zoals slachtoffers en nabestaanden. Ook dient daarbij rekening te worden gehouden met het publieke belang bij het onderzoek en bestraffing van de specifieke strafbare feiten die het betreft. De beoordeling of sprake is geweest van een eerlijk proces kan in beginsel pas achteraf worden gemaakt. Dan kan namelijk pas worden bezien of de rechter alle betrokken belangen juist heeft afgewogen en beoordeeld. Dit betekent dat de rechtbank bij de beoordeling van de vraag of het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging, al vooruit moet kijken naar haar beoordeling over de eerlijkheid van dit proces in zijn geheel. De rechtbank moet zich dus al in het kader van de voorvragen (mede) een oordeel vormen over haar eigen beslissingen in Marengo en de wijze waarop deze zijn gemotiveerd.
Namens diverse verdachten is betoogd dat om meerdere redenen sprake is van vormverzuimen, die ieder voor zich maar ook in samenhang bezien en bij elkaar opgeteld (primair) moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Verdedigingen hebben zich over en weer bij elkaars verweren aangesloten. Het gaat dan onder andere om verweren in het kader van het PGP-bewijs, de rechtmatigheid van de overeenkomst met de kroongetuige en de verweren in het kader van de gestelde publieke berechting. De door de verdediging van [verdachte] gevoerde verweren, waaronder ook vallen de verweren waarbij namens hem is aangesloten, zullen in het navolgende worden besproken. De rechtbank zal daarbij beoordelen of sprake is van de door de verdediging gestelde vormverzuimen, en zo ja, of deze leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. In het voorkomende geval zal de rechtbank beoordelen of een eventueel ander, minder zwaar, rechtsgevolg aan een geconstateerd vormverzuim verbonden zal moeten worden. De rechtbank zal voorts nagaan of een eventuele opeenstapeling van vormverzuimen die op zichzelf niet tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie leiden, in samenhang bezien wel dienen te leiden tot het oordeel dat geen sprake (meer) is van een eerlijk proces.
3.2.
De kroongetuige
3.2.1
Inleiding
In dit onderdeel zal de rechtbank de rechtmatigheid beoordelen van de overeenkomst die de Staat der Nederlanden heeft gesloten met [medeverdachte 2] als kroongetuige en daarnaast een oordeel geven over de betrouwbaarheid van de verklaringen die hij heeft afgelegd.
De rechtbank zal eerst de totstandkoming van de overeenkomst met [medeverdachte 2] beschrijven. Daarna zal zij de verweren bespreken die de rechtmatigheid van de overeenkomst betreffen. Vervolgens komen de verweren aan bod die de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 2] betwisten. Hoewel de door de verschillende verdachten gevoerde verweren niet geheel overeenkomen en niet alle verdachten zich over en weer bij alle verweren hebben aangesloten, zal de rechtbank ze gezamenlijk bespreken, ook in de vonnissen van de verdachten namens wie geen verweer gevoerd is.
Het oordeel over de rechtmatigheid van de kroongetuigenovereenkomst ligt op grond van de wettelijke regeling primair bij de rechter-commissaris. Maar als de rechtmatigheid van deze overeenkomst uitdrukkelijk onderbouwd door de verdediging wordt bestreden, moet de rechtbank – als zij oordeelt dat de overeenkomst wel rechtmatig is – de redenen geven die daartoe hebben geleid (artikel 359 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv)).
De rechtbank dient te beoordelen of de overeenkomst met [medeverdachte 2] dringend noodzakelijk was om de opsporing, voorkoming of beëindiging van feiten mogelijk te maken die anders niet of niet tijdig zou plaatsvinden, of er een redelijke verhouding was tussen het belang van de te verkrijgen informatie en/of de te leveren tegenprestatie en of de overeenkomst – in het licht van de gevoerde verweren – binnen de grenzen van het recht is gebleven.
3.2.2
Totstandkoming van de overeenkomst
[medeverdachte 2] is op 14 januari 2017 met een vuurwapen in Amsterdam aangehouden en vervolgens in voorlopige hechtenis genomen. Dit was een vooropgezet plan, waarover hij met zijn raadsman had overlegd. Na zijn aanhouding heeft hij verteld dat hij klem zat tussen twee groeperingen – de familie [slachtoffer 2] en de groepering rond [medeverdachte 1] –, dat hij zelf betrokken was geweest bij verschillende liquidaties en dat hij bereid was daarover verklaringen af te leggen. In de dagen daarna hebben gesprekken plaatsgevonden tussen [medeverdachte 2] , bijgestaan door zijn raadsman, het Team Bijzondere Getuigen (TBG) en de aan dat team verbonden officier van justitie (de TBG-officier van justitie). In die gesprekken heeft [medeverdachte 2] gemeld over welke levensdelicten hij zou kunnen verklaren en zijn de voorwaarden voor het afleggen van kluisverklaringen besproken. Uiteindelijk heeft hij tussen 26 januari 2017 en 18 mei 2017 in totaal 41 kluisverklaringen afgelegd. In de maanden daarna heeft een verificatieonderzoek naar deze verklaringen plaatsgevonden.
In september 2017 is [medeverdachte 2] als verdachte aangemerkt in het onderzoek Roos en in zijn cel aangehouden. Deze aanhouding was niet gebaseerd op de kluisverklaringen van [medeverdachte 2] (die immers nog in de kluis lagen), maar op andere onderzoeksbevindingen. In november 2017 heeft [medeverdachte 2] een voorovereenkomst ondertekend. Op 20 december 2017 heeft het College van procureurs-generaal toestemming gegeven voor de voorgenomen overeenkomst. Op 27 december 2017 heeft [medeverdachte 2] een overeenkomst gesloten met de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door een officier van justitie, nadat de rechter-commissaris op dezelfde datum deze overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en [medeverdachte 2] had getoetst en rechtmatig had bevonden. De rechter-commissaris heeft deze beslissing op 29 december 2017 schriftelijk vastgelegd en ondertekend. De ondertekende overeenkomst is tekstueel gelijk aan de voorovereenkomst.
In de overeenkomst verbindt [medeverdachte 2] zich om als getuige verklaringen af te leggen met betrekking tot een aantal in de overeenkomst genoemde misdrijven (hierna: de dealfeiten) en doet hij afstand van zijn verschoningsrecht als bedoeld in artikel 219 Sv. Daarnaast verklaart [medeverdachte 2] dat de inhoud van zijn kluisverklaringen naar zijn beste weten volledig op waarheid berust. De officier van justitie verbindt zich om bij onverkorte nakoming door [medeverdachte 2] de strafeis voor zijn aandeel in de dealfeiten te zullen stellen op twaalf jaren gevangenisstraf. Daarbij verklaart de officier van justitie dat de strafeis tegen een verdachte die geen kroongetuige is, bij gelijke omstandigheden een gevangenisstraf van vierentwintig jaren zou inhouden.
In de overeenkomst is vastgelegd dat [medeverdachte 2] wordt vervolgd voor het medeplegen van de moord op [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) (subsidiair de medeplichtigheid daaraan) en voorbereiding voor deze moord, het medeplegen van de moord op [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) (subsidiair de medeplichtigheid daaraan, meer subsidiair voorbereidingshandelingen voor de moord op [betrokkene 5] (hierna: [betrokkene 5] )), het medeplegen van de poging tot moord op [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4] ) (subsidiair de medeplichtigheid daaraan en – de rechtbank begrijpt, meer subsidiair – voorbereidingshandelingen voor die moord) en de deelname aan een criminele organisatie die in het bijzonder tot oogmerk heeft het plegen van liquidaties.
[medeverdachte 2] is na het sluiten van de overeenkomst nog tientallen keren, vaak hele dagen lang, verhoord. Vanaf maart 2018 is hij intensief verhoord door de (tactische) recherche. Op de terechtzitting van 11 juli 2019 is er een eerste gelegenheid geweest voor de verdediging om [medeverdachte 2] vragen te stellen. Verspreid over het eerste half jaar van 2020 is hij vervolgens veertien dagen verhoord door de rechter-commissaris, waarbij de verdediging hem voor het eerst uitgebreid vragen kon stellen. Vanaf december 2020 is [medeverdachte 2] meermaals ter terechtzitting verhoord, eerst door de rechtbank en vervolgens door diverse advocaten. Het laatste verhoor ter terechtzitting vond plaats op 6 februari 2024, in de zaak van [verdachte] . Het dossier bevat in totaal ruim 3.000 pagina’s aan verhoren van [medeverdachte 2] .
3.2.3
Verweren betreffende de rechtmatigheid van de overeenkomst
Er zijn diverse verweren gevoerd die strekken tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie dan wel tot bewijsuitsluiting van de verklaringen van [medeverdachte 2] , omdat de overeenkomst met [medeverdachte 2] niet rechtmatig is.
Zo is aangevoerd dat de huidige toepassing van de kroongetuigenregeling, zoals door de Hoge Raad is goed gevonden in het Passageproces, niet juist is in het licht van de wetsgeschiedenis. Uitgangspunt van de kroongetuigenregeling is dat een kroongetuige geen koopgetuige mag zijn, maar in de huidige praktijk is de beschermingsovereenkomst een vrijplaats voor het geven van een financiële beloning in ruil voor verklaringsbereidheid. Enig rechterlijk toezicht ontbreekt, terwijl artikel 226j lid 3 Sv daarvoor wel een aanknopingspunt biedt. In deze zaak zijn er door de iPhone-berichten van [medeverdachte 2] sterke aanwijzingen dat er een toezegging is gedaan van een buitenproportionele beloning. Uit die berichten blijkt dat [medeverdachte 2] geld wil zien en zelf een causaal verband legt tussen dat geld en zijn verklaringen. Dat is in strijd met de bedoeling van de wetgever en daarmee in strijd met de wet en dus onrechtmatig.
Doordat de verdediging geen inzicht wordt verschaft in de financiële inhoud van de beschermingsovereenkomst, een rechter hier geen kennis van heeft kunnen nemen en de vragen aan de kroongetuige over zijn financiële verwachtingen werden belet, kan niet worden volgehouden dat de verdediging een redelijke gelegenheid heeft gehad om de wederrechtelijkheid van de afspraken met de kroongetuige, waaronder de mogelijkheid van de beïnvloeding van de betrouwbaarheid van die getuige door die overeenkomst, te presenteren. Dit is een schending van de in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) vervatte ‘equality of arms’. Daar komt bij dat aannemelijk is dat de verklaringen van de kroongetuige, indien deze worden gebruikt, van doorslaggevend belang zullen zijn, maar er geen maatregelen zijn getroffen ter compensatie van het gebrek aan kennis van de verdediging over de totstandkoming van de overeenkomst.
Daarnaast is door de verdediging aangevoerd dat er aan [medeverdachte 2] ongeoorloofde toezeggingen zijn gedaan. Zo beweert hij zelf dat hem is toegezegd dat de straf die aan hem is opgelegd voor het wapenbezit op 14 januari 2017 op enigerlei wijze in de executiefase zou worden verdisconteerd in de aan hem op te leggen straf in de zaak Marengo. Als door het Openbaar Ministerie verdiscontering van de voornoemde straf is afgesproken, dan staat vast dat [medeverdachte 2] in strijd met de wet meer korting op zijn straf toegezegd heeft gekregen dan is toegestaan. Daarmee is in strijd met de wet gehandeld en derhalve is er wederom sprake van een schending van artikel 6 EVRM.
Ook het feit dat bij de strafeis rekening wordt gehouden met de inmiddels gewijzigde regeling met betrekking tot de voorwaardelijke invrijheidstelling (hierna: de v.i.-regeling) – waardoor netto slechts acht jaren gevangenisstraf resteert – levert volgens de verdediging een grotere korting op de straf op dan wettelijk is toegestaan. Daar komt bij dat de overeengekomen bruto-strafeis van vierentwintig jaren – vergeleken met de strafeisen in de zaken van de medeverdachten – al disproportioneel laag was. Bovendien is sprake van ontoelaatbare toezeggingen door [medeverdachte 2] niet te vervolgen in de zaken Zeilboot/Raspvijl en Orinoco, door hem niet te vervolgen voor Opiumwetdelicten, door het ongemoeid laten van het financiële voordeel (uit drugshandel, liquidaties, chantage en witwaspraktijken) en door de begunstiging van de levenspartner van [medeverdachte 2] . Dit geldt ook voor de keuzes die het Openbaar Ministerie gemaakt heeft bij het opstellen van de tenlasteleggingen van [medeverdachte 2] . Hij wordt in de zaak Kreta – anders dan zijn medeverdachten – niet vervolgd voor voorbereiding van de moord op de broers [betrokkene 2] en [betrokkene 1] en [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3] ), hoewel hij daartoe wel handelingen heeft verricht. In de zaak Roos/Doorn wordt hij de facto niet vervolgd voor voorbereiding van de moord op [betrokkene 5] , nu dit meer subsidiair ten laste is gelegd en daar dus niet aan toe gekomen zal worden.
Tot slot stelt de verdediging dat er een extra begunstiging zit in bepaling 4.2 van de overeenkomst, waarin staat dat als [medeverdachte 2] de overeenkomst niet is nagekomen, hij een redelijke termijn krijgt om dat alsnog te doen. Dit is een toezegging die buiten het kader van artikel 226g Sv valt. Daarmee is in strijd met de wet gehandeld en een onrechtmatige overeenkomst gesloten. Ook dit levert een schending van artikel 6 EVRM op.
3.2.4
Oordeel van de rechtbank ten aanzien van de overeenkomst
3.2.4.1 Onjuiste toepassing kroongetuigenregeling?
In de Passage-arresten van 23 april 2019 heeft de Hoge Raad de door het gerechtshof Amsterdam geschetste kaders waarbinnen de kroongetuigenregeling moet worden toegepast, bevestigd. [4] Kern is volgens de Hoge Raad ‘dat toezeggingen met betrekking tot de feitelijke bescherming van de getuige geen onderdeel uitmaken van de in art. 226g, eerste lid, Sv bedoelde afspraak en evenmin kunnen worden beschouwd als afspraken in de zin van art. 226g, vierde lid, Sv, zodat voor het openbaar ministerie geen verplichting bestaat dergelijke toezeggingen bekend te maken en deze ook geen voorwerp zijn van toetsing door de rechter-commissaris op de voet van art. 226g, derde lid, Sv of door de zittingsrechter’. [5] Dat is de wettelijke regeling zoals zij op dit moment is. De omstandigheid dat er in de wetenschap en in de politiek af en toe gepleit wordt voor een aanpassing van de regeling en de invoering van een onafhankelijke toetsing van de op grond van artikel 226l Sv gesloten beschermingsovereenkomst, doet daaraan niet af. Voor een toetsing van de beschermingsovereenkomst door de rechter-commissaris biedt artikel 226j lid 3 Sv thans in ieder geval geen grondslag. [6]
Uitgangspunt van de kroongetuigenregeling is – daar heeft de verdediging gelijk in – dat de verklaring van de kroongetuige niet ‘gekocht’ mag worden. Anderzijds zullen de beschermingsmaatregelen die uiteindelijk worden getroffen veelal ook een financiële component bevatten. Een kroongetuige zal eenmaal op vrije voeten immers een nieuw bestaan moeten opbouwen en dat kost geld. De stelling van de verdediging dat er sterke aanwijzingen zijn dat er in het onderhavige geval sprake is van een koopgetuige en dat er (dus) een causaal verband is tussen de verklaringen van de kroongetuige (c.q. zijn verklaringsbereidheid) en een beloning, volgt de rechtbank echter niet. De rechtbank heeft kennisgenomen van de door de verdediging ingebrachte chats van de kroongetuige met familieleden, die zijn teruggevonden op de iPhone die hij in de periode september 2017 tot medio februari 2018 heimelijk in zijn cel heeft gehad. Op grond van die berichten lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat [medeverdachte 2] in het kader van de beschermingsovereenkomst zoveel mogelijk geld wilde ontvangen. Er is echter geen aanknopingspunt voor de stelling dat er vervolgens ook daadwerkelijk zulke hoge geldbedragen aan [medeverdachte 2] zijn toegezegd, dat die redelijkerwijs niet meer met passende bescherming in verband kunnen worden gebracht.
Redengevend is daarbij dat de door de verdediging geciteerde berichten weliswaar duidelijk maken dat [medeverdachte 2] bepaalde financiële wensen heeft, maar dat nergens blijkt dat het Openbaar Ministerie deze wensen vervolgens ook heeft gehonoreerd. Verder dateren de berichten waarin [medeverdachte 2] zijn wensen aan zijn familieleden kenbaar maakt, voor een deel van januari 2018, dus van na het sluiten van de kroongetuigenovereenkomst. Op het moment van het sluiten van de overeenkomst op 27 december 2017 verbond hij zich om verklaringen af te leggen. Kennelijk waren de beschermingsmaatregelen en de daarbij behorende financiële afspraken toen nog niet geregeld. Daar komt bij dat de kluisverklaringen, waarin hij over alle dealfeiten uitgebreid heeft verklaard, ruim daarvoor – in de periode van januari tot mei 2017 – zijn afgelegd. Er was toen nog geen concreet zicht op een overeenkomst en een van de hoofdpunten van de kroongetuigenovereenkomst is, naast het afleggen van nadere verklaringen, dat hij in die kluisverklaringen de waarheid heeft verklaard. Die kluisverklaringen kunnen dus hoe dan ook niet aangemerkt worden als ‘gekocht’. Er is het voorgaande in aanmerking nemende geen aanknopingspunt voor de suggestie van de verdediging dat [medeverdachte 2] welbewust over zoveel mogelijk feiten is gaan verklaren, om een (financieel) zo gunstig mogelijke deal eruit te slepen.
De omstandigheid dat de verdediging de (financiële aspecten van de) beschermingsmaatregelen niet kan toetsen levert geen schending van het beginsel van ‘equality of arms’ op. De positie van de verdediging verschilt hierin immers niet van het zaaks-Openbaar Ministerie en de verdediging heeft bovendien volop de gelegenheid gehad om het waarheidsgehalte van de kluisverklaringen en (daarmee) de betrouwbaarheid van de kroongetuige te toetsen. Van een onjuiste toepassing van de kroongetuigenregeling – en van een schending van artikel 6 EVRM – is gezien het bovenstaande geen sprake.
3.2.4.2 Zijn er ongeoorloofde toezeggingen gedaan?
De verweren richten zich voor een groot deel op (vermeend) ongeoorloofde toezeggingen. Daarvoor geldt het volgende. De toezegging die in het kader van een kroongetuigenovereenkomst mag worden gedaan is dat strafvermindering met toepassing van artikel 44a van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) zal worden gevorderd, te weten – voor zover hier van belang – maximaal de helft bij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarnaast kan er sprake zijn van zogenoemd gunstbetoon als bedoeld in artikel 226g lid 4 Sv. Dit gaat om het gebruik van wettelijke bevoegdheden door de officier van justitie die een gunstige invloed kunnen hebben op de bereidheid van de kroongetuige tot het afleggen van een verklaring, maar die niet strekken tot strafvermindering of anderszins verband houden met de beantwoording van de vragen van de artikelen 348 en 350 Sv. Gunstbetoon ziet op toezeggingen van relatief geringe omvang. Een toezegging die niet meer behelst dan hetgeen de officier van justitie onder normale omstandigheden met toepassing van het bestaande beleid zou hebben besloten, is geen toezegging in de zin van de wet.
In de door het College van procureurs-generaal opgestelde Aanwijzing toezeggingen aan getuigen in strafzaken (hierna: de Aanwijzing) is het kader van de toezeggingen nader uitgewerkt, waarbij in artikel 5 de niet toelaatbare toezeggingen zijn omschreven. Dit artikel luidt, voor zover van belang:
‘De officier van justitie mag geen toezeggingen doen met betrekking tot:
1. de inhoud van de tenlastelegging (zogenoemde plea-bargaining, bijvoorbeeld over het aantal op te nemen feiten in de dagvaarding en de zwaarte daarvan);
2. het in afwijking van het geldende opsporings- en vervolgingsbeleid afzien van actieve opsporing of vervolging van strafbare feiten (een toezegging die strekt tot het staken van de opsporing of tot een sepot na afsluiting van het opsporingsonderzoek in afwijking van het bestaande vervolgingsbeleid, is derhalve niet toegestaan);
3. (…)
4. het geven van een financiële beloning;
5. (…)
6. het geheel of gedeeltelijk achterwege laten van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing;
7. het begunstigen van anderen dan de getuige, zoals diens levenspartner;
8. (…)’
Financiële beloning?
Hiervoor is al overwogen dat de berichten in de iPhone van [medeverdachte 2] weliswaar de conclusie rechtvaardigen dat hij zoveel mogelijk geld wilde ontvangen in het kader van de beschermingsovereenkomst, maar dat er geen aanwijzing is dat het Openbaar Ministerie hierin is meegegaan en hem – via de beschermingsovereenkomst – in ruil voor zijn verklaringen een financiële beloning heeft toegezegd.
Veroordeling wapenbezit in januari 2017
Uit het dossier blijkt dat [medeverdachte 2] zich op 14 januari 2017 heeft laten aanhouden met een vuurwapen omdat hij bescherming zocht. Bij een doorzoeking zijn vervolgens een tweede vuurwapen en een jammer aangetroffen. [medeverdachte 2] is hiervoor vervolgd en aan hem is uiteindelijk in hoger beroep op 20 september 2018 zeven maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest opgelegd. Als basis voor de stelling van de verdediging dat sprake zou zijn van een ongeoorloofde toezegging, geldt de bewering van [medeverdachte 2] dat het Openbaar Ministerie hem zou hebben toegezegd dat de straf voor het wapenbezit bij de executie afgetrokken zou worden van de uiteindelijk op te leggen straf in de zaak Marengo. [medeverdachte 2] en zijn verdediging baseren dit op handgeschreven berekeningen van mr. [advocaat 1] . Het Openbaar Ministerie betwist echter dat een dergelijke afspraak is gemaakt.
De rechtbank stelt voorop dat de afspraak die volgens [medeverdachte 2] gemaakt is, een afspraak zou zijn als genoemd in artikel 5 lid 6 van de Aanwijzing, en dat deze daarmee ongeoorloofd zou zijn. Dat deze toezegging door het Openbaar Ministerie gedaan zou zijn is echter niet aannemelijk geworden. De verklaring van [medeverdachte 2] en de berekeningen van mr. [advocaat 1] zijn daarvoor onvoldoende, waarbij wordt meegewogen dat de andere advocaat die [medeverdachte 2] destijds bijstond heeft verklaard dat die afspraak niet is gemaakt. Bovendien hebben partijen bij het ondertekenen van de kroongetuigenovereenkomst ten overstaan de rechter-commissaris uitdrukkelijk verklaard dat er geen verdere of andersluidende afspraken zijn gemaakt.
Is de basis-strafeis van vierentwintig jaren proportioneel?
Zoals hiervoor besproken heeft het Openbaar Ministerie in de overeenkomst de basis-strafeis bepaald op een gevangenisstraf van vierentwintig jaren en toegezegd om vijftig procent hiervan als straf te zullen eisen bij nakoming van de verplichtingen door [medeverdachte 2] . In het algemeen geldt dat het Openbaar Ministerie bij het bepalen van een strafeis een ruime beoordelingsvrijheid heeft die de rechter moet eerbiedigen. Dat geldt ook voor een strafeis tegen een kroongetuige. Het is echter denkbaar dat een toegezegde basis-strafeis tegen een kroongetuige zo onbegrijpelijk laag is dat het verschil met een reguliere strafeis niet anders kan worden opgevat dan als tegenprestatie voor af te leggen verklaringen. Daarvan is sprake als het Openbaar Ministerie, gelet op alle omstandigheden van het geval en met inachtneming van zijn ruime beoordelingsvrijheid, in redelijkheid niet tot de toegezegde basis-strafeis heeft kunnen komen.
[medeverdachte 2] wordt (kort gezegd) vervolgd voor het medeplegen van de moord op [slachtoffer 1] (subsidiair de medeplichtigheid daaraan) en voorbereiding van deze moord (subsidiair de medeplichtigheid daaraan), het medeplegen van de moord op [slachtoffer 2] (subsidiair de medeplichtigheid daaraan, meer subsidiair voorbereidingshandelingen voor de moord op [betrokkene 5] ), het medeplegen van de poging tot moord op [betrokkene 4] (subsidiair de medeplichtigheid daaraan en – de rechtbank begrijpt, meer subsidiair – voorbereidingshandelingen voor die moord) en de deelname aan een criminele organisatie die in het bijzonder tot oogmerk heeft het plegen van liquidaties. In vergelijking met de straffen die het Openbaar Ministerie in de zaak Marengo heeft geëist tegen medeverdachten is de basis-strafeis van vierentwintig jaren gevangenisstraf naar de huidige maatstaven laag te noemen. Daarbij moet echter worden meegewogen dat de overeenkomst is gesloten in december 2017 en dat de straffen die destijds voor dergelijke feiten werden opgelegd beduidend lager waren dan thans het geval is. Alle omstandigheden overziend is de basis-strafeis van vierentwintig jaren niet zo onverklaarbaar laag dat deze niet anders kan worden verklaard dan als een verkapte tegenprestatie voor het afleggen van verklaringen, terwijl de maximale strafkorting van vijftig procent niet wordt overschreden. Daarom acht de rechtbank de overeenkomst met [medeverdachte 2] ook op het punt van de overeengekomen basis-strafeis niet onrechtmatig.
Aanpassing strafeis aan nieuwe v.i.-regeling
Uiteindelijk heeft het Openbaar Ministerie een lagere straf geëist dan in de overeenkomst is toegezegd. Aanleiding daarvoor is de inwerkingtreding van de Wet straffen en beschermen op 1 juli 2021. In deze nieuwe wet is de termijn van de voorwaardelijke invrijheidstelling gemaximeerd tot twee jaren bij gevangenisstraffen vanaf zes jaren. De basis-strafeis van vierentwintig jaren zou ten tijde van het sluiten van de overeenkomst een gevangenisstraf van twaalf jaren en een netto gevangenisstraf van acht jaren betekenen. Daar mocht [medeverdachte 2] volgens het Openbaar Ministerie bij het sluiten van de overeenkomst van uitgaan. Tijdens de gesprekken daarover met de raadslieden van [medeverdachte 2] is, toen het ging over de netto-strafverwachting, het voornemen van het kabinet om de v.i.-regeling te versoberen wel aan bod gekomen. Daarbij heeft het Openbaar Ministerie aan de raadslieden aangegeven dat de afspraak zoals die met [medeverdachte 2] op dat moment werd gemaakt (en de gerechtvaardigde verwachtingen die [medeverdachte 2] daaraan mocht ontlenen) door het Openbaar Ministerie zouden worden geëerbiedigd. Het Openbaar Ministerie heeft daarbij steeds gezegd dat het laatste woord hierover uiteraard aan de rechter is. De inhoud van de overeenkomst biedt volgens het Openbaar Ministerie ruimte om een gevangenisstraf te eisen die erop neerkomt dat de kroongetuige netto acht jaren moet zitten, nu in de overeenkomst is opgenomen: ‘onder gelijkblijvende omstandigheden’. Na de invoering van de Wet straffen en beschermen zijn de omstandigheden gewijzigd. In het requisitoir is daarom niet vierentwintig jaren gevangenisstraf als uitgangspunt genomen, maar twintig jaren gevangenisstraf, welke met vijftig procent is verminderd tot de uiteindelijke strafeis van tien jaren gevangenisstraf in plaats van twaalf jaren gevangenisstraf. De verdediging stelt zich echter op het standpunt dat het Openbaar Ministerie daarmee een grotere korting op de strafeis heeft gegeven dan de wet toestaat.
De rechtbank overweegt als volgt. Bij het aangaan van de overeenkomst in 2017 gold de oude regelgeving die erop neerkwam dat een veroordeelde tot een lange gevangenisstraf in beginsel na het uitzitten van twee derde van zijn gevangenisstraf in aanmerking kwam voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Het Openbaar Ministerie en [medeverdachte 2] konden bij het aangaan van de overeenkomst geen rekening houden met de gevolgen die de Wet straffen en beschermen zou hebben voor de uitvoering van de aan [medeverdachte 2] op te leggen straf, omdat de invoering van die wet nog onzeker was. De mogelijkheid dat [medeverdachte 2] na de inwerkingtreding van deze wet bij een gelijkblijvende basis-strafeis in een nadeliger positie zou komen te verkeren dan waar hij op grond van de overeenkomst van uit mocht gaan, is wel onder ogen gezien. Hoewel in de overeenkomst alleen gesproken wordt over de basis-strafeis en niet over de netto uit te zitten gevangenisstraf, acht de rechtbank het aannemelijk dat juist de te verwachten netto gevangenisstraf voor [medeverdachte 2] van belang is geweest bij de vraag of hij de overeenkomst wilde aangaan. In die zin is er dan ook sprake van een wijziging van omstandigheden die tot gevolg heeft dat de overeenkomst voor [medeverdachte 2] nu anders uitpakt dan hij bij het aangaan van de overeenkomst mocht verwachten. Gelet op het belang dat opgewekt vertrouwen in beginsel gehonoreerd dient te worden is de rechtbank van oordeel dat het Openbaar Ministerie in afwijking van de overeenkomst zijn strafeis ter zitting mocht baseren op een basis-strafeis van twintig jaren gevangenisstraf. De rechtmatigheid van de overeenkomst wordt daardoor ook achteraf niet aangetast.
Het niet vervolgen voor bepaalde zaken en de keuzes bij de tenlastelegging
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad leent de beslissing van het Openbaar Ministerie om tot vervolging over te gaan zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing. Ditzelfde geldt voor de spiegelbeeldige beslissing om niet te vervolgen. Maatstaf is daarbij of niet geoordeeld kan worden dat een redelijk handelend lid van dat Openbaar Ministerie van vervolging heeft kunnen afzien. Het enkele feit dat die vervolgingsbeslissing een criminele getuige betreft maakt niet dat daardoor de beoordelingsmaatstaf verandert.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hem enige weken na de poging om [slachtoffer 6] (hierna: [slachtoffer 6] ) te vermoorden door middel van een explosief onder zijn auto bij ’t Kalfje in Amsterdam (de zaak Raspvijl) door [medeverdachte 9] en [verdachte] is gevraagd of hij semtex kon leveren. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat het zijn eigen conclusie was dat dit voor een nieuwe aanslag op [slachtoffer 6] bedoeld zou zijn. [medeverdachte 2] heeft daar toen navraag over gedaan bij een contactpersoon maar daar is het wat semtex betreft bij gebleven – deze is, zo verklaart [medeverdachte 2] , nooit door hem geleverd. Omdat de gesprekken die [medeverdachte 2] stelt te hebben gevoerd pas plaatsgevonden zouden hebben na de bomaanslag bij ’t Kalfje, kan de rechtbank niet inzien hoe dat leidt tot een strafbare rol van [medeverdachte 2] in de zaak Raspvijl. Ook los daarvan is niet onbegrijpelijk dat het Openbaar Ministerie heeft afgezien van vervolging, alleen al omdat het in de verklaring van [medeverdachte 2] enkel gaat over gesprekken en steunbewijs ontbreekt.
Voor wat betreft de zaak Zeilboot geldt dat het Openbaar Ministerie heeft aangegeven dat het leveren van kentekeninformatie door [medeverdachte 2] op 8 december 2016 onvoldoende is voor een strafbare rol van [medeverdachte 2] bij de moord op [slachtoffer 6] , nu hij vaker kentekeninformatie opvroeg en doorgaf, dit ook gebeurde voor bijvoorbeeld observaties door de politie en hij op dat moment niet wist dat de door hem opgevraagde informatie bedoeld was ten behoeve van de moord op [slachtoffer 6] . Voorts heeft het Openbaar Ministerie aangegeven dat het laten bevragen van kentekens en het doorgeven van die informatie wordt meegewogen in het verwijt van deelname aan de criminele organisatie. De rechtbank acht de beslissing om [medeverdachte 2] niet in de zaak Zeilboot te vervolgen – het dossier in ogenschouw nemend – niet onbegrijpelijk.
Met betrekking tot de zaak Orinoco – een schietincident op 24 december 2010 waarbij [medeverdachte 2] iemand in zijn been geschoten zou hebben – geldt dat het Openbaar Ministerie van het parket Midden-Nederland eind 2022 heeft beslist dat vervolging van [medeverdachte 2] daarvoor niet opportuun is ‘gezien (onder meer) het tijdsverloop, de recente veroordeling van [medeverdachte 2] voor het wapenbezit en de huidige vervolging van [medeverdachte 2] in 26Marengo, alsmede het feit dat de huidige ernstige problematiek op het gebied van cocaïnehandel en de daarmee gepaard gaande geweldsdelicten al alle focus en capaciteit kosten van politie en justitie Midden-Nederland.’ [7] Een dergelijke beslissing valt niet alleen binnen de beoordelingsvrijheid die het Openbaar Ministerie heeft, maar kan bovendien – nu deze vijf jaren na het sluiten van de kroongetuigenovereenkomst pas is genomen – nimmer worden aangemerkt als een (ongeoorloofde) toezegging in het kader van die overeenkomst. Dit zou alleen anders zijn als op voorhand zou zijn toegezegd dat er geen vervolging zou plaatsvinden voor na het sluiten van de overeenkomst opkomende verdenkingen, maar dat daar sprake van is, is gesteld noch gebleken.
Hoewel er – vooral op basis van de eigen verklaringen van [medeverdachte 2] – ontegenzeggelijk aanwijzingen zijn dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan Opiumwetdelicten, valt de beslissing van het Openbaar Ministerie om hem daar niet voor te vervolgen zonder meer binnen de beoordelingsvrijheid die het ten aanzien daarvan heeft. Het opsporingsonderzoek heeft zich immers niet hierop gericht, maar op een groter belang, namelijk een groot aantal moorden en pogingen daartoe, voorbereidingshandelingen voor moorden en een criminele organisatie die zich met moorden bezighield. Die beslissing van het Openbaar Ministerie beoordeelt de rechtbank niet als een ontoelaatbare toezegging.
Voor geen van de door de verdediging genoemde kwesties – het niet vervolgen van [medeverdachte 2] in de zaken Zeilboot/Raspvijl en Orinoco, het niet vervolgen voor Opiumwetdelicten – geldt derhalve dat de door het Openbaar Ministerie genomen beslissingen onbegrijpelijk zijn en buiten de beoordelingsvrijheid vallen die het Openbaar Ministerie toekomt. Dit geldt ook voor de (andere) keuzes die het Openbaar Ministerie gemaakt heeft bij het opstellen van de tenlasteleggingen. De keuze om [medeverdachte 2] in de zaak Roos/Doorn alleen in de subsidiaire variant voor voorbereiding van de moord op [betrokkene 5] te vervolgen is – nu hij na de (vergis)moord op [slachtoffer 2] is gestopt met die voorbereidingen – niet onbegrijpelijk. Dit geldt ook voor de keuze om hem in de zaak Kreta niet te vervolgen voor voorbereiding van moord op [betrokkene 3] en de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] , nu hij over de zaak Kreta uitgebreide verklaringen heeft afgelegd en het zwaartepunt van zijn voorbereidingshandelingen duidelijk lag bij [slachtoffer 1] . Dat het Openbaar Ministerie hierover – in strijd met het in artikel 5 lid 1 en 2 van de Aanwijzing verwoorde immuniteitsverbod – toezeggingen heeft gedaan aan dan wel afspraken heeft gemaakt met [medeverdachte 2] , is bovendien gesteld noch aannemelijk geworden.
Begunstiging levenspartner [medeverdachte 2] ?
De verdediging stelt dat uit de berichten in de hiervoor genoemde iPhone blijkt dat de levenspartner van [medeverdachte 2] spreekt over maandelijkse toelagen, gelden die verborgen werden, een huis in Marokko dat zou worden gekocht en een auto, waarbij er ontevredenheid is over de auto. Dit zijn financiële voordelen voor de levenspartner die in strijd zijn met artikel 5 lid 7 van de Aanwijzing, aldus de verdediging.
Vast staat dat de partner van [medeverdachte 2] – door buiten haarzelf liggende omstandigheden – uit haar normale leven is weggerukt en in een beveiligingsprogramma terecht is gekomen. Dat de situatie waarin zij verkeert met zich kan brengen dat zij van de overheid een toelage en bepaalde voorzieningen krijgt, wekt geen bevreemding. De berichten waar de verdediging op wijst bieden geen ondersteuning voor de stelling dat er daarbij sprake zou zijn van een verboden toezegging aan [medeverdachte 2] door het begunstigen van zijn levenspartner.
Ongemoeid laten van financieel voordeel (uit drugshandel, liquidaties, chantage en witwaspraktijken)?
De verdediging stelt dat [medeverdachte 2] niet geconfronteerd is met een ontnemingsvordering en dat hij geen vragen hoefde te beantwoorden over drugshandel, zijn financiële voordeel en zijn – uit de berichten in de iPhone naar voren komende – chantage- en afpersingspraktijken. De verdediging verzuimt echter te onderbouwen waarom dit op een ongeoorloofde toezegging aan de kroongetuige zou wijzen. Op grond van de kroongetuigenovereenkomst is het duidelijk waarover [medeverdachte 2] verplicht is te verklaren. Ten aanzien van ander (vermeend) strafbaar handelen dan de dealfeiten heeft hij geen verklaringsplicht. Over eventueel financieel voordeel dat hij gehad heeft als gevolg van de dealfeiten is hij op grond van de overeenkomst wél verplicht te verklaren. De rechtbank constateert dat hij dat ook gedaan heeft en dat het enige financiële voordeel dat hij – naar eigen zeggen – heeft gehad € 5.000,- was voor zijn rol in de zaak Tennis. De keuze om ten aanzien van dit bedrag af te zien van een ontnemingsvordering past – gezien de hoogte van het bedrag, afgezet tegen de aard en de omvang van de verdenkingen waarvoor [medeverdachte 2] wel vervolgd wordt – binnen de ruime beoordelingsvrijheid die het Openbaar Ministerie toekomt. Van een beslissing die zo onbegrijpelijk is dat deze moet worden gezien als een ontoelaatbare, verkapte tegenprestatie voor het afleggen van zijn verklaringen is geen sprake.
Is de bepaling in artikel 4.2 van de overeenkomst een ongeoorloofde toezegging?
Artikel 4.2 van de kroongetuigenovereenkomst luidt als volgt:
‘Zover de officier van justitie van mening is dat sprake is van de onder 4.1 sub a genoemde omstandigheid, zal hij zulks aangeven bij de raadsman van de getuige alsmede de getuige zelf en de getuige in staat stellen om binnen een redelijke termijn alsnog de voorwaarde uit de overeenkomst na te komen.’
Dit artikel verwijst naar het in artikel 4.1 sub a van de overeenkomst geformuleerde recht van de officier van justitie om deze schriftelijk te ontbinden in het geval dat de getuige enige voorwaarde uit de overeenkomst niet, niet volledig of niet naar behoren nakomt. De stelling van de verdediging dat er een extra begunstiging zit in deze bepaling kan de rechtbank niet volgen.
De verplichtingen van [medeverdachte 2] zijn in de overeenkomst als volgt omschreven:
1.1
De getuige verplicht zich vanaf de datum van ondertekening van deze overeenkomst telkens overeenkomstig de hem door of vanwege het College van Procureurs-Generaal of de officier van justitie gegeven aanwijzingen onvoorwaardelijk zijn medewerking te verlenen aan het afleggen van (nadere) verklaringen tegenover leden van het Openbaar Ministerie of door of vanwege de officier van justitie aangewezen ambtenaren als bedoeld in artikel 141 Wetboek van Strafvordering. De verplichting tot het afleggen van deze (nadere) verklaringen heeft betrekking op de misdrijven die worden beschreven in de (kluis)verklaringen die als bijlage bij deze overeenkomst zijn gevoegd.
1.2
Een zelfde verplichting als onder 1.1 genoemd bestaat ten aanzien van het afleggen van getuigenverklaringen tegenover de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in enig arrondissement en/of de strafkamer van enige rechtbank en/of de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in enig ressort en/of de strafkamer van enig gerechtshof in het kader van de strafrechtelijke vervolging, waaronder begrepen het op naam en zonder vermomming afleggen van verklaringen in een openbare terechtzitting, tenzij het Openbaar Ministerie vermomming noodzakelijk acht.
1.3
De getuige zal bij gelegenheid van de hiervoor onder 1.1 en/of 1.2 genoemde verhoren niet weigeren te verklaren over zijn eigen (al dan niet strafrechtelijk relevante) betrokkenheid bij de feiten die worden genoemd in de (kluis)verklaringen zoals neergelegd in de bijgevoegde processen-verbaal. Hij zal zijn verklaringen zonder voorbehoud, volledig en naar waarheid afleggen. De getuige doet afstand van het hem als verdachte toekomende verschoningsrecht als bedoeld in artikel 219 Wetboek van Strafvordering. Met betrekking tot onderwerpen die niet worden genoemd in de (kluis)verklaringen geldt het verschoningsrecht van de getuige onverkort.
1.4
De getuige verklaart door ondertekening van deze overeenkomst dat de inhoud van zijn (kluis)verklaringen, zoals deze blijkt uit bijgevoegde processen-verbaal naar zijn beste weten volledig op waarheid berust.
1.5
De getuige zal vanaf het moment van ondertekening van deze overeenkomst, behoudens het onder 1.6 gestelde, op geen enkele wijze tegenover derden, met uitzondering van zijn raadsman, zijn partner en zijn naaste familie, melding maken van deze overeenkomst en de (inhoud van) de daarin bedoelde verklaringen.
1.6
De getuige zal rechtstreeks noch door middel van een derde, onder wie zijn raadslieden, anders dan tegenover de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in enig arrondissement en/of de raadsheer- commissaris in enig resort en/of in een (openbare) terechtzitting van de strafkamer van enige rechtbank of gerechtshof, dan wel ingevolge enige (andere) wettelijke verplichting, mededeling doen over de totstandkoming van deze overeenkomst en de wijze waarop aan deze overeenkomst uitvoering wordt gegeven. De getuige zal geen mededeling doen over (aspecten van) getuigenbescherming(smaatregelen).
Slechts bij de eerste drie verplichtingen – het onvoorwaardelijk zijn medewerking verlenen aan het afleggen van nadere verklaringen over de dealfeiten tegenover de recherche (1.1), tegenover rechters (1.2) en het bij die verhoren niet mogen weigeren te verklaren over zijn eigen betrokkenheid bij de dealfeiten en het zonder voorbehoud, volledig en naar waarheid verklaren (1.3) – is het niet, niet volledig of niet naar behoren nakomen herstelbaar. Bij niet-nakoming van de overige verplichtingen, waarbij met name de onder 1.4 opgenomen verplichting voor [medeverdachte 2] dat de inhoud van zijn (kluis)verklaringen naar zijn beste weten volledig op waarheid berust in het oog springt, is niet-nakoming onherstelbaar. Naar haar aard kan een bepaling als artikel 4.2 slechts betrekking hebben op herstelbaar niet nakomen. Echter, ook zonder deze bepaling vloeit uit de artikelen 6:265 jo. 6:82 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voort dat bij dergelijk niet nakomen pas tot ontbinding van de overeenkomst kan worden overgegaan nadat de schuldenaar een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld en nakoming binnen die termijn uitblijft. Een dergelijke contractsbepaling voegt dus niets toe. De stelling van de verdediging dat artikel 4.2 een vrijbrief is om te liegen en daarmee een ongeoorloofde toezegging van het Openbaar Ministerie, is derhalve onjuist.
3.2.4.3 Samenvatting en conclusie
Uit het hiervoor besprokene volgt dat de kroongetuigenregeling niet onjuist is toegepast door het Openbaar Ministerie en dat er geen aanwijzingen zijn dat aan [medeverdachte 2] verboden toezeggingen zijn gedaan in ruil voor het afleggen van verklaringen. Daarbij geldt dat de overeenkomst met [medeverdachte 2] betrekking heeft op feiten als bedoeld in artikel 226g Sv en het Openbaar Ministerie het naar het oordeel van de rechtbank op goede gronden dringend noodzakelijk heeft geacht om tot een overeenkomst met [medeverdachte 2] te komen. Hij kon immers verklaren over een aantal voltooide en mislukte liquidaties waarvan de opsporing op een dood spoor was beland en zonder zijn verklaringen niet binnen afzienbare tijd tot resultaat had geleid. Zijn verklaringen behelsden bovendien de vermeende opdrachtgever en het middenkader, die tot op dat moment niet of nauwelijks in beeld waren bij justitie. Door de verklaringen van [medeverdachte 2] kon zicht worden verkregen op een nog actieve criminele organisatie (zie hoofdstuk 4.6 Zaaksdossier 140 Sr (criminele organisatie)) die (mede) als oogmerk had het plegen van moorden, die tot dan toe onder de radar was gebleven. Ook in onderling verband en samenhang bezien is er geen sprake van een overschrijding van de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit, zodat de verweren strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie of het uitsluiten van de verklaringen van [medeverdachte 2] van het bewijs op die grond niet slagen.
3.2.5
Betrouwbaarheid van de kroongetuige
3.2.5.1 Verweer van de verdediging
Kern van het verweer van de verdediging is de stelling dat uit de bewoordingen van de wet en de Aanwijzing voortvloeit dat niet alleen de verklaringen van de kroongetuige op betrouwbaarheid dienen te worden beoordeeld, maar ook de persoon van de kroongetuige.
Daarbij heeft de verdediging in de eerste plaats gewezen op getuigen die [medeverdachte 2] omschrijven als een (pathologische) leugenaar. Ook wijst de verdediging op de wijze waarop [medeverdachte 2] (volgens de verdediging) overkomt als hij door rechters verhoord wordt (snel pratend, op het eerste oog betrouwbaar, maar ijskoud en zonder spijt) en het beeld dat opstijgt uit zijn iPhone-berichten (een nare houding naar zijn familie inzake getuigenbescherming, een schaker, een manipulator, ijskoud, iemand die aangeeft een boef te blijven, iemand die zich diffamerend uitlaat over de medewerkers van het Team Getuigenbescherming (TGB) en die het onderste uit de kan wil). Het beeld dat volgens de verdediging blijft hangen is een kroongetuige die enkel oog heeft voor zijn eigen belang, die zich superieur voelt, meedogenloos (over de ruggen van derden) en manipulatief is, die volgens eigen zeggen altijd crimineel zal blijven en die bereid is tot leugens voor eigen bestwil. Daarnaast heeft de verdediging zich uitgeput in het fileren van de vele verklaringen van de kroongetuige en daarbij gewezen op vele inconsistenties, ongerijmdheden dan wel onwaarschijnlijkheden, speculaties en – in haar ogen – kennelijke leugens in deze verklaringen. De conclusie van de verdediging is dat de kroongetuige niet betrouwbaar is en dat zijn verklaringen op vele punten onwaar zijn en daarom niet voor het bewijs gebruikt kunnen worden.
3.2.5.2 Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij een crimineel is, en dat blijkt ook uit het dossier. Ook heeft hij tijdens het proces onder ede tegenover de rechtbank gelogen over de telefoons die hij in zijn cel heeft gehad en heeft hij lange tijd gewacht met het beantwoorden van bepaalde vragen, terwijl duidelijk was dat hij die vragen wel moest beantwoorden. [medeverdachte 2] heeft nadien telkens uitleg gegeven over zijn beweegredenen voor zijn handelen tijdens die verhoren. Wat hier ook allemaal van zij – voor de beoordeling door de rechtbank is het uiteindelijk niet relevant. Waar het om gaat is of de verklaringen die [medeverdachte 2] over de dealfeiten heeft afgelegd betrouwbaar zijn. Het is niet aan de rechtbank om een oordeel te geven over het karakter of de rechtschapenheid (of het gebrek daaraan) van de persoon [medeverdachte 2] . Kennisname door de rechtbank en de procespartijen van een (al dan niet bestaand) psychologisch rapport dat (in een ander kader dan het kader van zijn strafzaak) over [medeverdachte 2] zou zijn opgemaakt acht de rechtbank daarom niet relevant. [medeverdachte 2] is een criminele getuige. Dat gegeven en de omstandigheid dat hij zelf van (betrokkenheid bij) zeer ernstige strafbare feiten wordt verdacht en het Openbaar Ministerie met hem een verklaringsovereenkomst heeft gesloten in ruil voor strafvermindering, noopt bij gebruik van zijn verklaringen voor het bewijs uiteraard tot behoedzaamheid. De in artikel 360 lid 2 Sv geformuleerde opdracht van de wetgever aan de rechter om in dat geval daarvoor in het bijzonder reden te geven is ingegeven door het aan de figuur van de kroongetuige verbonden risico. Immers, de voordelen die de kroongetuige uit hoofde van de met hem gemaakte afspraken (kunnen) toevallen bergen het risico in zich dat die getuige kan menen er voordeel bij te hebben om in meer of mindere mate niet naar waarheid te verklaren.
Los van het bovenstaande geldt dat de rechter op grond van artikel 344a lid 4 Sv het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, niet uitsluitend kan aannemen op grond van verklaringen van (kort gezegd) kroongetuigen. Die bepaling verzet zich er echter niet tegen dat de bewezenverklaring in beslissende mate wordt aangenomen op grond van de verklaring van een kroongetuige. [8] Het voorgaande betekent dus dat voor een zaak met een enkele kroongetuige de gewone regels van het bewijsminimum van artikel 342 lid 2 Sv gelden. Dit betekent dat een bewezenverklaring niet geheel gebaseerd mag worden op de verklaring van deze getuige. Het bewijsminimum van artikel 342 lid 2 Sv betreft echter de tenlastelegging in haar geheel en niet een onderdeel daarvan. Deze bepaling verbiedt de rechter om tot een bewezenverklaring te komen als de door één getuige verklaarde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. [9]
De verklaringen van [medeverdachte 2] dienen dus kritisch bekeken te worden. Daarbij geldt voor de rechtbank dat de kluisverklaringen bij de beoordeling van de betrouwbaarheid een sleutelrol vervullen, nu van deze verklaringen met de meeste zekerheid aangenomen kan worden dat ze niet zijn beïnvloed door voortschrijdende kennis van het dossier en mediaberichten en andere invloeden die (gewild of ongewild) de authenticiteit van verklaringen kunnen beïnvloeden. [medeverdachte 2] heeft in de periode van januari tot en met mei 2017 in de kluisverklaringen zeer uitgebreid verklaard over de dealfeiten. In deze periode had hij geen toegang tot enig dossier en ook geen toegang tot openbare bronnen (los van de toegang tot Google Maps of Google Street View tijdens verhoren, om bijvoorbeeld een locatie aan te kunnen wijzen). Hij heeft dus enkel uit zijn geheugen kunnen putten. De rechtbank constateert dat [medeverdachte 2] in zijn kluisverklaringen buitengewoon gedetailleerd heeft verklaard over de zaken waar hij zelf bij betrokken zegt te zijn geweest (te weten Kreta, Tennis, Roos/Doorn en de criminele organisatie), zowel over zijn eigen rol als over de rollen van medeverdachten. Over de andere dealfeiten – waar hij niet zelf bij betrokken is geweest – heeft hij eveneens uitgebreid verklaard en daarbij ook steeds aangegeven wat zijn bronnen van wetenschap waren (doorgaans van horen zeggen, waarbij zijn bronnen veelal ‘de straat’, [medeverdachte 9] en [verdachte] waren).
[medeverdachte 2] wist dat zijn verklaringen in aanloop naar een mogelijke kroongetuigenovereenkomst zoveel mogelijk geverifieerd zouden worden en dat leugens over zijn eigen rol (door deze kleiner te maken) of de rollen van anderen (door hen onterecht te beschuldigen) een kroongetuigenovereenkomst in gevaar konden brengen. Wat hij niet wist, was dat de Ennetcom-server en een deel van de PGP-safe-server gekopieerd zouden worden en dat in de periode na het afleggen van de kluisverklaringen een zeer grote hoeveelheid PGP-berichten rondom de dealfeiten boven tafel zou komen en dat deze PGP-berichten ook bij de verificatie van zijn verklaringen konden worden betrokken. De rechtbank constateert dat juist deze PGP-berichten de verklaringen van [medeverdachte 2] op veel punten (vaak tot in de details) ondersteunen. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 2] tijdens de vele verhoren – bij de recherche, bij de rechter-commissaris en op zitting – consistent is blijven verklaren over de dealfeiten, zijn eigen rol en de rollen van anderen. De conclusie van de verdediging van [medeverdachte 9] dat [medeverdachte 2] een groot aantal evidente onwaarheden heeft verklaard onderschrijft de rechtbank derhalve niet. De rechtbank constateert dat deze beweerdelijke evidente onwaarheden voor zover het de dealfeiten betreft telkens (onderdelen van) verklaringen van [medeverdachte 2] betreffen die geen of weinig ondersteuning vinden in andere bewijsmiddelen. Dat maakt het echter geen onwaarheden. De omstandigheid dat een (deel van een) verklaring niet of niet geheel geverifieerd kan worden, maakt niet dat deze gefalsificeerd (en dus onwaar) is. Het kan uiteraard wel met zich brengen dat de bewijskracht van (dat deel van) die verklaring minder groot is.
De rechtbank beschouwt [medeverdachte 2] gezien het voorgaande als een betrouwbaar verklarende getuige, waar het gaat over strafbare feiten die aan hem en zijn medeverdachten in de zaak Marengo ten laste zijn gelegd. Uiteraard moet de rechtbank bij de beoordeling van de zaaksdossiers steeds onderzoeken of de voor het bewijs relevante onderdelen van de verklaringen van [medeverdachte 2] de betrouwbaarheidstoets kunnen doorstaan. Per zaaksdossier zal, voor zover de kroongetuige daarover voor de verdachten belastend heeft verklaard, nader worden ingegaan op de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 2] .
3.2.6
Prejudiciële vragen Hof van Justitie EU?
De rechtbank begrijpt uit de dupliek van de verdediging van [medeverdachte 1] dat voorwaardelijk is verzocht om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof van Justitie EU) over – samengevat – de vraag of de beperkingen voor de verdediging om de financiële afspraken met de kroongetuige te kunnen controleren, onder meer tijdens de ondervraging van de kroongetuige, zich nog verdragen met een doeltreffend proces.
De rechtbank komt, gelet op de voorgaande beslissing, toe aan de beoordeling van dit verzoek. De rechtbank ziet in hetgeen de verdediging heeft aangevoerd geen grond voor het stellen van prejudiciële vragen. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht en wijst het verzoek daarom af.
3.3
PGP-bewijs
3.3.1
Inleiding
De verdediging heeft verweren gevoerd met betrekking tot de rechtmatigheid van de verkrijging en verwerking van PGP-berichten afkomstig uit de Ennetcom-data en de PGP-safe-data. De rechtbank zal hieronder eerst de feitelijke gang van zaken beschrijven en vervolgens de gevoerde verweren bespreken.
3.3.1.1 Algemene uitgangspunten
Uitgangspunt in ons recht is dat het privéleven en privé-gegevens een hoge mate van bescherming genieten. Dat geldt zowel in het Unierecht, waar dit is vastgelegd in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest), als in het EVRM, waar het recht op privacy is vastgelegd in artikel 8, als ook in onze nationale wetten. De Nederlandse rechter toetst niet aan de grondwet, maar ook daarin zijn onder andere het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10) en het briefgeheim (artikel 13) vastgelegd.
Deze rechten geven echter geen onbeperkte bescherming. Inperking is mogelijk, maar moet bij wet zijn voorzien en noodzakelijk, evenredig en proportioneel zijn. Dit is bepaald in artikel 52 Handvest en in artikel 8 lid 2 EVRM. Daarbij geldt dat hoe zwaarder de verdenking is (zeer ernstige misdrijven, georganiseerd verband), hoe groter de inbreuk in principe mag zijn.
3.3.1.2 Toetsingskader
Het feit dat de Ennetcom- en PGP-safe-data niet in het onderzoek Marengo zijn vergaard maar in andere onderzoeken (De Vink en Sassenheim), staat niet (zie hoofdstuk 3.1 Algemeen kader vormverzuimen) aan een toetsing van de verkrijging en verwerking in de weg. Toetsing kan aan de orde komen bij een onrechtmatige handeling jegens de verdachte begaan in een
andervoorbereidend onderzoek indien het vormverzuim van bepalende invloed is geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek naar en/of verdere vervolging van de verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit.
De rechtbank constateert dat de Ennetcom- en PGP-safe-berichten – overigens ook volgens het Openbaar Ministerie zelf – in het onderzoek Marengo een prominente rol spelen in de bewijsconstructie. De rechtbank is daarom van oordeel dat eventuele vormverzuimen bij de verkrijging en de verwerking van de PGP-data binnen de onderzoeken De Vink en Sassenheim van bepalende invloed zijn geweest bij het opsporingsonderzoek en de vervolging van de verdachten binnen Marengo. Dit betekent niet dat de rechtbank de onderzoeken De Vink en Sassenheim ziet als voorbereidend onderzoek naar de verdachten in het onderzoek Marengo. Het betekent uitsluitend dat zij reden ziet de rechtmatigheid van de verkrijging en verwerking van de Ennetcom- en PGP-safe-data te toetsen, naar aanleiding van de door verdediging op dit punt gevoerde verweren.
3.3.2
Feitelijke gang van zaken
3.3.2.1 Ennetcom-data (onderzoek De Vink)
In het dossier bevindt zich een groot aantal e-mailberichten afkomstig van in Canada bij het Nederlandse bedrijf Ennetcom veiliggestelde data. Ennetcom leverde diensten op het gebied van versleutelde communicatie. Met BlackBerry-telefoons voorzien van specifieke software konden via een PGP (
pretty good privacy)-protocol met daaraan gekoppelde e-mailadressen versleutelde tekstberichten en notities worden verzonden. De gebruikers van de telefoons en e-mailadressen konden op die manier anoniem communiceren. De encryptiesleutels waren opgeslagen op de BlackBerry Enterprise-Servers (hierna: BES-servers) van Ennetcom. Deze servers bevonden zich in Toronto, Canada.
Na een rechtshulpverzoek van Nederland aan de Canadese autoriteiten zijn op 19 april 2016 de gegevens op de servers die door Ennetcom werden gebruikt veiliggesteld. Het rechtshulpverzoek zag op vier destijds lopende strafrechtelijke onderzoeken (Koper, Rooibos, Rendlia en De Vink). [10] Het onderzoek Marengo maakte hier dus geen deel van uit.
Op 13 september 2016 besliste het Superior Court of Justice in Canada dat de bij Ennetcom veilig gestelde data (hierna: de Ennetcom-data) aan Nederland mochten worden verstrekt. De Canadese rechter verbond hieraan de voorwaarden dat de Ennetcom-data alleen mogen worden gebruikt voor onderzoek en vervolging van strafbare feiten als deelneming aan een criminele organisatie, moord, doodslag, witwassen, brand/ontploffing, alsmede pogingen en voorbereidingshandelingen daartoe, die direct verband hielden met de eerder genoemde onderzoeken Koper, Rooibos, Rendlia en De Vink, tenzij hiervoor van tevoren een gerechtelijke machtiging door het Koninkrijk der Nederlanden was afgegeven. [11]
Op 12 januari 2018 hebben de zaaksofficieren van justitie van de onderzoeken Tandem I en II een machtiging gevraagd aan de rechter-commissaris om Ennetcom-gegevens uit Tandem I en II te verstrekken aan en te laten gebruiken door het onderzoeksteam Marengo. [12] In de toelichting op die vordering staat onder andere dat in de datasets in de zaken Tandem I en II gegevens zijn aangetroffen die voor de onderzoeken Tandem I en II niet van betekenis zijn, maar wel voor het onderzoek Marengo en dat tot de verdachten in dat onderzoek [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [betrokkene 9] , [betrokkene 10] , [medeverdachte 9] en [verdachte] behoren. Bij beslissing van 23 februari 2018 [13] heeft de rechter-commissaris het Openbaar Ministerie gemachtigd om de verzochte gegevens beschikbaar te stellen aan het onderzoeksteam Marengo. De informatie heeft geleid tot zestien e-mailadressen die te linken zouden zijn aan [medeverdachte 1] en/of zijn familieleden en aan een aantal liquidaties dan wel pogingen daartoe in de periode 2016/2017 (in het bijzonder de moord op [slachtoffer 4] op 17 april 2016, de voorbereiding van moord op [betrokkene 7] (hierna: [betrokkene 7] ), de moord op [slachtoffer 6] op 8 december 2016, de moord op [slachtoffer 2] op 12 januari 2017, de moord op [slachtoffer 1] op 22 juni 2016, de moord op [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) op 9 september 2015 en de poging tot moord op [betrokkene 4] op 11 oktober 2016). [14]
Toen het onderzoeksteam Marengo toegang wilde tot de Ennetcom-data heeft het Openbaar Ministerie aan de rechter-commissaris daartoe op 7 maart 2018, aangevuld op 21 maart 2018, om toestemming verzocht. [15] Voor de inhoudelijke toetsing van deze vordering heeft de rechter-commissaris in lijn met eerdere beslissingen op vergelijkbare vorderingen aansluiting gezocht bij artikel 126ng Sv.
De rechter-commissaris heeft op 22 maart 2018 [16] geoordeeld dat in het onderzoek Marengo aan deze voorwaarden is voldaan en bepaald dat onderzoek wordt verricht aan en in de gegevens die zich op de servers van Ennetcom bevonden, dat dit onderzoek op de voet van het bepaalde in artikel 177 Sv via de officier van justitie wordt opgedragen aan het onderzoeksteam Marengo. De rechter-commissaris heeft verder bepaald dat dit onderzoek is beperkt tot de 26 e-mailadressen en de mogelijk vastgelegde contacten daarvan, zoals opgesomd in de vordering van de officier van justitie van 21 maart 2018 en voorts dat dit onderzoek wordt verricht aan de hand van het bij de vordering van 21 maart 2018 gevoegde plan van aanpak, waarbij door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) een dataset wordt samengesteld uit de Ennetcom-data. In de beslissing wordt bepaald dat alleen de gegevens in die dataset mogen worden onderzocht en dat voor zover relevante gegevens worden aangetroffen, deze bevindingen aan de processtukken in het onderzoek Marengo worden toegevoegd. Op aanvullende vorderingen van het Openbaar Ministerie heeft de rechter-commissaris overeenkomstig beslist op 25 april 2018 [17] en 10 september 2019 [18] . In het onderzoek De Vink heeft een controle op de aanwezigheid van mogelijke geheimhouders plaatsgevonden in de verkregen data van de servers van Ennetcom. [19]
3.3.2.2 PGP-safe-data (onderzoek Sassenheim)
In het dossier bevindt zich ook een groot aantal berichten dat afkomstig is van in Costa Rica bij het bedrijf Rack Lodge S.A. veiliggestelde data. Het veiligstellen van die data heeft plaatsgevonden in het onderzoek Sassenheim. Dit onderzoek zag, kort gezegd, op de faciliterende rol van de aanbieders van PGP-safe. Deze aanbieders werden verdacht van betrokkenheid bij de verkoop van producten en diensten op het gebied van versleutelde communicatie (PGP encrypted BlackBerry’s) aan criminelen. Om onderzoek naar de data van PGP-safe te kunnen doen is op 4 april 2017 (aangevuld op 24 april 2017) een rechtshulpverzoek aan de autoriteiten in Costa Rica verzonden met onder andere het verzoek onderzoekshandelingen te verrichten aan de infrastructuur, waaronder data aanwezig op de (BES-)server(s), van de leverancier van PGP-diensten en -producten. [20]
Op 9, 10 en 11 mei 2017 is in Costa Rica uitvoering gegeven aan dit rechtshulpverzoek, waarbij onder andere data zijn veiliggesteld die werden aangetroffen op de (BES-)server(s) van PGP-safe. De BES-infrastructuur bevond zich in twee serverkasten waarvan er één sinds 2012 en één sinds 2016 aan PGP-safe was verhuurd. Het onderzoek is beperkt tot de serverkast die was verhuurd sinds 2012. Toen de Costa Ricaanse autoriteiten de doorzoeking beëindigden waren nog niet alle bestanden gekopieerd. De in Costa Rica aangetroffen data en overige goederen zijn vervolgens overgedragen aan het onderzoeksteam Sassenheim. [21] De voorwaarde van een rechterlijke toets voor gebruik van de PGP-safe-data in andere onderzoeken, zoals in de beslissing van de Canadese rechter bij de Ennetcom-data, is door de Costa Ricaanse rechter niet gesteld voor de Sassenheim-data.
In het proces-verbaal onderzoeksbevindingen van 21 december 2017 staat dat in het onderzoek Sassenheim met betrekking tot het PGP-adres ezfk116w@pgpsafe.net relevante berichten zijn aangetroffen met betrekking tot de moord op [slachtoffer 2] op 12 januari 2017 en de poging moord op [betrokkene 5] op 14 januari 2017, waarvan de zaaksofficier van justitie in Sassenheim toestemming heeft gegeven deze te delen. [22] Uit het proces-verbaal van 24 januari 2018 blijkt dat vervolgens door de zaaksofficier van justitie van het onderzoek Sassenheim ook toestemming is gegeven om de zogenoemde metadata van genoemd PGP-adres te delen met het onderzoek Marengo. [23] Vanuit het onderzoek Sassenheim is op 12 februari 2018 aan het onderzoek Marengo een aantal e-mailadressen verstrekt. [24] Op 13 maart 2018 heeft het onderzoeksteam Marengo vanuit het onderzoek Sassenheim e-mailberichten ontvangen van 44 e-mailadressen. Het betrof hier de eerste kring van contacten van de op 12 februari 2018 aan het onderzoek Marengo verstrekte e-mailadressen. Later zijn daar nog e-mailadressen aan toegevoegd. [25] In het onderzoek Sassenheim heeft ook een controle op de aanwezigheid van mogelijke geheimhouders plaatsgevonden in de verkregen data van de servers van PGP-safe. [26]
3.3.2.3 Hansken/Marengo-dataset
Het NFI heeft een zoekmachine, genaamd Hansken, ontwikkeld om grote hoeveelheden data te onderzoeken. Bij het onderzoek aan de Ennetcom-data is gebruik gemaakt van Hansken. De Ennetcom-data zijn in de periode van 13 oktober 2016 tot 12 juli 2017 in Hansken ingevoerd. [27] Op 29 maart 2018 is binnen Hansken een subset gemaakt onder de projectnaam Canadata_26Marengo_PC, die na een nieuwe versie van Hansken is uitgebreid in april 2019. [28]
Ook bij het onderzoek aan de Sassenheim-data is gebruik gemaakt van Hansken. Uit dit onderzoek zijn data verstrekt aan het onderzoek Marengo. Daartoe is op 4 januari 2018 binnen Hansken een zogenoemde subset gemaakt onder de projectnaam Sassenheim_Marengo_PC. Die subset is laatstelijk uitgebreid op 27 augustus 2018. [29]
Aldus is op basis van de (aangevulde) plannen van aanpak met behulp van Hansken gezocht in de Ennetcom-data en is op basis daarvan het Ennetcom-gedeelte van de Marengo-dataset samengesteld. Daarnaast is Sassenheim-data binnen Hansken in een subset ter beschikking gesteld aan Marengo. Tezamen vormen deze sets de Marengo-dataset (hierna: de Marengo-dataset).
3.3.2.4 Controle geheimhouders Marengo-dataset
Op 30 januari 2020 heeft de rechercheofficier van justitie van het Landelijk Parket, die sinds 1 januari 2020 optrad als geheimhoudersofficier van justitie met betrekking tot de Marengo-dataset, het deel van de Marengo-dataset afkomstig van Ennetcom gecontroleerd op de aanwezigheid van mogelijke geheimhouderscommunicatie. Daarbij zijn 77 dataregels voorlopig als geheimhoudersbericht aangemerkt. Op 17 februari 2020 heeft deze geheimhoudersofficier van justitie het deel van de Marengo-dataset afkomstig van PGP-safe gecontroleerd op geheimhouderscommunicatie. Daarbij zijn geen geheimhoudersberichten aangetroffen. Op 26 juni 2020 heeft de geheimhoudersofficier van justitie nader onderzoek gedaan aan de genoemde 77 geïdentificeerde dataregels op basis waarvan ten aanzien van een zestal dataregels is geconcludeerd dat hier geen sprake was van een geheimhoudersbericht. Er zijn 71 dataregels definitief als geheimhoudersbericht aangemerkt.
Op 22 september 2020 heeft de geheimhoudersofficier van justitie opdracht gegeven deze 71 dataregels in de De Vink-dataset en de Marengo-dataset definitief ontoegankelijk te maken. Deze opdracht is op 13 oktober 2020 uitgevoerd. De 71 dataregels zijn blijkens het proces-verbaal 36 unieke berichten. [30]
3.3.3
Gevoerde verweren
3.3.3.1 Verwerving
Er is met betrekking tot de verwerving van de PGP-data in de onderzoeken De Vink en Sassenheim – samengevat – het volgende aangevoerd. De verdediging heeft sterke aanwijzingen dat het hoofddoel van de rechtshulpverzoeken was om de inhoud van alle berichten te verkrijgen. Er is gehandeld in strijd met fundamentele rechtsbeginselen zoals het verbod op détournement de pouvoir, het proportionaliteitsbeginsel, zorgvuldige verslaglegging en de belangen van geheimhouders. Het Openbaar Ministerie heeft ten onrechte artikel 125i Sv aan de rechtshulpverzoeken – en daarmee aan de verkrijging van de PGP-data – ten grondslag gelegd. Artikel 125la Sv, met daarbij een machtiging van de rechter-commissaris, had als basis moeten dienen en bij de uitvoering is niet voldaan aan de beperkende voorwaarden van 125la Sv, gericht op het voorkomen van kennisname van ongerichte bulkdata in het strafrecht. Kennisname van vertrouwelijke communicatie is een doorkruising van grondrechten die gestoeld moet zijn op een bij wet voorzienbare procedure die waarborgt dat de inmenging gericht is en een bepaald karakter heeft met een voorafgaande onafhankelijke rechterlijke toetsing. Daarmee geldt dat bij de verkrijging van de data zonder rechterlijke toetsing vooraf is gehandeld in strijd met het Unierecht en niet aan de materiële eisen uit de Europese jurisprudentie is voldaan. Op basis van deze jurisprudentie is verkrijging van algemene en ongedifferentieerde toegang tot communicatie van tienduizenden Ennetcom- en PGP-safe gebruikers over een min of meer ongelimiteerde tijdsspanne nimmer gerechtvaardigd. De stellingen dat niet geconcludeerd kan worden dat het Openbaar Ministerie zich niet aan de beperkende voorwaarden van artikel 125la Sv heeft gehouden en dat witwassen een ruime grondslag biedt om te achterhalen of de PGP-telefoons voor criminele doeleinden werden ingezet, zijn niet houdbaar. Daarnaast zijn de Canadese en Costa Ricaanse autoriteiten misleid over de aan de rechtshulpverzoeken ten grondslag liggende bevoegdheid en op grond van het vertrouwensbeginsel hebben zij geen effectieve rechterlijke controle kunnen uitoefenen. Ook is de verdenking in het rechtshulpverzoek aan Costa Rica ten onrechte verzwaard met terrorisme. Bovendien is het niet aannemelijk dat de Canadese en Costa Ricaanse rechter zoveel willekeurige berichten van willekeurige PGP-gebruikers hebben willen verstrekken, aldus de verdediging.
3.3.3.2 Verwerking
Met betrekking tot de verwerking van de PGP-data heeft de verdediging daarnaast het volgende – samengevat – aangevoerd. Het betreft bulkdata die ongericht en zonder aanzien des persoons is verzameld, en die volledig is doorzocht en is verspreid over andere strafzaken. Gegevens mogen op grond van het Unierecht alleen door de politie worden verwerkt als zij rechtmatig zijn verkregen en er sprake is van doelbinding en minimale gegevensverwerking. Regels omtrent verwerking moeten duidelijk en nauwkeurig zijn en voorspelbaar voor degenen op wie deze van toepassing zijn. Daarvan is geen sprake. In de onderzoeken De Vink en Sassenheim zijn de berichten zo ruim mogelijk ontsleuteld, terwijl de communicatie in die onderzoeken kennelijk van ondergeschikt belang was. Dit is een verregaande niet-proportionele inbreuk op de privacy van de gebruikers en artikel 94 Sv vormt daarvoor geen toereikende wettelijke grondslag. Er is vervolgens een systeem opgetuigd waarbij het Openbaar Ministerie beschikt over ongedifferentieerde privacygevoelige informatie en deze met een machtiging van de rechter-commissaris doorverstrekt aan andere onderzoeken zoals Marengo en deze verwerking is in strijd met het Unierecht en het EVRM. Ten aanzien van de PGP-safe-data heeft bij de doorverstrekking geen enkele rechterlijke controle plaatsgevonden en de procedure via de rechter-commissaris die voor de Ennetcom-data is verzonnen is geen effectief rechterlijk toezicht aan de hand van voorziene en duidelijke regels. De verkrijging in Marengo kent als tussenschakel de verkrijging in Tandem II en bij de verkrijging in die zaak hebben eveneens ernstige verzuimen plaatsgevonden.
Voor wat betreft de verwerking heeft de verdediging verweren gevoerd die ingaan op de tactische en technische verwerking van het bronmateriaal via Hansken. Bovendien zijn volgens de verdediging bij de verkrijging en verwerking van de PGP-data geheimhoudersbelangen geschonden.
3.3.4
Oordeel van de rechtbank
3.3.4.1 Toepasselijkheid Unierecht bij de verwerving
De stelling van de verdediging dat de wijze waarop de Nederlandse opsporingsdiensten aan de Ennetcom- en PGP-safe-data zijn gekomen strijdig is met het Unierecht in het licht van Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie, hierna: Richtlijn 2002/58/EG) en de rechtspraak van het Hof van Justitie EU die daarop betrekking heeft, is onjuist. Deze kwestie is voor wat betreft de Ennetcom-data al aan de orde gekomen in het arrest van de Hoge Raad van 28 juni 2022. [31] Ook in het arrest van 13 juni 2023 waarin de Hoge Raad prejudiciële vragen van de rechtbanken Noord-Nederland en Overijssel beantwoordt, wordt hier aandacht aan besteed. [32] Genoemde richtlijn is alleen van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in verband met de levering van openbare elektronische-communicatiediensten over openbare communicatienetwerken in de Gemeenschap, met inbegrip van openbare communicatienetwerken die systemen voor gegevensverzameling en identificatie ondersteunen (artikel 3 Richtlijn 2002/58/EG). In de onderzoeken De Vink en Sassenheim zijn geen onderzoeksresultaten verkregen op grond van aan Ennetcom en PGP-safe opgelegde verwerkingsverplichtingen. Het gaat in die zaken om de uitoefening door strafvorderlijke autoriteiten van bevoegdheden waarmee het veiliggestelde berichtenverkeer is verkregen. Bovendien geldt dat Ennetcom en PGP-safe een versleutelde berichtendienst aanboden, waarbij de gebruikers van die diensten in beginsel geen persoonsgegevens kenbaar hoefden te maken en waarbij men alleen met elkaar kon communiceren als men beschikte over een PGP-e-mailadres. Bij de PGP-telefoons die werkten op basis van de zogenoemde S/MIME encryptiestandaard van Ennetcom komt daar nog bij dat sprake was van een gesloten circuit, alleen PGP-telefoons die op basis van deze standaard werkten konden met elkaar communiceren. [33] Er was dan ook geen sprake van verwerking van persoonsgegevens door Ennetcom en PGP-safe. Om die redenen is Richtlijn 2002/58/EG hier niet van belang. Evenmin is er bij de beheerders van de servers sprake van een verwerkingshandeling die valt onder EU-verordening 2016/679 of diens voorganger Richtlijn 95/46/EG.
3.3.4.2 Grondslag van de verkrijging van de data
Uitgangspunt voor de rechtbank is dat de doorzoekingen in serverruimtes in respectievelijk Canada en Costa Rica hebben te gelden als doorzoekingen bij Ennetcom en PGP-safe. Het kopiëren van een server in het kader van een doorzoeking is – anders dan de verdediging stelt – niet gelijk te stellen met bulkinterceptie. Het gaat immers niet om het onderscheppen van communicatie. De door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) vastgestelde kaders voor bulkinterceptie [34] zijn daarom niet zonder meer toepasbaar op de doorzoekingen bij Ennetcom en PGP-safe. De stelling van de verdediging dat het hoofddoel van deze doorzoekingen was om de inhoud van alle berichten die op de servers aanwezig waren te verkrijgen – en dat er daarmee sprake is van overtreding van het verbod op détournement de pouvoir – heeft zij niet met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd en kan de rechtbank ook niet afleiden uit het strafdossier. Dit verweer wordt daarom verworpen. Dit geldt ook voor het verweer dat de in de rechtshulpverzoeken verzochte doorzoekingen in strijd waren met het beginsel van proportionaliteit: ook daarvoor bestaan onvoldoende aanwijzingen.
Bij de beoordeling van de vraag of het Openbaar Ministerie de rechtshulpverzoeken waarin om deze doorzoekingen werd gevraagd (mede) had moeten baseren op artikel 125la Sv dient als eerste de vraag beantwoord te worden of aanbieders van diensten als Ennetcom en PGP-safe beschouwd moeten worden als “aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare telecommunicatiedienst” als bedoeld in dat artikel. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. De rechtbank Rotterdam bespreekt in haar vonnissen van 21 september 2021 tegen Ennetcom en haar middellijk bestuurder uitgebreid de wetsgeschiedenis dienaangaande. [35] Kern is dat er aan de hand van die wetsgeschiedenis alle reden is om aan te nemen dat het begrip “aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare telecommunicatiedienst” in artikel 125la Sv verouderd is, omdat het verwijst naar de oude aanduiding van voor de Wet Computercriminaliteit II. Blijkens de Memorie van Toelichting bij het nog in te voeren artikel 2.7.42 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv (nieuw)), gaat ook de wetgever ervan uit dat destijds over het hoofd is gezien om artikel 125la Sv aan de nieuwe omschrijving aan te passen. [36] De rechtbank houdt het er daarom voor dat het begrip “aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare telecommunicatiedienst” in artikel 125la Sv dient te worden uitgelegd aan de hand van het begrip “aanbieder van een communicatiedienst” zoals thans verwoord in artikel 138g Sv. Een andere uitleg zou een merkwaardige, onbedoelde en met artikel 8 EVRM strijdige lacune doen ontstaan voor wat betreft de vertrouwelijkheid van elektronisch berichtenverkeer, waar gebruikers van dergelijk berichtenverkeer – destijds nog analoog aan het briefgeheim – in beginsel van uit mochten gaan. Inmiddels is de tekst van artikel 13 Grondwet, waarin de grondwettelijke bescherming van het briefgeheim is verwoord, overigens zodanig aangepast dat deze ook ziet op elektronische communicatie. Het briefgeheim wordt daarom nu brief- en telecommunicatiegeheim genoemd. [37]
Het bovenstaande betekent echter niet dat daarmee artikel 125i Sv geheel uit beeld verdwijnt. Juist in het bijzondere geval dat de aanbieder van een communicatiedienst tevens verdachte is – zoals het geval is bij Ennetcom en PGP-safe – kunnen de opsporingsdiensten in het kader van een doorzoeking gegevens die in een bij die verdachte aanwezige gegevensdrager zijn opgeslagen, vastleggen op de voet van artikel 125i Sv. Artikel 125la Sv komt als lex specialis van artikel 125i Sv in beginsel pas in beeld als er communicatie tussen derden op deze gegevensdrager wordt aangetroffen en de officier van justitie daar kennis van wil nemen. Uit het rechtshulpverzoek inzake Ennetcom komt naar voren dat de politie ter voorbereiding van het rechtshulpverzoek in een testomgeving de BES-infrastructuur heeft nagebouwd. Op basis daarvan verwachtten de opsporingsdiensten dat er mede versleutelde communicatie tussen gebruikers van de dienst op de server zou staan en dat deze wellicht ook te ontsleutelen was. Daarnaast blijkt dat het zoveel mogelijk kennisnemen van die communicatie, in het licht van de witwasverdenking en de daaraan gekoppelde premisse dat de gebruikers overwegend criminelen waren die met elkaar communiceerden over criminele zaken, een doel was van de hele operatie. Ook uit het rechtshulpverzoek inzake PGP-safe blijkt dat de opsporingsdiensten, op basis van de ervaringen die dan al zijn opgedaan met Ennetcom, verwachtten PGP-communicatie tussen gebruikers van de dienst aan te treffen en te kunnen ontsleutelen. De stelling van de verdediging dat het hoofddoel van de rechtshulpverzoeken was om de hand te leggen op alle communicatie is niet onderbouwd en acht de rechtbank, zoals hiervoor al is geoordeeld, ook niet aannemelijk. Het gegeven dat wel verwacht kon worden inhoudelijke communicatie aan te treffen maakt echter dat het Openbaar Ministerie naar het oordeel van de rechtbank artikel 125la Sv mede aan de beide rechtshulpverzoeken ten grondslag had moeten leggen en dat deze dus vergezeld hadden moeten gaan van een machtiging van de rechter-commissaris.
Het ontbreken van de voorafgaande machtiging door de rechter-commissaris levert een onherstelbaar vormverzuim op. Dit vormverzuim heeft zich weliswaar niet in het voorbereidend onderzoek jegens de verdachten in Marengo voorgedaan, maar zoals hiervoor overwogen zal wel moeten worden beoordeeld of dit vormverzuim tot consequenties moet leiden in deze strafzaak. Bij die beoordeling houdt de rechtbank rekening met het belang dat het voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt.
De rechtbank acht niet aannemelijk dat het Openbaar Ministerie artikel 125la Sv bewust buiten toepassing heeft gelaten met als doel om (eventuele restricties van) een rechterlijke machtiging te omzeilen. Evenmin is gebleken dat het Openbaar Ministerie de Canadese en Costa Ricaanse rechter op dit punt doelbewust heeft misleid. De verdediging stelt dat de mededeling in het rechtshulpverzoek dat uit het centrale bedrijfsprocessen systeem naar voren komt dat PGP-safe toestellen voorkomen in onderzoeken met betrekking tot (onder meer) terrorisme als een verzwaring van de verdenking moet worden beschouwd en diende om de Costa Ricaanse autoriteiten te misleiden, maar die stelling kan de rechtbank niet volgen. Deze passage leest de rechtbank als een illustratie van het soort feiten dat met behulp van encrypte communicatie wordt voorbereid en gepleegd.
De rechtbank gaat ervan uit dat, als de officier van justitie in Nederland om een machtiging had verzocht, de rechter-commissaris deze had afgegeven, gezien de ernst van de verdenkingen en hetgeen bekend was over Ennetcom en PGP-safe, namelijk dat de diensten van deze aanbieders (bij uitstek) werden gebruikt om communicatie over ernstige strafbare feiten geheim te kunnen houden, zoals ook uitvoerig uiteen is gezet in de rechtshulpverzoeken. Het belang dat het geschonden voorschrift dient, te weten rechterlijk toezicht op het verkrijgen van gevoelige gegevens, is groot, maar nakoming van het voorschrift zou in dit geval voor deze zaak geen andere uitkomst hebben gehad. Kennisname van de communicatie van de gebruikers van de diensten van verdachten was immers van evident belang in het licht van de tegen hen – Ennetcom en PGP-safe – bestaande verdenking. De omstandigheid dat bij het kopiëren van de servers een – gezien het retentiebeleid van Ennetcom en PGP-safe – onverwacht grote hoeveelheid versleutelde berichten van gebruikers zijn vastgelegd, maakt dit niet anders.
Het nadeel dat door het vormverzuim zou zijn geleden, kan volgens vaste jurisprudentie niet gelegen zijn in de ontdekking van een strafbaar feit. In het onderhavige geval kan hoogstens in algemene zin worden gezegd dat bij het kopiëren van een dergelijke grote hoeveelheid versleutelde communicatie altijd in enige mate sprake is van privacyschending. De verdachten in Marengo betwisten overigens voor het overgrote deel dat zij degenen zijn die aan de veiliggestelde en overgedragen communicatie hebben deelgenomen. De rechtbank concludeert dat met constatering van het vormverzuim kan worden volstaan.
3.3.4.3 Verwerking van de PGP-data in de onderzoeken Ennetcom en PGP-safe
De opsporingsdiensten hebben gelet op het voorgaande de datasets met een zeer grote hoeveelheid vertrouwelijke communicatie rechtmatig verkregen door de servers van Ennetcom en PGP-safe te kopiëren. Een wettelijke regeling voor de toegang tot en het beheer van dergelijke datasets kent het Nederlandse strafvorderlijke stelsel nog niet. De datasets zijn immers niet in het beheer van de opsporingsdiensten gekomen door de inbeslagname van een gegevensdrager of door vordering van deze gegevens overeenkomstig artikel 126ng Sv. In de Smartphone-arresten van de Hoge Raad van 4 april 2017 is bepaald dat een opsporingsambtenaar een onderzoek aan deze gegevensdrager kan verrichten indien de met dat onderzoek samenhangende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als beperkt kan worden beschouwd. Indien bij het onderzoek sprake is van een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene is onderzoek door de officier van justitie of zelfs de rechter-commissaris aangewezen. Daarbij valt – in het licht van artikel 8 EVRM – aan onderzoek door de rechter-commissaris in het bijzonder te denken in gevallen waarin op voorhand is te voorzien dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zeer ingrijpend zal zijn, aldus de Hoge Raad. [38]
Uitgangspunt in deze arresten is het algemene kader voor inbeslagneming van voorwerpen en de daaraan gekoppelde bevoegdheid tot het verrichten van onderzoek aan die voorwerpen. Deze bevoegdheden kunnen op grond van de artikelen 95 en 96 Sv ook worden uitgeoefend door de op grond van artikel 148 Sv met het gezag over de opsporing belaste officier van justitie, nu deze blijkens artikel 141 aanhef en onder a, Sv met opsporing is belast. Voorts kunnen die bevoegdheden op grond van artikel 104 Sv worden uitgeoefend door de rechter-commissaris. De hier genoemde wettelijke bepalingen bieden tevens de grondslag voor het verrichten van onderzoek aan inbeslaggenomen voorwerpen door de officier van justitie respectievelijk de rechter-commissaris, indien de inbeslagneming is geschied door een opsporingsambtenaar. Deze wettelijke bepalingen vormen ook een voldoende grondslag voor onderzoek aan inbeslaggenomen voorwerpen als elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken dat een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer meebrengt. Naar het oordeel van de rechtbank dient dat ook te gelden voor dergelijk onderzoek aan van elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken veiliggestelde gegevens, die op basis van een rechtshulpverzoek door een buitenlandse autoriteit zijn overgedragen. Dit is in lijn met het toekomstige artikel 2.7.38 Sv (nieuw), dat in grote lijnen een codificatie van de Smartphone-arresten bevat. Dit artikel spreekt naast stelselmatig onderzoek van gegevens in een digitale gegevensdrager of geautomatiseerd werk, ook over dergelijk onderzoek ten aanzien van gegevens die hieruit zijn overgenomen. [39] Het wettelijk stelsel, zoals door de Hoge Raad uitgelegd in de Smartphone-arresten, voorziet daarmee in een drietrapsraket voor onderzoek dat ook van toepassing is op de veiliggestelde PGP-data.
Het volledig kopiëren van een geautomatiseerd werk wordt in de Memorie van Toelichting van het hiervoor genoemde nieuwe wetsartikel genoemd als voorbeeld van een onderzoekshandeling waarbij op voorhand redelijkerwijs voorzienbaar is dat een min of meer volledig beeld van bepaalde aspecten van iemands privéleven kan worden verkregen. [40] Dat is in zijn algemeenheid juist als dit geautomatiseerde werk te koppelen is aan een persoon, maar daar is in het onderhavige geval geen sprake van. De verwachte privacyschending door het kopiëren van de Ennetcom- en PGP-safe-data is – zelfs bij volledige ontsleuteling van alle berichten – naar zijn aard beperkt, omdat niet te verwachten is dat de data op de server, waaronder de communicatie, direct te herleiden is naar individuele gebruikers. Deze hoefden immers niet hun identiteit of andere persoonsgegevens kenbaar te maken aan de aanbieders van deze dienst en dus is het hoogst onwaarschijnlijk dat (meta)data die rechtstreeks zou kunnen leiden naar de gebruikers, terug zijn te vinden op de servers van Ennetcom en PGP-safe. Ten aanzien van het berichtenverkeer geldt bovendien dat redelijkerwijs te verwachten was dat gebruikers niet onder eigen naam communiceren en dat de communicatie overwegend crimineel en zakelijk van aard zou zijn. Daardoor was in die fase niet op voorhand te voorzien dat bemoeienis van de officier van justitie of rechter-commissaris aangewezen zou zijn. Het onderzoek van de onderzoeksteams De Vink en Sassenheim was niet gericht op identificatie van de gebruikers van de dienst, maar op het vaststellen van de overwegend criminele context van hun communicatie. De kennisname van de communicatie door dit onderzoek was daarom niet meer dan een beperkte inbreuk op de privacy van iedere individuele gebruiker. De omstandigheid dat het veel gebruikers betreft maakt dat niet anders. Overeenkomstig het hiervoor geschetste kader is het ontsleutelen van de communicatie proportioneel en mocht dit vervolgonderzoek in die strafzaken door opsporingsambtenaren plaatsvinden.
3.3.4.4 Doorverstrekking van de PGP-data aan andere onderzoeken
De vraag is of de Nederlandse opsporingsdiensten door het bewaren van die gegevens – volgens de verdediging in strijd met nationale en internationale regels van privacybescherming – ongerichte bulkdata onder zich hebben. Dat er sprake is geweest van het bewaren van een grote hoeveelheid privacygevoelige data is voor de rechtbank evident. Van een algemene en ongedifferentieerde verzameling data, wat doorgaans bedoeld wordt met bulkdata, kan – anders dan de verdediging stelt – echter niet worden gesproken. Het gaat immers om de data van een afgebakende groep, namelijk de gebruikers van respectievelijk Ennetcom en PGP-safe, en om een concrete verdenking dat deze diensten gebruikt werden door criminelen die zich (in georganiseerd verband) met zeer ernstige strafbare feiten bezig hielden. Dat is een wezenlijk andere situatie dan bijvoorbeeld het bewaren van alle metadata van alle abonnees van een (willekeurige) telecomprovider ten behoeve van toekomstige strafrechtelijke onderzoeken. Desalniettemin staat voor de rechtbank vast dat reeds het bewaren van de data enige inbreuk maakt op de privacy van de betrokkenen. Dat hierbij zou zijn gehandeld in strijd met nationale of Europese wet- en regelgeving is door de verdediging echter niet aannemelijk gemaakt en is de rechtbank ook anderszins niet gebleken.
De vraag is echter wel hoe met deze hoeveelheid onderzoeksgegevens moet worden omgegaan. EU-Richtlijn 2016/680 heeft betrekking op de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen. Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd door wijziging van de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, alsmede het Besluit politiegegevens, het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens en het Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten. Deze regelgeving is van belang als (persoons)gegevens die onder verantwoordelijkheid van buitenlandse autoriteiten zijn verkregen en vervolgens aan de Nederlandse autoriteiten ter beschikking zijn gesteld, in Nederland worden verwerkt ten behoeve van de opsporing of vervolging. In zijn algemeenheid is doelbinding een belangrijk beginsel bij de normering van onderzoek aan in de opsporing verkregen gegevens. Met andere woorden: uitgangspunt is dat dergelijke gegevens slechts gebruikt worden voor het doel waarvoor ze verzameld zijn. Doelafwijkend gebruik is echter toegestaan als dit bij wet is voorzien, noodzakelijk en proportioneel is. De eerste Ennetcom-berichten die aan het onderzoeksteam Marengo werden verstrekt waren afkomstig uit het onderzoek Tandem. Dat aan de verkrijging in het onderzoek Tandem gebreken kleven die gevolgen zouden moeten hebben voor het onderzoek Marengo kan de rechtbank niet volgen. Bij de samenstelling van de Tandem-dataset is, om uitvoering te geven aan de voorwaarde zoals gesteld door de Canadese rechter, gekozen voor de daar beschreven procedure bij de rechter-commissaris, via een vordering van de officier van justitie op grond van de artikelen 181, 177 en 126ng Sv. Anders dan de verdediging aanvoert is de constructie die is gekozen om aan de voorwaarden van de Canadese rechter te voldoen, zie de Hoge Raad in het hiervoor aangehaalde arrest van 13 juni 2023, toelaatbaar. [41] Dat in het onderzoek Tandem bij de samenstelling van de dataset niet is gewerkt conform het plan van aanpak op de wijze zoals de rechter-commissaris dat voor ogen had, doet aan de rechtmatigheid van de Tandem-dataset niet af. De rechtbank heeft in die zaak (overigens) geoordeeld dat op dit punt sprake is van een onherstelbaar vormverzuim maar heeft aan dat vormverzuim geen consequenties verbonden. [42]
Dat het onderzoeksteam Tandem in strijd met de Canadese voorwaarde gegevens heeft gedeeld met het onderzoeksteam Marengo vindt geen steun in het dossier, nu dit met machtiging van de rechter-commissaris is gedaan. Anders dan de verdediging stelt, zijn er evenmin aanwijzingen dat opsporingsambtenaren de Tandem-dataset zonder rechterlijke toestemming hebben bestudeerd en gebruikt voor andere onderzoeken.
Hiervoor is bij de beschrijving van de feitelijke gang van zaken vermeld hoe informatie uit de onderzoeken Sassenheim en De Vink (via een tussenstap in het onderzoek Tandem) bij Marengo is gekomen. De vraag is of dit gebruik voor een ander doel is toegestaan. Bij de Ennetcom-data is, om uitvoering te geven aan de voorwaarde zoals gesteld door de Canadese rechter, gekozen voor de daar beschreven procedure bij de rechter-commissaris, via een vordering van de officier van justitie op grond van de artikelen 181, 177 en 126ng Sv. Hiervoor is al overwogen dat deze werkwijze toelaatbaar is. De doorverstrekking is dus bij wet voorzien. Zij is ook proportioneel en noodzakelijk, nu het in de machtigingen van de rechter-commissaris steeds gaat om e-mailadressen en zoektermen die rechtstreeks gerelateerd zijn aan levensdelicten en de identificatie van deze e-mailadressen slechts plaatsvindt voor zover de communicatie enige relevantie heeft voor het onderzoek naar deze levensdelicten. Voor de stelling van de verdediging dat de rechter-commissaris is misleid door een onzorgvuldige vertaling van de voorwaarde van de Canadese rechter heeft de rechtbank geen ondersteuning in het dossier aangetroffen.
Voor de doorverstrekking van de PGP-safe-data is de wettelijke procedure van artikel 126dd Sv gevolgd. Deze regeling kent geen voorziening van een rechterlijke toetsing voor zover de doorverstrekte data elektronisch berichtenverkeer betreft waarvan de inhoud in het eerdere strafrechtelijke onderzoek nog niet bekend was. Een dergelijke in de wet verankerde toets ligt – nu zonder meer vaststaat dat de bescherming van het briefgeheim zich ook uitstrekt tot dat elektronisch berichtenverkeer – wel voor de hand. Dit leidt de rechtbank ook af uit de hiervoor al aangehaalde arresten van het EHRM van 25 mei 2021 over interceptie van (bulk)communicatie. [43] De door het kopiëren van de servers van Ennetcom en PGP-safe verkregen communicatie is weliswaar niet door interceptie verkregen, maar het kader dat door het EHRM wordt gegeven voor de verdere verwerking van deze privacygevoelige data is in dit geval wel toepasselijk. Daarbij geldt dat er sprake moet zijn van een ‘independent authorisation’ indien dieper in de data wordt doorgedrongen, zodat een onafhankelijke autoriteit beoordeelt of de inbreuk op de in artikel 8 lid 1 EVRM genoemde belangen binnen de grenzen blijft van wat noodzakelijk is in een democratische samenleving. De Nederlandse officier van justitie voldoet niet aan die eis van onafhankelijkheid. Een machtiging door een rechter-commissaris voldoet daar wel aan. Ook een wijze van rechterlijk toetsen zoals voorgeschreven door de Canadese rechter bij de Ennetcom-data, waarbij kortweg alleen onderzoek naar zeer ernstige strafbare feiten een schending van het briefgeheim rechtvaardigt en een rechter die een en ander normeert, volstaat.
Het ontbreken van een machtiging van een rechter om de PGP-safe gegevens door te verstrekken aan andere onderzoeken is een onherstelbaar vormverzuim. De vraag is vervolgens welke gevolgen dit verzuim dient te hebben. Bij die beoordeling houdt de rechtbank rekening met het belang dat het voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt. Het belang – bescherming van de privacy – is groot, maar de ernst van dit verzuim dient wel te worden gerelativeerd.
De rechtbank acht het niet aannemelijk dat het Openbaar Ministerie bewust een rechterlijke machtiging heeft willen omzeilen; de bestaande wettelijke regeling is immers gevolgd. De criteria op basis waarvan de officier van justitie de PGP-safe-data heeft doorverstrekt – het gaat om een op dat moment nog niet opgehelderd levensdelict en om specifieke e-mailadressen die te koppelen zijn aan de gebruikers van de e-mailadressen die hierover spreken – zijn bovendien zodanig dat een rechter zonder meer deze machtiging zou hebben afgegeven. Deze doorverstrekking voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het nadeel dat door het vormverzuim zou zijn geleden, mag volgens vaste jurisprudentie niet gelegen zijn in de ontdekking van een strafbaar feit. In het onderhavige geval kan als nadeel dan in algemene zin worden genoemd: een inbreuk op de privacy, al betwisten de verdachten in Marengo voor het overgrote deel dat zij degenen zijn die aan de veiliggestelde en overgedragen communicatie hebben deelgenomen. Gelet hierop concludeert de rechtbank dat met constatering van het vormverzuim kan worden volstaan.
3.3.5
Geheimhoudersbelangen bij verkrijging en verwerking van de PGP-data
3.3.5.1 Verweer van de verdediging
De verdediging betoogt dat de politie en het Openbaar Ministerie bij de verkrijging en verdere verwerking van de PGP-data structureel en opzettelijk tekort zijn geschoten in hun zorgplicht ten aanzien van geheimhoudersbelangen en -rechten en dat dit tot onherstelbare schendingen daarvan heeft geleid. Bovendien stelt zij dat deze schendingen structureel zijn en zich niet tot deze zaak hebben beperkt.
3.3.5.2 Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt. In zijn arrest van 20 september 2022 overweegt de Hoge Raad [44] dat met het voorschrift van artikel 126aa lid 2 Sv is beoogd het belang te beschermen dat eenieder de mogelijkheid heeft om vrijelijk een advocaat te raadplegen, zonder vrees voor openbaarmaking van wat aan de advocaat in diens hoedanigheid wordt toevertrouwd. Het voorschrift strekt ertoe dat gegevens die als gevolg van de toepassing van de bevoegdheden genoemd in artikel 126aa lid 1 Sv zijn verkregen, onmiddellijk worden vernietigd indien zij vallen onder het verschoningsrecht als bedoeld in artikel 218 Sv, zodat is verzekerd dat die gegevens geen deel uitmaken van de processtukken en dat daarop in het verdere verloop van het strafproces geen acht wordt geslagen. Uit artikel 126aa lid 2 Sv vloeit derhalve voort dat gegevens als in die bepaling bedoeld niet in het strafproces kunnen worden gebruikt.
In het Marengo-dossier zijn geen berichten uit de Marengo-dataset gevoegd die later geheimhoudersberichten bleken te zijn. Bovendien zijn er geen aanwijzingen dat in het onderzoek Marengo PGP-geheimhouderscommunicatie tussen verdachten en hun raadslieden op enigerlei wijze een rol heeft gespeeld. Van schending van geheimhoudersbelangen in de zaak Marengo is – voor zover het PGP-kwesties betreft – in zoverre dus geen sprake. Wat in het licht van bovengenoemd kader van artikel 126aa lid 2 Sv wel bevreemdt is dat op meerdere plaatsen in het Marengo-dossier (doorstuur)berichten voorkomen die als (mogelijke) geheimhoudersberichten zijn te identificeren en die kennelijk deel uitmaken van een proces-verbaal dat vanuit een ander onderzoek aan Marengo is verstrekt. Het Openbaar Ministerie noemt daarvan twee voorbeelden [45] en ook de rechtbank is nog een dergelijk bericht tegengekomen. [46] Dergelijke geheimhouderscommunicatie dient niet in een strafproces te kunnen worden gebruikt en dient dus ook niet te worden gevoegd in een ander strafproces. Of dit een verzuim is in de zin van artikel 359a Sv zal aan het eind van deze paragraaf worden besproken.
Voorts dient te worden besproken een door de verdediging aangevoerd incident, waarbij tijdens een inzage door de verdediging (mrs. [advocaat 2] en [advocaat 3] ) bij het NFI op 19 juli 2022 in de Marengo-dataset met behulp van Hansken een geheimhoudersbericht zichtbaar werd. Het NFI heeft in opdracht van het Openbaar Ministerie uiteengezet hoe dit heeft kunnen plaatsvinden. De uitleg komt erop neer dat de Hansken-omgeving waarin deze inzage plaatsvond een andere is dan die waartoe de politie toegang heeft en dat dit bericht abusievelijk zichtbaar was in de NFI-omgeving. [47] Dit zegt uiteraard iets over de (onvolkomen) wijze waarop het onleesbaar maken van geheimhoudersberichten plaatsvindt. Daarop zal verderop in deze paragraaf nader worden ingegaan. Genoemd bericht maakt echter – zoals onbetwist door het Openbaar Ministerie gesteld – geen deel uit van het Marengo-dossier of van de Marengo-dataset waarin procespartijen inzage hebben. Dit wordt bevestigd door het feit dat de verdediging na die inzage heeft verzocht om voeging in het Marengo-dossier van zeven PGP-berichten, waaronder het desbetreffende geheimhoudersbericht, maar dat de politie juist dat ene bericht niet kon vinden. [48] De rechtbank beschouwt deze kwestie dan ook als een onfortuinlijke vergissing tijdens de inzage bij het NFI en niet als een verzuim in de zaak Marengo.
In het begin van dit hoofdstuk heeft de rechtbank geoordeeld dat eventuele vormverzuimen bij de verkrijging en de verwerking van de PGP-data binnen de onderzoeken De Vink en Sassenheim van bepalende invloed zijn geweest bij het opsporingsonderzoek en de vervolging van de verdachten in het onderzoek Marengo. Gelet daarop dient de rechtbank te beoordelen of in die zaken schendingen van geheimhoudersbelangen hebben plaatsgevonden.
Daarbij geldt voor de rechtbank als uitgangspunt dat het voor de opsporingsdiensten bij het kopiëren van servers weliswaar niet evident was dat daar ook geheimhouderscommunicatie op zou staan, maar dat zij met die mogelijkheid wel rekening dienden te houden. Uit de processen-verbaal waarin hiervan verslag wordt gedaan blijkt ook dat zij dat hebben gedaan. De opsporingsdiensten hebben van meet af aan inspanningen verricht om te bewerkstelligen dat mogelijke geheimhouderscommunicatie werd onderkend en ontoegankelijk werd gemaakt. Zo is op de dag van het veiligstellen van de Ennetcom-data in Canada naar alle PGP-gebruikers van Ennetcom het bericht uitgegaan dat de serverinhoud in beslag is genomen en zijn professioneel verschoningsgerechtigden opgeroepen zich te melden bij de politie. Hetzelfde is gedaan op de dag dat in Costa Rica de PGP-safe server (gedeeltelijk) was gekopieerd.
Deze oproepen hebben er echter niet toe geleid dat enig professioneel verschoningsgerechtigde zich heeft gemeld als Ennetcom- of PGP-safe-gebruiker. Daaruit kan de conclusie worden getrokken dat ofwel professioneel verschoningsgerechtigden, waaronder advocaten, geen gebruik maakten van de diensten van Ennetcom en PGP-safe, ofwel dat zij zich om hen moverende redenen niet hebben willen melden. Als dat laatste het geval is, dan betekent dat dat er mogelijk communicatie die onder het verschoningsrecht valt is verscholen in de voor de opsporingsdiensten toegankelijke berichten. Omdat deze communicatie niet als zodanig is te herkennen zonder daar kennis van te nemen, neemt de professioneel verschoningsgerechtigde het risico dat zijn geprivilegieerde communicatie door de opsporingsdiensten wordt gelezen en zelfs (ongewild) een rol kan gaan spelen in een strafdossier. De verdediging heeft betoogd dat het in strijd zou zijn met haar geheimhoudingsplicht als zij gehoor zou geven aan een dergelijke oproep. Die stelling is – zo begrijpt de rechtbank – kennelijk gebaseerd op de vrees dat ondanks dat een advocaat zijn PGP-adres(sen) heeft doorgegeven, door de opsporingsdiensten kennis zal worden genomen van de inhoud van de berichten van die desbetreffende lijn(en) en/of dat/die PGP-adres(sen) van (een) cliënt(en) waarmee is gecommuniceerd via een achterdeur bekend worden bij de opsporingsdiensten. Dit kennelijk op wantrouwen jegens deze diensten gebaseerde standpunt mag de verdediging innemen, maar het niet melden heeft dan wel tot gevolg dat bovengenoemd risico wordt gelopen. Naar het oordeel van de rechtbank mag van een advocaat in deze situatie worden verwacht dat hij zich inspant om deze professionele spagaat te adresseren, bijvoorbeeld door zich hiermee te wenden tot zijn beroepsorganisatie, die hier vervolgens op kan acteren. Het is de rechtbank niet bekend of dit destijds is gebeurd.
Uiteindelijk heeft het Openbaar Ministerie zelf getracht professioneel verschoningsgerechtigden te identificeren door de Ennetcom- en PGP-safe-data te doorzoeken op relevant geachte zoektermen. Naar het oordeel van de rechtbank was er op dat moment geen aanleiding voor om bij die zoektocht individuele geheimhouders (die zich immers niet gemeld hadden) of enige beroepsorganisatie te betrekken. De zoekslag die volgde heeft geleid tot de vondst van berichten die herleidbaar waren naar e-mailadressen die mogelijk in gebruik waren bij professioneel verschoningsgerechtigden. Die e-mailadressen en de bijbehorende data zijn hierop onzichtbaar en ontoegankelijk gemaakt. Voorts is een procedure in het leven geroepen die inhoudt dat indien bij het doorzoeken van de data toch op mogelijke informatie van professioneel verschoningsgerechtigden wordt gestuit, deze informatie ontoegankelijk wordt gemaakt, waarbij door personen buiten het onderzoeksteam wordt beoordeeld of ook de andere communicatie die herleidbaar is naar dat e-mailadres mogelijk onder het verschoningsrecht valt. De beoordeling of in een dergelijk geval sprake is van geheimhouderscommunicatie wordt gedaan door een officier van justitie die niet bij het betreffende onderzoek betrokken is. In afwachting van diens beslissing wordt de aangetroffen communicatie steeds zekerheidshalve onzichtbaar gemaakt.
De vraag die beantwoord moet worden is of het Openbaar Ministerie met deze benadering de in acht te nemen zorgvuldigheid ter zake van de communicatie van professioneel verschoningsgerechtigden voldoende heeft gewaarborgd. Uit het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad van 20 september 2022 leidt de rechtbank af dat het zogenoemde uitgrijzen van geheimhouderscommunicatie slechts te beschouwen is als vernietigen als bedoeld in artikel 126aa lid 2 Sv, als verzekerd is dat de gegevens geen deel uitmaken van de processtukken en daarop in het verdere verloop van het strafproces geen acht kan worden geslagen. Dat verzekeren heeft de Hoge Raad zodanig genormeerd dat vaststellingen dienen te worden gedaan over de wijze waarop is gewaarborgd dat personen die bij het opsporingsonderzoek zijn betrokken op geen enkele wijze toegang kunnen krijgen tot de uitgegrijsde gegevens, waarbij ook van belang is dat als er technisch mogelijkheden bestaan om eenmaal gegrijsde informatie opnieuw toegankelijk te maken, moet blijken voor wie, op welke wijze en onder welke voorwaarden deze gegevens dan opnieuw toegankelijk kunnen worden. [49]
Uit de hiervoor beschreven inspanningen blijkt dat het Openbaar Ministerie zich zeer bewust was van de noodzaak om protocollen te ontwikkelen over de wijze waarop voldaan zou moeten worden aan de bepalingen van artikel 126aa lid 2 Sv en artikel 5 lid 1 en 2 van het Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken.
Het dossier bevat de reeds aangehaalde processen-verbaal over het schoningsproces in de zaken De Vink en Sassenheim. Ook bevat het dossier algemene NFI-informatie [50] over de functionaliteiten binnen Hansken (zoals het toekennen van de verschillende ‘rollen’) om procedures rondom geheimhouderinformatie te faciliteren overeenkomstig de – eveneens in het dossier gevoegde – Handleiding Verwerking geheimhouderinformatie aangetroffen in inbeslaggenomen voorwerpen en in digitale bestanden van de landelijke vergadering rechercheofficieren, van juni 2014. [51]
De rechtbank stelt vast dat het uitgrijzen in de zaken De Vink en Sassenheim niet volledig aan de door de Hoge Raad geformuleerde standaard voldoet. Met name aan de eis dat ‘moet blijken voor wie, op welke wijze en onder welke voorwaarden deze gegevens dan opnieuw toegankelijk kunnen worden’ is in de zaken De Vink en Sassenheim onvoldoende kenbaar voor de rechtbank voldaan. En uit het incident waarbij de verdediging tijdens een inzage bij het NFI opeens op een geheimhoudersbericht in een zogenoemde werkset kon stuiten terwijl dat bericht eigenlijk uitgegrijsd was, leidt de rechtbank af dat in de uitvoering dingen mis kunnen gaan. Echt verbazingwekkend is dat natuurlijk niet. Het Openbaar Ministerie, de politie en het NFI hadden – door het kopiëren van de servers van Ennetcom en PGP-safe met daarop miljoenen versleutelde berichten – met een nieuw fenomeen te maken. Naar het oordeel van de rechtbank hebben zij daarbij geprobeerd zo goed mogelijk de belangen van professionele geheimhouders te beschermen.
Het niet-vernietigen als bedoeld in artikel 126aa lid 2 Sv (of overeenkomstig de door de Hoge Raad geformuleerde standaard uitgrijzen) van geheimhouderscommunicatie levert een onherstelbaar vormverzuim op. Dit vormverzuim heeft zich weliswaar niet in het voorbereidend onderzoek jegens de verdachten in Marengo voorgedaan, maar zoals hiervoor overwogen zal wel moeten worden beoordeeld of dit vormverzuim tot consequenties moet leiden in deze strafzaak. Bij die beoordeling houdt de rechtbank rekening met het belang dat het voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt.
De rechtbank acht het niet aannemelijk dat het Openbaar Ministerie bewust laks is geweest met het ontoegankelijk maken van geheimhoudersberichten in de datasets. Integendeel, uit de verslaglegging leidt de rechtbank af dat het Openbaar Ministerie zijn uiterste best heeft gedaan om deze berichten zo snel mogelijk te onderkennen en af te schermen. Het belang dat het geschonden voorschrift dient, te weten het belang dat eenieder de mogelijkheid heeft om vrijelijk een professioneel verschoningsgerechtigde te raadplegen, zonder vrees voor openbaarmaking van wat aan deze professioneel verschoningsgerechtigde in diens hoedanigheid wordt toevertrouwd, is uiteraard groot. Van enig nadeel veroorzaakt door het vormverzuim voor de verdachten in de zaken De Vink en Sassenheim is echter geen sprake, reeds omdat de verdachten in die zaken niet door de niet-naleving van het voorschrift waren getroffen in het belang dat de overtreden norm beoogt te beschermen. Zij waren immers geen professioneel verschoningsgerechtigden en gesteld noch gebleken is dat berichten van hen met een professioneel verschoningsgerechtigde in het dossier waren gevoegd.
Dat geldt evenzeer voor de verdachten in de zaak Marengo. Ook zij lijden geen concreet nadeel. De berichten van de onderkende e-mailadressen van geheimhouders zijn in De Vink en Sassenheim ontoegankelijk gemaakt. Deze zijn, voor zover zij al deel uitmaakten van het door de rechter-commissaris goedgekeurde plan van aanpak voor Marengo, binnen de Marengo-dataset nooit zichtbaar geweest. Uit een latere controle van de Marengo-dataset is gebleken dat het deel afkomstig uit de PGP-safe-data geen (potentiële) geheimhoudersberichten bevatte. Het deel afkomstig uit de Ennetcom-dataset bleek bij die controle uiteindelijk 71 dataregels (36 unieke berichten) te bevatten die als geheimhoudersbericht waren aan te merken. Die zijn vervolgens alsnog ontoegankelijk gemaakt. [52] Op het onbetwiste totaal van ruim 875.000 dataregels die de Marengo-dataset bevat is dit aantal gering te noemen. Bovendien zijn, zoals hiervoor al is vastgesteld, vanuit de Marengo-dataset geen geheimhoudersberichten in het Marengo-dossier terechtgekomen en gesteld noch gebleken is dat het gaat om enige communicatie tussen een van de verdachten en hun raadslieden.
De stelling van de verdediging dat geheimhouderscommunicatie bij de start van de verdenking, bij het samenstellen van het dossier of bij beslissingen in de opsporing een rol hebben gespeeld, is op geen enkele manier onderbouwd. Ook de stelling dat geheimhoudersberichten lange tijd voor velen zichtbaar zijn geweest is niet onderbouwd. De rechtbank concludeert dat met constatering van het vormverzuim kan worden volstaan.
Los van het bovenstaande levert het voegen van uit andere onderzoeken afkomstige geheimhouderscommunicatie in het strafdossier Marengo – zoals hiervoor beschreven – ook een vormverzuim op. Het verstrekken van geheimhoudersberichten die onderdeel uitmaken van een proces-verbaal in een ander onderzoek aan Marengo is niet toegestaan. De omstandigheid dat deze communicatie pas op een later moment als geheimhouderscommunicatie wordt onderkend maakt dat niet anders. Met uitzondering van het door het Openbaar Ministerie aangehaalde tweede voorbeeld, uit de telefoon van [betrokkene 11] , lijken die (doorstuur)berichten communicatie tussen [medeverdachte 1] en zijn toenmalige raadsvrouw te bevatten en die communicatie hoort uiteraard niet in dit strafdossier thuis. Het belang om deze communicatie uit strafdossiers te houden is groot. Nu de communicatie echter geen relevantie heeft voor de strafzaak en hoogstens eruit afgeleid zou kunnen worden dat zij met elkaar communiceren, is er geen nadeel voor [medeverdachte 1] veroorzaakt door het vormverzuim. Ook voor de andere Marengo-verdachten geldt dat zij geen nadeel lijden door dit verzuim.
De verdediging van [medeverdachte 1] betoogt dat het geheimhoudersbericht in het eerste voorbeeld waarin de bijnaam van [betrokkene 12] (de verdachte in de zaak Tandem II, hierna: [betrokkene 12] ) voorkomt tactisch gebruikt is en verweven blijft met de aan [medeverdachte 1] toegeschreven accounts. Voor zover de verdediging daarmee bedoelt dat de identificatie van de PGP-lijn 39x7w1nz2h@ennetcom.biz (hierna ook: 39x7) van [medeverdachte 1] (mede) heeft kunnen plaatsvinden doordat kennis is genomen van dat geheimhoudersbericht, volgt de rechtbank haar daarin niet. De identificatie van de 39x7 heeft in het onderzoek Tandem II immers plaatsgevonden aan de hand van berichtenwisseling tussen [medeverdachte 1] en diens broer en zus. [53] De rechtbank concludeert het voorgaande beschouwend ook hier dat met constatering van het vormverzuim kan worden volstaan.
3.3.6
Tactische en technische verwerking van de PGP-data
3.3.6.1 Verweren van de verdediging
De verweren van de verdediging over de tactische en technische verwerking van de PGP-data zien voor een belangrijk deel op de stelling dat geen sprake zou zijn van een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM, in het bijzonder omdat het recht op gelijke proceskansen (equality of arms) als invulling van artikel 6 lid 3 onder b EVRM zou zijn geschonden. De verdediging meent dat zij onvoldoende gelegenheid heeft gehad om het met Hansken verkregen bewijsmateriaal te kunnen controleren en betwisten omdat zij geen toegang heeft gekregen tot de brondata en de software van Hansken. De ontwikkeling en het gebruik van Hansken zijn niet gereguleerd en er is geen mogelijkheid tot contra-expertise. Hansken had bovendien niet gebruikt mogen worden omdat het een buitenwettelijk technisch hulpmiddel is, nu het niet voldoet aan de eisen die daaraan in het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering (hierna: het Besluit) worden gesteld. Ten slotte zijn de data onvolledig en forensisch onbetrouwbaar.
3.3.6.2 Oordeel van de rechtbank
3.3.6.2.1 Inzage in brondata
De rechtbank stelt voorop dat de brondata geen deel uitmaken van de processtukken. De Hoge Raad heeft in het eerste Ennetcom-arrest van 28 juni 2022 het juridisch kader voor de beoordeling van verzoeken van de verdediging om voeging van althans inzage in niet tot de processtukken behorende gegevens (nogmaals) uiteengezet. [54]
De maatstaf bij de beoordeling van een verzoek tot voeging van stukken bij de processtukken is op grond van artikel 315 lid 1 Sv in verbinding met artikel 415 Sv of de noodzaak daarvan is gebleken. Bij het nemen van zijn beslissing hierover moet de rechter in aanmerking nemen dat op grond van artikel 149a lid 2 Sv in beginsel alle stukken aan het dossier dienen te worden toegevoegd die voor de ter terechtzitting door hem te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn. Het gaat hierbij dus om de relevantie van die stukken.
De verdediging kan – mede gelet op het in artikel 6 lid 3, aanhef en onder b, EVRM gewaarborgde recht van de verdachte om te beschikken over de tijd en faciliteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van zijn verdediging en met het oog op het doen van een verzoek tot het voegen van stukken aan het dossier – een gemotiveerd verzoek doen tot het verkrijgen van inzage in specifiek omschreven stukken. Tijdens het vooronderzoek kan een dergelijk verzoek worden gedaan overeenkomstig de in artikel 34 Sv geregelde procedure. Na aanvang van het onderzoek ter terechtzitting beslist de zittingsrechter – zo nodig op basis van de bevindingen van nader onderzoek dat door een ander dan de zittingsrechter, bijvoorbeeld de rechter-commissaris, is verricht naar de aard en de inhoud van de betreffende stukken en gegevens – of en zo ja, in welke mate en op welke wijze, die inzage kan worden toegestaan.
In dit proces heeft de verdediging meerdere malen verzocht om inzage in de brondata, welke verzoeken door de rechtbank zijn afgewezen. Anders dan de verdediging stelt volgt uit de Europese jurisprudentie niet dat de verdediging daar recht op heeft. Het EHRM overweegt ten aanzien van grote datasets onder meer dat het beginsel van equality of arms niet inhoudt dat de verdediging het ongeclausuleerde recht heeft op toegang tot de volledige dataset. Als de opsporingsinstantie niet op de hoogte is van de inhoud van de totale dataset en de verdediging niet duidelijk vermeldt welke specifieke kwesties in de data onderzocht moeten worden en daarvoor redenen aandraagt of specifieke zoekopdrachten voorstelt, is er geen sprake van het achterhouden van bewijs. [55] Het onderzoeksteam Marengo en het Openbaar Ministerie hebben allebei geen inzage in de brondata. De verdediging wenst in feite dus verdergaande toegang tot de Ennetcom- en PGP-safe-data te verkrijgen dan het Openbaar Ministerie heeft en daartoe bestaat, ook bezien in het licht van artikel 6 EVRM, geen aanleiding. Ten aanzien van de toegang tot de Ennetcom-data komt daar nog bij dat een verdergaande toegang in strijd zou zijn met de door de Canadese rechter gestelde voorwaarden. De verdediging heeft evenwel steeds de mogelijkheid gehad zich te wenden tot de rechter-commissaris met een onderbouwd verzoek, bijvoorbeeld met opgave van relevante zoektermen, om binnen de brondata te (laten) zoeken naar specifieke berichten waarvan de verdediging meent dat de Marengo-dataset daarmee zou moeten worden uitgebreid. Van deze laatste mogelijkheid heeft de verdediging geen gebruik gemaakt. Voor zover de verdediging heeft betoogd dat het vooraf moeten opgeven van zoektermen een ongeoorloofde inperking is van haar rechten, volgt de rechtbank haar daarin niet. Overeenkomstig artikel 34 Sv mag van de verdediging immers een concrete onderbouwing verlangd worden. Vanwege de met een ongeclausuleerde inzage gepaard gaande inbreuk op de privacy van zeer veel andere personen en gelet op de in het geding zijnde opsporingsbelangen, is de restrictie dat zij concreet, bijvoorbeeld door het opgeven van zoektermen, vermeldt waarnaar in de brondata gezocht zou moeten worden, gerechtvaardigd. De verdediging heeft alleen gesteld dat zich in die brondata mogelijk ontlastende PGP-berichten bevinden, maar deze enkele algemene stelling is onvoldoende voor het oordeel dat inzage in alle brondata noodzakelijk is voor de voorbereiding van de verdediging en met het oog op het doen van een verzoek tot voeging.
3.3.6.2.2 Inzage in Marengo-dataset
Uit de Marengo-dataset zijn berichten geselecteerd die volgens het Openbaar Ministerie redelijkerwijs van belang konden zijn voor enige door de rechtbank in de strafzaken van verdachten te nemen beslissing. Deze berichten zijn aan het procesdossier toegevoegd. De volledige Marengo-dataset behoort echter niet tot de processtukken. Daarvoor geldt hetzelfde juridisch kader uit het hiervoor aangehaalde arrest van de Hoge Raad van 28 juni 2022. De gedurende dit proces (herhaalde) verzoeken van de verdediging om de Marengo-dataset aan haar te verstrekken zijn door de rechtbank steeds afgewezen. [56] Hoewel het onderzoeksteam Marengo wel over de Marengo-dataset beschikt acht de rechtbank het niet verstrekken daarvan aan de verdediging gerechtvaardigd. De daartoe aangedragen argumenten – de privacybelangen van (onbekende) derden en het algemene belang dat berichten die mogelijk relevant zijn voor de opsporing in andere zaken, niet onnodig worden verstrekt – acht de rechtbank valide. De rechtbank wijst in dit verband op de mededeling van het Openbaar Ministerie op de zittingen van 27 en 28 februari en 6 maart 2020 dat ‘slechts’ tien procent van de (toen nog circa 610.000) berichten in de Marengo-dataset uit communicatie van de aan verdachten toe te schrijven PGP-lijnen bestaat en dat het bij de overige negentig procent van de berichten gaat om communicatie van derden of van verdachten via op dat moment (nog) niet geïdentificeerde PGP-lijnen. Ook het EHRM heeft in dit kader overwogen dat het noodzakelijk kan zijn om de verdediging de toegang tot materiaal te beperken om de fundamentele rechten van anderen of een belangrijk algemeen belang te waarborgen. [57] Dat de verdediging niet de beschikking heeft gekregen over de volledige Marengo-dataset maar daarin alleen inzage heeft gekregen acht de rechtbank – mede gelet op wat hierna over die inzagemogelijkheden wordt overwogen – dan ook niet in strijd met het beginsel van equality of arms.
De verdediging heeft wel recht op inzage in de Marengo-dataset. Zij heeft die inzagemogelijkheid gekregen vanaf 10 februari 2020. De Marengo-dataset kon door de raadslieden op afspraak bij politiebureaus in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht worden ingezien. De Marengo-dataset was daarnaast ook op afspraak in te zien op een laptop in de penitentiaire inrichting in aanwezigheid van de gedetineerde verdachte. In de Extra Beveiligde Inrichting (hierna: EBI) in Vught waren op afspraak twee laptops met daarop de Marengo-dataset beschikbaar, zodat aan beide zijden van de glazen wand tussen de raadsman en de verdachte een laptop beschikbaar was. Ook kon de verdediging zelf op afspraak bij het NFI in de Marengo-dataset zoeken met behulp van Hansken. Enkele raadslieden hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Verder heeft de rechtbank op 13 maart 2020 beslist dat de zogenoemde ‘eigen lijnen’ – te weten alle berichten van een door de politie aan een specifieke verdachte toegeschreven PGP-adres – tijdelijk ter beschikking moeten worden gesteld aan de raadslieden van die verdachte. Naar aanleiding van deze beslissing heeft het Openbaar Ministerie aan de raadslieden een laptop met die ‘eigen lijnen’ verstrekt. Het gaat dus om berichten uit de Marengo-dataset, maar die berichten zijn geen processtukken, behalve voor zover berichten van die lijnen al aan het procesdossier waren toegevoegd. Enkele raadslieden hebben nadat zij inzage hebben gekregen in de Marengo-dataset en/of de aan hen verstrekte ‘eigen lijnen’ verzocht om voeging van extra berichten, waarna die berichten aan het procesdossier zijn toegevoegd.
De verdediging heeft in de loop van dit proces herhaaldelijk gesteld dat de geboden inzagemogelijkheden onvoldoende waren vanwege – samengevat – praktische bezwaren rondom de inzage en problemen die zich bij het zoeken in de dataset voordeden. De rechtbank wijst erop dat zij op 11 en 12 maart 2021 een regiezitting heeft gehouden waarbij de verdediging specifieke PGP-onderzoekswensen kon indienen en zij de rechtbank heeft kunnen tonen tegen welke problemen zij aanliep bij de geboden inzagemogelijkheden. De rechtbank heeft ter zitting van 12 maart 2021 geconstateerd dat het zoeken in de dataset met wat tips en een nadere toelichting van het Openbaar Ministerie snel mogelijk was en dat het langer duurde als er niet efficiënt werd gezocht. De antwoorden op vragen van de verdediging bleken veelal terug te vinden in de bijgeleverde handleiding en bepaalde problemen of onhandigheden in het zoeken waren terug te voeren op (relatieve) onbekendheid of onervarenheid met zoekmogelijkheden in Excel of PDF. Niet alle raadslieden hadden op dat moment al gebruik gemaakt van alle geboden faciliteiten.
Naar aanleiding van het besprokene en getoonde op die zittingen heeft de rechtbank bij beslissing van 1 april 2021 geoordeeld dat de geboden wijze van inzage de verdediging voorshands voldoende mogelijkheid bood om een adequate verdediging te voeren. De rechtbank heeft daarbij toen ook betrokken dat de omstandigheid dat de inzage veel tijd kost enigszins gecompenseerd wordt doordat er, gezien de verwachte duur van het proces, veel tijd zou zijn om deze inzage te doen. Al met al zag de rechtbank in hetgeen op die zittingen naar voren is gekomen onvoldoende aanleiding om de Marengo-dataset aan de raadsman en verdachte te verstrekken ten behoeve van de inzage. [58]
Het oordeel van de rechtbank van 1 april 2021 betrof een voorlopig oordeel. Onder verwijzing naar die overwegingen is de rechtbank ook thans van oordeel dat de geboden inzagemogelijkheden afdoende zijn geweest. Bij pleidooi heeft de verdediging nog gesteld dat de inzage bij het NFI met Hansken onwerkbaar was vanwege de afstemming van de agenda’s van de personen die daar bij moesten zijn en andere aan haar opgelegde beperkingen. Zo zou tegen de verdediging gezegd zijn dat zij niet mocht zoeken naar ontlastend materiaal en mocht zij alleen berichtcodes noteren en die berichten vervolgens opvragen, waarna die pas weken later werden verstrekt. Wat er van deze stellingen ook zij, de rechtbank constateert dat de verdediging naar aanleiding van de inzage bij het NFI om voeging van slechts zeven berichten heeft gevraagd, waarna deze berichten – met uitzondering van het niet te vinden geheimhoudersbericht, zoals hiervoor is vastgesteld – zijn gevoegd. Waar de verdediging dan precies zou zijn gehinderd in haar controlemogelijkheden is niet duidelijk gemaakt. De omstandigheid dat de verdediging bij die inzage geen vragen over de werking van Hansken kon stellen aan de aanwezige NFI-medewerkers acht de rechtbank niet relevant, omdat dat ook niet het doel was van die geboden inzagemogelijkheid. Voor de verdediging heeft steeds de mogelijkheid bestaan om (via de officier van justitie) aan het NFI te vragen om een specifiek bericht nader te laten controleren. Voor zover de rechtbank bekend heeft zij hiervan geen gebruik gemaakt. De stelling dat het zoeken in de dataset op de politiebureaus in een Excel-bestand onwerkbaar was, is evenmin concreet geworden. Dat het lastig is geweest om afspraken te maken en de inzage voor de verdediging veel tijdsinvestering vergde wil de rechtbank wel aannemen. Daar staat echter tegenover dat de termijn waarop de inzage mogelijk is geweest bijzonder lang is geweest. De inzagemogelijkheden in de Marengo-dataset hebben immers – als gerekend wordt tot de startdatum van de eerste pleidooien in september 2022 – ruim tweeënhalf jaar bestaan en ook ten behoeve van de dupliek heeft de verdediging daar gebruik van kunnen maken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de geboden inzagemogelijkheden in de Marengo-dataset voldoende zijn geweest om een effectieve verdediging te voeren.
3.3.6.2.3 Controle en contra-expertise Hansken
De verdediging betoogt dat zij onvoldoende mogelijkheden heeft gehad om de werking van Hansken te controleren en de software van Hansken aan een contra-expertise te onderwerpen. Zij heeft daartoe tijdens regiezittingen en bij pleidooi gewezen op de rapporten van de in het kader van het onderzoek Tandem II ingeschakelde deskundige [naam deskundige 1] van 15 januari 2018 en 4 maart 2018 waarin [naam deskundige 1] concludeert dat die controlemogelijkheden met betrekking tot de rol en functionaliteit van Hansken in het digitaal forensische onderzoeksproces onvoldoende zijn.
Onder verwijzing naar de vonnissen van 21 september 2021 [59] van de rechtbank Rotterdam in de zaken tegen Ennetcom en haar middellijk bestuurder – waarin een soortgelijk verweer is gevoerd – onderkent de rechtbank het door de verdediging geschetste gevaar dat bij de analyse van bulkdata door complexe algoritmische systemen de resultaten van het systeem leidend worden zonder dat de achterliggende algoritmen kunnen worden gecontroleerd. In het kader van het recht op een eerlijk proces (en dus gelijke proceskansen) moet de verdediging kunnen controleren of de door Hansken geproduceerde resultaten betrouwbaar zijn. Daartoe mag van de verdediging echter wel worden verwacht dat zij concreet maakt op welke punten deze controle moet plaatsvinden. Het in algemene zin stellen dat ‘de controlemogelijkheden onvoldoende zijn’ kan niet als zodanig gelden. Het voorgaande klemt temeer nu in het Marengo-dossier stukken zijn gevoegd waarin is ingegaan op de werking van Hansken. Gewezen wordt het rapport van deskundige [naam deskundige 2] (hierna: [naam deskundige 2] ) van 5 februari 2018 in datzelfde onderzoek Tandem II, waarin hij vragen van de verdediging in die zaak over de betrouwbaarheid en volledigheid van Hansken als selectietool beantwoordt. [60] [naam deskundige 2] is vervolgens op 12 februari 2018 in dat onderzoek gehoord door de rechter-commissaris en de verdediging in de zaak Tandem II heeft daar in aanwezigheid van haar eigen deskundige [naam deskundige 1] vragen kunnen stellen aan [naam deskundige 2] . Ook dat proces-verbaal van verhoor is toegevoegd aan het procesdossier. [61] Verder geldt dat over principes en de werking van Hansken peer-reviewed artikelen zijn verschenen. [62] De verdediging heeft gesteld dat [naam deskundige 2] – nu hij niet rechtstreeks betrokken was bij het gebruik van Hansken ten aanzien van de Ennetcom-data (het antwoord op vraag 2 van de verdediging in het rapport van 5 februari 2018) – vragen niet heeft kunnen beantwoorden, maar zij heeft daarbij onvoldoende concreet gemaakt wat zij nog wil controleren en/of onderzoeken. [naam deskundige 2] heeft in zijn beantwoording bovendien gezegd, en het Openbaar Ministerie heeft hierop ook herhaaldelijk gewezen, dat bij twijfel over de volledigheid van een bericht altijd extra controles uitgevoerd kunnen worden in Hansken zelf of met analysemogelijkheden buiten Hansken. De mogelijkheid tot controle en contra-expertise heeft dus wel degelijk bestaan, zij het dat de verdediging dan wel moet laten weten wat, op welke wijze en door wie onderzocht moet worden. De verdediging heeft dit op de speciale PGP-regiezitting van 11 maart 2021 niet, althans onvoldoende, concreet gemaakt. Ook later heeft zij dit niet gedaan. De rechtbank onderschrijft dan ook niet dat de verdediging geen effectieve controlemogelijkheden heeft gehad.
De verdediging heeft bij pleidooi nog verwezen naar Europese jurisprudentie waaruit volgens haar volgt dat zij recht heeft een contra-expertise. [63] De rechtbank is echter van oordeel dat de verwijzing naar die jurisprudentie niet opgaat omdat Hansken en de met Hansken verkregen resultaten niet aan te merken zijn als deskundigenrapportages.
Bij pleidooi heeft de verdediging gewezen op voorbeelden van ‘fouten’ in Hansken. Deze voorbeelden zijn echter eerder op regiezittingen besproken en – voor zover nodig – verduidelijkt en opgehelderd. Zo heeft de verdediging wederom verwezen naar het in het onderzoek De Vink uitgebrachte NFI-rapport van 16 juni 2020. [64] Het gaat in dat rapport echter niet om een fout in Hansken, maar om een verandering van de naam ‘email from’ naar ‘mailbox name’, welke verandering is ingegeven door voortschrijdend inzicht voor wat betreft de benaming van dat ‘veld’. Het hoe en waarom van die verandering wordt in het rapport van 16 juni 2020 verder uitgelegd. Ook heeft de verdediging wederom verwezen naar ‘fouten’ in de exportfunctie naar de Excelbestanden. De verdediging doelt hier, zo begrijpt de rechtbank, op de brief van 14 september 2020 in het onderzoek Himalaya. [65] Ook die brief gaat niet over fouten in Hansken, maar over een geconstateerd verschil tussen de weergave in Hansken en de weergave in het ten behoeve van de inzage gemaakte Excel-bestand. Het NFI heeft dit geconstateerd en hersteld.
De verdediging heeft nog gesteld dat de werking van Hansken beperkingen kent, zoals het niet kunnen zoeken op minder dan drie tekens waardoor zij niet kan zoeken naar woorden met een ‘y’, zoals ‘hy’ in verband met de aan [medeverdachte 1] toegeschreven schrijfwijze. De rechtbank stelt echter vast dat deze beperking evenzeer geldt voor het Openbaar Ministerie, zodat in zoverre geen sprake is van ongelijke proceskansen. De conclusie van de verdediging dat deze beperking verdachte in zijn verdedigingsrechten heeft geschaad volgt de rechtbank niet, alleen al omdat de verdediging ook op langere woorden met een ‘y’ kon zoeken.
3.3.6.2.4 Hansken is geen (buitenwettelijk) technisch hulpmiddel
De rechtbank is in navolging van eerdere uitspraken van rechtbanken van oordeel dat Hansken niet kan worden aangemerkt als een technisch hulpmiddel in de zin van artikel 126ee aanhef en onder a Sv. [66] De eisen zoals genoemd in het Besluit zijn daarom niet van toepassing. Die eisen zien namelijk op technische hulpmiddelen die worden ingezet bij een stelselmatige observatie, het opnemen van vertrouwelijke communicatie of het opnemen van telecommunicatie en daarvoor wordt Hansken niet gebruikt. Hansken is ook niet aan te merken als een buitenwettelijk technisch hulpmiddel. Het wordt namelijk niet gebruikt voor het verkrijgen van bewijs. Hansken wordt ingezet ten behoeve van het bekijken van bewijs, nadat het is verkregen. De verdediging heeft nog gesteld dat de werking van de Hansken-software heeft bepaald welke PGP-berichten ter kennis kwamen van het onderzoeksteam zodat de uitgangspunten uit de wetsgeschiedenis van artikel 126ee Sv voor Hansken van belang zijn. Die stelling maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Het citaat uit de wetsgeschiedenis waar de verdediging naar verwijst benadrukt het belang van waarborgen aangaande de kwaliteit en de onschendbaarheid van de met technische hulpmiddelen vastgestelde waarnemingen die (immers) in de plaats komen van eigen waarnemingen door verbalisanten. De PGP-data zelf zijn echter niet vastgelegd met Hansken, zodat overeind blijft dat Hansken niet is gebruikt voor het verkrijgen van bewijs.
3.3.6.2.5 Onvolledigheid van de PGP-data
De verdediging heeft uitvoerig uiteengezet dat de PGP-data onvolledig zijn. Voor zover de verdediging hieraan het verweer heeft gekoppeld dat de PGP-berichten niet of in onvoldoende mate kunnen bijdragen aan het bewijs overweegt de rechtbank als volgt.
De PGP-berichten dienen te worden aangemerkt als andere geschriften in de zin van artikel 344 lid 1 onder 5 Sv. Dit betekent dat deze berichten alleen voor het bewijs kunnen worden gebruikt in samenhang met andere bewijsmiddelen.
Bij het gebruik van de PGP-berichten voor het bewijs past behoedzaamheid. De rechtbank is zich ervan bewust dat veelal sprake is van incomplete PGP-communicatie. Dit komt in de eerste plaats doordat op de servers niet alle communicatie meer te vinden was vanwege het retentiebeleid van de aanbieder van de dienst. [67] In het geval van PGP-safe geldt bovendien dat niet alle servers zijn gekopieerd, maar dat de keuze is gemaakt voor het kopiëren van de apparatuur uit de serverkast die vanaf 2012 werd gehuurd. De apparatuur die in de vanaf 2016 gehuurde serverkast stond, is dus niet gekopieerd. Het kopiëren bij PGP-safe is bovendien op enig moment door de Costa Ricaanse autoriteiten beëindigd toen die servers nog niet volledig waren gekopieerd. [68] Daar komt bij dat in het dossier die berichten terecht zijn gekomen die het Openbaar Ministerie uit de Marengo-dataset als relevant heeft geselecteerd. Hierbij past overigens de kanttekening dat de verdediging inzage heeft gehad in de Marengo-dataset en zij zelf ook heeft kunnen verzoeken om voeging van berichten die zij relevant vond.
Verder geldt dat de meeste verdachten hebben ontkend de (enige) gebruiker van een bepaald PGP-account te zijn, dan wel zich op hun zwijgrecht hebben beroepen. Slechts enkele verdachten hebben duiding gegeven aan de inhoud van de berichten. In de berichten wordt soms onduidelijk gesproken. In sommige gevallen zijn conversaties onvolledig. In een deel van de conversaties ontbreken zelfs alle berichten van een van de deelnemers. De context van de berichten is dan ook niet steeds duidelijk. Daar staat tegenover dat voor de bewijswaarde relevant is dat personen die een versleutelde berichtendienst gebruikten zich onbespied waanden en vaak openlijk communiceerden over waar ze mee bezig waren, zonder pogingen dit te verhullen. Ook dat weegt de rechtbank mee bij de beoordeling.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat weliswaar met behoedzaamheid naar de PGP-berichten voor het bewijs moet worden gekeken, maar dat het niet zo is dat de PGP-berichten in algemene zin niet of in onvoldoende mate aan het bewijs kunnen bijdragen vanwege hun onvolledigheid.
3.3.6.2.6 Forensische onbetrouwbaarheid van de PGP-data
De verdediging betoogt dat de PGP-data niet voor het bewijs gebruikt kunnen worden omdat deze forensisch onbetrouwbaar zijn.
3.3.6.2.6.1 Hashwaarden
De rechtbank stelt voorop dat in het dossier is verantwoord dat de data zoals die in Canada en Costa Rica zijn veiliggesteld en gekopieerd ook de data zijn die in Nederland zijn gebruikt. Die vaststelling kon worden gedaan aan de hand van een vergelijking van de zogenoemde hashwaarden van die data. [69]
3.3.6.2.6.2 Integriteit en betrouwbaarheid van de PGP-data
De verdediging heeft herhaaldelijk gesteld dat zich bij Ennetcom integriteitsproblemen en storingen hebben voorgedaan die mogelijk van invloed kunnen zijn geweest op de betrouwbaarheid van het PGP-materiaal. Met name rond en op de PGP-regiezittingen van 11 en 12 maart 2021 is hierover het debat gevoerd tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie. De rechtbank heeft vervolgens op 1 april 2021 het verzoek van de verdediging om een deskundige te benoemen en getuigen te horen in verband met deze integriteitsproblemen en storingen afgewezen. [70] De verdediging heeft bij pleidooi opnieuw aandacht gevraagd voor dezelfde gestelde integriteitsproblemen en storingen.
De rechtbank overweegt in navolging van het arrest van 11 februari 2022 van het gerechtshof Amsterdam [71] het volgende. Bij elk ICT-systeem dat is aangesloten op het internet, en dus ook bij het Ennetcom-systeem, bestaat de mogelijkheid dat de data worden gewijzigd, bijvoorbeeld door een hack of door een technisch gebrek. Deze omstandigheid is echter onvoldoende om aan te nemen dat de Ennetcom-data onbetrouwbaar zijn. Daarbij is van belang dat duizenden gebruikers jarenlang (kennelijk naar tevredenheid) gebruik hebben gemaakt van de diensten van Ennetcom. Overheidsdiensten bleken lange tijd niet in staat om de communicatie die via dit systeem werd gevoerd te onderscheppen en de daarbij behorende PGP-telefoons te ‘kraken’. Uit de verklaring die de bestuurder van Ennetcom op 7 juni 2021 als getuige heeft afgelegd bij de raadsheer-commissaris van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden blijkt verder dat Ennetcom in zijn bedrijfsvoering aandacht had voor onregelmatigheden in het communicatiesysteem, voorzorgsmaatregelen nam om dergelijke onregelmatigheden te voorkomen en ook maatregelen trof bij incidenten. [72] De rechtbank verwijst in dit verband ook naar het verhoor bij de rechter-commissaris van de rechtbank Gelderland van 6 februari 2019 van de bij Ennetcom van december 2014 tot januari 2016 werkzame service- en supportmanager. [73] Deze verklaart onder andere dat de controles na een incident in Parijs medio 2015 werden aangescherpt. Uit een door de bestuurder van Ennetcom opgestelde lijst blijkt dat dergelijke incidenten zich wel voordeden, maar dat het aantal incidenten – afgezet tegen de hoeveelheid klanten en de omvang van door hen verstuurde berichten – in al die jaren betrekkelijk gering is. [74]
De rechtbank stelt vast dat de vragen van de verdediging die specifiek raken aan de integriteit van de data in het dossier zijn beantwoord. De rechtbank wijst op het reeds aangehaalde rapport van [naam deskundige 2] van 5 februari 2018 en het eveneens eerder aangehaalde verhoor bij de rechter-commissaris van 12 februari 2018 in het onderzoek Tandem II. In dat verhoor heeft [naam deskundige 2] onder andere gereageerd op de bevindingen van [naam deskundige 3] in zijn – op verzoek van de verdediging – opgestelde rapportage van 16 januari 2018. [75] Ook wijst de rechtbank op het rapport van [naam deskundige 2] van 9 maart 2018 in het onderzoek Tandem II. [76]
De uitleg van [naam deskundige 2] komt er in de kern op neer dat ‘een beetje ontsleutelen’ van PGP-data niet mogelijk is. Als de ontsleuteling niet correct zou zijn, dan zou dit een onsamenhangende en onleesbare tekst hebben opgeleverd. Manipulatie van de inhoud van de berichten zou in beginsel mogelijk zijn maar is, gelet op de PGP-versleuteling, eigenlijk praktisch onmogelijk. De rechtbank ziet gelet op deze uitleg geen aanleiding om aan de juistheid van de ontsleuteling te twijfelen. De rechtbank wijst in dit verband ook op het proces-verbaal waarin de recherche een aantal zuiver theoretische scenario’s heeft doorgenomen rondom de integriteit en de betrouwbaarheid van de gegevens van de Ennetcom-servers. [77] Daarin wordt gesteld dat manipulatie van de inhoud van berichten tot inconsistenties in de berichtenuitwisseling of zelfs tot onleesbaarheid van de berichten zou moeten leiden en dat daarvan niet is gebleken. Ook staat daarin dat configuratiefouten of technische gebreken het bedrijfsmodel van Ennetcom zouden raken en dat het onaannemelijk is dat dergelijke gebreken door de beheerders niet onmiddellijk zouden worden opgelost. De rechtbank kan dat goed volgen, aangezien – zoals hiervoor al overwogen – vele gebruikers jarenlang (kennelijk naar tevredenheid) gebruik hebben gemaakt van de diensten van Ennetcom. Er zijn, zo schrijft de recherche in dat proces-verbaal, geen indicaties aangetroffen voor sporen van technische gebreken in de berichtenuitwisseling of in de BES-systemen. In de conclusie van het proces-verbaal wordt de verdediging erop gewezen dat, als zij concrete feiten en omstandigheden aanwijst, scenario’s verder kunnen worden onderzocht. [78] Van die mogelijkheid heeft de verdediging geen gebruik gemaakt.
De rechtbank is gelet op het voorgaande niet gebleken dat de gestelde integriteitsproblemen of storingen invloed hebben gehad op de ontsleutelde inhoud van de PGP-berichten. Bij het voorgaande betrekt de rechtbank nog dat de inhoud van de PGP-berichten op een groot aantal onderdelen bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, zoals hierna bij de bespreking van de zaaksdossiers zal worden weergegeven.
3.3.6.2.6.3 PGP-e-mailadres (mede) bij een ander in gebruik
Enkele raadslieden voeren het verweer dat hun cliënt niet de enige gebruiker was van een bepaald e-mailadres en/of dat een e-mailadres op enig moment tijdelijk in gebruik was bij een ander dan de eerdere gebruiker.
De rechtbank stelt in dit verband voorop dat, waar dit het geval zou zijn, dit geen invloed heeft op de integriteit van het bericht zelf, gelet op wat hiervoor over de ontsleuteling is overwogen. De rechtbank heeft in de zaaksdossiers inderdaad voorbeelden aangetroffen van het wisselen van de gebruiker van een PGP-telefoon en het tijdelijk gebruiken van een PGP-telefoon van een ander. Deze gevallen komen voor zover nodig in die zaaksdossiers aan de orde. In voorkomende gevallen wordt in de processen-verbaal van identificatie verantwoord op basis waarvan is geconcludeerd dat een e-mailadres op een volgende gebruiker is overgegaan.
Op basis van het dossier heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen dat gewisseld werd van gebruiker zonder dat dit kenbaar werd gemaakt aan de andere deelnemer aan een gesprek. Dat ligt ook voor de hand: het zou immers ernstig afbreuk doen aan het vertrouwen van de andere deelnemers aan de versleutelde communicatie als zij het risico zouden lopen dat hun berichten onbedoeld bij derden terecht zouden kunnen komen. Dat geldt temeer nu de gesprekken in het dossier Marengo veelal zien op (voorbereidingen van) liquidaties. In het verlengde hiervan ligt ook niet voor de hand dat een derde gebruik maakt van een PGP-toestel van een ander zonder dat de eigenlijke gebruiker dat weet, en al helemaal niet dat die derde dan communiceert over (voorbereidingen van) liquidaties. Al met al brengt dit de rechtbank ertoe om, behoudens duidelijke aanwijzingen voor het tegendeel, ervan uit te gaan dat als een PGP-account aan een geïdentificeerde persoon kan worden gekoppeld, de berichten van dat account ook door die persoon zijn verzonden of ontvangen.
3.3.6.2.7 Yüksel Yalçinkaya tegen Turkije
De rechtbank heeft zich rekenschap gegeven van het na de dupliek van de verdediging gewezen arrest van het EHRM van 26 september 2023 in de zaak Yüksel Yalçinkaya tegen Turkije, waarin het EHRM oordeelt dat artikel 6 EVRM is geschonden. [79] Dit arrest geeft de rechtbank evenwel geen aanleiding om anders te oordelen over de geboden inzage- en controlemogelijkheden voor de verdediging in relatie tot het recht op een eerlijk proces. Daartoe is redengevend dat het EHRM in dat arrest expliciet heeft overwogen – kort gezegd – dat de omstandigheid dat het bewijs ziet op versleutelde elektronische data geen aanleiding is om een andere toets toe te passen in het licht van artikel 6 EVRM dan de toets die het steeds heeft aangelegd. [80] Ook waar het gaat om het niet aan de verdediging verstrekken van alle brondata verwijst het EHRM naar zijn eerdere jurisprudentie. [81] Bovendien verschillen de feitelijke vaststellingen in die Turkse zaak zodanig van de feiten in Marengo dat een vergelijking niet opgaat. De rechtbank wijst er onder andere op dat de klager in die Turkse zaak geen toegang had tot gegevens die specifiek op hemzelf betrekking hadden, dat dit (ByLock-)bewijs van doorslaggevend belang was voor de veroordeling en klager geen reële mogelijkheid had om het bewijs te betwisten. Ook was de Turkse rechter niet ingegaan op de verweren van klager over de rechtmatigheid en de betrouwbaarheid van de gegevens. Die omstandigheden doen zich in Marengo – zoals hiervoor uiteen is gezet – niet voor. Zo heeft de verdediging wél inzage in de Marengo-dataset, hebben de raadslieden de ‘eigen lijnen’ op een laptop verstrekt gekregen, kan de verdediging desgewenst bij het NFI met Hansken in de Marengo-dataset zoeken en heeft zij gedurende dit proces verzoeken met betrekking tot dat PGP-bewijs kunnen doen en daaromtrent verweren kunnen voeren, waarop de rechtbank steeds gemotiveerd heeft beslist.
3.3.7
Voorwaardelijke verzoeken
3.3.7.1 Prejudiciële vragen Hof van Justitie EU
De verdediging heeft voorwaardelijk, namelijk indien de verdediging niet wordt gevolgd in een of meerdere van de door haar ingenomen standpunten over de uitleg en schending van het Unierecht met betrekking tot de verkrijging en verwerking van de PGP-data, dan wel als wordt volstaan met constatering van een vormverzuim, prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie EU, met het verzoek aan het Hof om de zogenoemde versnelde procedure (een procedure préjudicielle accélérée, PPA) toe te passen. Daartoe stelt de verdediging een aantal concreet geformuleerde vragen voor.
De rechtbank komt gelet op voorgaande beslissingen toe aan de beoordeling van dit verzoek. De rechtbank heeft hiervoor uiteengezet dat zij de verdediging niet of niet steeds geheel volgt in haar standpunten over gestelde schendingen van Unierecht en de daaraan te verbinden rechtsgevolgen. Het antwoord op de te stellen vragen ligt echter naar het oordeel van de rechtbank al besloten in de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU zoals die eerder is besproken. De rechtbank acht zich dan ook voldoende voorgelicht en wijst het verzoek daarom af.
3.3.7.2 Aanhouden van de zaak
De verdediging heeft bij dupliek aan haar voorwaardelijk verzoek het subsidiaire verzoek toegevoegd dat als de rechtbank het (nog) niet noodzakelijk acht zelf prejudiciële vragen te stellen, de zaken van verdachten aan te houden tot na de beslissing van het Hof van Justitie EU op de prejudiciële vragen van het Berlijnse gerecht van 19 oktober 2022. Die vragen zijn vooral relevant voor de vraag of uit het Unierecht, in het bijzonder uit het doeltreffendheidsbeginsel, volgt dat schendingen van het Unierecht – samengevat – ook bij ernstige strafbare feiten niet geheel zonder gevolgen mogen blijven en ten minste gevolgen moeten hebben voor het bewijs of de op te leggen straf.
De rechtbank heeft acht geslagen op de Europese jurisprudentie, ook die waarin het doeltreffendheidsbeginsel een rol speelt. Daarover acht de rechtbank zich voldoende voorgelicht. De omstandigheid dat een ander, niet Nederlands gerecht (mede) over dat onderwerp prejudiciële vragen heeft gesteld, geeft de rechtbank geen aanleiding de zaken aan te houden in afwachting van die beantwoording. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat verdachten in deze zaak zich al zeer lange tijd in (geschorste) voorlopige hechtenis bevinden en voor hen van belang is dat de zaken thans worden afgerond.
3.3.7.3 Overige voorwaardelijke verzoeken
De verdediging heeft voorts voorwaardelijk, namelijk voor het geval de rechtbank tot enige bewezenverklaring zal komen, verzocht om alle Ennetcom- en PGP-safe-data die met de rechtshulpverzoeken aan Canada en Costa Rica zijn verkregen op toegankelijke wijze verstrekt te krijgen en daar het Openbaar Ministerie opdracht toe te geven. Daarnaast is voor dat geval verzocht (alsnog) de volgende personen als getuige te horen/als deskundige te benoemen:
1. [betrokkene 13]
2. [betrokkene 14]
3. [naam deskundige 2] of een andere direct bij de werking en ontwikkeling van Hansken betrokken deskundige (van het NFI)
4. [naam deskundige 1]
5. Onafhankelijke deskundigen teneinde te onderzoeken:
- De effectiviteit, waaronder ook de betrouwbaarheid, van de methode om middels
zoekwoorden een selectie van de brondata te maken in het kader van waarheidsvinding;
- Of voldoende is voorzien in controle op betrouwbaarheid van onderliggende brondata;
- Of Hansken voldoende stabiel is, loggegevens en versies qua instellingen en tools inzichtelijk zijn en resultaten van de inzet van Hansken voldoende correct, reproduceerbaar en controleerbaar zijn;
- Of sprake is of kan zijn van een effectieve mogelijkheid van tegenonderzoek omtrent de
verwerking van de Ennetcom- en PGP-safe-data middels de software van Hansken en de
ontwikkeling en toepassing van Hansken door de medewerkers van het NFI in dat kader;
- Of en zo ja welke nadelen voor de mogelijkheden van contra expertise het gevolg zijn van de keuzen om data in bulk te verkrijgen;
- Of de mogelijkheden voor het overzetten van resultaten uit Hansken naar het dossier
voldoende betrouwbaar en controleerbaar zijn;
- Of onafhankelijkheid van bejegening van de data gegarandeerd is;
- Of voldaan is aan eisen van het Hof van Justitie EU en het EHRM (op grond van de artikelen 7 en 8 EU Handvest en artikel 8 EVRM) over de bejegening van dergelijke data in bulk door mensen en technisch middel;
- Of de ten behoeve van het beroepsgeheim ingezette waarborgen voldoende effectief en
inzichtelijk zijn;
6. De Canadese rechter [naam Canadese rechter] van het Superior Court of Justice in Toronto, omtrent de uitleg van de door hem geformuleerde voorwaarden, zoals ten aanzien van het woord “for”
en het door hem bedoelde toezicht en de toestemming en welke data (omvang en aard) hij
meende te verstrekken aan Nederland;
7. De Costa Ricaanse rechter die over de uitvoering van het rechtshulpverzoek van het
Nederlandse Openbaar Ministerie aan de Costa Ricaanse autoriteiten heeft beslist omtrent
welke data (omvang en aard) hij meende te kunnen laten kopiëren voor en verstrekken aan
Nederland naar aanleiding van dat rechtshulpverzoek.
Omdat de rechtbank tot bewezenverklaringen zal komen, komt zij toe aan de beoordeling van deze verzoeken. De rechtbank wijst het verzoek tot verstrekking van alle brondata af omdat – zoals hiervoor gemotiveerd uiteen is gezet – de verdediging daar geen recht op heeft. Ook de verzoeken tot het horen van getuigen en het benoemen van deskundigen worden afgewezen. De rechtbank acht zich voldoende ingelicht op basis van de stukken, de uitvoerige behandeling op met name de speciaal voor dat doel gehouden PGP-regiezitting van 11 en 12 maart 2021 en de daarna nog gewisselde standpunten en toelichtingen ter terechtzitting. Van de noodzaak tot het horen van de door de verdediging verzochte personen is daarom niet gebleken. Om dezelfde reden is de rechtbank de noodzaak tot het benoemen van de verzochte deskundigen niet gebleken. De verzoeken worden afgewezen.
3.4
Publieke berechting
3.4.1
Standpunten
De verdediging van [medeverdachte 1] heeft betoogd dat er sprake is (geweest) van een publieke berechting (‘trial by media’) van [medeverdachte 1] . Er is sprake van vormverzuimen bestaande uit het lekken van stukken aan de media en publieke uitlatingen van opsporende instanties en gezagsdragers in strijd met de onschuldpresumptie. Als gevolg daarvan is ernstig inbreuk gemaakt op zijn recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak. Daarnaast heeft dit negatieve gevolgen gehad voor zijn detentie(omstandigheden) en heeft het geleid tot concrete, op hem gerichte wetgeving. Van een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM is geen sprake meer. Primair dient dit te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Ook via de lijn van het Karman-criterium dient niet-ontvankelijkheid te volgen omdat sprake is van ernstige schendingen van dusdanig fundamentele beginselen van een behoorlijke procesorde, dat daarmee het wettelijk systeem in zijn kern wordt geraakt. Subsidiair is verzocht om strafvermindering.
De verdediging van [verdachte] heeft zich bij deze verweren aangesloten, waarbij specifiek is ingegaan op diens situatie. Daartoe is verwezen naar voorbeelden van publicaties in de media over [verdachte] en naar de vierde aflevering van het eerste seizoen van de serie ‘De jacht op de mocromaffia’ uit 2020 waarna [verdachte] ineens landelijk bekend werd. Het gaat in die publicaties onder andere om uitlatingen van het Hoofd van de Landelijke Politie en een Kamerlid. Ook zijn er publicaties geweest die gebaseerd zijn op vertrouwelijke stukken. In die publicaties wordt [verdachte] in strijd met de onschuldpresumptie van artikel 6 lid 2 EVRM ‘neergezet’ als een meedogenloze moordenaar en als een kopstuk en een belangrijke spil (de rechterhand) in het criminele netwerk van [medeverdachte 1] . Deze schending leidt in samenhang met de andere schendingen van artikel 6 EVRM primair tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Subsidiair dient dit te worden verdisconteerd in de strafmaat, in ieder geval zodanig dat niet tot een levenslange gevangenisstraf wordt gekomen.
De verdediging van [medeverdachte 5] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] heeft zich aangesloten bij de in de zaken van [medeverdachte 1] en [verdachte] gevoerde verweren.
Het Openbaar Ministerie heeft geconcludeerd tot verwerping van de verweren.
3.4.2
Oordeel van de rechtbank
De kern van de verweren is dat er geen sprake meer zou zijn van een eerlijk proces vanwege de gestelde schendingen van de onschuldpresumptie. Deze verweren lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
3.4.2.1 Onschuldpresumptie
Artikel 6 lid 2 EVRM bepaalt dat eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld voor onschuldig wordt gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan. Het EHRM heeft in zijn arresten onder meer geoordeeld dat de onschuldpresumptie een van de elementen betreft van het recht op een eerlijk proces zoals neergelegd in artikel 6 lid 1 EVRM. [82] Het vereiste van de onschuldpresumptie richt zich niet alleen tot de rechter, [83] maar ook tot andere publieke autoriteiten dan de deelnemers aan het strafproces. Ook die andere publieke autoriteiten dienen in hun uitlatingen dus de onschuldpresumptie te respecteren. Gebeurt dit niet, dan kan dat ertoe leiden dat het publiek de persoon schuldig acht en vooruitloopt op de beoordeling van de feiten door de rechter. De autoriteiten moeten het publiek wel kunnen informeren over lopende strafzaken, maar de onschuldpresumptie vereist dat zij dit met de benodigde zorgvuldigheid (‘discretion’) en behoedzaamheid (‘circumspection’) doen. [84] Het EHRM maakt onderscheid tussen een mededeling dat een persoon wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit en de uitdrukkelijke verklaring dat die persoon een strafbaar feit heeft gepleegd, als er nog geen sprake is van een strafrechtelijke veroordeling voor dat feit. Daarbij benadrukt het EHRM dat de woordkeuze van groot belang is. Of een bepaalde uitlating een schending van de onschuldpresumptie oplevert, moet worden beoordeeld in de context van de specifieke omstandigheden van het geval waarin die uitlating werd gedaan. [85]
3.4.2.2 Eerlijk proces
De rechtbank is van oordeel dat bij de beoordeling van de vraag of het recht op een eerlijk proces is geschonden in het midden kan blijven of de uitlatingen van minister(s), Kamerleden, politiefunctionarissen en vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie een schending van de onschuldpresumptie uit artikel 6 lid 2 EVRM opleveren. Zelfs al zou dit namelijk het geval zijn, dan betekent dat niet dat ook het recht op een eerlijk proces is geschonden. Daarvan is namelijk pas sprake in het geval deze rechtbank zodanig is beïnvloed door die uitlatingen dat zij niet meer onbevooroordeeld een beslissing in deze zaak zou kunnen nemen. Dat is niet het geval.
De rechtbank merkt hierover allereerst op dat het EHRM overweegt dat van een college dat volledig bestaat uit beroepsrechters, zoals hier het geval is en in tegenstelling tot bijvoorbeeld leden van een jury bij juryrechtspraak, verwacht kan worden dat zij zich uit hoofde van hun functie voor een door de media gecreëerd beeld kunnen afsluiten. Van een dergelijke beïnvloeding zal derhalve niet snel sprake zijn. [86]
Deze rechtbank is zich er steeds bewust van geweest dat in de media (onder meer in kranten, tijdschriften, nieuwsrubrieken, talkshows, series en podcasts, hierna gezamenlijk: de media) veel geschreven en gezegd is over (de verdachten in) dit proces voorafgaand aan, maar ook gedurende, het onderzoek ter terechtzitting. Dat de media in voorkomende gevallen daarbij (mogelijk) zijn gevoed door anonieme bronnen en/of door het lekken van stukken en/of door uitlatingen van gezagsdragers en/of advocaten heeft de rechtbank eveneens onder ogen gezien.
De rechtbank heeft zich ook rekenschap gegeven van het feit dat veel media-aandacht is besteed aan het feit dat gedurende dit proces drie mensen zijn vermoord die in nauwe relatie stonden tot de kroongetuige, namelijk zijn broer [naam broer kroongetuige] , zijn raadsman mr. [advocaat 1] en zijn vertrouwenspersoon, [vertrouwenspersoon] . De zaak Marengo gaat niet over deze moorden. De verdachten in de zaak Marengo zijn voor die zaken bovendien niet vervolgd. De rechtbank acht het echter voorstelbaar dat het publiek de strafzaken die in verband met deze moorden hebben plaatsgevonden dan wel nog plaatsvinden, [87] niet altijd goed kan scheiden van het Marengo-proces. De uitlatingen die in het kader van deze zaken zijn gedaan kunnen dan ook van invloed zijn op hoe het publiek aankijkt tegen de (verdachten in de) zaak Marengo.
Hetzelfde geldt voor de media-aandacht die er gedurende dit proces is geweest voor het feit dat een advocaat van [medeverdachte 1] , te weten diens neef [advocaat 4] , is aangehouden op verdenking van deelname aan een criminele organisatie. Hij is daarvoor op 23 januari 2023 door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren en zes maanden. [88] Ook is er veel media-aandacht geweest voor het feit dat mr. [advocaat 5] , de toenmalig raadsvrouw van [medeverdachte 1] , twee dagen nadat zij in de zaken van [medeverdachte 11] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 1] haar dupliek had uitgesproken, is aangehouden. De verdenkingen tegen deze voormalige raadslieden van [medeverdachte 1] hebben echter, voor zover de rechtbank bekend, geen betrekking op de zaak Marengo. Geen van de verdachten in Marengo wordt in verband met die verdenkingen vervolgd. Niettemin kunnen de uitlatingen die in het kader van deze zaken worden gedaan van invloed zijn op hoe het publiek aankijkt tegen (de verdachten in) de zaak Marengo.
De rechtbank is zich er voorts van bewust dat de veiligheidsmaatregelen rondom dit proces, maar ook rondom en in de detentielocatie(s) van verdachten in dit proces, leiden tot veel media-aandacht, soms ingegeven door voorstellen voor regelgeving en moties van politici maar mogelijk ook op basis van (anonieme) bronnen binnen de politie en/of de detentielocatie(s).
De rechtbank heeft zich geconcentreerd op het procesdossier, de behandeling ter terechtzitting en de daar door de procespartijen en verdachten ingebrachte (schriftelijke) stukken en standpunten. Bij gelegenheid heeft de rechtbank laten weten dat zij op basis daarvan haar oordeel zal vormen en niet op basis van artikelen in de media. De rechtbank heeft in dit verband haar zorgen geuit over het lekken van (informatie uit) processtukken naar journalisten, ook op momenten dat deze stukken nog niet aan de rechtbank of de verdediging waren verstrekt. Het is kennelijk ook voorgekomen dat journalisten kennis hebben kunnen nemen van iPhone-berichten van de kroongetuige die geen onderdeel uitmaakten van het procesdossier maar slechts ter inzage – en om die reden niet geanonimiseerd – waren verstrekt aan de raadslieden in de zaak Marengo. [89] De rechtbank is ook kritisch geweest op de wijze waarop het Openbaar Ministerie het ‘Proces-verbaal bevindingen verificatie verklaringen [medeverdachte 2] betreffende het onderzoek 26Koper’ (hierna: proces-verbaal 26Koper) in deze strafzaak heeft opgesteld. Daarover heeft de rechtbank geoordeeld dat het Openbaar Ministerie wellicht een andere, minder beschadigende wijze van verslaglegging had kunnen kiezen en dat het Openbaar Ministerie bij het maken van een keuze daarin weinig oog heeft gehad voor de positie van de in het proces-verbaal 26Koper genoemde advocaten, nu het zich had moeten realiseren dat het risico op voor advocaten schadelijke berichten in de pers aanwezig was en dat het voor deze advocaten buitengewoon lastig zou zijn zich hiertegen te weren. [90]
De verdediging heeft overigens ook geen concrete omstandigheden aangevoerd waaruit zou moeten blijken dat de rechtbank is beïnvloed door de media-aandacht. Voor zover zij daarbij heeft gewezen op de afwijzing van specifieke onderzoekswensen geldt dat de rechtbank deze afwijzingen steeds heeft gemotiveerd. De verdediging mag het daarmee oneens zijn. Dat betekent echter niet dat de rechtbank vooringenomen is geweest. De gevoerde verweren worden op dit punt daarom verworpen.
3.4.3.2 Strafvermindering?
De verdediging heeft (subsidiair) gesteld dat strafvermindering dient te volgen.
Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 13 oktober 2015 [91] stelt de rechtbank voorop dat het haar in beginsel vrij staat bij het bepalen van de straf rekening te houden met nadeel dat door media-aandacht voor een verdachte is veroorzaakt, ook indien dit niet aan het toedoen van het Openbaar Ministerie is te wijten of indien dit niet als een schending van artikel 8 EVRM kan worden aangemerkt. Deze factoren kunnen wel van belang zijn voor het bepalen van de ernst van het nadeel en de mate waarin met die nadelige gevolgen bij de strafoplegging rekening wordt gehouden. Dat betekent overigens niet dat een verdachte indien hij te lijden heeft gekregen van indringende media-aandacht omtrent zijn strafzaak, altijd recht heeft op matiging van de hem op te leggen straf.
De rechtbank ziet in het gestelde door de verdediging niet dat [verdachte] (processueel) nadeel heeft ondervonden van de media-aandacht en, voor zover al sprake is van nadeel, dat hiervan het Openbaar Ministerie een verwijt kan worden gemaakt. Zoals hiervoor is overwogen is de media-aandacht namelijk niet van invloed geweest op de objectiviteit van de rechtbank en heeft deze er niet toe geleid dat [verdachte] geen eerlijk proces heeft gekregen. Dit neemt niet weg dat het lekken van processtukken te denken geeft en enkele uitlatingen van politici en vertegenwoordigers van de politie en/of de officier van justitie in de media kunnen hebben bijgedragen aan de vorming van de publieke opinie over de verdachten en de zaak Marengo. De rechtbank zal hierna verder uiteenzetten dat en waarom dit in haar ogen niet leidt tot strafmindering.
3.4.3
Lekken van processtukken
3.4.3.1 Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gewezen op het lekken van processtukken naar de media. Zij heeft in dit verband gesteld dat het dossier in het onderzoek Koper, met daarin onder andere een ‘dodenlijst’ van [medeverdachte 1] , naar de media is gelekt in de periode waarin dat onderzoek liep. Verder heeft zij opgemerkt dat Het Parool in de periode dat het onderzoek Marengo liep (al) over een lijst beschikte van acht moorden en vier moordplannen van [medeverdachte 1] waarover de kroongetuige in zijn kluisverklaringen had verklaard, nog voordat de verdediging en de rechtbank daarover beschikten. Zij heeft daarvan aangifte gedaan. Ook heeft zij gewezen op het proces-verbaal 26Koper dat volgens de verdediging al enkele weken voordat het aan de rechtbank en verdediging was verspreid, naar diverse media was gelekt. Een specifiek voorbeeld van lekken is verder, volgens de verdediging, het lekken uit de EBI. Aanwijzingen daarvoor zijn onder andere de uitlatingen van journalist [naam journalist] en Kamerlid [naam Kamerlid] over de berichten via e-mates en de vermeende contacten en briefwisseling tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 15] Ook is er vanuit de EBI geheimhouderscommunicatie gelekt, zoals volgt uit een artikel van journalist [naam journalist] over EBI-bewaarders die geconstateerd zouden hebben dat als een van de raadslieden om 16:00 uur naar de EBI belt, de advocatentelefoon op speaker wordt gezet en er derden deelnemen aan het gesprek.
Ten slotte heeft de verdediging in dit verband gewezen op de aanhoudende negatieve berichten in de richting van [medeverdachte 1] die – zo begrijpt de rechtbank de stelling van de verdediging – ook het gevolg moeten zijn van lekken aan de media. Daarbij is gewezen op de uitlatingen van Kamerlid [naam Kamerlid] over de detentieomstandigheden van [betrokkene 12] in relatie tot [medeverdachte 1] en de publicatie van artikelen van journalist [naam journalist] over het veronderstelde verblijf van [medeverdachte 1] in Iran, waar [medeverdachte 1] bescherming zou genieten terwijl hij in werkelijkheid in Dubai verbleef. Het gevolg van deze publicaties was dat Dubai dacht dat [medeverdachte 1] banden heeft met Iran, een land waarmee de Verenigde Arabische Emiraten (hierna: VAE) in staat van conflict verkeert. Ook heeft de verdediging gewezen op de mediaberichten over de bedreigingen aan het adres van prinses [naam prinses] en premier [naam premier] , waar [medeverdachte 1] ten onrechte mee in verband is gebracht. Zelfs nadat journalist [naam journalist] hierover heeft gezegd dat niet werd gedoeld op [medeverdachte 1] in relatie tot deze bedreigingen, is dit blijven ‘hangen’ en heeft het voor [medeverdachte 1] onder andere tot gevolg gehad dat hij niet meer mocht bellen met zijn familie, aldus de verdediging. Ook de verdediging van [verdachte] heeft gesteld dat uitlatingen in de media gedaan konden worden omdat er processtukken zijn gelekt.
3.4.3.2 Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft hiervoor al overwogen dat er gedurende dit proces aanwijzingen waren dat journalisten al beschikten over (informatie uit) processtukken voordat deze stukken aan de rechtbank en de verdediging waren verstrekt. Ook is al overwogen dat zij onder ogen heeft gezien dat publicaties in de media (mede) gebaseerd kunnen zijn geweest op informatie van (anonieme) bronnen binnen politie en/of justitie. Vast staat dit echter niet en waar dit aannemelijk is – bijvoorbeeld omdat de desbetreffende journalist met zoveel woorden in een artikel schrijft zijn informatie te hebben gekregen van dergelijke anonieme bronnen of door inzage in processtukken – dan is daarmee nog niet gezegd dat het Openbaar Ministerie daaromtrent een relevant verwijt kan worden gemaakt.
3.4.3.2.1 Lekken inzake Koper
Waar het gaat om het lekken naar de media van processtukken uit het onderzoek Koper in de periode dat die strafzaak speelde, ontgaat de rechtbank de relevantie voor de zaak Marengo. Voor zover de verdediging doelt op het in het Marengo-dossier gevoegde TCI-proces-verbaal van 4 april 2018 over ‘een lijst met informatie over de organisatie van [medeverdachte 1] en de betrokkenheid van deze organisatie bij diverse misdrijven’, welke lijst als bijlage bij dat TCI-proces-verbaal is gevoegd, [92] heeft het Openbaar Ministerie uitgelegd dat het dit heeft gedaan zodat inzichtelijk is welke informatie destijds in het criminele milieu zou rondgaan. De inhoud van de lijst wijst erop dat er destijds in het criminele circuit veel (al dan niet juiste) informatie rondging. Dat (de informatie op) deze lijst door politie of justitie is gelekt staat dus bepaald niet vast.
3.4.3.2.2 Lekken inzake Marengo
De verdediging heeft op 31 mei 2019 aangifte gedaan van het schenden van ambtsgeheimen door – kort gezegd – de politie en/of het Openbaar Ministerie betrokken bij het onderzoek Marengo. De aanleiding daarvoor was een artikel in Het Parool van 29 mei 2019 waarin de journalist schreef dat de kroongetuige de organisatie van de voortvluchtige [medeverdachte 1] heeft beschuldigd van acht liquidaties en twee mislukte moordpogingen wat zou blijken uit de zinsnede: ‘uit een lijst die is opgenomen in zijn nog geheime kluisverklaringen, waarover het Parool beschikt. Die verklaringen worden een dezer dagen aan de verdachten verstrekt (...).’ Door de Rijksrecherche is vervolgens onderzoek verricht en de resultaten daarvan zijn verstrekt. [93] Het onderzoek heeft, zo schrijft de hoofdofficier van justitie in zijn brief, niet tot een verdachte geleid en is afgesloten. Het onderzoek heeft, onder andere, uitgewezen dat het erg onwaarschijnlijk lijkt dat de journalist inzage heeft gehad in de verklaringen van de kroongetuige omdat er enkel wordt gerelateerd wat al eerder in de media is verschenen, de lijst verre van volledig is en de inhoud van het artikel van de journalist, voor zover het de zaak Tennis betreft, niet juist is. Mocht er al sprake zijn van schending van de geheimhoudingsverplichting, dan maakt de onbekendheid met het feit of en van wie de journalist informatie zou hebben verkregen in combinatie met het aantal personen dat op de hoogte kon zijn van (een gedeelte van) de verklaringen van de kroongetuige, de kans dat nader onderzoek zou leiden tot een persoon/verdachte nihil. Het achterhalen van de identiteit van de perso(o)n(en) van wie de journalist informatie mogelijk zou hebben gekregen is daarmee illusoir te noemen, aldus de hoofdofficier van justitie in de aangehaalde brief. De verdediging is vervolgens een artikel 12 Sv-procedure gestart, maar het beklag is door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden niet-ontvankelijk verklaard. [94] De rechtbank leidt hieruit af dat een mogelijke schending van ambtsgeheimen niet licht is opgevat en is onderzocht, maar in dit geval niet heeft geleid tot de vaststelling dat sprake is van een dergelijke schending. De stelling van de verdediging dat de kring van personen die toegang had tot de kluisverklaringen zo groot is dat dit – zo begrijpt de rechtbank – op zichzelf al in strijd is met de te betrachten zorgvuldigheid, maakt dit niet anders, omdat hiervoor legitieme (onderzoeks)redenen kunnen zijn.
Ten aanzien van het gestelde voortijdig lekken naar de media van het proces-verbaal 26Koper geldt dat, ook als deze stukken aan de media zijn verstrekt, de rechtbank niet kan vaststellen hoe dit is gebeurd en daarmee niet kan vaststellen dat het Openbaar Ministerie daarvoor verantwoordelijkheid draagt.
3.4.3.2.3 Lekken inzake EBI en overig
De rechtbank kan hier betrekkelijk kort over zijn. Op basis van de aangehaalde artikelen lijkt het erop dat journalisten en politici bronnen hebben binnen detentielocaties en/of politie in brede zin. Het zou naïef zijn om te denken dat volledig kan worden voorkomen dat informatie bedoeld of onbedoeld wordt gelekt. Het is niettemin buitengewoon zorgelijk omdat het – en dat heeft de verdediging met verve betoogd – ertoe kan leiden dat het publiek verdachten al als schuldig beschouwt aan de strafbare feiten waarvoor zij in Marengo terechtstaan, maar ook aan allerlei andere strafbare feiten waar zij niet voor vervolgd worden. Voor die strafbare feiten geldt bovendien dat verdachten zelfs geen gelegenheid hebben zich in een strafrechtelijke procedure te verweren. Uit geen van de aangehaalde publicaties kan de rechtbank echter de conclusie trekken dat het Openbaar Ministerie een relevant verwijt kan worden gemaakt dat de media (mogelijk) informatie heeft gekregen van bronnen binnen detentielocaties en/of politie in brede zin.
3.4.3.2.4 Conclusie ten aanzien van lekken
Gezien de geschetste voorbeelden zijn er aanwijzingen dat er gelekt wordt naar de media. Dit is buitengewoon zorgelijk in verband met de onschuldpresumptie. Het leidt de rechtbank echter niet tot het oordeel dat het Openbaar Ministerie hiervoor verantwoordelijk kan worden gehouden. Deze publicaties hebben ook niet bijgedragen aan of invloed gehad op enig oordeel van de rechtbank bij de behandeling en de uitkomst van deze strafzaak.
3.4.4
Uitlatingen in strijd met de onschuldpresumptie
3.4.4.1 Door opvolgende ministers en Kamerleden
De verdediging heeft gewezen op vele voorbeelden waarin ministers en politici met name over [medeverdachte 1] , maar ook over [verdachte] spreken als ‘criminele kopstukken’, ‘grootste en gevaarlijke criminelen’ en ‘topcriminelen’ terwijl zij nog verdachten zijn. Dit is zorgelijk omdat daardoor bij het publiek de indruk kan ontstaan dat zij wel al schuldig zijn bevonden. De rechtbank is echter van oordeel dat deze uitlatingen – voor zover zij al raken aan de zaak Marengo – niet voor rekening en risico van het Openbaar Ministerie kunnen worden gebracht.
3.4.4.2 Door politiefunctionarissen en een officier van justitie
De verdediging wijst op publicaties in kranten waarin wordt geciteerd uit interviews met politievertegenwoordigers en waarin ‘bronnen binnen politie’ worden aangehaald. Ook is gewezen op het boek van een journalist met de titel ‘De drugsmaffia dicteert’, waarin een chef van de Amsterdamse recherche en een officier van justitie betrokken bij de zaak Koper worden geciteerd. Enkele citaten die de verdediging aanhaalt wekken zowel ten aanzien van [medeverdachte 1] als [verdachte] de indruk alsof al zou zijn vastgesteld dat zij leiding gaven aan een criminele organisatie. Echter, de rechtbank kan niet vaststellen wat de precieze bewoordingen zijn geweest in die desbetreffende interviews en/of in hoeverre nuancerende bewoordingen daarbij mogelijk zijn weggelaten. De verdediging verwijst op dit punt naar het genoemde boek en (het vierde deel van) de serie ‘De jacht op de mocromaffia’. Deze maken echter geen onderdeel uit van het procesdossier en de rechtbank heeft daarvan ook geen kennis genomen. Ook de meeste krantenartikelen maken geen deel uit van het dossier, voor zover zij niet zijn gevoegd bij de pleitnota of eenvoudig via een link in de pleitnota waren te vinden. De rechtbank moet in zoverre dan ook afgaan op wat de verdediging hierover heeft aangehaald. Ter illustratie wijst de rechtbank er in dit verband bovendien op dat zij in de aangehaalde citaten terugleest dat ook zou zijn gezegd dat ‘men bezig is het bewijs daarvoor rond te krijgen’ en ‘We proberen zicht te krijgen op de exacte rolverdeling en willen iedereen voor de rechter brengen’ en ‘(…) wijst alles op [medeverdachte 1] , maar het bewijs moet er wel zijn
. Dit wijst erop dat de geïnterviewden hebben gesproken over verdachten, maar daarbij wel nuances hebben aangebracht en (alleen) het beeld vanuit de opsporing hebben geschetst. Zoals uit de aangehaalde jurisprudentie van het EHRM volgt is de woordkeuze belangrijk voor de beoordeling van de vraag of uitlatingen in strijd zijn met de onschuldpresumptie. In dit geval staat juist de precieze woordkeuze en de context van de uitlatingen in de aangehaalde interviews voor de rechtbank niet vast, nog daargelaten dat het veelal niet gaat over de strafbare feiten waarvoor verdachten in Marengo worden vervolgd. De rechtbank ziet al met al dan ook niet in hoe het zaaks-Openbaar Ministerie een verwijt kan worden gemaakt met betrekking tot de inhoud van deze publicaties.
3.4.4.3 Gevolgen voor detentie-omstandigheden [medeverdachte 1] en nieuwe regelgeving
De verdediging heeft gesteld dat [medeverdachte 1] in een strenger detentie-regime terecht is gekomen. Het Openbaar Ministerie heeft erkend dat ten aanzien van [medeverdachte 1] beperkende maatregelen zijn opgelegd. De rechtbank heeft echter geen enkele aanwijzing dat die maatregelen zijn opgelegd als gevolg van mediaberichtgeving, zoals de verdediging stelt. Het Openbaar Ministerie heeft erop gewezen dat de beperkende maatregelen zijn opgelegd door de directeur van de EBI en dat tegen beslissingen van de directeur de mogelijkheid bestaat van beklag bij de commissie van toezicht en beroep bij de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
De aanpassing van de detentieregels en de nieuwe huisregels van de EBI gelden niet alleen voor [medeverdachte 1] maar voor alle EBI-verdachten en zijn, zo begrijpt de rechtbank uit de repliek van het Openbaar Ministerie, ook aan alle EBI-verdachten uitgereikt. De rechtbank is niet gebleken dat deze regels er zijn gekomen vanwege de media-aandacht voor de zaak Marengo. De directe aanleiding voor deze regels zijn de aangenomen moties van een Kamerlid waarin onder andere werd aangedrongen op – kort gezegd – maatregelen ter voorkoming van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie. Het lijkt er veeleer op dat deze regels zijn ingegeven door de verdenkingen tegen de voormalig advocaat van [medeverdachte 1] , [advocaat 4] , in het hiervoor al aangehaalde onderzoek Mandel.
3.4.4.4 Artikel op de website van het Openbaar Ministerie
De verdediging heeft bij dupliek gewezen op citaten uit een artikel op de website van het Openbaar Ministerie. [95] Bij bestudering van dit artikel heeft de rechtbank geconstateerd dat het hier om een persbericht gaat dat is uitgebracht op de laatste dag van het requisitoir in de zaak Marengo, namelijk op 28 juni 2022. Hoewel in de kop van het bericht en in het bericht zelf onomwonden staat dat [medeverdachte 1] opdrachtgever is van alle moorden, pogingen moord en voorbereiding voor moord in de zaak Marengo en dat het daarbij niet alleen gaat om het laten doodschieten van slachtoffers, maar ook om het laten opblazen van auto’s en gebouwen met (vermoedelijk) mensen daarin, moet dit bericht in de context worden gezien van het toelichten door het Openbaar Ministerie op grond waarvan het tot zijn strafeis is gekomen. Dat staat namelijk ook met zoveel woorden in diezelfde kop: ‘Overwegingen OM voor de strafeis’. De rechtbank ziet het belang van uitleg van de eis op deze laatste dag van het requisitoir, zeker in een zaak van een omvang en met een (maatschappelijke) impact als deze. Voor de lezer is ook aanstonds duidelijk dat het hier de weergave betreft van het door het Openbaar Ministerie ingenomen standpunt ter zitting. De rechtbank heeft ook kunnen constateren dat het nieuwsbericht in grote lijnen overeenkomt met de bewoordingen in het afsluitende gedeelte van het requisitoir. De omstandigheid dat in het nieuwsbericht de meervoud-vermelding ‘gebouwen’ staat is hoogstens weinig zorgvuldig te noemen. De stelling dat het voor de verdediging niet duidelijk zou zijn waar het Openbaar Ministerie op doelt, volgt de rechtbank echter niet. In het requisitoir zelf staat immers in enkelvoud ‘gebouw’ en daarmee wordt duidelijk gerefereerd aan de aan [medeverdachte 1] ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor een aanslag op de spyshop.
3.4.4.5 Veroordeling voor bedreiging
Bij dupliek heeft de verdediging ook nog gewezen op een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 februari 2023 [96] waarin het gerechtshof een bedreiging (met enig misdrijf tegen het leven gericht) bewezen heeft verklaard omdat de verdachte in die zaak het desbetreffende slachtoffer dreigend de woorden heeft toegevoegd: “Je moet maar oppassen, pas maar op met alles wat je doet, ik ben namelijk het neefje van [medeverdachte 1] ." De motivering van het gerechtshof houdt in: “Immers gelden naar het oordeel van het hof als feiten van algemene bekendheid dat [naam] als opdrachtgever met moorden in verband wordt gebracht, dat hij eind 2019 is uitgeleverd aan Nederland en sindsdien gedetineerd is en dat hij als verdachte betrokken is in het zogenaamde ‘[zaak]’ dat, kort gezegd, drugshandel en een reeks moorden tot onderwerp heeft.” Anders dan de verdediging kennelijk meent, behelst deze motivering geen uitlating in strijd met de onschuldpresumptie, omdat het gerechtshof niet stelt of suggereert dat vaststaat dat [medeverdachte 1] de feiten waarvan hij wordt verdacht heeft gepleegd.
3.4.5
Conclusie
De conclusie is dat de verweren ten aanzien van de gestelde publieke berechting worden verworpen omdat er geen sprake is van de situatie dat de media-aandacht heeft geleid tot een oneerlijk proces voor verdachten. Ook ziet de rechtbank geen grond voor strafvermindering als gevolg van de media-aandacht, omdat niet is gebleken dat [verdachte] daarvan nadeel heeft ondervonden, en indien [verdachte] al enig nadeel zou hebben ondervonden, dat niet kan worden gezegd dat het Openbaar Ministerie daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden.
3.5
Eerlijk proces ex artikel 6 EVRM?
3.5.1
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt dat er door de wijze waarop het proces in de zaak van [verdachte] bij de rechtbank is gevoerd, geen sprake is van een proces dat voldoet aan de eisen van en beginselen voortvloeiend uit artikel 6 EVRM. Een proces dient in zijn geheel eerlijk te zijn en eventuele inbreuken dienen hersteld of gecompenseerd te worden. De verdediging voert in dit verband – samengevat – de volgende gebreken aan.
3.5.1.1 Recht op bijstand advocaat
Het recht op bijstand van een advocaat was geruime tijd onvoldoende gewaarborgd. De strafzaak is begonnen als een verstekprocedure. In de periode dat [verdachte] werd bijgestaan door mrs. [advocaat 6] en [advocaat 7] waren de overlegmogelijkheden met hun cliënt in hun woorden ‘verdomd lastig, of eigenlijk onmogelijk’. Er was toen dus geen sprake van een effectieve rechtsbijstand. Toen de inhoudelijke behandeling op 21 maart 2021 stond te beginnen zat [verdachte] net weer zonder advocaat. In plaats van de zaak tegen [verdachte] stil te leggen, heeft de rechtbank ervoor gekozen om de zaak op tegenspraak door te laten gaan. Intussen hebben de rechters-commissarissen uitvoering gegeven aan diverse onderzoekswensen, zonder dat [verdachte] en zijn verdediging hier op effectieve wijze aan konden deelnemen.
In de periode van 1 februari 2021 tot 1 november 2021 zat [verdachte] zonder rechtsbijstand (in Marengo) in uitleveringsdetentie in Colombia. Het proces tegen hem in Nederland is op tegenspraak voortgezet. Voor de zittingen in die periode zijn geen oproepingen gestuurd naar [verdachte] zelf. De rechtbank heeft, toen zij daar door de huidige verdediging op werd gewezen, beslist dat dit wel had moeten gebeuren. De rechtbank heeft daarbij echter aangegeven dat het niet aan haar is om te beoordelen of dit leidt tot nietigheid van het onderzoek, gelet op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen. De rechtbank heeft vervolgens aangegeven wel rekening te houden met een mogelijk oordeel in hoger beroep dat de zittingen in de zaak van [verdachte] in die periode ten onrechte op tegenspraak hebben plaatsgevonden. Zij heeft aangegeven voornemens te zijn alle zaaksdossiers met [verdachte] te bespreken, zich voor te kunnen stellen dat de verdediging de kroongetuige nog zal willen bevragen en is nagegaan wat er in die periode in de zaak van [verdachte] allemaal is beslist. De vraag is echter of het gebrek daarmee voldoende is gecompenseerd; de bestaande achterstand wordt in stand gelaten, beslissingen worden in stand gelaten en het uitvoeren van toegewezen verzoeken gaat in de zaak van [verdachte] gewoon door.
3.5.1.2 Voldoende tijd en faciliteiten
[verdachte] is toen hij op 7 december 2021 uit Colombia naar Nederland is overgebracht direct en zonder plaatsingsbeslissing in de EBI geplaatst, met alle beperkingen – ook in het contact met zijn raadslieden – van dien. De verdediging mocht geen eigen laptop met een eigen digitaal dossier met aantekeningen gebruiken en moest werken met een oude laptop van de EBI en een schrijfblok. Na afspraken met de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) kreeg de verdediging een USB-stick met een digitale versie van het dossier, maar die werd meerdere malen geweigerd door de EBI omdat deze niet ‘op de lijst’ stond. Het duurde doorgaans lang om met de USB-stick in de spreekkamer te komen en het was moeizaam om ermee te werken. [verdachte] heeft lang geen leesbril gehad waardoor hij zelf het dossier niet kon lezen. De rechtbank dient ervoor te zorgen dat voldaan wordt aan het beginsel van equality of arms en heeft de mogelijkheid tot het treffen van compenserende maatregelen, bijvoorbeeld door [verdachte] ex artikel 78 lid 4 Sv in een andere penitentiaire inrichting te plaatsen. Dit laatste heeft de rechtbank niet besloten.
Het krijgen van voldoende tijd en faciliteiten werd steeds gekaderd door de planning van de rechtbank, die vonnis wilde wijzen. Daarom heeft [verdachte] onvoldoende tijd en faciliteiten gekregen om op deugdelijke wijze zijn verdediging voor te bereiden en onvoldoende gelegenheid gekregen om het door het Openbaar Ministerie gepresenteerde bewijsmateriaal middels onder andere het horen van getuigen te kunnen betwisten en weerleggen. De wijze waarop de rechtbank de inhoudelijke behandeling vorm heeft gegeven – door het voorhouden van stukken – was niet om [verdachte] een reële gelegenheid te bieden om te reageren op de inhoud van het dossier en de beschuldiging. In mei 2022 zijn [verdachte] alleen de stukken voorgehouden door de rechtbank op een moment dat hij nog niet zijn verdediging kon voeren. In juni 2022 heeft het Openbaar Ministerie het requisitoir gehouden in de zaken van de overige verdachten. Het requisitoir is toen in de zaak van [verdachte] voorgedragen als uitdrukkelijk ingenomen schriftelijk standpunt. Daarin werd door het Openbaar Ministerie al een oordeel uitgesproken over [verdachte] ’s betrokkenheid bij diverse zaaksdossiers, terwijl zijn zaak in feite nog volledig behandeld moest worden.
Bij getuigenverzoeken en verhoren is in strijd gehandeld met artikel 6 lid 1 jo. lid 3 sub d EVRM, het beginsel van equality of arms. In september 2022 heeft de rechtbank nog onderzoekswensen van de verdediging ingewilligd, maar daarna is iedere aanvullende onderzoekswens structureel afgewezen. Op 14 februari 2023 zouden de zaaksdossiers opnieuw met [verdachte] worden besproken en zouden ook de persoonlijke omstandigheden met hem worden besproken. Bij die zitting was hij echter niet aanwezig en toen is er niet meer over de stukken gesproken. Daarmee is geen compensatie geboden. Op 17 februari 2023 is vervolgens gerequireerd, met verwijzing naar het in juni 2022 uitdrukkelijk ingenomen schriftelijk standpunt. De verdediging diende vervolgens vanaf 30 mei 2023 te pleiten, terwijl het onderzoek nog steeds niet was afgerond. Er werden nog steeds aanvullingen aan het dossier toegevoegd en [verdachte] heeft zich door alle beperkende maatregelen in de EBI niet op deugdelijke wijze kunnen inlezen en voorbereiden op de zaak. Daarmee is het proces Marengo zoals dat tegen [verdachte] gevoerd is in strijd met artikel 6 lid 3 sub b en c jo. lid 1 EVRM.
3.5.1.3 Horen partner kroongetuige
De rechtbank heeft al in september 2020 beslist dat de partner van de kroongetuige in onder meer de zaak van [verdachte] als getuige gehoord diende te worden. In een periode dat [verdachte] geen rechtsbijstand had is in zaken van de medeverdachten discussie gevoerd over de omvang van dat verhoor en met name of dat ook over de iPhone-berichten mocht gaan. Uiteindelijk heeft de rechtbank de beslissing om dat niet toe te staan gebaseerd op het verhoor van de kroongetuige op 22 september 2021, dus op een zitting waar in de zaak van [verdachte] een nietigheid aan kleeft. Daardoor zijn aan de verdediging van [verdachte] ten onrechte kaders opgelegd waarbinnen een toegewezen getuige mocht worden ondervraagd. Toen het getuigenverhoor in mei 2022 zou plaatsvinden werd de verdediging geconfronteerd met een vooraf door de rechters-commissarissen ten onrechte aan de getuige verleend familiair verschoningsrecht. Dit maakte een inhoudelijke ondervraging onmogelijk, waarna een wrakingsincident volgde. De wrakingskamer heeft vervolgens de wraking zonder een zitting te houden afgewezen. Daarnaast hadden de rechters-commissarissen de partner van de kroongetuige buiten aanwezigheid van de verdediging als getuige gehoord in de zaak van de kroongetuige. De verdediging is daarmee buitenspel gezet. Vervolgens heeft de verdediging aan de rechtbank verzocht dit verhoor nogmaals te gelasten, maar de rechtbank heeft dit afgewezen omdat het verdedigingsbelang om deze getuige (nader) te horen onvoldoende was onderbouwd. Daarbij verwijst de wrakingskamer voor wat betreft de artikel 6 EVRM-schendingen door de rechters-commissarissen naar de zittingsrechter, terwijl de zittingscombinatie naar de wrakingskamer verwijst, door aan te geven geen appelinstantie van de wrakingskamer te zijn. Het proces-verbaal van het verhoor van de partner in de zaak van de kroongetuige is door de rechters-commissarissen aan de verdediging verstrekt. De verdediging heeft daarop geen invloed kunnen uitoefenen en heeft zich geen oordeel kunnen vormen over de betrouwbaarheid van de getuige. Bovendien bleek het Openbaar Ministerie vragen gesteld te hebben buiten het door de rechtbank gestelde kader.
3.5.1.4 Horen kroongetuige
De kroongetuige is op zeven zittingsdagen in 2021 in de zaken van alle verdachten als getuige gehoord, waarbij aan die zittingen voor wat betreft [verdachte] ofwel een nietigheid kleefde, ofwel gold dat de verdediging nog niet in staat was inhoudelijk deel te nemen. Op 1 en 2 november 2022 heeft de verdediging voor het eerst zelf de kroongetuige kunnen horen, maar dat verhoor werd gekenmerkt door incidenten, discussies en geparkeerde vragen. Uiteindelijk heeft de kroongetuige zich vele malen op zijn verschoningsrecht beroepen of aangegeven op grond van de beschermingsovereenkomst niet te mogen antwoorden. De rechtbank hanteerde bij vragen die de kroongetuige niet wilde of mocht beantwoorden de werkwijze dat de vragen werden geparkeerd waarbij later door de rechtbank – schriftelijk – werd beslist of vragen beantwoord moesten worden. Daarmee werd de verdediging benadeeld, wanneer de beletting te maken had met de wijze waarop de vraag was geformuleerd en dit wellicht met een herformulering van de vraag hersteld had kunnen worden.
Door het antwoord op vragen naar gunsten in detentie te beletten heeft de rechtbank het onmogelijk gemaakt te toetsen of de gesloten overeenkomst voldoet aan artikel 226g lid 4 Sv en de Aanwijzing. De mogelijkheden voor de verdediging om het bewijs te betwisten worden hierdoor ernstig belemmerd. Daarnaast was er het onderwerp geld. Uit de iPhone-berichten blijkt dat er wel degelijk door de kroongetuige over geld dan wel een financiële beloning is gesproken, of dat dit een onderwerp van onderhandeling was. Als die berichten kloppen is er in strijd met artikel 226g Sv gesproken over een beloning en komt de rechtmatigheid van de overeenkomst ter discussie te staan. De verdediging heeft de rechtbank gevraagd om het Openbaar Ministerie op te dragen de TBG-officier van justitie hier vragen over te laten beantwoorden, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. Onduidelijkheid op dit punt zou moeten worden uitgesloten en door dit niet te willen weten laat de rechtbank mogelijk een bestaand onrechtmatig handelen in stand. Op 14 maart 2023 heeft de verdediging een nieuwe poging ondernomen om de kroongetuige te horen. De kroongetuige bleek toen geen advocaat meer te hebben. Dit was niet vooraf aan de verdediging medegedeeld. De verdediging heeft toen meermalen op dit mankement aan het verhoor zonder advocaat gewezen en heeft uiteindelijk geconcludeerd dat het niet ging. Door de wijze waarop de verdediging de kroongetuige aanvullend heeft moeten horen, is sprake van schending van artikel 6 lid 1 jo. lid 3 sub d EVRM.
3.5.1.5 Psychologisch onderzoek
In het Algemeen Dagblad van 4 juli 2020 heeft een voormalig raadsman van de kroongetuige in een interview gesproken over een psychologisch rapport dat over de kroongetuige zou zijn uitgebracht, waarbij de kroongetuige laaiend zou zijn geweest over de inhoud van dat rapport. Met inzicht in dat rapport wordt inzicht verkregen in de persoon van de kroongetuige en in hoeverre zijn persoonlijkheid de juistheid en betrouwbaarheid kan hebben beïnvloed. De rechtbank heeft echter het verzoek tot inzage in dit rapport door de verdediging afgewezen. Daarbij overweegt de rechtbank ten onrechte dat zij enkel de betrouwbaarheid van de verklaringen dient te beoordelen. De rechtbank miskent dat zij ook de betrouwbaarheid van de persoon van de getuige moet beoordelen.
3.5.1.6 Conclusie
Alle hiervoor genoemde onderdelen en gebreken leveren tezamen een ernstige inbreuk op van het fundamentele recht op een eerlijk proces en compensatie of herstel heeft niet of onvoldoende plaatsgevonden. Met betrekking tot de toepasbaarheid van de kroongetuigenregeling is gehandeld in strijd met de wet en de bedoeling van de wetgever. Voorts is gehandeld in strijd met de minimumrechten zoals neergelegd in artikel 6 lid 3 sub b, c en d EVRM, en met de algemene beginselen van een goede procesorde en het beginsel van equality of arms. Dit levert een evidente schending op van artikel 6 lid 1 EVRM, nu er geen sprake is geweest van een eerlijk proces. Dit dient primair te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en subsidiair tot bewijsuitsluiting van de verklaringen van de kroongetuige.
3.5.2
Oordeel van de rechtbank
In de algemene inleiding van dit hoofdstuk (zie hoofdstuk 3.1 Algemeen kader vormverzuimen) heeft de rechtbank weergegeven wat de kaders zijn voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van een eerlijk proces. De verdediging heeft een groot aantal omstandigheden aangevoerd die in haar ogen maken dat het proces in eerste aanleg in de zaak van [verdachte] niet eerlijk is geweest. De rechtbank ziet dit anders. Het is duidelijk dat de huidige raadslieden van [verdachte] toen zij zijn verdediging in de zaak Marengo in november 2021 op zich namen voor een grote opgave stonden. Terwijl in de zaken van de medeverdachten de inhoudelijke behandeling in een afrondende fase was, moesten zij beginnen met het zich inlezen in een omvangrijk dossier, waarbij al een groot aantal zittingen en getuigenverhoren had plaatsgevonden. Het gegeven dat zij op dat moment een achterstand hadden ten opzichte van hun collega’s – en naar hun gevoel wellicht enigszins zijn blijven houden – maakt niet dat het proces tegen [verdachte] niet eerlijk is. Waar het om gaat is dat de verdediging van [verdachte] voldoende tijd en faciliteiten moest krijgen om de verdediging vorm te geven en te voeren. Op de eerste regiezitting waar de raadslieden aanwezig waren – op 20 december 2021 – heeft de rechtbank voor het eerst met hen gesproken over de voortgang van de zaak van [verdachte] in relatie tot de planning in de zaken van de medeverdachten. De verdediging heeft toen verzocht de zaak van [verdachte] los te koppelen van de andere zaken. Dat verzoek is door de rechtbank – na afweging van alle betrokken belangen – afgewezen, omdat de rechtbank voldoende mogelijkheden zag voor een goede verdediging van [verdachte] en een (nagenoeg) gelijktijdige behandeling van alle zaken. De verdediging heeft op dezelfde zitting aangegeven dat zij verwachtte dat zij in staat was om in september 2022 haar onderzoekswensen aan de rechtbank op te geven en dat heeft zij ook gedaan. Nadat op de regiezitting in december 2022 besproken is wanneer de verdediging zou kunnen pleiten, is bij de planning vervolgens rekening gehouden met de wensen van de verdediging. Zij heeft haar pleidooi gehouden vanaf 30 mei 2023, na een requisitoir op 27 februari 2023. Inherent aan de omstandigheid van het op een laat moment op zich nemen van de verdediging was dat al veel aanvullend onderzoek gedaan was. Bij het bestuderen van het dossier is de verdediging geconfronteerd met een groot aantal voornamelijk door raadslieden van medeverdachten geïnitieerde onderzoekshandelingen – vooral getuigenverhoren ter terechtzitting en bij de rechters-commissarissen – die deels mede in de zaak van [verdachte] hadden plaatsgevonden. De huidige verdediging is niet bij die verhoren aanwezig geweest en heeft daarop dus ook geen invloed kunnen uitoefenen. Zij heeft deze stukken echter wel tot zich kunnen nemen en kunnen betrekken bij het formuleren van haar onderzoekswensen. Dat heeft zij ook gedaan en een aantal getuigen is in de zaak van [verdachte] opnieuw door de rechters-commissarissen gehoord. Ook is de kroongetuige nog een aantal dagen ter terechtzitting door de verdediging van [verdachte] bevraagd. De achterstand die de verdediging van [verdachte] op dit punt had is daarmee adequaat gecompenseerd.
Het is een gegeven dat er in de periode van 1 februari 2021 tot 1 november 2021 (op tegenspraak) zittingen zijn gehouden, beslissingen zijn genomen en onderzoekshandelingen zijn verricht in de zaak van [verdachte] , terwijl hij geen oproeping voor deze zittingen had ontvangen. Of dit consequenties moet hebben voor de geldigheid van die zittingen is niet aan de rechtbank. Zij verwijst ten aanzien van dit onderwerp naar haar tussenbeslissing van 17 december 2021 en blijft bij de hierin genomen beslissingen. [97] De rechtbank heeft er vanaf het moment dat [verdachte] in Nederland was en bijgestaan werd door zijn huidige raadslieden, alles aan gedaan om mogelijk nadeel dat in deze periode zou kunnen zijn ontstaan te compenseren. De verdediging heeft ten aanzien van alles wat zich in die periode heeft voorgedaan de gelegenheid gekregen om daar – door het formuleren van nadere verzoeken – op terug te komen en dat heeft zij ook gedaan. In die zin was de situatie niet heel anders geweest als het proces tegen [verdachte] in februari 2021 was gestopt en in november 2021 weer was aangevangen. De verdediging had dan immers alles wat in die periode in de zaken van de medeverdachten was gebeurd en in processen-verbaal was vervat, verstrekt gekregen en aan de hand van die stukken nadere onderzoekswensen kunnen formuleren. In mei 2022 – een half jaar na de aankomst van [verdachte] in Nederland – wilde de rechtbank het dossier met hem bespreken. Omdat hij zich onvoldoende voorbereid achtte om gehoord te worden op het dossier is het enkel door de rechtbank aan [verdachte] voorgehouden. Vragen over het dossier heeft hij toen – begrijpelijkerwijs – niet beantwoord. Op die zitting heeft de rechtbank uitdrukkelijk de mogelijkheid opengehouden voor [verdachte] om op latere zittingen op dat wat eerder aan hem is voorgehouden terug te komen, maar van die gelegenheid heeft hij geen gebruik gemaakt. Op 14 februari 2023 heeft de rechtbank een zitting gepland om hem (nogmaals) de gelegenheid te geven om inhoudelijk te verklaren over de zaaksdossiers, maar toen heeft hij er om hem moverende redenen voor gekozen om daarbij niet aanwezig te zijn.
Dat de detentie van [verdachte] in de EBI, met de daarbij behorende beperkingen, de voorbereiding van de verdediging soms lastig heeft gemaakt wil de rechtbank aannemen. Een verdediging voorbereiden met een cliënt in de EBI is complexer dan met een cliënt op vrije voeten of in een regulier huis van bewaring, zeker nu er de laatste jaren – door omstandigheden buiten [verdachte] en de verdediging om – aanvullende maatregelen in de EBI zijn getroffen die het overleg tussen raadsman en cliënt ingewikkelder maken. Het voorbereiden van een verdediging met een cliënt in de EBI kost simpelweg meer tijd. Met de ruime termijnen die de rechtbank de verdediging heeft gesteld voor het indienen van onderzoekswensen en het voorbereiden van haar pleidooi – waarbij de rechtbank overigens in grote lijnen is meegegaan met wat de verdediging voor ogen had – heeft zij voldoende tijd gekregen om haar verdediging goed te voeren. Ook geldt dat [verdachte] zelf in die periode voldoende tijd heeft gehad om zich in het dossier in te lezen.
De verdediging heeft tot slot een groot aantal bezwaren geuit tegen beslissingen van de rechtbank betrekking hebbend op:
- het verhoor van de partner van de kroongetuige als getuige (waarbij een deel van de bezwaren zich richt op beslissingen van de rechters-commissarissen en de wrakingskamer);
- het verhoor van de kroongetuige zelf (en de beslissingen van de rechtbank omtrent welke vragen al dan niet beantwoord moesten worden);
- het psychologisch rapport dat over de kroongetuige opgemaakt zou zijn.
De verdediging heeft ten aanzien van deze onderwerpen op de openbare zitting standpunten kunnen innemen en verzoeken kunnen doen. Dit heeft zij herhaaldelijk gedaan en de rechtbank heeft – gehoord het Openbaar Ministerie – telkens gemotiveerde beslissingen gegeven op deze verzoeken. Zo heeft de rechtbank op 8 juli 2022 beslist op het verzoek de partner van de kroongetuige te mogen horen [98] en op 28 september 2022 heeft zij nogmaals op dit verzoek beslist. [99] Op 7 december 2022 heeft zij beslist op het (herhaalde) verzoek om vragen voor te leggen aan de TBG-officier van justitie over financiële afspraken in de beschermingsovereenkomst. [100] Op 7 juni 2023 heeft de rechtbank beslist op het verzoek om de kroongetuige nogmaals te mogen horen. [101] Op het verzoek om inzage in een eventuele psychologische rapportage heeft de rechtbank beslist op 10 november 2022 [102] en 7 december 2022. [103] Op de zitting van 6 februari 2024 en bij beslissing van 8 februari 2024 heeft de rechtbank beslist op verzoeken van de verdediging naar aanleiding van op 17 januari 2024 door het Openbaar Ministerie verstrekte stukken, waaronder een proces-verbaal over ontsleutelde berichten afkomstig van het PGP-toestel dat [medeverdachte 2] in detentie onder zich heeft gehad. [104] De omstandigheid dat de verdediging zich niet in die beslissingen kan vinden, maakt niet dat [verdachte] geen eerlijk proces heeft gehad.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdediging van [verdachte] voldoende tijd en faciliteiten gekregen om haar verdediging te voeren. Zij heeft voldoende tijd gekregen om zich in te lezen en nadere onderzoekswensen in te dienen. Ook heeft zij voldoende tijd gekregen om haar pleidooi voor te bereiden. Alle door de verdediging aangevoerde omstandigheden leiden, afzonderlijk noch gezamenlijk, tot de conclusie dat de wijze waarop het proces zoals het in eerste aanleg gevoerd is tegen [verdachte] , niet eerlijk is geweest.
3.6
Conclusie ten aanzien van de voorvragen
Voor zover in het voorgaande al vormverzuimen of (andere) onrechtmatigheden zijn vastgesteld leiden deze noch op zichzelf, noch gezamenlijk tot de conclusie dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging. De conclusie van de rechtbank is daarom dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging.
Verder is de dagvaarding geldig, is deze rechtbank bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en zijn er geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
PGP-identificatie
4.1.1
Identificatie e-mailadressen verdachten Marengo
De rechtbank heeft op basis van de processen-verbaal van identificatie – en in voorkomende gevallen op basis van overige informatie in het dossier en/of wat is besproken ter terechtzitting – vastgesteld wie de gebruiker van een PGP-e-mailadres was. Ook is op basis daarvan vastgesteld of, en zo ja onder welke bijnamen een bepaalde gebruiker bekend stond of werd opgeslagen. In bijlage 2 bij dit vonnis is een overzicht opgenomen van deze PGP-e-mailadressen en de gebruikers met hun eventuele bijnamen.
De rechtbank zal hierna ten aanzien van [verdachte] aan de hand van de vindplaats in het dossier weergeven op grond waarvan is vastgesteld dat hij de gebruiker van een bepaald e-mailadres was. Als die verwijzing naar de vindplaats in het dossier – waar de feiten en omstandigheden die leiden tot de identificatie zijn beschreven – nog tot een inhoudelijke reactie nopen, naar aanleiding van hetgeen door de verdediging is aangevoerd of ambtshalve is geconstateerd, zal de rechtbank daarop hierna ook ingaan.
4.1.2
Identificatie e-mailadressen overige gebruikers
Het dossier bevat een aantal processen-verbaal van identificatie met betrekking tot e-mailadressen die door het Openbaar Ministerie aan andere personen, niet zijnde verdachten in Marengo, worden toegeschreven. In sommige gevallen is de identificatie van de gebruiker(s) van die overige e-mailadressen van belang voor de beoordeling en duiding van conversaties uit de zaaksdossiers en/of voor de koppeling van e-mailadressen aan (Marengo-)verdachten. Om die reden is de rechtbank nagegaan of de identificatie op basis van de in die processen-verbaal van identificatie genoemde feiten en omstandigheden gerechtvaardigd is. De rechtbank komt tot de conclusie dat dit het geval is. Om die reden zijn ook deze overige gebruikers van e-mailadressen in de genoemde bijlage bij dit vonnis opgenomen.
4.1.3
Identificatie e-mailadressen [verdachte]
4.1.3.1 Standpunten
Het Openbaar Ministerie schrijft aan [verdachte] zeven, hierna te melden, e-mailadressen toe die hij in verschillende periodes zou hebben gebruikt.
De verdediging stelt dat van de aan [verdachte] in de zaaksdossiers Roos/Doorn en Kreta gekoppelde e-mailadressen, te weten 745e1a@ghostmail.biz, gdba597v@pgpsafe.net (Roos/Doorn), affc480s@pgpsafe.net en aa5a9b@activeshield.net (Kreta) niet kan worden vastgesteld dat [verdachte] er de gebruiker van was. In de kern voert de verdediging daartoe aan dat de koppeling alleen is gebaseerd op vermoedens, mede aan de hand van bijnamen waarvan [medeverdachte 2] heeft verklaard dat [verdachte] daaronder bekend staat. De bij die adressen behorende communicatie bevat echter geen identificerend taalgebruik en/of andere identificerende uitlatingen op basis waarvan deze adressen aan [verdachte] gekoppeld kunnen worden.
4.1.3.2 Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van de processen-verbaal van identificatie vast dat [verdachte] de gebruiker is geweest van de volgende zeven e-mailadressen en ook dat hij wordt aangeduid met onder andere Grote, Kar, Kardash, Steen en Kale. Het betreft:
745e1a@ghostmail.biz, [105]
- gdba597v@pgpsafe.net, [106]
- affc480s@pgpsafe.net, [107]
- aa5a9b@activeshield.net, [108]
- xpzh217m@pgpsafe.net, [109]
- e01e80@activeshield.net [110] en
- fjh206r@pgpsafe.net. [111]
De verdediging merkt terecht op dat in het proces-verbaal van identificatie van het e-mailadres 745e1a@ghostmail.biz (in een ‘opmerking verbalisant’) wordt vermeld dat [medeverdachte 2] in zijn verhoor van 15 februari 2018 voor [verdachte] de bijnamen Kardas, Grote en Kale noemt, terwijl het proces-verbaal zelf dateert van vóór dit verhoor, namelijk van 23 januari 2018. Het Openbaar Ministerie heeft daarover evenwel uitgelegd dat per abuis de datum niet is aangepast toen het oorspronkelijke proces-verbaal van 23 januari 2018 is aangepast na ontvangst van de verklaring van 15 februari 2018. De omstandigheid dat deze onjuiste datering in het proces-verbaal is blijven staan, maakt dan ook niet dat de inhoud van dit proces-verbaal van identificatie onbetrouwbaar is en niet voor het bewijs gebruikt kan worden. De informatie over de vermelde bijnamen volgt namelijk ook uit de eerder afgelegde kluisverklaringen van [medeverdachte 2] .
De rechtbank stelt in dit verband vast dat de ‘opmerking verbalisant’ ziet op het eerste verhoor van [medeverdachte 2] als verdachte van 15 februari 2018. [medeverdachte 2] verklaart in dat verhoor dat [verdachte] meerdere bijnamen heeft, dat hij daarover eerder heeft verklaard en dat de voor hem meest bekende namen Kardash en Grote zijn. [112] Waar door [medeverdachte 2] in zijn eerste verhoor als verdachte wordt gerefereerd aan zijn eerdere verklaringen begrijpt de rechtbank dat hij doelt op zijn kluisverklaringen. In de kluisverklaring van 26 januari 2017 heeft [medeverdachte 2] onder meer verklaard dat de bijnaam van [verdachte] Kardas [113] is en dat hij [verdachte] zelf steeds onder een andere naam opslaat, de ene keer Lupo, dan Lucas, steeds iets met een ‘L’. [114] In de kluisverklaring van 20 maart 2017 heeft [medeverdachte 2] onder andere verklaard dat [verdachte] in de PGP-communicatie de naam Steen gebruikte, dat de spelling van [verdachte] niet zo goed was, dat [medeverdachte 2] zelf [verdachte] opsloeg in zijn namenlijst onder de naam ‘Logan’ [115] en dat [verdachte] ook Kale [116] werd genoemd.
De rechtbank is verder van oordeel dat de communicatie die in het proces-verbaal van identificatie van dit adres wordt beschreven, aansluit bij de verklaringen van [medeverdachte 2] over de communicatie voorafgaand en na de moord op [slachtoffer 2] . De rechtbank wijst dan op de verklaringen van [medeverdachte 2] over het maken van foto’s van ‘Imo’ die aan [verdachte] moeten worden gestuurd en dat dit terugkomt in de PGP-communicatie. De verklaring van [medeverdachte 2] over de communicatie na de moord op [slachtoffer 2] en de instructies die [medeverdachte 2] meekrijgt over wat hij tegen de familie moet zeggen sluit ook aan bij de PGP-conversatie. In aanvulling op het proces-verbaal van identificatie is de rechtbank van oordeel dat ook de vermelding “pataYa” in het PGP-bericht van 10 januari 2017 meeweegt bij de koppeling van dit adres aan [verdachte] . Het betreft het volgende bericht waaruit de rechtbank afleidt dat [medeverdachte 9] het adres 745e1a@ghostmail.biz opslaat onder de naam ‘Kardach pataYa’. [117] [medeverdachte 2] heeft in zijn kluisverklaring van 20 maart 2017 verklaard dat ‘pataya’ de naam is van de hond van [verdachte] , dat die benaming wordt gebruikt als een codewoord zodat degene met wie wordt gecommuniceerd zeker weet dat hij met [verdachte] van doen heeft. [118]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
8:34
745e1a@
ghostmail.biz
( [medeverdachte 9] ) ezfkl16w@
pgpsafe.net
Kardach pataYa saved an encrypted copy of this chat to their secured vault.
Anders dan de verdediging betoogt is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] als gebruiker van het e-mailadres gdba597v@pgpsafe.net kan worden aangemerkt. In het aangehaalde proces-verbaal van identificatie wordt beschreven dat [medeverdachte 2] , geconfronteerd met het contact ‘Lupo 2’ voor dit adres in de iPhone 6 die bij zijn aanhouding is aangetroffen, heeft verklaard dat dit [verdachte] is. In de woning van [medeverdachte 10] is op 2 mei 2018 een PGP-doosje van een BlackBerry aangetroffen en in beslag genomen en hierop zat een sticker met dit e-mailadres. In die woning zijn onder andere post, een bankpas, een verlopen paspoort en pasfoto’s van [verdachte] aangetroffen. Verder bevat het dossier het navolgende PGP-gesprek van 20 april 2017 tussen dit PGP-adres (reeds geduid als van [verdachte] ) en [medeverdachte 10] :
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
12:17
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Efe en vraagje heb je die iped die thuis is maak je daar gebruik van zo niet neem hem mee ik heb hier die van [naam] thuis
12:24
[medeverdachte 10]
[verdachte]
Bedoel je die van mij zelf toch
Ja die kan ik meenemen
Of had je die van jou nog daar ?
------ Origineel bericht------
Van: Real madrid
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 20 Apr 2017 14:17
Efe en vraagje heb je die iped die thuis is maak je daar gebruik van zo niet neem hem mee ik heb hier die van [naam] thuis
12:26
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Die van mijn die had ik daar achtergelaten
12:27
[medeverdachte 10]
[verdachte]
Oke ik ga hem zoeken.
------ Origineel bericht-------
Van: Real madrid
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 20 Apr 2017 14:26
Die van mijn die had ik daar achtergelaten
12:28
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Oké thanks hij was daar in de woonkamer
De vermelding ‘ [naam] ’ wijst naar het oordeel van de rechtbank op [verdachte] als gebruiker van dit adres aangezien dit kan worden gezien als de afkorting van de bij de rechtbank bekende voornaam van zijn dochter. Daarbij betrekt de rechtbank dat [medeverdachte 10] wordt medegedeeld dat de ‘iped’ is achtergelaten door de gebruiker in de woonkamer waar [medeverdachte 10] kennelijk verblijft. Anders dan de verdediging stelt, is de vermelding van ‘ [naam] ’ tegen die achtergrond een aanwijzing dat [verdachte] degene is die aan het woord is.
De rechtbank overweegt verder nog dat de verdediging drie andere adressen die aan [verdachte] kunnen worden gekoppeld onbenoemd laat. De identificatie van de adressen xpzh217m@pgpsafe.net en e01e80@activeshield.net is onder andere gebaseerd op het feit dat de gebruiker van het adres e01e80@activeshield.net wordt geduid als ‘Steen&Pataya’, een combinatie van de van [verdachte] bekende bijnamen, dat de gebruikers van beide adressen zich ‘Bob’ noemen in de communicatie met de helpdesk van PGP-Safe, dat de gebruiker van xpzh217m@pgpsafe.net technische problemen lijkt te hebben waarover de gebruiker van de e01e80@activeshield.net communiceert met de helpdesk. Ook maakt de gebruiker van het adres e01e80@activeshield.net in een PGP-bericht melding dat hij in Colombia is, waar [verdachte] – zij het bijna drie jaren na dit bericht – is aangehouden. Ten aanzien van het adres fjh206r@pgpsafe.net geldt dat [verdachte] als gebruiker kan worden geïdentificeerd op basis van het feit dat verschillende PGP-gebruikers dit adres opslaan onder de bekende (combinatie van) bijnamen van [verdachte] , waaronder Kardash, KaLe KaRdEZ, Kale en Steen en ook een keer ‘ [verdachte] utr’. Ook stuurt de gebruiker van dit adres op 23 januari 2016 de volgende PGP-berichten aan [medeverdachte 1] :
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:36
fjh206r@
pgpsafe.net
( [verdachte] )
0al4h68280@
ennetcom.biz
( [medeverdachte 1] )
En met Spanjaard bedoel ik die met mijn broetje ging die ook toen met hun was bij die diefstal van die asie
14:40
fjh206r@
pgpsafe.net
( [verdachte] )
0al4h6828o
@ennetcom.biz ( [medeverdachte 1] )
Ik heb net aan mijn broetje zijn pgp gevraagt omdat zijn pgp van die Spanjaar is gewist uit mijn bestand
Hoewel het proces-verbaal van identificatie verwijst naar het tactisch verhoor van [medeverdachte 2] van 10 december 2019 heeft de rechtbank ook acht geslagen op de kluisverklaring van 26 januari 2017, waarin [medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 9] in 2010 gedetineerd zat in verband met een zogenoemde ripdeal waarbij onder andere [medeverdachte 9] , [medeverdachte 10] en [betrokkene 16] (hierna: [betrokkene 16] ) aanwezig waren. [119] [medeverdachte 2] heeft ook verklaard dat de bijnaam van [betrokkene 16] ‘Spanjaard’ is. [120]
De feiten en omstandigheden op basis waarvan deze drie adressen aan [verdachte] kunnen worden gekoppeld, dragen naar het oordeel van de rechtbank in onderlinge samenhang gelezen bij aan de identificaties van de andere vier adressen aan [verdachte] die de verdediging wel noemt.
4.2
Zaaksdossier Kreta
Op 22 juni 2016 rond 21:52 uur is [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) beschoten op de [adres] te [plaats] . [121] Hij is ter plaatse overleden als gevolg van een groot aantal schotverwondingen. [122] Uit onderzoek is gebleken dat sprake is geweest van een gerichte aanslag op het leven van [slachtoffer 1] .
[medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] , [verdachte] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] worden allen vervolgd voor het medeplegen van de moord op [slachtoffer 1] en voor het medeplegen van de voorbereiding van moord op [slachtoffer 1] in de periode van 17 april 2016 tot en met 22 juni 2016. Daarnaast is de verdenking gerezen dat ook [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3] ), [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) en [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ) doelwit waren van te plegen aanslagen. Met uitzondering van [medeverdachte 2] worden voornoemde verdachten ook vervolgd voor het medeplegen van de voorbereiding van moord op hen in de periode van 17 april 2016 tot en met 22 juni 2016.
4.2.1
Inleiding
Het onderzoek naar de gewelddadige dood van [slachtoffer 1] is indertijd gestart als TGO Kreta. Nadien heeft [medeverdachte 2] (kluis)verklaringen afgelegd en zijn PGP-berichten beschikbaar gekomen die beide in relatie tot dat onderzoek staan. Voor de bewijswaardering acht de rechtbank de volgende onderwerpen van belang: een schets van de voorgeschiedenis, de (kluis)verklaringen van [medeverdachte 2] in relatie tot het onderzoek Kreta, relevante PGP-berichten en andere onderzoeksbevindingen. Hieronder volgt een (beknopte) weergave en de duiding daarvan. Het overzicht met PGP-berichten is chronologisch en begint met het oog op de begrijpelijkheid op een eerder tijdstip dan de ten laste gelegde periode.
4.2.2
Standpunten
Het Openbaar Ministerie stelt zich op het standpunt dat het medeplegen van voorbereiding van moord op [slachtoffer 1] , [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en het medeplegen van moord op [slachtoffer 1] bewezen kan worden.
De verdediging bepleit ten aanzien van beide feiten vrijspraak.
4.2.3
Voorgeschiedenis
[betrokkene 1] is op 24 juni 2015 door de politie gewaarschuwd dat zijn leven gevaar liep en dat er (mogelijk) een baken onder zijn huurauto heeft gezeten. [123] Hij is door de politie als getuige gehoord op 27 juni 2015 en 7 september 2015. [124] Op 12 juli 2016 is hij bij de rechter-commissaris als getuige gehoord in het onderzoek Koper. [125] De bijnaam van [betrokkene 1] is Chino. [126]
[betrokkene 3] heeft op 27 juni 2015 aangifte gedaan van bedreiging. [127] Hij heeft verklaard dat hij enkele maanden daarvoor in België is gevolgd. Een van de drie inzittenden van de achtervolgende auto, een negroïde man, heeft hij herkend als iemand die volgens hem liquidaties pleegt voor [medeverdachte 1] . In de aangifte verklaart [betrokkene 3] dat een vriend, [betrokkene 1] , eerder die week is gewaarschuwd. Volgens [betrokkene 3] heeft dat ermee te maken dat [betrokkene 1] wordt gebruikt om bij hem te komen of om hem, [betrokkene 3] , een signaal te geven dat hij aan de beurt komt. [betrokkene 3] verklaart verder dat [verdachte] ook voor [medeverdachte 1] werkt. Hij zou [medeverdachte 1] aangeven waar een mogelijk slachtoffer is en hij zou ook mensen hebben die voor hem uitkijken naar personen. Als zij die persoon zien, dan geven zij dat door aan [verdachte] en hij stuurt dat dan met een PGP-bericht door aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] laat dan de negroïde man weten waar en wie degene is die dood moet. Op 9 oktober 2015 heeft [betrokkene 3] verklaard deze negroïde man te kennen als [betrokkene 17] , die in juli 2015 is aangehouden in verband met de wapenvondst van Nieuwegein. Bij een fotoherkenning blijkt dit om [betrokkene 17] (hierna: [betrokkene 17] ) te gaan. [128] Op 27 augustus, 9 oktober en 9 november 2015 heeft [betrokkene 3] verklaringen afgelegd in het onderzoek Bornheim. [129] Dit onderzoek hangt samen met het onderzoek Koper. Op 2 oktober 2018 zijn tijdens een doorzoeking in de berging van de woning van een zus van [medeverdachte 1] drie USB-sticks aangetroffen. Op deze USB-sticks stond een pdf-bestand met daarin verhoren van [betrokkene 3] uit de onderzoeken Bornheim en Koper. [130] In het onderzoek Koper heeft op 10 juni 2016 een getuigenverhoor van [betrokkene 3] bij de rechter-commissaris plaatsgevonden. [131] De bijnaam van [betrokkene 3] is Slager. [132]
Op 15 september 2015 zijn in het tv-programma Opsporing Verzocht onder meer beelden vertoond van een ontmoeting van twee mannen bij het Carlton President Hotel in Maarssen. [133] Deze beelden/filmopnames zijn in het onderzoek Koper op gegevensdragers aangetroffen. [134] De beelden zijn vermoedelijk op 17 november 2014 heimelijk opgenomen. [135] Op 16 september 2015 heeft [slachtoffer 1] contact gezocht met de politie omdat hij zichzelf en een vriend heeft herkend op de in Opsporing Verzocht vertoonde beelden. [136] De politie heeft [slachtoffer 1] die dag gewaarschuwd dat hij mogelijk slachtoffer van een liquidatie zou kunnen worden.
In de woning van [slachtoffer 1] is na zijn dood op 22 juni 2016 een oproeping aan hem aangetroffen om op 30 juni 2016 te getuigen bij de rechter-commissaris in het onderzoek Koper. [137]
4.2.4
Verklaringen van [medeverdachte 2]
heeft in zijn tweede kluisverklaring op 26 januari 2017 verklaard dat hem is gevraagd mee te helpen met het observeren van [slachtoffer 1] , in de zin van: mocht je hem zien, gelijk melden alsjeblieft. Voorts verklaart hij dat Slager (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 3] ) verklaringen heeft afgelegd en iedereen bij elkaar heeft opgenoemd waardoor iedereen naar hem op zoek was. [medeverdachte 2] heeft een deel van deze verklaringen gelezen op een USB-stick die hij van [verdachte] heeft gekregen. [138] Dit is ruim voor de moord op [slachtoffer 1] geweest. [medeverdachte 2] verklaart dat hij (doorstuur)berichten heeft gezien waaruit duidelijk wordt dat het niet lukt om [betrokkene 3] te vinden en dat daarom is geprobeerd via zijn ‘kliekje’ bij hem te komen. Het gaat om [slachtoffer 1] en de Chino’s (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 1] en [betrokkene 2] ). [betrokkene 1] reed in die tijd in een witte Mercedes CLA. [medeverdachte 2] heeft kentekens doorgekregen met het verzoek het meteen door te geven als hij ze ziet. [slachtoffer 1] is ook gezien met een witte Mercedes CLA omdat hij weleens voor de deur werd opgehaald door deze persoon (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 1] ). [139] heeft verder verklaard dat er een stroomversnelling is ontstaan na een incident in mei 2016 waardoor is gedacht dat [verdachte] ontvoerd zou worden. [140]
[medeverdachte 2] verklaart dat [verdachte] altijd buiten de oorlog van [medeverdachte 1] is gehouden en geen nieuwsgierig type was die door gaat vragen. Die houding van [verdachte] is na het ontvoeringsincident veranderd. [medeverdachte 1] wilde vanaf dat moment gelijk de twee broers Chino aanpakken en [slachtoffer 1] later. [141] [medeverdachte 2] verklaart verder dat ‘we’ later met het idee zijn gekomen [slachtoffer 1] te ‘zenderen’ (de rechtbank begrijpt: een tracker plaatsen) maar dat vonden ‘ze’ geen goed idee. [142] [medeverdachte 2] verklaart verder dat de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] zijn nagetrokken, dat hun autogegevens en adressen zijn gedeeld, dat er heel veel druk is ontstaan en alles op alles is gezet tegen [slachtoffer 1] , omdat hij op korte termijn moest getuigen in het onderzoek Koper. [143]
In zijn kluisverklaring van 27 januari 2017 gaat [medeverdachte 2] uitvoeriger in op het onderzoek Kreta. [144] Hij verklaart dat hij kort na het ontvoeringsincident met [verdachte] via [verdachte] (doorstuur)berichten van [medeverdachte 1] kreeg waarin de gegevens van de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] stonden met de bedoeling het in de gaten te houden, ook in de lounge. [medeverdachte 2] is gevraagd te helpen hun auto’s te traceren en hij heeft dat gedaan. [medeverdachte 9] en andere personen, waarvan [medeverdachte 2] niet weet wie dit zijn, ook. [145] Blijkbaar is het de bedoeling om te beginnen met [betrokkene 1] . Een week later – een week voor de ramadan – willen ze toeslaan, de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] zouden makkelijk zijn. Dat is lastiger gebleken en er is een omwenteling gekomen waarbij de nadruk meer op [slachtoffer 1] is komen te liggen. Bij de observatie van [slachtoffer 1] is er een (doorstuur)bericht gestuurd dat hij nu op de Straatweg is. Er zijn ook rechtstreeks berichten gestuurd door [verdachte] aan [medeverdachte 2] met de vraag: kan je aan de slag om die jongens te spotten? [146] [medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) goed contact heeft met [slachtoffer 1] . Zij hebben telefonisch contact met elkaar. [medeverdachte 3] probeert [slachtoffer 1] te traceren en geeft het door als hij met hem heeft afgesproken. Er zijn mensen aan wie gevraagd is om het door te geven als zij [slachtoffer 1] zien en er zijn mensen die hebben gezocht naar [slachtoffer 1] en daar een bedrag voor te horen hebben gekregen. Er is dan van [slachtoffer 1] bekend dat hij op de (Amsterdamse)straatweg komt, bij het Griekse café, welke auto hij rijdt, het kenteken daarvan en andere informatie. [medeverdachte 2] verklaart dat hem in deze periode ook is gevraagd of hij professionele autorijders kent, waarop hij zegt te hebben geantwoord dat hij niet zo iemand kent. Er was blijkbaar wel iemand om te schieten, maar geen chauffeur. Hij heeft verklaard dat hem is gevraagd of hij een huis kan regelen in de omgeving van [plaats] . Er is tegen hem gezegd: zeg maar gewoon dat het voor een drugsdeal is. Vanwege het noemen van [plaats] begrijpt [medeverdachte 2] dat het verband houdt met [slachtoffer 1] . [147] De rechtbank stelt vast dat de voorgaande verklaring tot in detail wordt bevestigd in de hierna weergegeven PGP-berichten.
[medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 9] en hij een discussie hebben gehad over een huis, waarbij [medeverdachte 9] heeft geopperd een van de buurjongens te vragen. [medeverdachte 2] heeft vervolgens een buurjongen benaderd en hem gezegd dat hij een huis nodig heeft voor een drugsdelict. Via deze buurjongen is een andere jongen uit de buurt gevraagd, die uiteindelijk ook zijn huis in [plaats] heeft uitgeleend in ruil voor een vakantie van circa € 1.700,-. [148] Dit is door [medeverdachte 2] aan [verdachte] doorgegeven en hij heeft daarmee ingestemd. De chauffeurs zijn het adres gaan bekijken en hebben het goed gevonden. [medeverdachte 2] verklaart dat hij contant geld heeft gekregen van [medeverdachte 9] , die op dat moment niet wist waar het voor was. Het geven van contant geld is wel normaal, dat gebeurt vaker. [medeverdachte 9] wist in zijn achterhoofd wel waar het om ging. [149] [medeverdachte 2] verklaart dat hij het geld aan de bewoner heeft gegeven en die heeft gezegd het geld te gaan storten en de vakantie te gaan boeken. [medeverdachte 2] heeft de sleutels gekregen en op verzoek (via een doorstuurbericht waarin stond: lees wat ze zeggen, maak sleutels na) van [verdachte] laten kopiëren. [medeverdachte 2] heeft de sleutels afgegeven. [medeverdachte 2] is gevraagd een ander adres, aan de [adres] , te bekijken. Dat heeft hij gedaan en hij heeft [verdachte] laten weten dat het oké is. Door de eigenaar zijn, na de liquidatie van [slachtoffer 1] , in dit huis kogels aangetroffen. Blijkbaar is deze woning door [medeverdachte 3] geregeld. Nadat de bewoners van de woning in [plaats] op vakantie zijn gegaan is er gelijk actie ondernomen. Het hele verhaal van observeren is opnieuw begonnen. [150] [medeverdachte 2] verklaart dat [slachtoffer 1] niet makkelijk te vinden was en dat er berichten zijn geweest dat hij mogelijk in het buitenland verblijft waarbij gevraagd is toch bij het huis te posten. Het plaatsen van een zender die mogelijk niet te traceren is, is overwogen en dat idee is uiteindelijk verworpen. [medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 3] niet volledig wilde meewerken. Er is hem gevraagd [slachtoffer 1] te lokken en daar heeft hij blijkbaar moeilijk over gedaan en ook op berichten heeft hij niet altijd gereageerd. [medeverdachte 3] wist dat [slachtoffer 1] gepakt ging worden. [slachtoffer 1] heeft ook niet steeds de waarheid verteld aan [medeverdachte 3] . Er moet met [medeverdachte 3] overleg zijn geweest over wat [slachtoffer 1] heeft gedaan en waarom hij gepakt gaat worden, aldus [medeverdachte 2] . De rechtbank stelt vast dat al het voorgaande nagenoeg geheel ondersteuning vindt in de hierna weergegeven PGP-berichten en in verklaringen van de bewoners van de twee woningen, alsmede in financieel onderzoek naar de betaling en vakantie van de bewoners van de betreffende woning in [plaats] .
[medeverdachte 2] verklaart dat in de dagen kort voor 22 juni 2016 een auto met camera is geplaatst op de [adres] met enig zicht op het huis van [slachtoffer 1] . [medeverdachte 2] verklaart dat hij en [medeverdachte 9] dat hebben gedaan. [medeverdachte 9] heeft de beelden uitgelezen, het was moeilijk en heeft niet gewerkt. [151] De dag voor zijn liquidatie is [slachtoffer 1] getraceerd en in de avond is er een raam bij hem ingegooid. [medeverdachte 3] heeft een bericht aan [verdachte] gestuurd dat hij met [slachtoffer 1] heeft afgesproken. [medeverdachte 2] is zich gaan stationeren op de [adres] . Hem is gevraagd zicht te houden op de woning van [slachtoffer 1] . De afspraak met [medeverdachte 3] is toen niet doorgegaan. Omstreeks 22:30 uur heeft [medeverdachte 2] (thuis) bericht ontvangen dat [slachtoffer 1] thuis is en of hij wil gaan kijken en het in de gaten houden tot het andere team er is. [medeverdachte 2] heeft een bericht ontvangen dat het andere team is aangekomen en dat hij kan gaan. Kort daarna is er weer een verzoek of hij naar de woning van [slachtoffer 1] terug kan gaan. [medeverdachte 2] heeft daar rondgelopen en een (doorstuur)bericht ontvangen van [verdachte] dat de spot nu moet wegwezen waarop [medeverdachte 2] is weggegaan. Blijkbaar heeft iemand toen een baksteen door de ruit gegooid. Daarover is de volgende dag gezegd dat dit is geweest om [slachtoffer 1] uit huis te lokken, aldus telkens [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] kreeg diezelfde nacht bericht, dat de heads het hebben geprobeerd, maar dat het niet was gelukt, en dat die hond door het keukenraam had gekeken maar niet naar buiten was gekomen. [152]
[medeverdachte 2] verklaart dat hij op 22 juni 2016 in de nacht of vroege ochtend bericht ontvangt dat zij de hele dag op [slachtoffer 1] gaan zitten en dat waar hij ook is er gelijk actie wordt gezet. [153]
[medeverdachte 2] is vervolgens via [medeverdachte 9] in een andere auto gaan rijden, hij wil niet langer rijden in auto’s uit zijn privésfeer. [medeverdachte 2] verklaart dat hij de sleutel van de Seat Ibiza van [medeverdachte 9] heeft gekregen. [154] [medeverdachte 2] is met deze auto bij de Kalymnosdreef (plek A) gaan staan, daar is hij op een gegeven moment gezien door een buurtbewoner en daarom is hij verplaatst naar de [adres] (plek B). [medeverdachte 9] is aan het eind van de middag ook gekomen en hij vertelt [medeverdachte 2] dat hij [medeverdachte 3] in zijn auto heeft gezien maar dat hij niet reageert op berichten. [155] [medeverdachte 2] is op zoek gegaan naar [medeverdachte 3] en ziet hem in gezelschap van [slachtoffer 1] uit de Milosdreef komen rijden. [medeverdachte 2] stuurt een bericht hierover aan [verdachte] en ook hij laat weten dat [medeverdachte 3] niet reageert op zijn berichten. [medeverdachte 2] ziet wat later [medeverdachte 3] bij de autoboulevard rijden, geeft dat door en raakt hem vervolgens kwijt. [medeverdachte 2] krijgt daarna bericht dat [medeverdachte 3] heeft laten weten dat hij met [slachtoffer 1] is geweest en dat [slachtoffer 1] nu thuis is, aldus steeds [medeverdachte 2] . [156] [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij de betreffende middag met [slachtoffer 1] naar een autoverhuurbedrijf is gegaan. [157] De rechtbank stelt vast dat deze verklaring ondersteuning biedt aan die van [medeverdachte 2] over het volgen van [medeverdachte 3] en [slachtoffer 1] die dag. Ook is uit het verificatieonderzoek gebleken dat [medeverdachte 2] ’s beschrijving van de route die hij reed bij het volgen van [medeverdachte 3] en [slachtoffer 1] overeenkomt met de feitelijke situatie en dat het volgen bevestigd wordt door de verkeersgegevens van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . [158] De beschrijving door [medeverdachte 2] van de auto waarin [medeverdachte 3] reed is daarin eveneens bevestigd. Die auto (een zwarte Volkswagen Passat) stond op naam van de broer van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 3] is op 24 juni 2016 in die auto gecontroleerd in Amsterdam met [verdachte] als bijrijder. [159]
[medeverdachte 2] verklaart dat hij op enig moment een bericht ontvangt van [verdachte] dat ‘die hond’ thuis is en ook of de spot daar naartoe kan gaan. [medeverdachte 2] is eerst naar de Kalymnosdreef (plek A) gegaan tot de eerdergenoemde buurtbewoner hem daar weer ziet om dan naar plek B te gaan met zicht op de woning. [medeverdachte 9] staat op de Naxosdreef (plek C) met zicht op een hek. Dat hek kan [medeverdachte 2] niet in de gaten houden. Een man met een groen shirt (geïdentificeerd als [betrokkene 18] , hierna: [betrokkene 18] ) belt bij [slachtoffer 1] aan en [medeverdachte 2] ziet hem met [slachtoffer 1] naar buiten komen. [medeverdachte 2] informeert meteen [verdachte] . [slachtoffer 1] en de man met het groene shirt lopen de bocht om. [medeverdachte 2] verklaart dat hij het zicht op hen zou verliezen, maar dat [medeverdachte 9] wel zicht zou hebben als hij naar plek D gaat. [medeverdachte 2] stuurt [medeverdachte 9] hierover bericht en hij is op dat moment naar plek D gegaan. [medeverdachte 9] antwoordt dat hij ze ziet, dat ze staan te praten en vervolgens dat ze terug lopen. [medeverdachte 2] krijgt ze vervolgens inderdaad weer in zicht. [160] [medeverdachte 2] ziet ze bij het huis op de hoek van [adres] met Milosdreef stoppen. Zij gaan weer de Milosdreef op. [medeverdachte 2] ziet ze niet meer en gaat ervan uit dat [medeverdachte 9] dan klaar staat op plek C. Heel kort daarna ziet [medeverdachte 2] [slachtoffer 1] rennen, hij ziet een vrouw die geschrokken was en daarom wist hij dat de actie gaande is. Hij rijdt direct weg en stuurt [medeverdachte 9] bericht. Ook stuurt hij [verdachte] meermaals bericht dat die mensen actie zetten waar hij bij is, dat dit niet de bedoeling was. [verdachte] laat weten dat hij het gewoon heeft doorgestuurd. [medeverdachte 2] verklaart vervolgens dat hij [medeverdachte 9] heeft gevraagd waar zij elkaar gaan zien en dat hij van de Seat Ibiza af wil. Deze heeft hij geparkeerd ergens in het verlengde van de Straatweg (de rechtbank begrijpt: Amsterdamsestraatweg). De sleutel heeft hij aan [medeverdachte 9] gegeven, die zijn auto ook in deze omgeving heeft geparkeerd en samen zijn zij bij de Straatweg (de rechtbank begrijpt: Amsterdamsestraatweg) bij [betrokkene 16] in de auto gestapt. [medeverdachte 2] verklaart dat hem werd gevraagd waar hij was, dat hij geantwoord heeft dat hij aan het parkeren is en waar hij staat, dat [medeverdachte 9] toen nog zou komen en dat hij blijkbaar contact had gehad met [betrokkene 16] . [161] [medeverdachte 2] verklaart dat er politieauto’s en helikopters te horen waren en dat zij naar de McDonald’s zijn gegaan om te eten. Onderweg heeft [medeverdachte 2] een bericht ontvangen met de vraag dat met spoed het adres in [plaats] nodig was, waarna hij het adres aan de [adres] heeft gestuurd. Kort daarna komt het bericht dat de heads veilig zijn. Zij hebben een kilometer moeten rennen, het is een doorstuurbericht van [medeverdachte 1] . [162] Bij McDonald’s komt ook Lange Pep. [163] Na het eten zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] door [betrokkene 16] af gezet bij de Platinum Lounge. [medeverdachte 9] heeft nog gezegd: nu gaan we naar de hel toe. [medeverdachte 2] verklaart dat dit hem bevreemdde, omdat het gebeurde niet de bedoeling was, hij is gaan helpen, maar dit was van te voren niet gezegd. [164] Na de berichten dat de heads veilig zijn heeft [medeverdachte 2] doorstuurberichten van [verdachte] ontvangen, met de tekst: ‘Machine preacher heeft hem goed te pakken’, ‘Die waterhoofd leeft niet meer’ en ‘Hij heeft vijf, zes bullets door zijn hoofd heen gejaagd.’ Daar is in de chats lachend op gereageerd. [medeverdachte 9] heeft deze berichten blijkbaar niet gekregen. [verdachte] heeft er niet om gelachen, aldus [medeverdachte 2] . [165]
[medeverdachte 2] verklaart verder dat hij toen hij de Platinum Lounge uit liep [medeverdachte 9] met [medeverdachte 3] zag praten en dat [medeverdachte 3] gestrest was. [medeverdachte 2] is weggegaan en krijgt later een bericht van [medeverdachte 9] dat hij naar hem toe komt. Hij kwam vervolgens met [betrokkene 16] naar [medeverdachte 2] en gaf [medeverdachte 2] een stuk of zes of zeven kogels, een flesje met spul erin, een jackje en handschoenen. [medeverdachte 9] vroeg [medeverdachte 2] de kogels schoon te maken en alles te dumpen. Dat heeft hij gedaan. [medeverdachte 9] heeft verteld dat [medeverdachte 3] in paniek was, dat hij de woning (aan de [adres] ) geregeld had en dat de bewoner kort na de liquidatie van [slachtoffer 1] naar huis is gegaan en kogels en die spullen heeft gevonden. [medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 9] , als het goed is, erheen is gereden en de spullen heeft aangepakt. [medeverdachte 2] heeft het jasje in een kledingbak gedaan. [166] [verdachte] heeft [medeverdachte 2] een doorstuurbericht van [medeverdachte 1] gestuurd waarop hij heeft geantwoord dat hij de kogels, schoongemaakt, in het water heeft geloosd, handschoenen in de vuilcontainer, flesje in een andere en het jasje in de kledingbak. Hij krijgt bericht terug dat de kleding en handschoenen verbrand moesten worden.
[medeverdachte 2] verklaart dat hem met een doorstuurbericht van [medeverdachte 1] door [verdachte] is gevraagd de woning in [plaats] op te ruimen. Daar zou een tas met kleding zijn en er zouden ook wapens zijn in de berging. [medeverdachte 2] vindt daar een tasje met twee wapens, een wapen met demper en een Glock 17 of 19. Het wapen met demper herkent [medeverdachte 2] van (een foto van) de zaak Koper. [167] [medeverdachte 2] neemt dit mee. [medeverdachte 2] verklaart verder dat [medeverdachte 9] laat weten dat hij naar de Hornbach gaat om inkopen te doen en daar een slijptol, handschoenen, een overall, mondkapjes en doekjes heeft gekocht. [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] hebben in de schuur van [medeverdachte 2] de wapens in stukken geslepen en met allesreiniger de kogels schoongemaakt. [medeverdachte 2] heeft dit op verschillende plaatsen in de rivier en een kanaal gegooid, terwijl [medeverdachte 9] de boel in de gaten hield. De kleding is verbrand bij [verdachte] op de camping in Makkum . [medeverdachte 2] verklaart dat hij op de terugweg (maar in Nieuwegein) een boete heeft gekregen voor te hard rijden. [168] [verdachte] heeft [medeverdachte 2] op de camping gezegd dat hij over twee, drie dagen een nieuwe telefoon zou krijgen en dat iedereen overstapte naar een nieuwe telefoon. [169] [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] is nog gevraagd de woning in [plaats] schoon te maken maar dat hebben zij allebei niet willen doen en de originele sleutels zijn teruggegeven aan de bewoner. [170]
4.2.5
Duiding van de PGP-berichten in relatie tot voorbereiding moord
Voor de beoordeling van deze zaak zijn berichten uit in beslag genomen telefoons en uit de Marengo-dataset van belang.
4.2.5.1 Periode van oktober tot en met december 2015
Het dossier bevat PGP-berichten van [medeverdachte 13] aan [medeverdachte 12] onder de kop: Berichten over observeren dikkop/groothoofd. [171] Deze leiden de rechtbank tot de volgende conclusies.
[medeverdachte 13] heeft het in deze berichten aan [medeverdachte 12] over [slachtoffer 1] . In oktober 2015 is [medeverdachte 13] bezig te achterhalen waar [slachtoffer 1] woont met de bedoeling hem (heimelijk) te kunnen observeren. [medeverdachte 13] houdt [medeverdachte 12] hiervan op de hoogte. De rechtbank gaat er, gezien het verloop van de berichten, zowel wat betreft tijd als inhoud, van uit dat [medeverdachte 12] actief deelneemt aan de communicatie.
13 oktober 2015
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
19:27
[medeverdachte 13]
[medeverdachte 12]
Ok luister en huiver
Was toevallig op winkelc
Zag hem gewoon lopen gelukkig hij mij niet hahaha
Hij is slim daar vol met camera
Daar onmogelijk om hem te timere
Als wat gebeurd ze kijken beelden
En ops ben ik niet aan t kijke
19:35
[medeverdachte 13]
[medeverdachte 12]
Ik denk binnne paar weke weet ik waar hij woont
15 oktober 2015
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
13:58
[medeverdachte 13]
[medeverdachte 12]
Op t winkelc kunnen we hem niet volgen omdat daar teveel cameras staan snap je dan krijgen we zoiets als [betrokkene 19] dat ze film laten zien dat hij achtervolgt word
Dat wil je niet hebben snap je
18 oktober 2015
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
10:43
[medeverdachte 13]
[medeverdachte 12]
Ik loop na bus toe
Loop ik gewoon dikkop tegemoet
Hahahaaha
10:47
[medeverdachte 13]
[medeverdachte 12]
Ik snaeky gekeken waar hij heen liep richting ze huis hahahahaa
ik weet ongeveer nu
Ik dacht ergens anders dus dit scheelt tijd hahaha
Dichter bij mij dan ik dacht hahaha
10:52
[medeverdachte 13]
[medeverdachte 12]
Nu kunnen we in een kleinere straal ot doen hahaha scheelt echt veel tijd
4.2.5.2 Periode van december 2015 tot en met januari 2016
[medeverdachte 1] heeft rond 22 december 2015 een dossier aan [medeverdachte 7] gegeven. Dat blijkt uit onderstaande berichten. [172] Gelet op de inhoud stelt de rechtbank vast dat het dossier waarover gesproken wordt het dossier van het onderzoek Koper is.
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
onbekend
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir wanneer heb ik u die dossier gegeven? Wanneer bent u neergeschoten welke datum sir?
24 januari 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:57
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
“Sorry mr zat in de bioscoop zie nu pas die mailtjes! Ik ben 12 november neer geschoten mr! Waar zag hij die golf in utrecht? Die chino is ergens in de 40 mr!
00:59
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
“Dossier heeft u mij gegeven rond de kerst periode, rond 22 december zo mr!
In dezelfde periode heeft [medeverdachte 1] een foto van [betrokkene 3] , waarover hij op dat moment kennelijk de beschikking had, aan een onbekend gebleven persoon (gebruiker van het PGP-account l774580d6z@ennetcom.com) verzonden. [173]
29 december 2015
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
21:04
[medeverdachte 1]
l774580d6z@ennetcom.com
Dit is die hond
De rechtbank leidt uit de volgende berichten van [medeverdachte 11] af dat hij met [medeverdachte 1] bespreekt dat [betrokkene 3] (wiens bijnaam immers Slager is) heeft gepraat en dat dit gevolgen moet hebben. [betrokkene 3] is kennelijk onvindbaar. De inhoud van het bericht van 19:24 uur sluit aan bij de verklaringen bij de politie van [betrokkene 3] waarin hij [betrokkene 17] , [verdachte] en [medeverdachte 1] heeft genoemd. De rechtbank gaat ervan uit dat met ‘book’ [betrokkene 17] wordt bedoeld, want zijn bijnaam is Boek, en dat met ‘kale’ [verdachte] wordt bedoeld, een van zijn bijnamen is Kale. De rechtbank gaat er verder van uit, gezien het verloop van de berichten wat betreft tijdstip en inhoud, dat [medeverdachte 1] reageert op de berichten van [medeverdachte 11] .
7 januari 2016 [174]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
19:05
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
Gaat over slager toch , met andere woorden ze gaan niks doen met hem
19:12
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
Ok dus iemand lult over ons en dan moeten wij hem met rust laten toch ? Geruststelling of zekerheid ? Die man is snitch , zo werkt dat niet .
19:24
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
Het kan ook zo zijn , dat ze weten hoe u over snitches denkt en die man praat veel over u book kale , dat ze weten die man word toch gepakt !
19:38
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
Niemand kan die slager vinden toch ? Maar hen wel ze hebben hem mishandeld toch een paar dagen ? Dus nu horen ze hem af te geven , want hen weten hem te vinden !
Dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] inderdaad actief met elkaar communiceren wordt bevestigd door latere berichtenwisselingen, waaronder het hieronder genoemde. De rechtbank leidt uit deze berichten af dat [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] ervan uitgaan dat [betrokkene 3] beschermd wordt en dat degenen die hem beschermen in ieder geval met [medeverdachte 1] bezig zijn. [medeverdachte 1] vindt dat ‘we’ (de rechtbank begrijpt: in ieder geval [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] ) informatie over deze personen moeten verzamelen met de bedoeling toe te kunnen slaan.
9 januari 2016 [175]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
15:23
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
Dit hadden we nooit verwacht toch ? Dat die gangster [medeverdachte 3] die slager zou beschermen ! Ik denk die gasten zijn bezig met u of ons !
15:25
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ja met my 100000% sir 100000% en u moet ook even weg gewoon relax want die gasten zyn vieze mensen sir moeten alles weten over ze dan weten we hoe we ze toe moeten slaan
Uit de navolgende berichten van 11 januari 2016 blijkt dat [verdachte] (bijgenaamd: Steen of Kerdas) [medeverdachte 1] op de hoogte houdt van de verblijfplaats van [slachtoffer 1] , [betrokkene 1] en twee andere personen. [medeverdachte 1] informeert [medeverdachte 11] daarover. [medeverdachte 11] vermoedt dat [betrokkene 3] daar dan ook zal zijn. [medeverdachte 1] bevestigt dat [betrokkene 3] de dag ervoor ‘mocro’ (de rechtbank begrijpt: Marokko) in is geweest. Hieruit blijkt dat [medeverdachte 1] op de hoogte is van bewegingen van [betrokkene 3] . De rechtbank gaat ervan uit dat, gelet op de inhoud van het doorgestuurde bericht met tijdsaanduiding 18:28 uur, het proces-verbaal waar [verdachte] het over heeft een proces-verbaal uit het onderzoek Koper betreft. Dat dossier is eind december 2015 verspreid ten behoeve van de pro formazitting van 14 januari 2016. [176] Uit het bericht van 17:51 uur blijkt dat [medeverdachte 1] er al voor deze zitting van op de hoogte is dat door [slachtoffer 1] en [betrokkene 1] verklaringen zijn afgelegd en uit de eerder genoemde communicatie met [medeverdachte 11] op 7 januari 2016 geldt ditzelfde ten aanzien van [betrokkene 3] . De rechtbank maakt uit deze communicatie ook op dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] er (steeds meer) van uit gaan dat zij door een andere groep, waar [betrokkene 3] , [slachtoffer 1] en [betrokkene 1] deel van uitmaken, als vijanden worden beschouwd en dat deze andere groep er mogelijk op uit is hen (de rechtbank begrijpt: in ieder geval [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] ) te doden.
11 januari 2016 [177]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
17:30
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
"Salam sir alles goed Onder
------Origineel bericht------
Van: Steen
Aan: Eigen/own
Onderwerp:
Verzonden: 11 Jan 2016 18:28
Salam broetje die [slachtoffer 1] plus twee yogos en die [betrokkene 1] die in procesverbaal voorkomt zijn in tanger
17:31
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
"Ok wat doen ze daar ? Denk ik dat die slager ook wel daar zal zijn .
17:34
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
“Onder dit zei ik of ze zyn bezig ja die slager is gisteren mocro in geweest
------Origineel bericht------
Aan: Steen
Onderwerp:
Verzonden: 11 Jan 2016 18:34
Die mensen zyn vies broer hy weet [medeverdachte 3] is u vriend en hy het tegen u gaat zeggen deze mensen zyn aan het schaken !
17:40
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
"Ja zo wie zo en ze weten kerdas is vriend van [medeverdachte 3] ! Kerdas zegt net ja [slachtoffer 1] heeft [medeverdachte 3] gebelt als die hersens heeft doet ie express hy weet [medeverdachte 3] gaat tegen kale zeggen en kale tegen ons begryp je nu waarom ik zeg zyn aan het schaken
17:43
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
"Zo is het en niet anders , maar ze laten zo wel merken ook al is slager snitch ze zijn met hem ? Dus zijn ze aan het uitdagen dus .
17:44
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
“Deze gaan zeker wat proberen sir want ze weten wy laten geen snitch gaan begrypt u gewoon valse info doorgeven niks anders [slachtoffer 1] gaat helemaal uit tanger [medeverdachte 3] bellen en zeggen ja ben hier met die en die in tanger zelfs een mongool weet is bullshit
17:50
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
"Er klopt iets niet zker niet , maar het zou goed kunnen , dat die yoegos ook verklaring hebben afgelegd zit ik nu te denken
17:51
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
"Ja zeker die [slachtoffer 1] en die chino hele groep sir
17:53
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
"Ok dan begin ik het te begrijpen , voor hen is dit niet snitchen , ze zien ons als vijanden , dus mogen zeggen wat ze willen tegen scotu (zogenaamd voor hen veiligheid )
17:54
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
"Juist hun denken ingedekt dus als ze ons nu laten slapen dan is het uit zelfverdediging sir is een hele plan dit
Tijdens de pro formazitting in de zaak Koper heeft [medeverdachte 12] (bijgenaamd: Piet) de navolgende berichten, waarin door [medeverdachte 15] die hij in zijn telefoon heeft opgeslagen als Brada Bril, verslag wordt gedaan van die zitting, doorgestuurd naar [medeverdachte 1] . [betrokkene 3] , [betrokkene 1 en betrokkene 2] en [slachtoffer 1] zijn daar – mede – onderwerp van gesprek.
14 januari 2016 [178]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
10:12
[medeverdachte 12]
[medeverdachte 1]
Ja vrouw van boek en jongste zwager zitten bij de rechtzaak op het moment hij houdt mij op de hoogte ik zou u mailen..De eerste lichting zit bril en zn mattie( naam box fieten). [betrokkene 20] is er niet bij.Ze hebben het erover hoe betrouwbaar die verklaring van die [slachtoffer 5] en [betrokkene 3] is.Uw naam is niet gevallen nog..officier is boos ze lopen te flippen waarom iedereen zwijgrecht doet en hoe panorama aan info komt
10:21:00
[medeverdachte 12]
[medeverdachte 1]
------Origineel bericht------
Van: Brada bril
Aan: Eigen/own
Onderwerp:
Verzonden: 14 Jan 2016 10:13
Getuige!! Zijn die mannen wie op sd kaart te zien zijn!! Ze willen hun bij commasaris horen
10:21:43
[medeverdachte 12]
[medeverdachte 1]
-----Origineel bericht-----
Van: Brada bril
Aan: Eigen/own
Onderwerp: Re:
Verzonden: 14 Jan 2016 10:17
Nee sir niet nu!! Die gasten die ze hebbe laten zien op opsporing!! [betrokkene 3] [betrokkene 1] [slachtoffer 1] [slachtoffer 5] [betrokkene 21] en nog eentje die is opgenomen op de tel!!
-----Origineel bericht-----
Van: Piet
Aan: Eigen/own
Onderwerp:
Verzonden: 14 Jan 2016 10:15
Komen de getuige nu?wie willen ze bij commesaris horen?
Het verloop van de pro formazitting van 14 januari 2016 wordt door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] op 15 januari 2016 besproken, zoals blijkt uit onder andere onderstaande berichten. Uit deze berichten blijkt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] bespreken dat [slachtoffer 1] (die yoego), [betrokkene 1] (chino) en [betrokkene 3] (slager) als getuigen zullen worden gehoord in het onderzoek Koper. De reactie van [medeverdachte 11] komt er op neer dat hij vindt dat een aantal mensen (de rechtbank neemt aan: in ieder geval de genoemde mensen) gedood moeten worden (gaan slapen). [medeverdachte 1] vindt dat hij en [medeverdachte 11] goed met elkaar moeten praten want het is nu een echte oorlog, zij zijn vogelvrij verklaard en dat vraagt om een (re)actie. Later deze dag spreken [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] weer over de getuigen, waaronder [slachtoffer 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 1] .
15 januari 2016 [179]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:37
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
“Ja sir vandaag hoge piet advo gemeld dat tito zwaar op lyst staat ook maar u ziet sir zyn slimme mensen echt uitgekookt die actie van die vieze verrader ook niet te begrypen ook opgezet sir die yoego en die chino ook verklaart dus alle 3 sir!
00:56
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
"Ja is wel belangrijk , dat wat gasten moeten slapen , want ze maken openlijk acties zwaar op dit moment
01:00
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
“Zwaar zwaar sir maar moeten goed praten sir want dit is een echte oorlog nu ze hebben ook adressen van iedereen ook van my moeder etc en openlyk zo verraden sir zelf kranten zeggen en sites unicum gebeurt nooit zo door hun zyn jongens ook gepakt etc dus die zyn veeel van plan sir veel ! By petten ingedekt dus al laten ze openlyk slapen zelfverdediging
01:02
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
"Ja dat bedoel ik , net als of scotu uitzoekt waar we allemaal zitten en wie exact bij wie hoort en doorgeven ! Aan die zogenaamde goeie crimis (snitches dus)
01:17
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
“Is ook belangrijk eigenlijk datje scotu heb , dus is wel te begrijpen , maar hoe die gasten het spelen zijn ze slachtoffer en willen ze ons vogelvrij verklaren
01:18
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
“Juist hebben ze al gedaan sir !
01:33
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 1]
“Ok dat is duidelijk vooral als ze 2mans zijn , desnoods rijder fix die 2 gasten zelf doen is belangrijk meneer
10:27
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
"Er zyn 15getuiges sir
10:52
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
"Weet je niet sir 3zyn duidelyk yoego die chino en slager en 12willen ze naam niet van geven sir
Uit het dossier blijkt dat op 19 januari 2016 een bestelbus voorzien van tennisstickers in beslag is genomen. Deze bus was uitgerust met software om heimelijk video-opnames te maken. In de bus is een SD-kaart aangetroffen met daarop observatiefoto’s van [betrokkene 22] (hierna: [betrokkene 22] ), een neef van [medeverdachte 1] , bijgenaamd Bolle. [180] Het onderzoek Vosbergen ziet op deze vondst. Op 23 januari 2016 stelt [betrokkene 22] [medeverdachte 1] ervan op de hoogte dat hij is gewaarschuwd door de politie (petten) en dat zijn leven mogelijk in gevaar is.
23 januari 2016 [181]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:00
[betrokkene 22]
[medeverdachte 1]
Salaam broth,
Alles goed?
Der waren net 2petten by me thuis broth van landelijke recherche onderzoek:26 vosbergen. Ze lieten me foto's zien van mijzelf die zyn by mensen aangetroffen en dat ik waarschynlyk sta op een dodenlijst en dat ik moet uitkijken en welke auto ik rij en of ik weet wat bakens zyn ik zij kweet van niks en kweet ook niet wat bakens zijn... Toen ging die me uitleggen wat het was en dat k daar voor moet opassen...
14:04
[betrokkene 22]
[medeverdachte 1]
Voor me deur broth... 3foto's van my dat ik voor de deur sta en een foto van een tennisclub bus...
[medeverdachte 1] informeert een paar minuten later [medeverdachte 12] [182] en [medeverdachte 11] . [183] Kort daarna informeert hij [verdachte] [184] en weer wat later informeert hij [medeverdachte 7] . [185] Ze denken alle vier mee met [medeverdachte 1] en [verdachte] en [medeverdachte 7] geven aan dat zij gaan uitzoeken wie er achter zou kunnen zitten. Uit de berichten komt naar voren dat [medeverdachte 7] de mogelijkheid met [medeverdachte 1] bespreekt dat [betrokkene 3] er achter zou kunnen zitten. De rechtbank leidt uit deze berichten af dat [medeverdachte 7] suggereert dat eventueel een lid van de familie van [betrokkene 3] vermoord zou kunnen worden. Hij zegt ook toe informatie te verzamelen en actie te ondernemen en hij geeft daadwerkelijk informatie over de familie van [betrokkene 3] aan [medeverdachte 1] . [186]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
16:12
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Als aanwijzingen zijn naar die hond toe, pakken we gewoon iemand van zijn fam heel simpel! Nemen we hem mee, en voor goed weg! In belgie is er plek iemand weg te doen, gewoon helemaal late verdwijnen! In een badje zoutzuur!
16:16
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ik ga alles voor u na mr met plezier wollah! En maakt u zich geen zorgen we neuken hun moeders, heb genoeg mensen klaar staan ook die aan onze kant staan! We gaan alles na en halen alles boven water of hun! Ze hebben ook een slagerij [betrokkene 3] heet die, van zijn vader enzo was die en fam die er in werkt! Maar ik denk dat hij dat niet gaat durven die laffe mietje, die zit alleen achter zwake mensen aan! Daar staat hij bekend om.. Zeg u neefje, plaats allemaal spycams en allerlei dingen bij zijn huis en omgeving dat hij altijd alles goed kan checken ook op afstand en vreemde figuren en altijd een cam die gericht is op zijn auto!
[medeverdachte 1] heeft de observatie van [betrokkene 22] dezelfde avond ook gedeeld met [medeverdachte 8] . Ook hij doet actief onderzoek naar wie er achter de tennisbus zit. [187] Uit berichten aan en afkomstig van [medeverdachte 7] blijkt dat hij in de dagen daarna door [medeverdachte 1] op de hoogte wordt gehouden van hetgeen [betrokkene 22] zegt over wat voor persoon met die bus te maken zou hebben en in wat voor auto deze persoon zou rijden. Weliswaar is de afzender van deze berichten niet bekend, maar gezien de inhoud van deze (doorstuur)berichten in samenhang met gedateerde berichten van [medeverdachte 7] aan [medeverdachte 1] leidt de rechtbank af dat de ongedateerde berichten van [medeverdachte 1] afkomstig zijn. [medeverdachte 1] heeft [betrokkene 22] opgeslagen in zijn PGP-toestel als Bolle n. In deze berichten wordt gesuggereerd dat Chino (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 1] ) met de bus te maken zou hebben. [188]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
[medeverdachte 7]
Onder
------Origineel bericht------
Van: Bolle n
Aan: Eigen/own
Onderwerp:
Verzonden: 24 Jan 2016 00:39
Ja k ben naar die geweest maar die wist niets ik ga het morgen aan ze vader vragen... Die bus heeft er periode's gestaan dan weer een paar dagen we'll en een paar dagen niet...
Soms kwam die weken niet... Broth ik heb we'll eens een korte persoon gezien precies naast die bus lopen&is in een golf 4 gestapt een kort beetje dikke mocro milimeter haar maar die kan ik niet zeker zeggen dat die daar was by die bus... Maar die heb ik verder nooit meer gezien... Ik en ryder hebben toen een extra rondje gemaakt maar die golf reed gelijk weg...
[medeverdachte 7]
Sir een donkerblauwe golf 4 die beschryving mocro bolle beetje chino of niet?
[medeverdachte 7]
Ok sir en heeft die chino of ze broertje golf 4 donkerblauw
[medeverdachte 7] informeert [medeverdachte 1] over het type auto’s waar de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] in rijden en vraagt waar [betrokkene 22] de Volkswagen Golf 4 heeft gezien. De rechtbank gaat ervan uit, gelet op de inhoud van het doorgestuurde bericht van [betrokkene 22] (Bolle n), dat onderstaand bericht van [medeverdachte 1] afkomstig is en een reactie is op de vraag van [medeverdachte 7] . [189]
24 januari 2016 [190]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
01:01
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
"Laatste keren dat ze reden was bmw x1 hoge model! En silvere polo mr! Waar heeft hij die golf 4 gezien?
[medeverdachte 7]
------Origineel bericht------
Van: Bolle n
Aan: Eigen/own
Onderwerp:
Verzonden: 24 Jan 2016 01:02
Dat busje is een ford busje beetje verlengt model met groene tennisballen aan de zijkant en 1racket....
Een korte mocro eind jaar 30 leren jasje millimeter haar deed breed maar had een buikje en deed zijn nek korter maken.
Hij stapte in een donkerblauwe golf 4 die heb ik 1x gezien samen met het busje...
Dat busje viel me op rond november/december.
[medeverdachte 7] laat [medeverdachte 1] weten dat zij rond gaan vragen. Uit de berichten blijkt dat [medeverdachte 7] daadwerkelijk bij zijn broer [medeverdachte 6] (Brede) navraag doet en diens antwoorden aan [medeverdachte 1] doorstuurt. [191]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
01:03
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
“We moeten rond vragen mr! Altijd als ik een verdachte auto zie maakt niet uit waar! Pak ik altijd de kenteken direct mr, altijd paranioa.. Ik ga even rond vragen wie er zo een auto kan hebben met die beschrijving!
01:12
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
"Onder mr heb mijn broertje gevraagt die weet het ook niet!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest (28/12/15)
Onderwerp:
Verzonden: 24 Jan 2016 02:11
Nee is mijn niet bekend,is er wat gebeurt?heb je kentekens ik kan ze na trekken voor je?
01:24
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
"Onder mr! Die kleine van mij, als u kent wilt checken voortaan of iets!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest (28/12/15)
Onderwerp:
Verzonden: 24 Jan 2016 02:22
Hoofdpijn ik zal me ogen open houden als ik wat zie dan laat ik het je weten,als zoiets nog gebeurt probeer kentekens te pakken geef dat door aan je maat 75,- per kent... En ik zal niks zeggen tegen niemand zulke dingen zijn geen grap. Hoe gaat het met de pijn?
[medeverdachte 2] heeft – het is hiervoor al weergegeven – als achtergrond van de moord op [slachtoffer 1] geschetst dat Slager (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 3] ) verklaringen heeft afgelegd over [medeverdachte 1] , [verdachte] en anderen, waardoor iedereen naar hem op zoek was. [192] Een deel van deze verklaringen heeft hij gelezen en hij heeft (doorstuur)berichten gezien waaruit duidelijk wordt dat het niet lukt om [betrokkene 3] te vinden en dat daarom is geprobeerd via zijn ‘kliekje’ bij hem te komen. Daarmee worden [slachtoffer 1] en de Chino’s (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 1] en [betrokkene 2] ) bedoeld. De hiervoor aangehaalde berichten in de periode december 2015 tot en met januari 2016 ondersteunen de verklaring van [medeverdachte 2] over de achtergrond van de moord op [slachtoffer 1] . De berichten uit oktober 2015 maken duidelijk dat er al langer naar [slachtoffer 1] is uitgekeken. Dat geldt ook voor [betrokkene 3] en [betrokkene 1] blijkens hun verklaringen uit 2015 (zie hoofdstuk 4.2.3 Voorgeschiedenis).
4.2.5.3 Periode van 17 tot en met 19 april 2016
Op 17 april 2016 is [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ), bijgenaamd Hak, in IJsselstein doodgeschoten. Dezelfde dag vindt onderstaande berichtenwisseling tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 23] (hierna: [betrokkene 23] ), een contact van hem, plaats. De rechtbank acht deze van belang omdat hierdoor duidelijk wordt dat er een link bestaat tussen [slachtoffer 4] , [betrokkene 3] en de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] en dat zij allemaal in verband staan met een kennelijke oorlog. Ook de verklaring van [betrokkene 3] speelt hierbij een rol. De gewelddadige dood van [slachtoffer 4] moet de andere partij duidelijk maken hoe ver [medeverdachte 1] bereid is te gaan in een oorlog. Gelet op de inhoud van de berichten gaat de rechtbank ervan uit dat dit dezelfde oorlog is waar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] het over hebben in berichten van januari 2016. Wat [medeverdachte 1] betreft gaat [betrokkene 3] dood (slapen), ongeacht of hij zijn verklaring intrekt.
17 april 2016 [193]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
17:23
[betrokkene 23]
[medeverdachte 1]
Pfff was het een mokro bro ?
------Original Message------
From: Broer. Niw.
To: Moi-myself-yo-ben
Subject:
Sent: Apr 17, 2016 7:20 PM
Hahahaha en check straks weer een hoerenzoon
17:26
[medeverdachte 1]
[betrokkene 23]
Ja tuurlyk vriendje van slager chino huilt is zyn brada alle info heeft hy gegeven en zeg die [medeverdachte 3] slager was in kanaleneiland en heb hem gelaten zodat die ze die kk verklaring intrekt en anders oorlog deze jongen was met ons 30jaar en heeft ons verkocht nu kan ze moeder huilen kk hoeren zoon !!! Dus willen ze oorlog gaat nooit meer stoppen!! [medeverdachte 3] wil oorlog om een kk kk verrader begrypt het leven niet meer broertje en zal u zeggen by deze vermoord myn hele familie my kunnen ze niet raken zal rust hebben als myn fam dood is zal ze allemaal laten zien wat oorlog is voor kk kk kkk informanten u afpersen bedreigen genoeg geweest ! [medeverdachte 3] moet weten deze jongen op myn hand opgegroeit en dus niks met hun te maken beter maakt die slager dood
17:31
[betrokkene 23]
[medeverdachte 1]
Bro die slager is ie gewoon in utka ?
17:33
[betrokkene 23]
[medeverdachte 1]
En deze jongen heeft ale info aan slager gegevn of wouten ?? Was deze jongen vriend van u bro ?? En die kk slager ging tog zijn verklaring intreken!!
17:37:20
[betrokkene 23]
[medeverdachte 1]
Ok bro ik ga van de week na m toe moet u mij exact zegen wat ie moet doen !! Doet het gelijk doet ie het niet dan moet ie zelf weten !
------Original Message------
From: Broer. Niw.
To: Moi-myself-yo-ben
Subject:
Sent: Apr 17, 2016 7:32 PM
Broertje tot de dood en verder en erna!! Heb ze fotos heads konden hem neuken en die broertje van chino u lees alleen slager beter praat u met de [medeverdachte 3] kk stront tyfus gangster als iemand van my praat dood hem my zelf broertje grote woorden voor een informant zyn leerling en allah vergeef wy sturen ze erheen!
17:37:41
[medeverdachte 1]
[betrokkene 23]
Broertje wil alleen weten of die nog achter die kk kk hoerenzoon van slager is met ze oorlog dan op ze oude dag zal die geen rust meer zien al denkt ie in utka king te zyn met verrader is uit gespeelt zodat we openlyk oorlog voeren tot aan onze kinderen aan toe !
17:38
[betrokkene 23]
[medeverdachte 1]
dus die kk homo heeft genoeg hun info gegevn !! En die hond heeft we'll balen dat ie gewoon rond loopt !!
------Original Message------
From: Broer. Niw.
To: Moi-myself-yo-ben
Subject:
Sent: Apr 17, 2016 7:34 PM
Deze hoerenzoon heeft alle info gegeven aan slager hy is met chino en ze broertje 24uur en was myn leerling 30jaar broertje dus [medeverdachte 3] moet weten wat ik met myn leerlingen doe. En iedereen fuck hun allemaal oorlog zeker tot dood en verder en nog slager in utka lopen hahahaha tfffooeeeeee vieze kk kk flikkers !
17:42
[medeverdachte 1]
[betrokkene 23]
Hy gaat slapen zodra die zyn verklaring intrekt en iedereen mag het weten hy gaat broertje fuck hem en alles hy hoeft niks in te trekken !!! Kk kk kk hoerenzonen
17:44
[medeverdachte 1]
[betrokkene 23]
Ken die hele hoerenzoon good good niet en die moet ook slapen check mocro deze week !! En dubai nergens meer gaan ze rust vinden
17:45
[betrokkene 23]
[medeverdachte 1]
K weet broer al deze elende heb ik gecreert mijn excuus broer zijn egt rotzooi gasten broer heben geen manieren geen eer niks !! En hun denken dat ie good good er achterzit begrijp u !!
------Original Message------
From: Broer. Niw.
To: Moi-myself-yo-ben
Subject:
Sent: Apr 17, 2016 7:41 PM
En die hele slager is om u broertje niemand anders ! En echt zit my dwars ! Zwaaar dat iemand nog zo praat en hy is goed met u tzzzzzzzzzz fuck hun en iedereen van hem erby laat hem nu info uit iemand halen
17:49
[medeverdachte 1]
[betrokkene 23]
Ok laat het zo broertje is goed slager gaat slapen
Uit onderstaande berichten blijkt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] het de dag nadat [slachtoffer 4] vermoord is over hem hebben, hij was een vriend van de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] . [medeverdachte 7] noemt deze mensen ratten en honden. [194] Verder laat [medeverdachte 1] zijn broer [betrokkene 10] die dag weten dat [medeverdachte 8] (black) nieuwe spot auto’s moet regelen. De spots moeten klaar staan. [betrokkene 10] had al aan [medeverdachte 8] doorgegeven dat er snel nieuwe auto’s moeten komen. Uit het bericht van 20:29:14 uur in samenhang met het antwoord van [betrokkene 10] blijkt dat de auto’s ook zijn geregeld door [medeverdachte 8] . [195]
18 april 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
20:14
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
"Gaat goed hmdl en met u mr? Nee niet echt alleen een dief die is gaan slapen voor de rest niks bijzonders mr haha!
20:17
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
"Was een vriend van die chinos de broertjes gewoon ratten en honden!
20:27
[medeverdachte 1]
[betrokkene 10]
"Waar hun willen hoe eerder hoe beter ! Zorg dat spots klaar staan en die polos moeten uit elkaar zeg black nieuwe spot autos pakken ! Als wat by mam is direct erheen
20:29:05
[betrokkene 10]
[medeverdachte 1]
"heb black al doorgegeven snel nieuwe fietsen te regelen.
20:29:14
[medeverdachte 1]
[betrokkene 10]
"Zyn er !
20:30
[betrokkene 10]
[medeverdachte 1]
"Hij moest nog papieren regelen dat kon niet in 1 dag.
4.2.5.4 Periode van 20 mei tot en met 1 juni 2016
Door [medeverdachte 2] is verklaard dat zich ergens in mei 2016 bij de Platinum Lounge in Utrecht een situatie heeft voorgedaan waardoor gedacht werd dat [verdachte] ontvoerd zou worden en dat [betrokkene 3] en [betrokkene 2] daarbij betrokken waren. [196] De volgende chats bevestigen dat daar inderdaad sprake van is geweest. [197] Uit onderstaande berichten blijkt verder dat [medeverdachte 1] direct als hij dit hoort informatie over [betrokkene 3] vraagt aan [medeverdachte 7] . [198] Weliswaar ontbreken bij deze chats de antwoorden van [verdachte] en [medeverdachte 7] , maar uit de inhoud van de chats blijkt dat zij wel hebben geantwoord. [medeverdachte 1] legt aan [verdachte] uit dat er een oorlog gaande is, dat er op [betrokkene 3] gejaagd gaat worden en dat niet alleen [betrokkene 3] gedood zal worden. [slachtoffer 1] (die yoego), [betrokkene 1] (chino) en [betrokkene 2] (zyn broertje) moeten ook dood. [medeverdachte 1] laat [medeverdachte 7] weten dat [betrokkene 3] iemand (van hem) heeft willen laten ontvoeren en dat nu eerst [betrokkene 3] en dan [betrokkene 1] en [slachtoffer 1] gedood zullen worden. [medeverdachte 1] stuurt [medeverdachte 7] berichten van [verdachte] (Steen) door. [medeverdachte 1] geeft aan dat als [verdachte] het wil er ook met [betrokkene 1] kan worden begonnen, hij is in Kanaleneiland en makkelijk voor de jongens van [medeverdachte 1] .
20 mei 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
10:58
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Huh wat zeg je wie wou jouw meenemen? Waar hoe??
10:59
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Wie wou u meenemen wie zegt dat?
11:01
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Leg even uit hoe wat waar???
11:02:20
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok heb je die gasten aangesproken??
11:02:57
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer die slager is vaak vaak kanaleiland met die broertje van chino!
11:03
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Salam sir even vraag hebt u nieuws van die slager??
11:05
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Wat voor gasten broer?? Die slager gaat 10juni na rechtbank zyn aanklacht terug trekken alles zeggen ze hebben wat in zyn koffie gedaan! Die slager die wil echt geen problemen als je wilt gaan we vol op hem jagen meteen slapen zeg maar! Maak ik er 24uur werk van
11:07
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Je moet meer hoek van die Amersfoort kyken broer heb u al gezegt ze kunnen niemand van ons pakken alleen jy blyft daar trippen alsof er niks aan de hand is en iedereen weet u bent onze broer en is zware zware oorlog dat heb ik u tevaak uitgelegt u denkt is spelletjes!
11:09
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok broer dan gaat ie slapen gaan vol op hem dan 24uur kyk jy welke info je kan krygen ook in span laat ik hem ook slapen waar dan ook België ook goed
11:10
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Nee dan ben je zeker oké duidelyk
11:41
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Maak je niet druk maar je moet weten als slager gaat slapen moet ook die yoego en chino en zyn broertje! En die neefje van [medeverdachte 3] waar jy altyd mee zit zyn broer die is altvd altyd met slager weet alles broer
11:45
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir die slager wou gisteren iemand laten ontvoeren die hond
12:01:11
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ja iemand van my sir haha u kan gedachte lezen gaan ze allemaal laten slapen ben deze hond zat
12:01:13
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
FW: Steen [05/20/2016 @ 2:3 pm]
Toen ik naar buiten kwam hun kwamen niet uit de richting van die bus maar van andere kan of zijn hun afgezet of zijn ze met andere auto gekomen maar toen ik naar de auto liep zag ik hun in die bus zo dome ackie van hun
12:01:17
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
FW: ANGEL OF DEATH
[05/20/2016 @ 2:10 pm]
FW: Steen [05/20/2016 @ 2:5 pm]
lk denk twee morcros en zo holander of oosterblok gast en 1 was op het uit kijk voor de deur bij zo brand trap
12:05:12
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer wat is er met u spoor je niet of zo ik vraag.u alleen wat voor auto en gasten zodat ik kan uitzoeken dus wat zeg jy my nu allemaal zeg ik u bent gek of wat?? En zo wie zo die hond slapen
12:05:45
[medeverdachte 1]
[verdachte]
100 procent die ! Want hij werkt met die slager en is zo een domme ezel! Was het een beetje dunne mocro beetje lang rond de 1,85 donkere ogen en beetje dikke wenkbrauwen! Als hij dat kon zien!
12:06
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
FW: Steen [05/20/2016 @ 2:2 pm]
Zo grote bus mercedes sprinter of vw kraffter wel hele grote witte
-----Origineel bericht------
Van: 777777 19 03
Onderwerp: <$RemoveOnDelivery,Confirm> B33AQ
Verzonden: 20 Mei 2016 13:46
Wat voor busje en waren het mocros? Of blackas??
12:11
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Had die geen koelcel boven die bus? Dat het een koelcel bus was? Met die ventialtie systeem op de boven kant? En een grijze achter deur toevallig? En het is 100 procent die groep!, die [betrokkene 52] iemand van zijn jongens of iets en die slager die hond dan! Kan niet anders! Als het die groep is!
12:13
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Steen [05/20/2016 @ 2:20 pm]
Subject: Re:
1 lange dun en twee stevig komt wel met die beschrijfting wat u net gaf
12:13
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer dan is die neef van [medeverdachte 3] erby die is altyd nu met slager niet die op die jongen had geschoten maar zyn broer
12:15
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Als u wilt beginnen we met die chino, die is in kanaleneiland en makkelijk voor mijn jongens ook! Kunnen hem helemaal afzetten en snel doen..
Kennen alles daar! Als u ok zegt laat ik er werk van maken! Ben ze ook allemaal zat wollah!
12:19:07
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Als het die slager is, dan is die neef het zeker! Hij is zo een type, hij heeft even kort gezeten voor die ontvoering van goed goed! Deed hij het ook met die slager en [medeverdachte 3] ! En later is er gelekt dat ze weinig geld hadden gekregen en die joegos 6ton! En die neef maar 20 ruggen werd hij gek hahaha! Zij hij tegen [medeverdachte 3] 2 ton ook of ik maak jou af! Want hij had goed goed over de grens en alles gereden enzo!
12:19:08
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Nee hebben oorlog met [medeverdachte 3] broer
12:25
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer doe godverdomme niet eigenwys jy weet geen shit man doet alsof je alles weet ga beter info vragen!!!! Die neefje is by [medeverdachte 3] ze broer aan deur gegaan met die suris van nieuwegein bedreigt alles man doe godverdomme niet alsof je beter weet als my ga je info opnieuwvragen
12:39:28
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer u bent eigenwys weet precies alles wie wat en waar! U niet blykbaar is met werk geworden mensen na hel sturen en info verzamelen!
12:39:30
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Toen had [medeverdachte 3] die neefje gebeld! En begon hij hem te dreigen ik maak je af en je moet betalen 2ton! Dus afperssen zeg maar!
12:41
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ik weet dat het klopt u weet geen moer alleeen wat je op straat hoort
Over de kwestie in de laatste chats rond een persoon die twee ton (van [medeverdachte 3] / [medeverdachte 3] ) wil en aan de deur is geweest (by [medeverdachte 3] ze broer) ontspint een discussie tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] . De rechtbank hecht hier belang aan omdat de berichten duidelijk maken dat [medeverdachte 1] over zichzelf zegt dat hij alles weet, informatie verzamelt en mensen naar de hel stuurt, dat dat zijn werk is geworden, terwijl [verdachte] alleen zou weten wat op straat is te horen.
[medeverdachte 1] laat vervolgens kort na elkaar aan [verdachte] [199] en [medeverdachte 7] [200] weten dat alle zeilen worden bijgezet om [betrokkene 3] snel te doden. [verdachte] moet [medeverdachte 1] foto’s sturen van [betrokkene 3] . De rechtbank kan niet vaststellen dat [verdachte] dat daadwerkelijk heeft gedaan. [medeverdachte 1] gaat nu 24 (de rechtbank begrijpt: 24 uur per dag) achter [betrokkene 3] aan. [medeverdachte 1] weet waar [betrokkene 1] en [slachtoffer 1] zijn (heb ik allang lang geplaats) en zij kunnen vandaag meteen worden gedood. Daaruit leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 1] daarvoor de mensen gereed heeft. [betrokkene 3] is kennelijk in Spanje (span) en kan gevonden worden via observatie (OT) op een ander (schele [betrokkene 25] ). [201]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
12:22
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
1st die hond slager dan de rest ben ze zat nu die chino en yoego zyn stront
12:46
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Maar ok is genoeg geweest we gaan gewoon vol vol op die slager nu kk hoerenzoon moet slapen klaar! Stuur my zyn foto's geef ik het aan de jongens in span
12:47
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir laten we even vol vol op de slager gaan waar die ok is gaat ie slapen nu klaar ermee
12:53
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer stuur my zyn foto aub
13:33
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok broer ga er nu 24op klaar dan chino en yoego kan ik vandaag direct doen
13:41
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Die heb ik allang lang geplaats chino en die yoego die kk [betrokkene 24] is gaan slapen gaf hun info over ons daarom na hell gestuurt die slager gaat en al moeten we ze hele familie laten slapen klaar ermee
14:12
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer als we OT op die schele [betrokkene 25] zetten hebben we die slager zo!! Hy zit barca [betrokkene 25]
14:18
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer twyfel niet aan myn info ben er 24uur dagelyks mee bezig wat begrypt u niet wilt u dat slager gaat slapen of blyven praten om niks
14:24
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok dan volg my wat ik u zeg die man gaat slapen en ze hele kk familie u mee nemen heb u 1000000000x gezegt is oorlog
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] bespreken een dag later ook de bijna ontvoering van [verdachte] . Weliswaar ontbreken de antwoorden van [medeverdachte 11] , maar uit de inhoud van de berichten leidt de rechtbank af dat hij heeft geantwoord. [medeverdachte 1] benoemt in de berichten dat [verdachte] pas na dit incident wil dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] (wy) [betrokkene 3] pakken en dat zij klaar staan voor [verdachte] . Het is gebeurd bij de zaak van zijn kleine, de rechtbank begrijpt hieruit dat de Platinum Lounge wordt bedoeld. [medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 1] vanaf dat moment de twee broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] (Chino) wil aanpakken en [slachtoffer 1] later. [202] De verklaring van [medeverdachte 2] dat de houding van [verdachte] is veranderd sinds dit incident wordt ondersteund door bovenstaande berichten. Het aspect dat [verdachte] tot het veronderstelde ontvoeringsincident buiten de oorlog van [medeverdachte 1] wil blijven wordt verder ondersteund door de volgende berichten van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11]
.
21 mei 2016 [203]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
11:22
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ok die kale Was byna ontvoert hy zegt die slager
11:25
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ja heb hem dat heeeel duidelyk gemaakt nu komen huilen die slager moet slapen zei hem duidelyk hy wou niks niks ermee temaken hebben
11:26
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Nee in utka sir by zaak van ze kleine die man doet alsof er niks is en wat blykt 99% die neefje van [medeverdachte 3] wou hem meenemen
11:43
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Hy Was met ze kleine en had ze door nu pas wil die dat wy slager pakken pffffff
11:47
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ja precies dat legde ik hem uit en u ziet wie staat er klaar voor hem wy niemand anders
11:52
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ja precies sir u hebt echt gelyk beter kan ik het niet zeggen sir
[verdachte] heeft diezelfde dag contact met zijn broer [medeverdachte 10] (die door [verdachte] is opgeslagen onder de naam Hary). Deze denkt mee met [verdachte] en stelt voor om een zender onder de auto van [betrokkene 1] (chinees) te plaatsen om op die manier bij [betrokkene 3] uit te komen. Dat gaat niet omdat [betrokkene 3] in Spanje is. [verdachte] laat zijn broer [medeverdachte 10] weten dat hij [betrokkene 1] en [betrokkene 2] wil pakken om daarmee een boodschap af te geven. [medeverdachte 10] wil dan weten wat [medeverdachte 1] (die kleine) erover zegt. [204]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
18:53
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Nee die is in spanje
------Origineel bericht------
Van: Hary
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 21 Mei 2016 20:51
Ja goed hoor ben even in a dam.
Nu. Nog wat gehoord.
Weet je wat ik denk als ik een zender onder die chinees ze wagi zet dan weet je wel gelijk waar die slager is denk je niet. ??
18:56:08
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Ik denk ik pak gewoon die chinees en zijn broertje [betrokkene 2] dan wetten ze ook niet spotten
18:56:58
[medeverdachte 10]
[verdachte]
Ok.
19:03
[medeverdachte 10]
[verdachte]
En wat zegt die kleine ??
Op 23 mei 2016 stuurt [medeverdachte 1] een bericht van [verdachte] (Cold stone) door aan [medeverdachte 7] , waarin [verdachte] beschrijft wat er is gebeurd tijdens het ontvoeringsincident. Hij was in de Platinum Lounge (zaak van mijn broetje). [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9] waren daar ook ( Z en M ). [medeverdachte 9] heeft [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) een bericht gestuurd. Vanaf een trap buiten is hij in de gaten gehouden door een broer van [betrokkene 1] ( [betrokkene 1] ), die met [betrokkene 3] (slager) en [slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] ) gaat. [205] De rechtbank leidt uit dit bericht ook af dat [medeverdachte 1] op dat moment weet wie [medeverdachte 2] is, over hem wordt immers geen enkele uitleg gegeven. Dit bericht stemt geheel overeen met de verklaring van [medeverdachte 2] . [206]
23 mei 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
11:02
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Onder
------Origineel bericht------
Van: Cold stone
Aan: Selftest 19-2 16
Onderwerp: Re:
Verzonden: 22 Mei 2016 10:20 AM
Oke ik was net in utrecht aangekomen toen ben ik naar zaak van mijn broetje gegaan Z was daar ook M ook ik dacht wat etten dan ga ik weg M is weg gegaan de deur uit zag hij iemand met petje voor de deur bij die trap hij smsde [medeverdachte 2] of hij die jongen in de gaten moest houden maar ik wist niks ervan toen zei Z tegen mijn met dat en jongen in de zaak is de compa van M is dat hij ook [betrokkene 1] heet op eens gaat die jongen weg uit de zaak toen werd ik wakker ik dacht ik moet hier weg ja hoor er liepen drie gasten zo yogos twee liepen naar bus en 1 liep naar richting die jongen die mijn in de gaten had toen wist ik hoe laat het is op de trap buiten waar die jongen zat kon mijn vanaf de trap mijn in zicht houden die jongen is broertje van die [betrokkene 1] die met slager gaat en [slachtoffer 1] (…)
[medeverdachte 1] heeft op 23 mei 2016 uitgebreid contact over de kwestie met [medeverdachte 7] , hij wil dat de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] , [betrokkene 3] en [slachtoffer 1] gedood worden. [betrokkene 2] (die kk broertje van chino’) is degene die aan het posten was. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 7] om hulp om deze mensen te plaatsen zodat zij meteen gedood kunnen worden. Hij vraagt [medeverdachte 7] ook in welke volgorde hij vindt dat zij gedood moeten worden. [medeverdachte 1] zal zijn schutters (heads) sturen en wil een chauffeur (ryder) van [medeverdachte 7] , omdat zijn mensen de weg kennen. [medeverdachte 1] heeft ook twee auto’s (fietsen) staan en wil er met spoed vier bij. [medeverdachte 1] regelt de rest zelf. Hij heeft alles klaar en het liefst pakt hij [slachtoffer 1] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] tegelijk, desnoods met twee teams. [medeverdachte 1] heeft er al een team op zitten en binnen drie uur staat alles klaar. Uit de berichten maakt de rechtbank op dat [medeverdachte 7] daadwerkelijk een chauffeur zal leveren. Hij heeft [medeverdachte 1] ook voorgesteld een zender te gebruiken, welk aanbod is afgeslagen. Uit het bericht van 11:27 uur maakt de rechtbank verder op dat [medeverdachte 7] het adres van [betrokkene 1] heeft gegeven aan [medeverdachte 1] en dat [medeverdachte 1] hem gevraagd heeft ook het adres van [betrokkene 2] te geven. Uit een doorstuurbericht van [medeverdachte 1] , via [verdachte] aan [medeverdachte 10] , van 11:30 uur (dat verderop in dit vonnis is opgenomen) blijkt dat [medeverdachte 1] een paar minuten later ook weet waar [betrokkene 2] woont. [207]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
08:35:27
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir die kk broertje van chino Was aan het posten 2yoegos en mocro die waren bus wilden die jongen ontvoeren in overvecht! Die chino en ze broertje moeten slapen koste wat kost! En die kk slager
08:35:41
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Hoe bedoelt u tegen [medeverdachte 3] ?
08:40:18
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Hy stond op brandtrap zaak in de gaten houden en 1yoego liep na hem snel maar die jongen had ze door
08:41
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Maar moet die chino met ze broertje plaatsen tegelyk doen beste!
08:44
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Daarom enkeltke kan u my. Helpen die honden te plaatsen meteen hell
08:47
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Stuur my heads sir beter houd u erbuiten plaats ze als u een ryder hebt zou top zyn dan deze dagen doen we ze! Wat zegt u die chino en broertje 1st of [slachtoffer 1] ?
08:50
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Hoe heet die neefje van u?
08:57
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Beste is als we die [slachtoffer 1] en chino tegelyk kunnen doen en zelfde dag die broertje!
08:58
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Mietjes sir als jongen ze niet doorhad Was die nu in hun handen
09:07
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir wil ze deze week doen! Direct checkt u alleen ryders voor my heads stuur ik!
09:10:06
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok sir dan deze week meteen weg als u ze hebt geplaatst stuur ik de heads!
09:10:26
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Fietsen heb nog 2staan dus moeten even nog 4fietsen erby met spoed
09:18
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Nee nee sir u doet al meer als genoeg ryder is genoeg dan leren ze hoe het moet wil niks aan toeval overlaten
09:22:31
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Daarom u mensen weten de weg rest regel ik!
09:22:40
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Als kan morgen al
09:24
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok dan heb alles klaar als kan die [slachtoffer 1] en chino en die broertje tegelyk desnoods 2teams zet ik zelfde dag
09:28
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ja weet waar die woont alles heb ook al team erop!
11:14
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Hoeren troep daarom aub aub plaats die chino en [slachtoffer 1] en daarna gaat die broertje die slager vind ik zeker
11:19
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir wy staan klaar als u ryder zegt fietsen afgeven my heads zyn er direct! Binnen 3uurtjes zorg ik dat alles klaar staat max
11:21
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Beste met die [slachtoffer 1] samen sir kunnen ze elkaar handen vast houden in hell!
11:24
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ze gaan het ook krygen fuck hun kk hoerenzonen! Geen track sir zyn scherp op dat!
11:27
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Geef my adres van die broertje ook sir aub!
11:28
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok
11:47:48
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Yes sir duidelyk die [slachtoffer 1] weet waar die woont maar is daar al tydje niet geweest sir! Zorg dat u ryder klaar staat ik heads staan klaar
11:47:55
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Beste als we ze samen treffen!!
11:50
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok dank u sir ik sta klaar fietsen heads alles maar u jongens weten wyk beter
13:10
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ja precies Was even druk maar nu vol op hun probeer zo af testemmen 2teams sir dus 2ryders nodig stuur met iedere ryder 2heads
Diezelfde dag is er contact tussen [verdachte] en [medeverdachte 10] . [verdachte] wil zijn broer toevoegen aan zijn SkyECC contactenlijst en stuurt hem vervolgens (op zijn SkyECC e-mailadres) doorstuurberichten van [medeverdachte 1] . De antwoorden van [medeverdachte 10] ontbreken, maar uit de context leidt de rechtbank af dat hij geantwoord heeft. [medeverdachte 1] laat in de doorstuurberichten weten dat de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] en [slachtoffer 1] zullen worden gedood, dat [verdachte] beter weg kan gaan en dat ‘u kleintjes’ (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] ) goed moeten opletten (of ze die [betrokkene 26] in hun zaak zien). [verdachte] informeert [medeverdachte 10] over wat er gaande is, over de auto en locatie van [betrokkene 1] en de woonplaats van [betrokkene 2] . [208]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
10:52:13
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Steen would like to add you to their private SkyECC encrypted contact list.
10:52:34
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Salam dit ook mijn pgp
10:57:06
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777Z [05/23/2016 @ 3:47 am]
Broer die [betrokkene 2] en ze broer chino gaan slapen die [slachtoffer 1] ook en die slager vinden we hoe dan ook anders ze hele kk familie slapen klaar
10:57:41
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Dat is wat ik van die kleine krijg
10:58
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777Z [05/23/2016 @ 4:4 am]
Lees goed broer en ga gewoon beter weg u en zeg u kleintjes goed opletten!
[betrokkene 26] mr, ze noemen hem comando.. Broer van [betrokkene 27] en [betrokkene 2] ! Ik ga die honden goed afleggen dan komt het goed inchaallah.. Want die yogos allemaal komen toch van die [slachtoffer 1] in opdracht van die slager, het zijn allemaal hoeren en die slager bepaald! En die 2 chinos zijn grote hoeren en mietjes! Praten altijd met petten enzo.. Die kleine chino is een 100 procente informant mr!
11:08
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Shit willen ze zeker anders anders hadden ze geen actie willen doen want die slager zit te schaken van afstand
11:14
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Nee ze zijn nog bij elkaar ze spellen speletjes op de achtergrond [betrokkene 7] bedoel je tog
11:15
[verdachte]
[medeverdachte 10]
[medeverdachte 3] ganster is ook met slager
11:18
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Want [medeverdachte 3] ganster verdedigt slager hij komt openlijk naar buiten ermee alleen die mos op de achter grond
11:21
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777z [05/23/2016 @ 6:29 am]
Die chino, is een eitje! Als jongens gisteren klaar stonden kon hij meteen gaan! Hij rijd een witte cla station kenteken zit iets met hj of hf en eindigd op c.. Een amg pakketje! Zag die hond ook gisteren! Die zijn echt super makkelijk.. Hij parkeer hem voor de flat in kanaleneiland .. Goede parkeer plek in het donker daar en hij is zo weg!
11:22
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Nee niet van amsfoord van friend van [medeverdachte 3] ganster
11:30
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777z [05/23/2016 @ 6:38 am]
Nee nooit broer en adres van die [betrokkene 2] heb ik voor je die woont [plaats] met ze vrouw en Kids heb alles dus komt goed ga gewoon weg uit ukta en zeg je kleintjes goed opletten of ze die [betrokkene 26] in hun zaak zien dan weet je genoeg
Nadat [verdachte] de gegevens over [betrokkene 1] heeft ontvangen van [medeverdachte 1] vraagt hij aan [medeverdachte 9] of [betrokkene 16] (Spanjaard) hem kan helpen met observatie. Uit het daarop volgende bericht van [verdachte] leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 9] iets of iemand anders voorstelt. [209] Vervolgens vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 10] naar auto’s en ook of [betrokkene 16] of ‘buch’ daarmee kan helpen. [verdachte] stuurt [medeverdachte 10] een bericht door van [medeverdachte 1] , dat kennelijk over de te stelen auto’s gaat en laat hem weten dat zij (de rechtbank begrijpt: in ieder geval [verdachte] en [medeverdachte 1] ) er meteen voor zullen betalen. Daarna vraagt [verdachte] (met een doorstuurbericht van [medeverdachte 1] ) aan [medeverdachte 10] om vier automatische wapens (kalas) aan te pakken en goed schoon te maken, ook de munitie (snoepjes) en extra magazijnen (magas). Later die middag (zie het bericht van 14:23 uur dat verderop in dit vonnis is opgenomen) stuurt [medeverdachte 8] een bericht aan [medeverdachte 10] dat hij vier automatische wapens (ak) moet geven. De rechtbank concludeert uit de inhoud van de chats dat [medeverdachte 10] antwoord geeft. Ook concludeert de rechtbank dat het ondanks de verschillende (straattaal)benamingen om dezelfde wapens gaat.
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
11:32
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Salam alees goed wil die spanjaard niet mijn bEetje helpen met ot
11:38
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Oke is ook goed als het kan
11:58
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Kan jij mensen die waki stelen snele
12:03
[verdachte]
[medeverdachte 10]
En die spanjaard kan hij geen waki fixen
12:05
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777z [05/23/2016 @ 7:2 am]
Dan pak ik ze direct en zeg ze weg schoonmaken met amoniak en laten sweapen voor je afgeeft anders stuur ik sweaper voor ik ze weg zet
12:07:07
[verdachte]
[medeverdachte 10]
We betaal hem gelijk
12:07:45
[verdachte]
[medeverdachte 10]
En buch kan hij niks fixen
12:12
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777z [05/23/2016 @ 7:18 am]
Broer kan u 4kalas laten aanpakken en met amoniak goed schoon laten maken en snoepjes schoon extra magas schoon!
12:16
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Bij jood is ook goed
12:17
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Doe mond kapje voor dna
Uit onderstaande berichten van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 11] maakt de rechtbank op dat laatstgenoemde inmiddels bezig is geweest met het regelen van schutters, maar dat zij vooruit betaald willen worden. De reactie van [medeverdachte 1] is dat als iemand niet dood is (‘slaapt’) er niet wordt betaald. [medeverdachte 11] moet van [medeverdachte 1] een kennelijke tussenpersoon duidelijk maken dat de auto’s (fietsen), wapens (yzer) en chauffeur (onze driver) van de kant van [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] zijn en dat de schutters (heads) van de kant van die persoon zijn. [210]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
13:29
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Dus ze willen geld vooruit sir zo werkt dat niet ik regel wel heads sir beter dan! Want als iemand niet slaapt krygen ze niet betaalt heel duidelyk daarin
13:31
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ben daar niet sir maar al bent u er niet ze weten toch woord is woord swa weet dat toch?
13:33
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ja die sporen niet zeg hem duidelyk fietsen yzer onze driver heads van hunb!
13:34
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Sir ga geen geld vooraf geven zyn gek sir
13:44
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ok sir beter
[medeverdachte 1] stuurt vervolgens [verdachte] en [medeverdachte 11] informatie (door) over de auto waar [betrokkene 2] in rijdt. Uit de berichten van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 7] blijkt dat ook zij het (weer) over de voorgenomen actie tegen de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] (die zyn makkelijk) en [slachtoffer 1] hebben gehad. [211] Dat in eerste instantie gedacht is dat de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] makkelijk te vinden zouden zijn stemt overeen met de verklaring van [medeverdachte 2] .
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:15
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Hahahahahaha u ziet broer maak je niet druk
14:19
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
FW: Steen [05/23/2016 @ 4:25 pm]
Oke heb het genoteerd broer en ik weet nog geen shit van mijn kant
------Origineel bericht------
Van: 777777 19 03
Onderwerp: <$RemoveOnDelivery,Confirm> C3F5Q
Verzonden: 23 Mei 2016 16:06
[kenteken] grijze vw polo gti pakket van die broertje van die chino..
Hij reed nu nog langs mij toevallig in kanaleneiland
14:19
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Heb alles geven aan die kale Hahaha lees wat die stuurt hahaha
14:22:01
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok sir die zyn makkelyk
14:22:04
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Die [slachtoffer 1] nog dan actie alle 3weg
14:23
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok top die [slachtoffer 1] moet ook weg dat is de contact met yoegos
[medeverdachte 8] heeft op hetzelfde moment contact met [medeverdachte 10] over de vier automatische wapens die hij naar hem moet brengen. [212] Uit deze berichten maakt de rechtbank op dat [medeverdachte 8] het door iemand anders laat ophalen en dat hij contact met deze persoon houdt en diens informatie doorgeeft aan [medeverdachte 10] . De antwoorden van [medeverdachte 10] ontbreken, maar uit de inhoud van de berichten leidt de rechtbank af dat hij geantwoord heeft. De vier automatische wapens zijn blijkens de berichten hieronder via (iemand die de opdracht uitvoert voor) [medeverdachte 8] daadwerkelijk aan [medeverdachte 10] afgegeven. Dat blijkt ook uit de berichten vanaf 18:26:10 uur, die verderop in dit vonnis zijn opgenomen.
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:23
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Ik moet u zo wat geven sir 4 ak
14:51
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Wet ik nog niet hy is bezig met schoonmaken
15:08
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
30 min is die daar bro en het zit in jumbo tas hy had geen sport tas. 17.45 is die daar
15:10
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Denk het wel maar dan zit er vuiniszak omheen
15:48
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Hy is er met 2 min
15:52
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Hy komt met ouwe c klasse donkere kleur tata jongen hoe herkent hy jou
15:53
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Hy staat er al
15:55
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Oké top
[verdachte] heeft ondertussen de autogegevens van [betrokkene 2] en [betrokkene 1] aan [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9] doorgegeven. De rechtbank stelt aan de hand van onderstaande berichten, waaronder die van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 11] , vast dat [verdachte] de gegevens aan zijn broers [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] heeft doorgegeven zodat zij de auto’s kunnen herkennen als deze in de buurt (van de Platinum Lounge) zijn. [213] De verklaring van [medeverdachte 2] dat de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] zijn nagetrokken en dat hun autogegevens en adressen zijn gedeeld met de bedoeling het in de gaten te houden, ook in de lounge, stemt hiermee overeen. [214]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
15:12:42
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777Z [05/23/2016 @ 9:23 am]
FW: ANGEL OF DEATH [05/23/2016 @ 4:16 pm]
[kenteken] grijze vw polo gti pakket van die broertje van die chino..
Hij reed nu nog langs mij toevallig in kanaleneiland
15:12:58
[verdachte]
[medeverdachte 9]
77777777Z [05/23/2016 @ 9:23 am]
FW: ANGEL OF DEATH [05/23/2016 @ 4:16 pm]
[kenteken] grijze vw polo gti pakket van die broertje van die chino..
Hij reed nu nog langs mij toevallig in kanaleneiland
15:16
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ja precies zei hem net hy wilt ze kleintjes niet by betrekken maar als die kogel in ze kop heeft zyn ze erby betrokken begrypt u die man is raar ben hem al lang zat toen in mocro al om die tatas werd ie gek omdat Z die ding plaatste gek gewoon
15:17:21
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777Z [05/23/2016 @ 9:30 am]
[kenteken] witte cla station daar rijd die chino zelf in die vriend van [slachtoffer 1] ..
Ze zijn allebei in [plaats] nu! Bij hun ouders de flat..
15:17:41
[verdachte]
[medeverdachte 9]
77777777Z [05/23/2016 @ 9:30 am]
[kenteken] witte cla station daar rijd die chino zelf in die vriend van [slachtoffer 1] ..
Ze zijn allebei in [plaats] nu! Bij hun ouders de flat..
15:23:20
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777Z [05/23/2016 @ 9:33 am]
[kenteken] deze polo rijd die chino de broeertje ook mr.. Deze staat nu bij winkelcentrum kanaleneiland! Wisselen ze der in af..
15:23:31
[verdachte]
[medeverdachte 9]
77777777z [05/23/2016 @ 9:33 am]
[kenteken] deze polo rijd die chino de broeertje ook mr.. Deze staat nu bij winkelcentrum kanaleneiland! Wisselen ze der in af..
15:24:06
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
FW: Steen [05/23/2016 @ 5:33 pm]
77777777z [05/23/2016 @ 9:33 am]
[kenteken] deze polo rijd die chino de broeertje ook mr.. Deze staat nu bij winkelcentrum kanaleneiland! Wisselen ze der in af..
Deze heb ik doorgeven aan mijn kleintje plus ook die andere zo dat ze wetten welke auto ze rijden dat ze daar rekening mee houden
15:24:21
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Kyk heb alle info gegeven lees hahaha
15:25
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ja ik ook heb u gezegt als hy met petten is mag die niks met slapen te maken hebben sir! Zo denk ik niet anders!
15:26
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Hy mag crimi uithangen maar geen slaap dingen!
15:27
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Sir wat voor werk zeg my? Heb alles van die mensen enigste is slapen lees wat die zegt alleen voor die auto's kyken by de zaak begrypt u dat!
15:28
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Daarom als ze bij jouw in buurt komen dan weet je dat hun het zijn
15:36
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ja precies sir iets klopt er niet en u weet dat weten wy al 18jaar sir rare dingen allemaal
15:38
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Dat heb ik hem ook duidelyk gemaakt kyk my kleine nu in mocro die [betrokkene 28] aan het plaatsen motors voor die [betrokkene 53] geregelt oso alles die man wilt graag en beter hy dan een anders erby begrypt u sir!
Die avond stuurt [verdachte] aan [medeverdachte 10] de opdracht van [medeverdachte 1] door om de (via [medeverdachte 8] ) ontvangen wapens goed schoon te maken en twee ervan klaar te zetten met extra magazijnen. [medeverdachte 10] doet dat en overlegt hierover met [verdachte] . De vraag welke twee hij moet klaarzetten stuurt [verdachte] door aan [medeverdachte 1] en zijn instructies worden door [verdachte] aan [medeverdachte 10] doorgestuurd. Het worden twee korte wapens met extra magazijn. [215]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
18:26:10
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777Z [05/23/2016 @ 1:30 pm]
Ok maak goed goed schoon met amoniak broer en zet 2klaar met extra maga!
18:26:20
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok is goed dan zorg ik dat head klaar staat wie gaan we doen of alle 2?
18:36
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Lange of korte ak
18:41
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ja als overstap is die goed broer! Maar zeg hebben snelle snelle nodig ook extra! Voor morgen actie heb alles geen probleem maar meteen door met die honden
18:45
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Hary [05/23/2016 @ 1:54 pm]
Ze zijn met amoniak schoon gemaakt
Wat voor 2 grote. Klaar zetten. ???
En met extra magaziin groot of klein ??
18:46
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777Z [05/23/2016 @ 1:55 pm]
Ok maak 2korte klaar broer met extra maga erby!
18:54
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Bij K hebben we nog twee daar korte
19:57
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Ja dan heb je twee kleintjes als je wilt
Inmiddels heeft [medeverdachte 7] een chauffeur geregeld en [medeverdachte 1] een schutter. Dat blijkt uit het volgende bericht van 18:26 uur en de hierna te bespreken berichten van 24 mei 2016. [medeverdachte 1] legt [medeverdachte 7] weer de vraag voor wie ze zullen doden (doen), of alle twee. [verdachte] heeft een auto beschikbaar, die goed is als overstap. Alles is klaar voor morgen, maar [medeverdachte 1] wil meteen door en daarom zijn er snelle auto’s (ook) extra nodig. [216]
De volgende dag – 24 mei 2016 – gaan de voorbereidingen verder. [medeverdachte 11] moet van [medeverdachte 1] 19 stuks munitie (bonen) pakken, schoonmaken en aan de schutter (head) geven als hij hem afzet bij de chauffeur (ryder) van [medeverdachte 7] (SZ). De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 11] het wegbrengen van de schutter overdraagt aan [medeverdachte 8] , omdat hij 15 minuten later daarover rechtstreeks contact heeft met [medeverdachte 7] . Uit dat bericht (van 14:39 uur) blijkt dat [medeverdachte 8] zich ervan bewust is dat hij een schutter vervoert. [217] Uit de berichten tussen [betrokkene 29] en [medeverdachte 11] (vanaf 14:16 uur) leidt de rechtbank af dat [betrokkene 29] contact heeft met [medeverdachte 8] , op verzoek van [medeverdachte 11] . [218] [medeverdachte 7] heeft verklaard dat de schutter inderdaad is afgezet bij de chauffeur, [betrokkene 30] (hierna: [betrokkene 30] ), die hij heeft geregeld via zijn broer [medeverdachte 6] . Hij heeft ook verklaard dat tegelijkertijd een Glock is aangeleverd en een tasje met extra kogels en waarschijnlijk een extra magazijn en dat er die dag ook een (vlucht)auto is afgegeven. [219] Het doorstuurbericht van [verdachte] via [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 11] bevestigt dat de liquidatie van [slachtoffer 1] aanstaande is. 25 mei 2016 zal [slachtoffer 1] (yoego) de hele dag worden gevolgd, later op de dag zien ‘ze’ de chauffeur, die nog een PGP-toestel moet krijgen zodat de spots en driver in contact met elkaar staan. [220]
24 mei 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
13:46
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
1BDEA2@activeshield.net deze is ook van u vriend sir u moet hem daarop mailen
13:56
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Angel of DEATH would like to add you to their private SkyECC encrypted contact list.
14:05
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Ontv u my
14:16
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
Ja ik kan Black bereiken sirr
14:19
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
Oké sirr
14:21
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
Ja meneer ik heb gemaild
14:24
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
Sir pak 19bonen maak goed schoon en aan head geven als u hem afzet by ryder van SZ ok 19bonen
14:31
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
Nog niks sir
14:32
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
Hij zegt dat hij ook niks kan sirr
14:39
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 7]
Hallo sir hoelaat en war moet ik head by u brengen??
14:43:32
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
Sirr hoelaat moet hij opgehaald worden
14:45:35
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
Oké kun hem sturen naar die BP daar sirr
14:45:50
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
5 min staat hij er
14:56
[betrokkene 29]
[medeverdachte 11]
Sirr 30 min zegt hij nu
23:49
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 11]
FW: Kale [05/25/2016 @ 1:58 am]
Oké brot, morgen gaan ze yoego volgen heledag, en dan zien ze later op de dag driver. Moeten nog wel pgp regelen voor driver. Die staat met spots dan in contact.
Het volgende bericht van [medeverdachte 8] naar [medeverdachte 7] van 25 mei 2016 sluit hierop aan. [221]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
09:00
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 7]
Salaam sir weet u toevallig waar die fiets staat?
Twee dagen later – op vrijdag 27 mei 2016 – blijkt uit de chats met een niet geïdentificeerde PGP-gebruiker (icqx24tm@hiddennet.info) dat nog niet alles gereed is, maar dat [medeverdachte 1] uiterlijk zondag actie wil (dan stuur ik iedereen mocro hell). Zijn schutters (myn heads) kunnen kennelijk niet wachten op de plek waar zij zijn. Daaruit leidt de rechtbank af dat deze schutters op dat moment dus wel geregeld zijn. [medeverdachte 1] wil nog zelf twee spotters sturen en verwacht twee auto’s (BMW 545). Een BMW staat klaar, de ander wordt nog gestolen en als dat niet lukt is er nog een zwarte BMW die wel al kan worden afgegeven. [222] De rechtbank concludeert dat er dus ook al twee auto’s zijn geregeld.
27 mei 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
20:49
[medeverdachte 1]
icqx24tm@
hiddennet.info
Ok sir dan doen we het u manier en beter stuur ik ook myn spotters als ik morgen max zondag klaar ben stuur ik wel 2van myn spotters ook! En sir wanneer kan ik die 2x 545 krygen wil morgen max zondag actie doen dan stuur ik iedereen mocro hell voor ze daar myn heads kunnen daar ok niet wachten
20:50
icqx24tm@
hiddennet.info
[medeverdachte 1]
Ja sir dat was Ons manier tog? u spottr zou zeggen waar die zat en ot zou overnemen en hem plaatsen.. 1 545 staat klaar als goed is morgen en vanavond gaan ze proberen die donker blauwe 545 te pakken (…)
23:34
[medeverdachte 1]
icqx24tm@
hiddennet.info
Weet ie daarom zegt ie ook geef 1man die 24uur met hem is hy wil zich bewyzen ze hadden my in hun dromen hahahaha sir afffff tot dood en verder en erna aub die bmws morgen nl op ze kop
23:37
icqx24tm@
hiddennet.info
[medeverdachte 1]
Tabojenmahom zeker in hun dromen!! 1bmw staat klaar sir andere gaat ze vandaag proberen te pakken ik dacht ineens beter 2afgeven gelijk als die donkerblauwe vanacht niet lukt dan geven ze die zwarte bwm morgen alvast af
Die zondag – 29 mei 2016 – is er veel berichtenverkeer. [medeverdachte 7] vraagt in de ochtend aan [medeverdachte 6] een vuurwapen (gtje) af te geven en hij geeft hem instructies over het schoonmaken van magazijnen en munitie. [medeverdachte 6] doet dat en geeft de problemen die hij hierbij ondervindt door aan [medeverdachte 7] , die dit op zijn beurt bespreekt met [medeverdachte 1] . Als alles nagekeken is zal het wapen rond 16:00 uur aan [medeverdachte 8] worden afgegeven, laat [medeverdachte 1] weten, en uit het bericht van 13:11:50 uur blijkt dat [medeverdachte 7] dat ook aan zijn broer, [medeverdachte 6] , heeft doorgegeven. [223]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
11:07
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Hoe gaat het met je? Kan je straks die gtje afgeven met die goede maga aub! En die 2 kapot maga der ook bij doen! En als je die goede maga gaat schoonmaken, niet onder spuiten! Met ammo.. Maak hem met iets anders lichtjes schoon.. En die bonne apart schoon! In een zakje maar afdrogen, want die ammo maakt alles kapot!
11:11
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 7]
Gaat goed goed hmdl,en met jou,ja is goed ik ga zo in orde maken voor je kleine uurtje is alles klaar,en ik ga geen ammo voor de maga gebruiken allen voor de bonen.
11:13:02
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Ja gaat goed hmdl, oke dankjewel! Geef en seintje als het in orde is! En gebruik extra tasjes enzo! Voor sporen! Dan laat ik je weten waar je hem kan afgeven over en uurtje!
11:13:52
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 7]
Komt goed geen zorgen doe extra tasje erom heen,je hoort me zo.
11:15
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Bij moskee daar afgeven..
11:16
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 7]
Ja dat is goed,je hoort me zo als ik klaar ben.
11:18
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 7]
Oke is goed ik maak et vast klaar,dan hoor ik wel van je hoe laat het word.
12:44
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Salam mr, leest u even onder!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 14:41
Hi jongen, ik weet het probleem was bij de maga. Door de ammo blokkeert de veer in de maga.. Waardoor de boontjes niet meer omhoog komen, alles valt eruit.
12:45
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Ok en zijn die magas nu goed of nog steeds geblokkeerd die viering?
12:46
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Salam sir ja was duidelyk moekteb vloek dag sir! Check of u nieuwe maga ervoor kan regelen dan testen we hem of geef hem aan black
12:49
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja heb een nieuwe maga der voor! En zeker mr, was elmouktab.. Inchaallah gair de volgende keer! Rond en uurtje of 16uur geef ik hem aan black af..
12:50
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Top dank u sir hebt u al bonen geregelt?
12:52:15
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Nee had alleen 15 bonen nog mr! Precies voor deze gtje van u..
12:52:32
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Onder mr!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 14:51
Die kan je niet meer gebruiken ze zijn niet meer bertrouwbaar,ik heb die nieuwe maga erin gezet die doet het perfect 17 bonen zit erin.
12:53:06
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Top sir is die getest?
12:53:20
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Hoeveel bonen heb je totaal?
12:53:47
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Die oude maga niet meer te vertrouwen mr! Dus niet meer te gerbuiken! Die nieuwe maga werkt percet en veert goed de bonen terug!
12:54
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok top sir dank u!
12:55
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Nee niet getest mr! Maar wel door trekken of de bonen der uit springen enzo! Dan moet hij perfect werken! Steeds het huis uit gooit! Vorige keer was dat niet zo! Vielen die bonen uit de maga om die die veer geblokkeert was der onder!
12:56
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok dank u sir perfect!
12:59:02
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Onder mr, totaal zo veel bonen nog!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 14:57
Ik 17in de maga die zit in de gtje,en ik heb er 16 bonen los bij gedaan ik ga die maga nog 1keer goed wassen met heet water en goed met olie spuiten en dan proberen je hoort me zo.
12:59:39
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Spuit die andere ook goed met olie in aub! Die nieuwe maga en die loop en alles van die gtje..
Vervolgens informeert [medeverdachte 1] naar wapens (ratelslang en bazo, de rechtbank begrijpt: een automatisch vuurwapen en bazooka) die [medeverdachte 7] kennelijk nog van hem heeft. [medeverdachte 7] heeft daarnaast ook zelf nog wat wapens (paar aktjes) voor [medeverdachte 1] . [medeverdachte 7] moet alles klaarzetten want [medeverdachte 1] gaat beginnen met die hoerenkinderen, waaruit de rechtbank opmaakt – zie ook de berichten van 13:10:09 uur en 13:11:51 uur – dat daarmee wordt bedoeld het doden van [slachtoffer 1] en de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] . Rond 16:00 uur kan [medeverdachte 6] de wapens afgeven aan [medeverdachte 8] . [224]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
13:01
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Top sir dank u had u al gekeken welke ratelslang u nog had van my sir? Bazo en nog iets toch? Moeten even zwaar klaarstaan sir
13:04
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Die ratteslang is nog steeds niet uit de stash mr! Bazo ligt er ja.. En heb zelf en paar aktjes nog.. Kunt u altijd gebruiken! En ben er mee bezig met nieuwe ijzers hoop ze elke moment te krijgen!
13:08:30
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok sir aub kyk dat u alles klaarzet want gaan beginnen met die hoerenkinderen
13:08:50
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Morgen heeft u inchaallah die rattelslang van u.. Dan weten we meteen wat voor een het is!
13:10:09
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Inchaallah mr, en geloof mij mr! Als die [slachtoffer 1] en die chinees weg zijn is er niks! Het zijn allemaal honden en dieven mr.. En stellen niks voor die honden! Ik weet dat ik niemand moet onderschatten, maar zijn echte ratten en echt lafaards en bangerikken!
13:10:59
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Onder mr!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 15:10
Ik heb hem gemaakt hij doet het perfect,ik heb alles goed gespoten met speciale ijzer olie alles loopt soepel, 1 keer gtje met 1 keer maga 17keer bonen in de getje.en 1keer maga extra 15keer bonen. Hoe laat kan ik het afgeven?
13:11:50
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Top dankjewel! Word rond en uurtje of 16uu zo.. Dus blijf in de buurt van kanaleneiland !
13:11:51
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Hy kan aan black afgeven sir! En u weet hoe ik ben 10000 [slachtoffer 1] en chinos schyt aan ze gaan omdat ze gaan!
13:12:49
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 7]
Ik sta paraat ben in de buurt tot zo.
13:14
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja zeker mr! Ik weet wat daar zit en wat voor honden het zijn! Ze zijn zelfs bang voor hun eigen schaduw.. Die slager gaat hem echt poepen als die weg zijn hahaha! Hij poept nu al.. En geen hond die een vinger voor ze zal uit steken voor zulke smerige honden! Misschien wat joegos van hun! Maar in utrecht mogen ze geen kans maken vuile honden!
13:16
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Pffff ze gaan hell zien hoerenkinderen !
Kort hiervoor heeft [verdachte] met een doorstuurbericht van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 10] laten weten dat de twee automatische wapens (kalas) met extra magazijnen aan [medeverdachte 8] moeten worden gegeven. Ook stuurt hij [medeverdachte 10] het bericht van [medeverdachte 1] door om voor een alibi te zorgen. [medeverdachte 8] stuurt net als op 24 mei 2016 iemand anders naar [medeverdachte 10] , nu om wapens op te halen, en met die persoon en [medeverdachte 10] onderhoudt [medeverdachte 8] contact over zijn aankomsttijd. [verdachte] controleert bij [medeverdachte 10] nog of er geen DNA op de wapens zit, niet van [medeverdachte 10] maar ook niet van hemzelf. Hij heeft de dag ervoor het wapen meegenomen in de auto en daar was [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) bij aanwezig. De rechtbank stelt vast dat dit overeenkomt met de verklaring van [medeverdachte 2] dat hij samen met [verdachte] automatische vuurwapens heeft getest vanuit de auto. [225] Het testen van deze wapens door [verdachte] en [medeverdachte 2] wordt ook ondersteund door de latere berichten van 19:44 uur en 19:46 uur. [226] Uit de berichten blijkt verder dat [medeverdachte 8] de wapens zelf niet kon schoonmaken en dat deze daarom naar [medeverdachte 10] zijn gegaan. [verdachte] maakt zich zorgen om een kogel die in een automatisch wapen is achtergebleven. De rechtbank concludeert dat daarover contact is geweest met [medeverdachte 8] , want hij vraagt aan [medeverdachte 10] hoe die kogel eruit gehaald moet worden. De rechtbank maakt uit deze chats ook op dat de wapens door [medeverdachte 10] daadwerkelijk zijn afgegeven en dat [medeverdachte 8] in contact staat met degene die de wapens heeft.
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
12:56
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777z [05/29/2016 @ 3:4 pm]
Hamdoelilah broer geef die 2kalas aan Black en doe er 2extra magaz by en broer top top schoon!!
13:00
[verdachte]
[medeverdachte 10]
77777777z [05/29/2016 @ 3:7 pm]
Ja dus 2magas erin en 2extra erby goed goed schoon! En zorg dat je ergens bent met alibi
13:05
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Ja kan moment
13:23
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Hy is er met 5 min was vergeten die ander bericht te versturen
13:40
[verdachte]
[medeverdachte 10]
En die tas waar je die kalas geeft ook goed schoonmaken voor dna
13:44
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Blauwe peugot
14:02
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Oké bro ik geef het door
14:05
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Maar zit er geen vinger afdruk van jouw of dna
14:06
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Wat nog in die kalas zat kon je gewoon deruithalen dat weet je tog ook
14:08
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Het is percies als kleine pistool als 1 in de loop zit
14:09:02
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Plus daar zit ook mijn dna op van gistereen
14:09:57
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Ik heb ze tog gistereen mee genomen in de auto
14:12
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Op die kalas tog ik heb erboven op gepraat met [medeverdachte 2]
14:18
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Je weet waarom ik zei maak ze goed schoon ik vroeg je het niet voor niks
14:24
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Ik ben niet uit de auto geweest ik heb het rijdend gedaan
14:29
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Als black ze kon schoonmaken had hij ze niet geven aan ons broer
14:30
[verdachte]
[medeverdachte 10]
efe gaan vragen
14:32
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Dat is ook niet de mijne maar ik probeer goed mogelijk te doen
14:34
[verdachte]
[medeverdachte 10]
Fon calent [05/29/2016 @ 4:43 pm]
Dat gaat denk ik niet meer lukken met tyd sir en die jongen is nu echt bezig met het schoonmaken ervan bonen maakt die ook schoon alles
14:46
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Om die bullet eruit te halen die erin zit dan moet die hem toch gewoon doorttreken??
14:48
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 10]
Oké doe ik
19:46
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 10]
Oke is goed broer hoor je snel!
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp: Re:
Verzonden: 29 Mei 2016 21:46
Salam nee maar maakt niet uit broer ik heb niet gevraagt
------Origineel bericht------
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 21:44
Salaam broer alles goed? Heeft u nog gevraagd of het er 3 of 4 waren die hulzen
Intussen heeft [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 7] gevraagd na te laten gaan of [slachtoffer 1] en [betrokkene 1] samen zijn. [medeverdachte 7] is zelf ook aan het posten en geeft informatie aan [medeverdachte 1] over de locatie van [slachtoffer 1] . [medeverdachte 1] laat weten dat ze vandaag hun laatste ronde maken en even later dat zij krijgen wat ze nog nooit hebben gezien. De rechtbank concludeert dat het de bedoeling is [slachtoffer 1] en zo mogelijk [betrokkene 1] deze dag te doden. [medeverdachte 7] geeft door dat [slachtoffer 1] op (de rechtbank begrijpt) de Amsterdamsestraatweg is. [medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 7] iemand heeft om [slachtoffer 1] in de gaten te houden als hij weggaat en met welke auto hij dan vertrekt omdat [medeverdachte 1] hem niet wil (laten) liquideren op de (Amsterdamse)straatweg. [medeverdachte 7] houdt [slachtoffer 1] zelf in de gaten en krijgt ook informatie van een ander (Age m). [medeverdachte 7] geeft informatie over [slachtoffer 1] en [betrokkene 1] door aan [medeverdachte 1] . [227]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:21
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir aub kyk of u vandaag spot kan laten checken of chino en [slachtoffer 1] samen zyn sir en waar ze heen ryden!
14:22
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja zeker mr, ga er nu gelijk werk van maken inchaallah! Gisteren reden ze straatweg op in de nacht.. Ze rede gewoon rondjes die honden!
14:23
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Top laat ze insch’allah vandaag hun laatste ronde maken
17:13
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir check of u [slachtoffer 1] met chino is sir
17:16
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ben bezig er mee mr, ben zelf ook persoonlijk aan het posten! Zodat we geen fouten maken inchaallah!
17:19
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Insch’allah vandaag krygen ze wat ze nog nooit hebben gezien
17:39
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Heeft u iemand die hem in gaten kan houden en welke fiets die zwarte golf zeker
17:40
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
[slachtoffer 1] zit op straatweg mr.. Heb hem nu nog gezien! Bij die joego cafe.. Of griekse cafe..
17:49
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Heeft u iemand die hem in de gaten kan houden als die beweegt en welke fiets die zwart golf is die mee ga hem niet op straat weg doen!
17:50
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ik probeer hem zelf in de gaten te houden mr.. Hij staat buiten wat te drinken met een andere joego.. Kale kop ook! Ik ga der zo weer langs rijden!
17:53
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja ik heb sky bij me gewoon mr! We kunnen daar op praten! Dacht beter pgp praten! Na die klus gooi ik deze tel meteen weg!
17:56
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Nee stuur hem na andere land even aanlaten dan wipen verbranden sir niet direct uit
17:59
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ok komt goed inchaallah mr! Ik ga vanancht even vliegen naar maroc dus komt goed..
18:03
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok sir
18:05
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Komt goed insch’allah vandaag zyn dag
18:09
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Hahaha ja sir zit al 2dagen op hem haha insch’allah gaat hy en als allah wil die chino erby
18:10
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Amin inchaallah mr.. Hun verdiende loon vuile tering honden dat ze zijn!
19:36
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Onder mr, die chino nog steeds niks!
------Origineel bericht------
Van: Age m
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 21:36
Neej hij is daar niet bro
19:37
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok beter sir
Uit daarop volgende berichten blijkt dat [medeverdachte 1] weet dat [slachtoffer 1] thuis is en hij geeft dat door aan [medeverdachte 7] . Als [medeverdachte 6] aan [medeverdachte 7] laat weten dat er een auto beschikbaar is antwoordt hij dat zij er verder over praten als de actie die gaande is, klaar is. [medeverdachte 7] stuurt het bericht over de auto door aan [medeverdachte 1] en als hij opmerkt dat een polo toch niet snel is reageert [medeverdachte 7] dat het voor een korte afstand is en dat de fik er in gaat. Hieruit blijkt dat [medeverdachte 7] weet dat er op dat moment aangestuurd wordt op de liquidatie van [slachtoffer 1] en dat hij via zijn broer [medeverdachte 6] (en [betrokkene 30] ) bezig is een auto te regelen die bedoeld is om bij een liquidatie te gebruiken. Dit leidt de rechtbank af uit de bewoordingen: klusje op korte afstand….En de fik in! [228] Ook [medeverdachte 1] en [verdachte] hebben contact en bespreken dat [slachtoffer 1] naar buiten moet komen. [verdachte] gaat daarvoor zorgen. Hij vraagt [medeverdachte 3] om [slachtoffer 1] naar buiten te laten komen. [verdachte] houdt [medeverdachte 1] hiervan op de hoogte en laat [medeverdachte 3] weten dat er haast bij is en hijzelf geen gevaar loopt. [verdachte] neemt ook contact op met een niet geïdentificeerde PGP-gebruiker (nen111z@pgpsafe.net, door [verdachte] opgeslagen als Buurman) en vraagt hem om het telefoonnummer van [slachtoffer 1] . Hij krijgt dat en stuurt dat nummer direct door aan [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] belt [slachtoffer 1] en geeft aan [verdachte] door dat [slachtoffer 1] op de (Amsterdamse)straatweg is. Uit de telecomgegevens blijkt dat [medeverdachte 3] en [slachtoffer 1] tussen 23:11 uur en 23:56 uur drie keer telefonisch contact hebben gehad. Rekening houdend met de zomertijd (UTC+2) past dit bij het bericht van 21:12 uur en daarom gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 3] daadwerkelijk heeft gebeld naar [slachtoffer 1] zoals [verdachte] hem gevraagd heeft. [229]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
20:14
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Die kk [slachtoffer 1] rthuis
20:16
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Misschien dat hij nog buiten komt inchaallah! En die chino kan nog op duiken.. Zijn de jongens in de buurt gewoon?
20:17
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ja maar gaan voor [slachtoffer 1] vandaag hopen dat chino met [slachtoffer 1] is gewoon
20:19
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Inchaallah tisir ou gair mr! Hopen dat die [slachtoffer 1] uit huis komt dan nog zo inchaallah!
20:33
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké ik ga die [medeverdachte 3] smsen of hij het kan fixen zonder weet wat er gaande is
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:32
Broer kan je zorgen dat die [slachtoffer 1] na buiten komt nu?? Als die dan terug na huis gaat is die weg!!
20:34
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Is hij thuis of moet hij naar huis komen ??
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:32
Broer kan je zorgen dat die [slachtoffer 1] na buiten komt nu?? Als die dan terug na huis gaat is die weg!!
20:38
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Ik heb [medeverdachte 3] gesms ik wacht op zijn smsje nu
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:37
Nu aub broer laat hem met [medeverdachte 3] ergens zitten even dan staat alles klaar als die weer thuis komt
20:39
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:38
Ok broer zorg dat ie na buiten gaat nu !
20:40
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Ik ben gewoon in de buurt
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:40
Wat ben je aan het doen
20:42
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Kan je die [slachtoffer 1] bellen of hij naar jouw kan komen naar kanaaleiland dat je hem haast nodig hebt als hij bij jouw is vraag hem of iemand weet wat handel wil kopen drug aub
20:44:15
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 7]
Lees even onder.
------Origineel bericht-------
Van: Mrd
Aan: Ik
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 20:41
Salaam bro alles goed, heb wagievoor je polo gti
20:46
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Of bloken beter dat hem gaat zeggen handel voor 21000 euro wel bij afnamen van 20 kg of hij dat wil verdienden
20:46:20
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Wat is prijs? Die jongens zijn nu bezig met en actie.. Als deze actie klaar is praten we verder!
20:46:39
[medeverdachte 7]
R. [medeverdachte 1]
Onder mr!
------Origineel bericht-------
Van: Brede
Aan: Selftest
Onderwerp: Fw:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:44
Lees even onder.
------Origineel bericht-------
Van: Mrd
Aan: Ik
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 20:41
Salaam bro alles goed, heb wagievoor je polo gti
20:47:09
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Polo is niet snel toch sir
20:47:53
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Oké wel haast aub jij loopt geen gevaar broer
——Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:45
Ik heb hem nr niet had in ander kaartje ga even kijken op ander tlf daar stond hem nr bro
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:44
Of hij voor. Jouw en pistool kan fixen dat je het haast nodig hebt
20:48:56
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Is een gti, aardig snelle voor een klusje op korte afstand.. En de fik in! Ik ga even checken hoeveel pk moment mr!
20:49
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Leest onder wat [medeverdachte 3] zegt en ik zei hem dat haast moet maken
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:45
Ik heb hem nr niet had in ander kaartje ga even kijken op ander tlf daar stond hem nr bro
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:44
Of hij voor. Jouw en pistool kan fixen dat je het haast nodig heb
20:53:49
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Ik zet druk op hem dat hij vaart moet maken
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:51
Die [medeverdachte 3] allemaal viezerikken broer laat hem die man na buiten krygen nu gewoon
20:54
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke ik ben met paar minuten thuisd
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 22:53
Probeer hem naar buiten te lokken want hij is thuis nu maak met hem afspraak nu aub haast
20:56
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Hij zegt hij is met paar minuten thuis voor hem telefoon nummer te pakken
20:57
[verdachte]
nen111z@
pgpsafe.net
Kan je mijn numer geven van [slachtoffer 1] aub
21:04
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke ga hem nu bellen moet ik zegen na kaneiland komen
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp: Fw:
Verzonden: 29 Mei 2016 23:03
Hier onder telefoon van [slachtoffer 1] broer bel hem
------Origineel bericht------
Van: Buurman ? mei
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 23:00
Ok 0617660006
21:06
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke bro
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 23:05
Ja aub zo dat je hem van huis weg lokt
21:10
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Top hoop met chino samen dan tegelyk
21:12
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Ja ben met hem gesprek hij is in straatweg
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 23:10
Heb je hem gebeld
Op basis van onderstaand intensief berichtenverkeer concludeert de rechtbank dat er op gekoerst wordt dat [slachtoffer 1] die nacht zal worden geliquideerd. [230] [medeverdachte 3] bericht aan [verdachte] dat hij zelf naar [slachtoffer 1] toe gaat en [verdachte] houdt [medeverdachte 1] hiervan op de hoogte. [medeverdachte 1] vraagt vervolgens aan [medeverdachte 7] of hij kan nagaan of [slachtoffer 1] op de (Amsterdamse)straatweg is. [medeverdachte 7] gaat dat vervolgens zelf doen, gelet op zijn bericht van 21:36 uur. De werkelijke tijd van deze en de andere hieronder vermelde chats was overigens – rekening houdend met de zomertijd (UTC+2) – twee uur later. [medeverdachte 1] stuurt [medeverdachte 7] een bericht dat ‘iedereen gaat slapen vandaag’ en kort daarna (om 22:04 uur), laat [medeverdachte 7] zijn broer [medeverdachte 6] weten dat ‘ze’ bezig zijn. De rechtbank leidt hieruit af dat ook [medeverdachte 6] op de hoogte is van de op dat moment actuele gerichtheid op liquidatie. [verdachte] geeft [medeverdachte 3] instructies om [slachtoffer 1] bezig te houden zodat hij wat meer tijd heeft. [medeverdachte 1] informeert [verdachte] dat zij over een half uur ongeveer klaar staan en hij laat [verdachte] weten dat hij ergens naar toe moet waar camera’s zijn voor een alibi. [verdachte] is thuis maar [medeverdachte 1] vindt dat hij ergens moet zijn waar mensen hem kunnen zien. Als blijkt dat [slachtoffer 1] gedronken heeft en niet kan rijden hoopt [medeverdachte 1] dat [betrokkene 1] [slachtoffer 1] naar huis zal brengen, daarom moet goed gekeken worden wie dat doet. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 7] of [betrokkene 1] al thuis is. [medeverdachte 7] is op dat moment onderweg naar de (Amsterdamse)straatweg, daar was [slachtoffer 1] volgens hem eerder in de avond al. Hij gaat nu ook op zoek naar de auto van [betrokkene 1] , waarover hij al eerder informatie heeft gestuurd (witte Mercedes CLA station). Iemand moet [slachtoffer 1] naar huis brengen en als het [betrokkene 1] is (chino bingo), dan gaat hij er ook aan volgens [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] wil weten of [medeverdachte 3] al weet wie er bij [slachtoffer 1] is en of [betrokkene 1] hem thuis gaat brengen. [verdachte] vraagt dat vervolgens aan [medeverdachte 3] en hij antwoordt dat hij alleen is met [slachtoffer 1] . [medeverdachte 1] maakt dan [verdachte] duidelijk dat [medeverdachte 3] hem niet naar huis mag brengen omdat de schutters iedereen zullen doden (‘laten slapen’). [verdachte] waarschuwt [medeverdachte 3] , die op zijn beurt vraagt hem, [slachtoffer 1] , niets te doen, omdat hij met hem heeft gepraat. [verdachte] vraagt [medeverdachte 3] nogmaals met klem [slachtoffer 1] niet thuis te brengen en zegt hem dat [slachtoffer 1] zijn – [verdachte] ’s – dood wilde. [medeverdachte 1] bericht [verdachte] dat de dood van [slachtoffer 1] de fout is van [betrokkene 3] en iets daarna dat zij moeten weten wie [slachtoffer 1] naar huis gaat brengen. [verdachte] drukt [medeverdachte 3] nogmaals op het hart dat hij hem niet naar huis moet brengen.
Dan laat [medeverdachte 1] [verdachte] weten dat er teveel politie (petten) in de buurt is van de schutters (heads). De politie heeft de schutters gezien, zij zijn daarom weggegaan. [medeverdachte 3] is nog steeds met [slachtoffer 1] op de Amsterdamsestraatweg en hij moet nog wel kijken wie [slachtoffer 1] naar huis brengt. De rechtbank stelt vast dat de actie om [slachtoffer 1] (en zijn eventuele chauffeur) te doden door aanwezigheid van politie in de nabijheid van de schutters is afgebroken. Direct hierna laat [verdachte] aan [medeverdachte 1] weten dat hij(zelf) dan weggaat van de plaats waar hij is. [verdachte] stuurt vervolgens het bericht aan [medeverdachte 3] dat hij hem (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) vandaag niet gaat pakken. De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 3] wist dat [slachtoffer 1] die avond gedood zou worden, en dat zijn gesprek met [slachtoffer 1] daar niets aan heeft veranderd. Desondanks geeft [medeverdachte 3] nadat de actie voor die avond is afgeblazen aan [verdachte] door waar de auto van [slachtoffer 1] op dat moment staat.
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
21:14:28
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Lader van de auto laad niet op. Mijn pgp is op rood bro maar ik ga even na hem
21:14:46
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok beter laat hem die hond opzoeken relax dan staat alles klaar laat hem zeggen welke auto die heeft
21:15:01
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir [slachtoffer 1] is straatweg kan u dat na gaan
21:15:45
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Moment mr, ga er nu werk van maken!
21:16:09
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Oké ga naar hem tog zeg hem dat je en pistolen nodig hebt en kijk gelijk wat voor auto hij rijdt aub.
21:16:29
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok klaar 30 a 40 min staan wy klaar sir
21:17
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké dat heb ik hem gezegt dat hij naar hem moet gaan en moet kijken welke auto hij rijdt
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 23:14
Ok beter laat hem die hond opzoeken relax dan staat alles klaar laat hem zeggen welke auto die heeft
21:18
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Zorg voor goeie alibi broer nu!! Ergens met cameras!!!
21:19
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Ik ben bij iemand thuis
21:20
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ga waar mensen je zien broer beter:!!!!!!
21:26
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke bro ik heb net gebeld zij kom hij zegt kan niet rijden ik wou hem hier bij transwijk laten komen maar hij zegt ben dronken
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 29 Mei 2016 23:19
Hou hem beetje lang bezig zo dat ik straks tijd genoeg heb
21:33:02
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Hoop hy is met chino kk honden insch'allah brengt chino hem thuis
21:33:34
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Daarom beter dus kyken wie hem thuis gaat brengen zeker die chino
21:34
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir chino is die al thuis [slachtoffer 1] is dronken en geen auto dus iemand gaat hem thuis brengen
21:36
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ik was op weg naar straatweg, wil het persoonlijk checken! Dus [slachtoffer 1] is daar zeker nog? Ik zag hem daar ook bij die griek in de avond.
21:37:00
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
100000% sir maar zonder auto dus iemand gaat hem thuis brengen insch'allah chino bingo!!!
21:37:03
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Gisteren waren ze ook samen op straatweg! Kans is groot dat chino hem kan brengen!
21:37:27
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Amin inchaallah mr, ik ga nu langs chino checken mr!
21:42:01
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Auto chino staat er niet mr! Kan dat hij hem later ophaalt nog!
21:42:35
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Zodra ze een witte mercedes cla station wagen zien wat ik stuurde is het chino mr..
21:44:16
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ja weten alles iedereen gaat slapen vandaag insch'allah!
22:04
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Ze zijn bezig! Praten we later over!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:03
Hi jongen laat je me weten over de polo hij wacht op antwoord?
22:15
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Ja ben met hem bro
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:13
Broer heb je die man gezien
22:26
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Ik heb [medeverdachte 3] net 5 min gesmst ze zijn nog samen in amsterdamstraatweg
22:27
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok weet ie al wie hem gaat brengen is chino met hem?
22:29
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Die vraag heb ik hem net gesteld ik wacht op antwoord
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:27
Ok weet ie al wie hem gaat brengen is chino met hem?
22:33
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Nee ohij is alleeen dronken
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:28
Is chino met hem broer gaar hij hem naar huis brengen
22:36
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Broer hij is dronken en chino is niet met hem
22:51:39
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer laat [medeverdachte 3] hem absoluut niet na huis brengen anders gaat [medeverdachte 3] slapen die heads laten iedereen slapen duidelyk
22:52
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké
22:53:01
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Bro ben hier met hem hij praat hij zegt ander allemaal rotzooi die slager hij zegt niks met hem verdiend en hij zegt moet 30juni voorkomen in amsterdam
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:28
Is chino met hem broer gaar hij hem naar huis brengen
22:53:46
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Waaarom bro.
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:53
Broer breng die man niet naar huis aub niet doen
22:54:19
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Leest onder
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:53
Bro ben hier met hem hij praat hij zegt ander allemaal rotzooi die slager hij zegt niks met hem verdiend en hij zegt moet 30juni voorkomen in amsterdam (…)
22:54:58
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Bro niks doen heb met hem gepraat door tlf en hij heeft ook zijn vriend gepraat door tlf.
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:53
Broer breng die man niet naar huis aub niet doen
22:55
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Niet doen aub niet naar huis brengen luister na mijn je bent mijn broeder
22:56:28
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Broer niet brengen aub die man wou mijn dood hebben
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 00:54
Bro niks doen heb met hem gepraat door tlf en hij heeft ook zijn vriend gepraat door tlf. (…)
22:56:48
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ja weet ik zyn dood is slager zyn fout moeten weten wie hem thuis brengt
23:11:41
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer wie brengt die man thuis??
23:11:51
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Neee bro ik denk hij pak taxi
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:01
Heb je vermoeden wie hem naar huis gaat brengen
23:12
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke bro
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:11
Je mag pratten door de telefoon maar gebeurd niks nu broer maar ik zeg jouw niet naar huis brengen aub
23:26
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Ben je nu alleen
23:28
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Broer ben je nu alleen
23:38:15
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke ik ga met 5min weg
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:33
Oké. Laat mijn allees wetten dus luister goed niet naar huis brengen meer zeg ik je niet broer
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:31
Neee bro nog in straatweg hij zit elke keer jij sms ik heb tlf in lader hij gokast en naaast hem
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:30
Broer geef antwoord
23:38:41
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Teveel petten daar by heads word niks vandaag
23:40
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Hij is nog in amsterdamstraatweg achter en gokkast zit hij en [medeverdachte 3] gaat met 5 min weg bij hem
23:44:13
[verdachte]
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 3] gaat met paar minuten weg naar zijn eigen huis broer
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:41
Heads zyn weg petten hebben ze gezien!! Laat [medeverdachte 3] kyken wie hem thuis brengt
23:44:55
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké dan ga ik ook hier weg waar ik nu ben
23:50
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Ik ben nu in de auto alleen zijn auto staaat gwn opstraatweg die golf
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:46
vandaag ga ik hem niet pakken broer
23:55
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Die golf van die [slachtoffer 1] is in amsterdamstraatweg zag [medeverdachte 3] net hij is bij hem weg nu
23:56
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Bro heb hem uit gehoord hij zegt niks vijandig over jou en hij zegt die slager klootzaak niks verdiend j zegt maar die ander amigo van jou wil mij pakken hij zegt staat in dosier en liet mij brief hij moet 30juni naar de rechtbank en hij zegt gaat om die ontvoering van goedgoed hij zegt heb daar niks mee te maken hij zegt jou amigo wil mij. Slapen hij zegt politie zegt dat ik zij nee poltie niet geloven
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:46
vandaag ga ik hem niet pakken broer
23:57
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Bro heb heeel lang met hem gepraaat maar ik moet je live Zien
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:51
Oké
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 01:50
Ik ben nu in de auto alleen zijn auto staaat gwn opstraatweg die golf (…)
Op 30 mei 2016 heeft de politie een gestolen blauwe BMW 545i aangetroffen op de Rhodosdreef te Utrecht en in beslag genomen. [231] In de auto zijn twee flessen met benzine, een jerrycan en drie aanstekers aangetroffen. Op een van de flessen is een DNA-spoor aangetroffen (vanaf de drinkopening en de dop van een colafles). Uit het NFI-rapport van 24 januari 2017 blijkt dat dit overeenkomt met het DNA van [betrokkene 31] . [232] Daarmee staat een verband vast met de loods in Landsmeer die werd gebruikt voor de opslag van (gestolen) auto’s. Verderop in het vonnis wordt daar nader op ingegaan (zie hoofdstuk 4.6 Zaaksdossier 140 Sr (criminele organisatie)). Dat de inbeslaggenomen BMW daadwerkelijk de auto is waarin de schutters in de nacht van 29 op 30 mei 2016 klaar stonden om [slachtoffer 1] (en degene die hem thuisbracht) te doden wordt bevestigd door onderstaand bericht van [medeverdachte 1] aan [verdachte] van 31 mei 2016. [233]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:35
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer denk even met my mee heb een goeie ryder nodig die ov goed kent en een safehuis dichtby gisteren heads petten zagen hun in bmw 545 meteen probleem zyn heads snel weggegaan overgestapt jongen gaat terug bmw pakken vol petten weggesleept! En wil ze alle 2zelfde dag doen die honden! Fietsen alles regel ik heads alles alleen top ryder die niet paniek raakt en fiets fikt en overstapt heads veilig
Nadat de politie hen heeft gezien zijn de schutters snel weggegaan en later, toen ze weer terug gingen om de achtergelaten BMW 545i op te halen, bleek deze te zijn weggesleept.
Uit de navolgende berichten blijkt dat de observatie op [slachtoffer 1] in de middag van 30 mei 2016 is voortgezet. [medeverdachte 1] meldt aan [verdachte] dat hij er mensen (spots) op heeft gezet. Degene die voor [verdachte] gaat zoeken gaat tegen 20:00 uur beginnen. [verdachte] zal het meteen aan [medeverdachte 1] laten weten als [slachtoffer 1] is gevonden. [verdachte] vraagt [medeverdachte 2] om hem te helpen [slachtoffer 1] te vinden. [medeverdachte 2] zegt dat toe en vraagt om instructies. Hetzelfde vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 3] en ook hij vindt dat goed. [verdachte] bericht [medeverdachte 3] dat hij van [slachtoffer 1] (hem) af wil. [verdachte] geeft de locatie waar [slachtoffer 1] rondhangt, waar hij woont en het type auto door aan [medeverdachte 2] . Vervolgens gaat [verdachte] bij [medeverdachte 3] na waar [slachtoffer 1] de vorige avond was en geeft ook die informatie aan [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] gaat daadwerkelijk kijken en stelt vast, afgaand op het kenteken (dat inderdaad van de auto van [slachtoffer 1] is), dat [slachtoffer 1] thuis is. [234]
[medeverdachte 2] heeft verklaard (zie hoofdstuk 4.2.4 Verklaringen van [medeverdachte 2] ) dat het de bedoeling is geweest ongeveer een week voor de ramadan toe te slaan. In eerste instantie is het idee geweest om te beginnen met de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] , dat bleek lastig en daardoor is een omwenteling gekomen waarbij de nadruk meer op [slachtoffer 1] is komen te liggen. Bij de observatie van [slachtoffer 1] is een (doorstuur)bericht gestuurd dat hij nu op de (Amsterdamse)straatweg is. [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) heeft goed contact met [slachtoffer 1] en probeert hem te traceren en geeft het door als hij met hem heeft afgesproken. Van [slachtoffer 1] is bekend dat hij op de (Amsterdamse)straatweg komt, bij het Griekse café, in welke auto hij rijdt en het kenteken daarvan, aldus steeds [medeverdachte 2] . [235] Dit komt overeen met de voorgaande en hierna volgende berichten.
30 mei 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:32
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké ik ga kijken wie hem op afstand kan volgen dat hij samen met die chino kan zijn weinig kans behalf als hij snel met hem wat te bespreken is dan misschien
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 16:27
Hmdl broer! Broer vandaag kyk wie die [slachtoffer 1] kan volgen ook precies dan doen we hen het liefst als die samen met chino is
14:44
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Eergisteren waren ze samen rondjes ryden
14:45
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké ik zit te kijken hoe ik ga het fixen
14:46
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok ik heb ook spots erop maar zodat we zeker weten
17:25
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké broer want die jongen zou rond 20..00 begingen. Zoeken zei die
17:38
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Zodra hij hem heeft gevonden laat ik je gelijk wetten
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 19:33
Ok is perfect
17:44:27
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Ja kan broer wat moet gebeuren moet gebeuren.
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 19:43
Goed hamdulah zou u mijn beetje helpen om die [slachtoffer 1] water hoofd te tracksereen
17:47
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Oké dank u want ik wil van hem af zodat ik die chino ook aanpak weg ermee rotzooi mensen
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 19:45
Oke is goed
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 19:44
Ook goed rustig zou u mijn vandaag helpen om die waterhoofd te tracksereen aub
17:49
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Zenderen geen optie?
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 19:48
Gewoon naar amsterdamstraatweg daar blijft hij hangen en zijn adres is [adres] golf 7 zwart (…)
17:56
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Oke broer weet u wel waar die ongveer hangt op straatweg welke café?
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 19:55
Nee beter niet
18:00:49
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Ja tegen over blokker
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp
Verzonden: 30 Mei 2016 19:58
Waar was hij gisteren achter gok kast in amsterdamstraatweg café ???
18:08
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Oke dat dacht ik al daar zitten al die oostblokkers ga zo van auto switchen en meteen checken
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 20:07
Leest onder
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 20:05
Griekse cafe achterin gokkast hij zegt vaak daaar
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 19:58
Waar was hij gisteren achter gok kast in amsterdamstraatweg café ???
18:47
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Hij is niet in die cafe broer
18:57
[medeverdachte 2]
[verdachte]
[kenteken] is dat die kenteken?
18:59
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Hij is dan thuis
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 20:58
klopt
19:03
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Hoe bedoeld u rijden? Ik zie die auto nu staan.sta 300meter verder op heb zicht op die auto.als die auto gaat rijden zit ik erop?
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 21:01
Oké zijn vrouw rijdt ook erin efe beetje rijden mischien kom je hem tegen
Die avond gaat het berichtenverkeer door. [medeverdachte 1] vraagt aan [verdachte] of (de rechtbank begrijpt:) [slachtoffer 1] al gevonden is. [236] [verdachte] laat weten dat er zicht op zijn auto is voor de deur van zijn woning. [verdachte] vraagt dat nog na bij [medeverdachte 2] die dat bevestigt. [237] [medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) hem eventueel naar buiten kan lokken. [238] [medeverdachte 2] laat [verdachte] dan weten dat [slachtoffer 1] is ingestapt bij [betrokkene 1] . [verdachte] stuurt dat bericht meteen door naar [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] geeft kentekens door en deze worden naar [medeverdachte 1] doorgestuurd door [verdachte] . [239] Het kenteken van de witte Mercedes CLA is het kenteken dat [medeverdachte 2] gekregen heeft. [240] Intussen heeft [medeverdachte 3] aan [verdachte] laten weten dat [slachtoffer 1] hem heeft gevraagd om naar dezelfde plek als gisteren te komen. Dit bericht stuurt [verdachte] ook door aan [medeverdachte 1] . [241] [medeverdachte 1] heeft bericht ontvangen dat de auto (GTI) morgen klaar staat. [242] [verdachte] laat [medeverdachte 1] (weer) weten dat [slachtoffer 1] bij [betrokkene 1] is ingestapt. [medeverdachte 1] vraagt [verdachte] of hij een chauffeur (prof ryder) heeft die nu met de schutters (heads) wil rijden. [243] [verdachte] vraagt aan [medeverdachte 2] of hij iemand kent die de schutters (die heads) wil rijden. [244] [medeverdachte 2] kent niet iemand die dat wil doen. Dit stemt overeen met de verklaring van [medeverdachte 2] dat hem in deze periode is gevraagd of hij professionele autorijders kent waarop zijn antwoord is dat hij niet zo iemand kent en dat er blijkbaar wel iemand was om te schieten maar geen chauffeur. [245] [medeverdachte 1] vraagt of [slachtoffer 1] samen met [betrokkene 1] op de (Amsterdamse)straatweg is. [246] [verdachte] doet navraag bij [medeverdachte 3] en legt hem de informatie over auto’s en kentekens voor die hij van [medeverdachte 2] heeft gekregen. Als [verdachte] vervolgens aan [medeverdachte 3] vraagt of hij een (goede rijder prof) chauffeur heeft voor de schutters (heads) die hij heeft, en dat alles al klaar is, antwoordt [medeverdachte 3] dat hij iemand uit Zeist kent. Die persoon kan goed rijden en is ook bereid iemand te volgen. [247] [medeverdachte 3] bericht dat hij meteen naar hem toe gaat.
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
19:19
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Al gevonden?
19:21:16
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Nee nog niet zijn golf staat voor de deur daar is iemand op uitkijk waar hij gisteren was iis hij daar niet amsterdamstraatweg
19:21:50
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok dus ze golf staat by zyn huis gewoon?
19:22
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Ja voor de deur
19:23:16
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok dus hy is thuis! Die [medeverdachte 3] kan hem na buiten lokken eventueel toch?
19:23:53
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Ja dat zou kunnen
19:25
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Ok als laatste optie
19:28:25
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Dus jy hebt nu zicht op zyn auto toch??
19:28:52
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Ja klopt
19:33
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Ja broer die staat er nog steeds
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 21:33
Broer hebt u nog uizicht op die golf
20:01
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Leest onder
------Origineel bericht------
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:00
Broer die chino is hier net aangekomen die hond is bij hem ingestapt ze zijn scherp en op hun hoede
20:03
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Leest onder
------Origineel bericht------
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:02
Die cla [slachtoffer 1] is een duitse auto aangekomen en bij hun ingestapt.stuur je zo die kenteken
20:04
[medeverdachte 2]
[verdachte]
[kenteken] Mercedes B Klasse
20:05
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Deze nieuws is van [medeverdachte 3] dat hij naar amsterdamstraatweg gaat [slachtoffer 1]
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:02
Hij belde net hij zij kom waar hij gisteren was
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 21:57
Broer niks nog geen nieuws
20:06
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Leest onder
------Origineel bericht------
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:05
Hij wou die b klasse naast zn golf parkeren daarna zij straat gepakt toen is die in die CLA ingestapt en zijn ze weg gereden.
20:07
[medeverdachte 2]
[verdachte]
[kenteken] in deze is die gestapt.
20:08
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Leest
------Origineel bericht------
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:07
[kenteken] in deze is die gestapt.
20:09
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Ja.dat is die auto waarvan ik keneken heb gehad.daar stapte hij in
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:08
Witte cla
20:12
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Die duitste auto moet gezenderd worden die gaat je meer info geven
20:13
icqx24tm@
hiddennet.info
[medeverdachte 1]
sir gti sleutel hebben ze nog kunnen fixen! Dus staat morgen klaar
20:16
[verdachte]
[medeverdachte 1]
[slachtoffer 1] is bij chino ingestapt voor zijn huis ze zijn nu in die wite cla van chino
20:21:28
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Nu niet gelijk want ik bespreek met niemand wat kwa dit
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:19
Broer heb je een prof ryder die nu wil ryden met heads?? Geef hem fietsen en overstap ?
20:21:56
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Wat wilt u dat ik nu nog doe broer?
20:31
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Nee broer die chauffeurs die ik ken gaan dit niet doen.
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:29
Bro weet u geen prof rijder om met die heads mee te rijden
20:33
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Is die [slachtoffer 1] nu samen met die chino op straatweg sir?
20:36:38
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Nee hij is bij chino ingestapt dan gaat chino zeker hem terug brengen naar zijn auto want chino gaat nooit daar naar amsterdamstraatweg dat is wel zeker
22:36
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Was hij met hem. In die grieks cafe
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:32
Salam broer leest onder je zegt die man is niet met hun
------Origineel bericht------
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:00
Broer die chino is hier net aangekomen die hond is bij hem ingestapt ze zijn scherp en op hun hoede
22:39
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke bro hij is niet in die golf7 ander auto gistern was hij met golf alleen daar in die cafe
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:37
Nee chino heeft hem opgehaald van huis in [plaats]
22:47:16
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke die witte is dat berlijn kenteken
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:45
In die auto reed hij broer vanmiddag hij is naar huis gegaan gelijk bij chino in gestapt wite cla mercedes
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:43
Dat zijn die klante uit berlijn hij zij tegen mij dat hij duitse had die blokken willen
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp: Fw:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:41
Hier rijdt die [slachtoffer 1] ook broer Duits auto
------Origineel bericht------
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 30 Mei 2016 22:04
[kenteken] Mercedes B Klasse
22:47:51
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Oké efe en vraagje heb je voor mijn en goede rijder prof heads heb ik allees al klaar
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:46
meestal is hij in die golf eertste had hij grijze auto maar die heeft hij niet meer die duitse auto denk is niet van hem
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp: Fw:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:41
Hier rijdt die [slachtoffer 1] ook broer Duits auto (…)
22:50:03
[medeverdachte 3]
[verdachte]
ik kan iemand die kan rijden uit zeist
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:48
Nee daar rijdt chino in nl plaaten
23:01
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke nu gelijk na hem gaan
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 01:00
Oké kan je hem vragen aub
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:58
Hij had mij gezegt toen als klus ga ik rijden bro maar moet na hem ;ij had mij ook keer gezegt voor iemand volgen dat is deze jongen
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:55
Wil hij wel voor die klus
------Origineel bericht------
Van: Porche bently april
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:52
Hij heeft wil vroeger snelkraken gepeelgt kan wil rijden goed raak niet paniek
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 00:50
Is hij prof met rijden
23:03
[medeverdachte 3]
[verdachte]
Oke
------Origineel bericht------
Van: Paco
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 01:01
Graag aub
Die nacht – het is inmiddels 31 mei 2016 – gaat het berichtenverkeer nog even door en de volgende middag wordt het hervat. [medeverdachte 1] vraagt [verdachte] om chauffeurs en een safehouse. [verdachte] vraagt vervolgens [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] of zij plofkrakers kennen die willen rijden. [248] [verdachte] vraagt [medeverdachte 2] ook of hij een safehouse in Utrecht kan regelen. [verdachte] vraagt ook de onbekende gebruiker van nen111z@pgpsafe.net, door hem opgeslagen als ‘Buurman’, of hij een goede chauffeur kent. [249] [verdachte] heeft alles klaar behalve een goede chauffeur. Kort daarna wordt door de onbekende gebruiker van icqx24tm@hiddennet.info aan [medeverdachte 1] gevraagd waar de auto (een zwarte Volkswagen Golf GTI) kan worden afgegeven. Dat wordt 20:00 uur aan de Mexicodreef in Overvecht. [250] [medeverdachte 2] heeft intussen navraag gedaan, maar het huis dat hij op het oog had is niet beschikbaar. [251] In zijn kluisverklaring heeft hij hierover in gelijke zin verklaard. [252]
31 mei 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:35
[medeverdachte 1]
[verdachte]
Broer denk even met my mee heb een goeie ryder nodig die ov goed kent en een safehuis dichtby gisteren heads petten zagen hun in bmw 545 meteen probleem zyn heads snel weggegaan overgestapt jongen gaat terug bmw pakken vol petten weggesleept! En wil ze alle 2zelfde dag doen die honden! Fietsen alles regel ik heads alles alleen top ryder die niet paniek raakt en fiets fikt en overstapt heads veilig
00:41
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Salam Zeker ben ik bij de les mee denken ik kon twee mensen maar nu heb je er niks aan 1 profkraker die is nu in duidsland aan het werk en andere pas over 10 dagen vrij daarom zei ook niks tegen je maar ik zit verder mee te denken niet dat ik stil sta kwa denken en wie geschikt is broer dat is belangrijkste van dit werk
00:44
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Oké
------Origineel bericht------
Van: 111 Kleine brother
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 02:43
Ja gewoon snelkrakers plofkrakers zyn beste ! En check een oso in de buurt waar heads even kunnen rusten en volgende dag weg !
00:51
[verdachte]
[medeverdachte 3]
Broer kan je die man niet trackeren die plofkraker die in Duitsland is of iemand anders
00:52
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Broer ik zou echt niet weten wie.plofkraker's die ik ken is die spanjaard maar heb geen contact meer met hem.
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 02:49
Broer efe en vraagje ken jij geen plofkraker die willen rijden prof rijders
12:50
nen111z@
pgpsafe.net
[verdachte]
En heb je iets gehoort over die hond..
12:54
[verdachte]
nen111z@
pgpsafe.net
Nee niks broer ik moet eerst wat hier in nl pakken dan komt die hond wel boven water komen
12:56
[verdachte]
nen111z@
pgpsafe.net
ze zijn nog wat van plan die chino met [slachtoffer 1] want gisteren heeft chino [slachtoffer 1] van huis opgehaald en rondje gaan rijden in chino auto
12:58
[verdachte]
nen111z@
pgpsafe.net
buurman efe en vraagje kan je mijn helpen
12:59
nen111z@
pgpsafe.net
[verdachte]
Als ik kan ja waroomt niet .
13:01
[verdachte]
nen111z@
pgpsafe.net
Ik zoek en goederijder prof die niet in paniek raakt
13:03
nen111z@
pgpsafe.net
[verdachte]
Ben je vandag hier in de buurt.
13:04
[verdachte]
nen111z@
pgpsafe.net
Nee broer waarom ik heb allees klaar behalf goede rijder
14:25
icqx24tm@
hiddennet.info
[medeverdachte 1]
Salam sir alles ok? Hoelaat en waar gti afgeven?
icqx24tm@
hiddennet.info
20uur mexicodreef sir overvecht
15:06
icqx24tm@
hiddennet.info
[medeverdachte 1]
-----Origineel bericht-----
Van: Bahelo
Aan: Own
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 17:07
Yooo bro 20 uur staat
Sleutel word gezet in de arm leuning
Er zijn 2 sleutels 1 is die blok voor open en dicht
En nog 1 gewone daar start je mee
Waggies gaan ze open neerzetten
Dus instappen loesoe
17:58
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Geen probleem broer als er wat anders moet gebeuren hoor ik het wel
------Origineel bericht------
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 19:55
Salam oké schokraan voor de moeite broer thanks
------Origineel bericht------
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 19:54
Salaam broer alles goed ? Broer heb diegene gevraagd die huis is niet beschikbaar voor de rest weet ik niemand broer
Die avond worden er ook chats verzonden. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 7] of hij maandag een chauffeur beschikbaar heeft voor een te plegen aanslag op [betrokkene 1] . Het andere team zal dan [slachtoffer 1] dezelfde dag doden. [253] [medeverdachte 7] antwoordt dat de chauffeurs in Marokko zijn. Degene die alles heeft verkend komt maandag 6 juni terug, zo laat hij [medeverdachte 1] weten. [medeverdachte 1] heeft hem dit gevraagd op dinsdag 31 mei 2016, dus daarmee doelt [medeverdachte 7] – naar de rechtbank begrijpt – op 6 juni 2016. Vervolgens vraagt [medeverdachte 7] aan [medeverdachte 6] om ene ‘ [betrokkene 51] ’ te vragen of hij klaar staat op maandag. [medeverdachte 6] stuurt dan [betrokkene 30] een bericht met de vraag of hij meegaat met de actie die gepland is op 6 juni 2016 en overlegt ook verder met hem en [medeverdachte 7] . Wat [medeverdachte 1] betreft moet het die dag gebeuren want ‘die hond’ moet op 10 juni 2016 getuigen. De rechtbank concludeert dat hiermee [betrokkene 3] wordt bedoeld; hij heeft op 10 juni 2016 een getuigenverklaring afgelegd bij de rechter-commissaris. [medeverdachte 7] laat [medeverdachte 1] weten dat hij desnoods een ander, zijn neefje, stuurt. [medeverdachte 1] heeft schutters, hij wil ze uit het buitenland laten komen en moet daarom zeker weten dat er een chauffeur is. [medeverdachte 7] kan via het neefje ook over een ruimte beschikken waar de schutters kunnen wachten tot de volgende dag. [medeverdachte 1] stemt hiermee in. [254]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
21:39
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Sir gaat lukken dat we maandag die chino kunnen doen met 1ryder van u en andere team doet die [slachtoffer 1] zelfde dag
21:40
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Probleem is allebei de rijders zijn nog in maroc mr.. Die alles heeft verkend komt pas 6juni terug mr.. Dan kunnen we die chino doen inchaallah!
21:41
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja kan dan wel, maandag is 6 juni dan is die terug inchaallah!
21:42
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Kan ja [betrokkene 51] vragen of hij klaar staat die hond te doen maandag als hij terug is! Want die dag gaan 2 mensen daarom! Dan stemmen we het zo af! 2 teams staan klaar dan!
21:45
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 7]
Ja is goed ik ga het vragen,maar welke maandag? hij is 6juni pas terug en als het dan ramadan dan doet hij het niet hij werkt niet in de ramadan.
21:51
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Vraag even want die dag moeten er 2 mensen gaan! Hij rijd met een team en die andere team doet iemand anders op een andere plek in utrecht! Want die chinees en [slachtoffer 1] moeten de zelfde dag gaan!
21:59
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Onder mr! Dan krijgen we dat weer pfff!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest
Onderwerp: Fw:
Verzonden: 31 Mei 2016 23:57
Lees even onder.
------Origineel bericht------
Van: Mrd
Aan: Ik
Onderwerp: Re:
Verzonden: 31 Mei 2016 21:57
Dan is et al ramadan man liever niet. Ik hb wel eventueel driver voor in mijn plaats
------Origineel bericht------
Van: Kast
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 31 Mei 2016 23:54
Salaam bro alles goed? Als je de 6de terub ben ga je nog mee met die actie? Hij staat de 6de gepland.
22:03
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Hahaha ramadan jammer dan die honden mogen niet eens leven in ramadan sir ! Ook goed als hy zyn driver kan laten route zien myn heads gaan gewoon sir ! Want die hond moet 10juni getuige !
22:05
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja zeker mr, zo heb ik het ook duidelijk gezegd! Ramadan of niet! Werk is werk en hij moet altijd klaar staan! Want mijn kleine behoud contact met hem!
22:07
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 6]
Zeg hem is goed.. Komt goed! Want 10 juni moeten die honden getuigen en daar voor moeten ze weg zijn!
22:10
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 7]
Is goed zal het door geven aan hem. Maar bedenk alvast wel plan B voor het geval hij niet kan.
22:23
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Hahaha ja daarom! Gair inchaallah komt goed.. Anders gewoon mijn neefje als laatste optie! Die zwijgt tot zijn graf! En doet hem zelfs persoonlijk als ik hem dat vraag!
22:29
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja zeker begrijp u mr! Inchaallah gair.. Ga er werk van maken, als die driver van laatst niet kan! Dan even plannen met mijn neefje inchaallah!
22:30
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Insch'allah sir belangrykste overstap en waar ze dan heen gaan timeren tot sochtends en weg
22:33
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja moet goed gepland worden inchaallah mijn neefje heeft eigenhuisje in leusden! Dus dat valt allemaal te plannen alleen overstap en alles goed regelen, ik moet dan en beetje voor hem gaan denken en plannen enzo!
22:34
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ok sir en die [betrokkene 7] gaat ook deze ramadan heads gaan gewoon na binnen waar die ook zit! Beste die ac van [betrokkene 32]
22:38
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Ja inchaaallah mr, laatste keer was makkelijk als ze naar binnen zouden komen! Makkelijk precies bij de deur die hond!
22:39
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ja zo gaan we doen sir insch'allah deze ramadan alle honden na hell
22:42
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Amin inchaallah mr, gair ou tisir inchaallah! Verdiende loon van die tering honden!
Later die nacht brengt [medeverdachte 7] , met een doorstuurbericht van [medeverdachte 6] , [medeverdachte 1] op de hoogte van de locatie waar [betrokkene 1] is gezien. [medeverdachte 7] legt [medeverdachte 1] voor dat hij heeft gehoord dat [betrokkene 1] zijn verklaringen zou willen intrekken en vraagt hem of het dan niet beter is hem daarna te straffen. Uit het daaropvolgende bericht van [medeverdachte 1] leidt de rechtbank af dat dat voor hem een gepasseerd station is. [255]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
23:30
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Onder mr!
------Origineel bericht------
Van: Brede
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 1 Jun 2016 01:15
Die [betrokkene 1] shinees rijd nu voor mij columbuslaan naar zijn ouders witte cla
23:34:08
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Ja en gisteren waren ze samen die [slachtoffer 1] en chino snachts ook en ramadan helemaal
23:35
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Afstraffen die honden inchaallah! Maar ik hoorde die chino gaat verklaringen in trekken! Is dat niet beter daarna te doen straffen! Dan helemaal beter toch
23:38
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 7]
Is onzin sir gewoon straffen fuck hun verklaringen zyn stront ze hadden myn naam niet moeten noemen want wou die chino of [slachtoffer 1] helemaal niet
23:48
[medeverdachte 7]
[medeverdachte 1]
Inchaallah gair mr, komt goed!
4.2.6
Duiding van de PGP-berichten en overige gegevens met betrekking tot (verdere) voorbereiding van moord en de uiteindelijke liquidatie van [slachtoffer 1]
Op 11 juni 2016 heeft [verdachte] contact met [medeverdachte 2] , waaruit blijkt dat zij (nog steeds) bezig zijn met het lokaliseren van [slachtoffer 1] . [256]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
16:24
[verdachte]
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 3] heeft hem gebeld donderdag toen zei [slachtoffer 1] tegen [medeverdachte 3] dat hij in Spanje zit barcalona maar ik geloof hem niet hij liegt
Op 13 juni 2016 hebben [verdachte] en [medeverdachte 2] contact in verband met het regelen van een huis voor korte tijd. [verdachte] laat hem weten dat ervoor betaald wordt. [257]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:59
[verdachte]
[medeverdachte 2]
oké is goed nee niks zeggen
-----Origineel bericht-----
Van: Diablo 2015
Aan: Seltest 11-03
Onderwerp:
Verzonden: 13 Jun 2016 16:54
Oke broer ga straks die kant op na de file ga even verzinnen wat ik ga zeggen.want als ik dit vertel zegt ie sowieso nee omdat ie een schijterd is en echt hoofdpijn man.ga zeggen dat ik wat buitenlanders verwacht die moeten 1 dagje blijven even je huis nodig.
-----Origineel bericht-----
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 13 Jun 2016 16:52
Laat we houden ruim 1 dag
[medeverdachte 2]
[verdachte]
komt goed mail u straks
-----Origineel bericht-----
Van: Lucas
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 13 Jun 2016 17:02
Oké we betalen hem er voor
Op 15 juni 2016 is een contant geldbedrag gestort op de rekening van een van de bewoners van de woning aan de [adres] en op 16 juni 2016 is een groot deel hiervan op de rekening van een reisbureau gestort (zie hoofdstuk 4.2.7 Onderzoek naar de liquidatie van [slachtoffer 1] ). [258]
Op 17 juni 2016 is [slachtoffer 1] enkele dagen op reis gegaan met een geleende auto. [259] [medeverdachte 9] vraagt in de nacht van 17 op 18 juni 2016 aan [medeverdachte 2] of hij ‘die ene’ al is tegengekomen. Uit het antwoord van [medeverdachte 2] begrijpt de rechtbank dat hiermee [slachtoffer 1] wordt bedoeld, die immers zijn eigen auto heeft laten staan terwijl vaststaat dat [medeverdachte 2] naar hem op zoek is. [260]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
22:38
[medeverdachte 9]
[medeverdachte 2]
Oke
-----Origineel bericht-----
Van: Sua
Aan: Selftest 28-12 15
Onderwerp: Re:
Verzonden: 18 Jun 2016 00:34
Auto staat voor zn deur maar hij is niet thuis.hij wordt als goed is gebeld en uitgelokt
-----Origineel bericht-----
Van: Mister P
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 18 Jun 2016 00:35
Salaam bro alles goed heb je die ene al tegengekomen?
Op 20 juni 2016 om 21:26 uur is een foto gemaakt vanaf de Theemsdreef, met zicht richting de [adres] . De foto is gemaakt met de Samsung Galaxy Edge van [medeverdachte 4] en aangetroffen op zijn laptop. [261]
[slachtoffer 1] is op 21 juni 2016 om 22:00 uur van zijn reis thuisgekomen. [262] [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij rond 22:30 uur een bericht kreeg dat ‘die hond’ thuis was, en dat hij naar de woning van [slachtoffer 1] is gereden. Hij zag dat er licht brandde en dat de auto voor de deur stond. Hij gaf dit door aan [verdachte] die hem zei daar te blijven tot het andere team kwam. Daarna ontving hij bericht van [verdachte] dat hij kon gaan. [medeverdachte 2] verklaart verder dat hij rond 23:30 uur het verzoek van [verdachte] kreeg om terug te gaan naar de woning. [medeverdachte 2] ging terug en gaf door dat het licht brandde. Toen stuurde [verdachte] hem bericht dat de spot daar nu moet wegwezen. Later heeft [medeverdachte 2] gehoord dat geprobeerd is een ruit in te gooien om [slachtoffer 1] naar buiten te lokken. [263]
Op 22 juni 2016 wordt rond 01:00 uur een baksteen tegen een raam van de woning van [slachtoffer 1] gegooid. [264] De partner van [slachtoffer 1] laat daarom in de vroege ochtend de politie komen waarbij zij aangeeft dat zij bang is dat er een aanslag op haar man zal worden gepleegd. Zij vertelt dat [slachtoffer 1] al langere tijd wordt bedreigd omdat hij getuige is in een onderzoek naar liquidaties.
[medeverdachte 2] laat in een bericht op 22 juni 2016 aan [verdachte] weten dat hij achter hem staat en geeft aan dat hij er 24 uur zal staan als er een auto voor hem geregeld wordt. [265] Dit bericht past bij de verklaring van [medeverdachte 2] dat hij op 22 juni 2016 in de nacht of vroege ochtend een bericht ontving dat zij de hele dag ‘op [slachtoffer 1] zouden gaan zitten’ en dat waar [slachtoffer 1] ook was, er gelijk actie zou worden gezet. Het bericht is ook ondersteunend aan zijn verklaring dat hij niet langer in een auto uit zijn privésfeer wilde rijden en dat hij in de middag de sleutel van een Seat Ibiza heeft gekregen, via [medeverdachte 9] . [266]
22 juni 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Ja is goed broer we mailen ik ben met u tot de rest broer.alleen ben echt beperkt in opties op dit moment ik regel wat ik kan regelen fix auto en ik sta daar 24uur
-----Origineel bericht-----
Van: Luca 2
Onderwerp:
<$RemoveOnDelivery,Confirm> 158Q
Verzonden: 22 Jun 2016 02:29
Thanks
4.2.7
Onderzoek naar de liquidatie van [slachtoffer 1]
Getuige [betrokkene 18] heeft – samengevat – het volgende verklaard. Hem is in de middag gevraagd om naar [slachtoffer 1] te gaan, omdat er bij hem een raam was ingegooid. Hij gaat in de avond, in een groen shirt, naar [slachtoffer 1] toe. [slachtoffer 1] komt naar buiten en zij lopen voor de deur heen en weer. [betrokkene 18] ziet twee mannen, donker gekleed en met een bivakmuts op, aan komen rijden op een scooter. De passagier stapt af met een vuurwapen in handen. [slachtoffer 1] en [betrokkene 18] rennen weg maar de dader schiet meteen op [slachtoffer 1] , die ten val komt. Hij schiet daarna met een ander wapen, een handvuurwapen, door het hoofd van [slachtoffer 1] . De daders rijden vervolgens weg op de scooter. [267]
Op de plaats delict zijn 27 kogelhulzen aangetroffen, 8 daarvan zijn vermoedelijk verschoten met een (semi)automatisch werkend pistool, merk Glock en 19 kogelhulzen zijn vermoedelijk verschoten met een (semi)automatisch werkend machinepistool, mogelijk van het type R9 Arms. [268]
Een getuige heeft verklaard dat hij voor de schietpartij twee mannen heeft gezien met een legergroene scooter bij de eerste portiek op de Patmosdreef. [269] De bestuurder van de scooter en de passagier dragen een bivakmuts. De passagier heeft een rugzak bij zich waar zichtbaar ‘iets’ in zit. Direct hierna hoort de getuige knallen en na een korte pauze nog een aantal. Ook andere getuigen hebben het over twee series schoten door een van de twee personen met een bivakmuts, en over een scooter. [270]
De scooter die bij de liquidatie is gebruikt is kort daarna gevonden. Dat het dezelfde scooter is blijkt uit het volgende. Er zijn getuigen die de vluchtroute van de scooter hebben aangegeven. [271] Een van deze getuigen heeft op 22 juni 2016 tussen 22:05 uur en 22:10 uur twee mannen gezien, lopend op de [adres] en komend vanaf het fietspad. De volgende ochtend heeft de getuige een scooter aangetroffen in de bosjes. De scooter en de plaats waar deze is aangetroffen zijn forensisch onderzocht. [272] Rond de scooter hangt een sterke benzinegeur. Vlakbij de scooter ligt een jerrycan waar de dop vanaf is gedraaid. Op de jerrycan is een DNA-spoor dat matcht met het DNA van [betrokkene 33] (hierna: [betrokkene 33] ). [273] Er is onderzoek gedaan naar schotresten op de scooter. Deze zijn aangetroffen en vergeleken met schotrestdeeltjes op de hulzen die op de plaats delict zijn aangetroffen. [274] In het opgemaakte rapport wordt geconcludeerd dat de bevindingen van het onderzoek waarschijnlijker zijn als de deeltjes op de scooterbemonsteringen afkomstig zijn van het verschieten van de aangetroffen zevenentwintig hulzen. De bemonsterde delen van de scooter en de handvatten van de scooter hebben volgens het onderzoek een vrijwel zekere relatie met een schietproces.
Voor de rechtbank staat vast dat deze scooter voor de liquidatie in de berging heeft gestaan bij [medeverdachte 4] . Dat blijkt uit een tapgesprek op 10 mei 2017 tussen twee buurvrouwen, waarin dat met zoveel woorden wordt gezegd: “Maar ja kijk., weetje., die ehh.. d'r stond een ehh.. voertuig in de scoet. in de schuur., waar ehh.. die is gebruikt., maar dat is voor dat ie is geliquideerd werd, was ie bij [medeverdachte 4] in de schuur, maar dat is toen.. Toen hebben ze 'm opgehaald in die schuur of eh.. die scooter en ehh.. toen is die man geliquideerd..” [275] Mede redengevend daarvoor is de aanwezigheid van een DNA-spoor van [betrokkene 33] – een contact van [medeverdachte 4] – op de jerrycan die vlakbij de scooter is aangetroffen. Dat geldt ook voor de omstandigheid dat [medeverdachte 4] op 22 juni 2016 via Facebookmessenger contact heeft met [betrokkene 33] en dat zij rond 21:37 uur – kort voor de liquidatie – buiten met elkaar afspreken. [276]
De rechtbank stelt bovendien vast dat de daders voorafgaand aan de liquidatie hebben verbleven in een woning aan de [adres] . Dat blijkt uit het volgende. Naar aanleiding van de verklaring van [medeverdachte 2] is de bewoner van deze woning als getuige gehoord. [277] De woning blijkt te zijn geregeld door [medeverdachte 3] die voor het gebruik ervan € 150,- aan de bewoner heeft betaald. De bewoner is op 22 juni 2016, nadat hij op straat heeft gehoord dat iemand was doodgeschoten, naar zijn woning gegaan. Bij thuiskomst trof hij op tafel een tas met een nat servetje met kogels en ammonia aan. De getuige verklaart dat [medeverdachte 3] het tasje met inhoud heeft opgehaald en naar de woning is gekomen met iemand met een auto. Uit historische telecomgegevens blijkt dat de bewoner en [medeverdachte 3] in de periode van 6 tot en met 22 juni 2016 regelmatig telefooncontact hebben gehad. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij op verzoek van [verdachte] dit adres aan de [adres] rond 18 juni 2016 heeft gecontroleerd. [278] [medeverdachte 2] heeft daarnaast verklaard dat hij na de liquidatie van [slachtoffer 1] van [medeverdachte 9] onder meer kogels (de rechtbank neemt aan: uit deze woning) heeft gekregen om weg te gooien (zie hoofdstuk 4.2.8 Wegmaken van sporen).
[medeverdachte 2] heeft op verzoek van [verdachte] (en indirect van [medeverdachte 1] ) ook zelf een woning geregeld, te weten voor de daders als safehouse na de liquidatie. Dat blijkt uit zijn eigen verklaring en ook uit het volgende. [279] Die verklaring wordt ondersteund door de hiervoor weergegeven berichten van 31 mei 2016 tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] , respectievelijk [medeverdachte 2] en [verdachte] , en die van 13 juni 2016 van [medeverdachte 2] aan [verdachte] . De woning die [medeverdachte 2] heeft geregeld betreft een woning aan de [adres] te [plaats] . Via een buurjongen heeft [medeverdachte 2] iemand gevonden die wel een week weg wilde in ruil voor een vakantie. De bewoners van de betreffende woning zijn daadwerkelijk op vakantie gegaan van 17 tot 26 juni 2016 en hebben daarvoor betaald gekregen. [280] De rechtbank stelt vast dat deze contante betaling tussen 13 juni 2016 en 15 juni 2016 heeft plaatsgevonden, gelet op de berichten van 13 juni 2016 en de contante storting op 15 juni 2016. [medeverdachte 2] laat [verdachte] weten dat hij de sleutels van de woning heeft en laat deze kopiëren. De kopieën heeft [medeverdachte 2] afgegeven aan een man in een Skoda Fabia of een Volkswagen Polo. [281] Kort na de liquidatie van [slachtoffer 1] heeft [medeverdachte 2] naar eigen zeggen een bericht ontvangen met de vraag: ‘met spoed, met spoed, we moeten die adres hebben’, ‘Van [plaats] ’. Daarop heeft [medeverdachte 2] het adres aan de [adres] gestuurd. Daarna is het bericht ontvangen dat de schutters (heads) veilig zijn. [282] De rechtbank gaat hiervan uit omdat de betreffende woning voor dat doel inderdaad door [medeverdachte 2] is geregeld en de omstandigheid dat de scooter van de daders het heeft begeven, waardoor zij hebben moeten rennen en dit laatste door getuigen is bevestigd.
Voor en tijdens het schietincident heeft [medeverdachte 2] op 22 juni 2016 bij de woning van [slachtoffer 1] geobserveerd. [283] Hij heeft gezien dat er bij [slachtoffer 1] werd aangebeld door een man in een groen shirt (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 18] ) en dat [slachtoffer 1] naar buiten kwam. [medeverdachte 2] heeft hierover een bericht gestuurd aan [verdachte] . Hij zag [slachtoffer 1] met [betrokkene 18] de hoek om lopen en weer terug zijn kant op komen. Zij zijn, uit zijn zicht, de Milosdreef opgelopen. Heel kort daarna heeft [medeverdachte 2] gezien dat [slachtoffer 1] de hoek om kwam rennen. [medeverdachte 2] is weggereden omdat hij ervan uit ging dat de actie op dat moment was begonnen. De verklaring van [medeverdachte 2] komt overeen met die van andere getuigen waardoor het voor de rechtbank buiten twijfel is dat [medeverdachte 2] ten tijde van de moordaanslag op [slachtoffer 1] ter plaatse is geweest. Zendmastgegevens van de PGP-telefoon van [medeverdachte 2] bevestigen zijn aanwezigheid in de omgeving van de woning van [slachtoffer 1] om 20:16 uur. [284]
4.2.8
Wegmaken van sporen
[medeverdachte 2] verklaart dat hij na de moordaanslag op [slachtoffer 1] eerst naar McDonald’s en daarna naar de Platinum Lounge is gegaan. Op het moment dat hij de Platinum Lounge verlaat ziet [medeverdachte 2] buiten [medeverdachte 9] met [medeverdachte 3] praten. [medeverdachte 2] gaat weg en rond middernacht krijgt hij een bericht van [medeverdachte 9] dat hij hem moest zien. [medeverdachte 9] is langs gekomen en heeft [medeverdachte 2] zes of zeven kogels en een flesje gegeven. [medeverdachte 2] denkt (achteraf) dat het flesje ammoniak bevat. Ook krijgt [medeverdachte 2] een jack en verknipte handschoenen. Het komt allemaal van [medeverdachte 3] , die de woning heeft geregeld vanwaar de daders voor de liquidatie vertrokken zijn. De bewoner is te vroeg thuis gekomen en nu moet [medeverdachte 2] de spullen laten verdwijnen. [medeverdachte 2] verklaart dat hij die kogels heeft schoongemaakt en in het water heeft geloosd. De handschoenen en het flesje heeft hij in een vuilcontainer gegooid en een jasje heeft hij in een kledingbak gegooid. [medeverdachte 2] verklaart dat hij circa drie kwartier later een (doorstuur)bericht van [verdachte] heeft ontvangen in verband met het schoonmaken van de woning. De heads hebben [medeverdachte 1] bericht dat zij daar spullen hebben achtergelaten en dat heeft [verdachte] aan hem gestuurd. [medeverdachte 2] heeft hem geantwoord wat hij gedaan heeft met de spullen en daarop is gereageerd met een bericht dat de kleding verbrand moest worden, aldus nog steeds [medeverdachte 2] . [285] De verklaring van [medeverdachte 2] is voor wat betreft het aantreffen van de goederen in het safehouse aan de [adres] in het voorgaande al bevestigd. Ter bevestiging van zijn verklaring over het wegmaken van deze goederen en het ontvangen van (doorstuur)berichten daarover acht de rechtbank de volgende berichten van belang. [286]
23 juni 2016
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:33
[verdachte]
[medeverdachte 1]
Genghis Khan [06/23/2016 @ 2:42 am]
Ok maar jas verbranden en kogels in rivier
Onderstaand bericht is (door)gestuurd door [verdachte] aan [medeverdachte 2] en door hem beantwoord. Het is ongedateerd, maar dit moet op of na 23 juni 2016 zijn geweest.
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
[medeverdachte 2]
[verdachte]
Ja die jas is grote vuil container in gegaan.die worden morgen opgehaald kogels clean gemaakt en de rivier in
-----Origineel bericht-----
Van: Luca 2
Onderwerp: <$RemoveOnDelivery,Confirm> 225Q
Verzonden: 23 Jun 2016 02:31
Genghis Khan [06/23/2016 @ 2:41 am]
Ja is goed toch maar moest verbranden die jas! En die kogels?
De verklaring van [medeverdachte 2] komt overeen met deze berichten en mede daaruit leidt de rechtbank af dat de afzender ‘Genghis Khan’ [medeverdachte 1] is. Daarvoor is nog een andere aanwijzing in het dossier, te weten dat uit onderzoek Tandem II is gebleken dat een PGP-adres van [medeverdachte 1] in een aangetroffen BlackBerry Q10 telefoon is opgeslagen onder de naam ‘Dzjengis KHAN’. [287]
[medeverdachte 2] verklaart voorts dat hem met een doorstuurbericht van [medeverdachte 1] door [verdachte] is gevraagd de woning in Bilthoven op te ruimen. Daar zou een tas met kleding zijn en wapens in de berging. [medeverdachte 2] vindt daar een tasje met twee wapens, een wapen met demper en een Glock 17 of 19. Het wapen met demper herkent [medeverdachte 2] van (een foto van) de zaak Koper. [288] [medeverdachte 2] neemt dit mee. [medeverdachte 2] verklaart verder dat [medeverdachte 9] hem laat weten dat hij naar de Hornbach gaat om inkopen te doen en daar een slijptol, handschoenen, een overall, mondkapjes en doekjes heeft gekocht. [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] hebben in de schuur van [medeverdachte 2] de wapens in stukken geslepen en, net als de kogels, schoongemaakt. [medeverdachte 2] heeft dit op verschillende plaatsen in de rivier en een kanaal gegooid, terwijl [medeverdachte 9] de boel in de gaten hield. De kleding is verbrand bij [verdachte] op de camping in Makkum . [medeverdachte 2] verklaart dat hij op de terugweg (maar in Nieuwegein) een boete heeft gekregen voor te hard rijden. [289] [verdachte] heeft [medeverdachte 2] op de camping gezegd dat hij over twee, drie dagen een nieuwe telefoon zou krijgen en dat iedereen overstapte naar een nieuwe telefoon. [290] [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] is nog gevraagd de woning in [plaats] schoon te maken maar dat hebben zij allebei niet willen doen en de originele sleutels zijn teruggegeven aan de bewoner, aldus steeds [medeverdachte 2] . [291]
Er is een aantal onderzoeksbevindingen die de verklaringen van [medeverdachte 2] over deze gebeurtenissen ondersteunen. Zo is uit een kassabon gebleken dat op 23 juni 2016 om 17:51 uur bij het Hornbach filiaal te Nieuwegein de volgende goederen contant zijn afgerekend: 1 Worx Haakse Slijper, 1 Rally Overall Katoen, 1 3M Adembescherming, 3 Paar Handschoen None-Stic, 6 Slijpschijf Metaal en 1 Hornbach Draagtas. [292]
Dit komt overeen met de goederen die [medeverdachte 9] volgens [medeverdachte 2] bij de Hornbach heeft gekocht. Ook is op de door [medeverdachte 2] aangegeven plaatsen in het water gezocht. Daar zijn onderdelen van twee vuurwapens in het water aangetroffen. [293] Uit onderzoek van het NFI blijkt dat het gaat om onderdelen van een Glock en een machinepistool R9-Arms, kaliber 9 mm Parabellum.
In een aanvullend onderzoek is aan het NFI de vraag gesteld wat de bewijskracht is van de overeenkomst van de gebruikte types wapen op de plaats delict en de gevonden types wapen in het water. [294] Het NFI hanteert daarbij als hypothese 1 dat de in het water gevonden vuurwapens gebruikt zijn bij de liquidatie van [slachtoffer 1] en als hypothese 2 dat dit niet zo is. Het NFI concludeert als volgt: “De bevindingen (de aanwezigheid van de combinatie kenmerken van een Glock en R9-Arms machinepistool op zowel de plaats delict als in het water) zijn veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is dan wanneer hypothese 2 waar is. Gecombineerd met de a-priori kans op deze hypothesen levert dit de uiteindelijke kans op dat hypothese 1 waar is.”
De rechtbank stelt vast dat in dit geval de a-priori kans dat bij het schietincident van 22 juni 2016 in Utrecht de vuurwapens gebruikt zijn waarvan onderdelen zijn gevonden in het water, genoemd in hypothese 1, zich daadwerkelijk voordoet. Dat is immers exact wat [medeverdachte 2] heeft verklaard. Daarbij komt dat de wapenonderdelen die in het water zijn gevonden verzaagd waren, hetgeen ook past bij zijn verklaring dat de wapens zijn verslepen. De rechtbank houdt het er daarom voor dat de op aanwijzing van [medeverdachte 2] aangetroffen onderdelen van twee vuurwapens daadwerkelijk de wapens zijn die hij op instructie van [verdachte] en [medeverdachte 1] uit de woning in [plaats] heeft moeten weghalen. Daarmee staat ook vast dat de schutters deze daar hebben achtergelaten en dat dit dus de wapens zijn waarmee [slachtoffer 1] is gedood.
Ook geldt als ondersteuning voor de verklaring van [medeverdachte 2] dat hij op 24 juni 2016 om 21:22 uur een bekeuring van € 250,- voor een snelheidsovertreding heeft gekregen op de Rijksweg A27 te Utrecht. [295] In al deze omstandigheden ziet de rechtbank een bevestiging van de verklaring van [medeverdachte 2] over het wegmaken van sporen.
4.2.9
Betrouwbaarheid van [medeverdachte 2]
De rechtbank overweegt inzake de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 2] als kroongetuige inzake het zaaksdossier Kreta het volgende.
[medeverdachte 2] verklaart in zijn kluisverklaringen zeer gedetailleerd over de gebeurtenissen van mei en juni 2016. Zoals uit het bovenstaande blijkt, worden die verklaringen op veel punten bevestigd door (pas later ontsleutelde) PGP-berichten. Ook worden de verklaringen van [medeverdachte 2] ondersteund door andere onderzoeksbevindingen, zoals de bevindingen dat een contant geldbedrag is gestort op de rekening van een van de bewoners van het safehouse aan de [adres] en dat op 16 juni 2016 een groot deel hiervan op rekening van een reisbureau is gestort, de verklaring van de bewoner van de [adres] , de kassabon van de Hornbach, de verkeersboete en de hierboven weergegeven bevindingen van het NFI terzake de verzaagde wapens.
De rechtbank heeft in de verklaringen van [medeverdachte 2] inzake het zaaksdossier Kreta geen wezenlijke onjuistheden aangetroffen. Zoals al in het hoofdstuk betreffende de kroongetuige is overwogen, zijn er wel (onderdelen van) verklaringen van [medeverdachte 2] die geen of weinig ondersteuning vinden in andere bewijsmiddelen (zie hoofdstuk 3.2.5.2 Oordeel van de rechtbank). Dat maakt het echter geen onwaarheden. De omstandigheid dat een (deel van een) verklaring niet of niet geheel geverifieerd kan worden, maakt niet dat deze daarmee gefalsificeerd (en dus onwaar) is. Het kan uiteraard wel met zich brengen dat de bewijskracht van (dat deel van) die verklaring minder groot is. Dit alles doet aan de betrouwbaarheid echter niet af. De rechtbank concludeert dat de verklaringen van [medeverdachte 2] inzake het zaaksdossier Kreta betrouwbaar zijn.
4.2.10
Oordeel van de rechtbank
4.2.10.1 Voorbereiding moord op [slachtoffer 1] , [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3]
4.2.10.1.1 Juridisch kader voorbereiding
Op grond van artikel 46 lid 1 Sr is sprake van strafbare voorbereiding wanneer de verdachte opzettelijk middelen verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert of voorhanden heeft die bestemd zijn tot het begaan van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld. Bij de beantwoording van de vraag of de in het eerste lid vermelde voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (hierna gezamenlijk ook aangeduid als: voorwerpen) bestemd zijn tot het begaan van het misdrijf in de zin van deze bepaling, dient te worden beoordeeld of deze voorwerpen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig kunnen zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van de voorwerpen voor ogen had. Voldoende is dat uit de bewijsvoering kan worden afgeleid dat de bewezen verklaarde gedragingen van de verdachte strekten ter voorbereiding van dat misdrijf en dat zijn opzet op het begaan daarvan was gericht. Daar komt bij dat aan [verdachte] het medeplegen van voorbereidingshandelingen ten laste is gelegd. Deze deelnemingsvorm vereist een nauwe en bewuste samenwerking, alsmede opzet van de verdachte op de door hemzelf verrichte gedragingen en op de samenwerking.
4.2.10.1.2 Voorbereidingsmiddelen
Blijkens de hiervoor weergegeven berichten heeft [medeverdachte 1] zich, samen met anderen, al ruim voor de ten laste gelegde periode beziggehouden met het lokaliseren van [betrokkene 3] , [betrokkene 1] en/of [slachtoffer 1] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] hebben het er in berichten van januari 2016 al over dat zij gedood moeten worden. Na het ontvoeringsincident op 20 mei 2016 laten de berichten van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 11] , [verdachte] en [medeverdachte 7] een duidelijk beeld zien: [betrokkene 3] , [slachtoffer 1] , [betrokkene 1] en inmiddels ook [betrokkene 2] moeten dood, alleen de volgorde waarin staat nog niet helemaal vast. [betrokkene 3] is moeilijk vindbaar maar de anderen zouden makkelijk te traceren zijn. Gaandeweg komt de nadruk steeds meer op [slachtoffer 1] te liggen en als het lukt, dan samen met (een van) de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] . Zij worden geobserveerd en informatie over hun verblijfplaatsen en autogegevens wordt gedeeld. Er worden schutters, auto’s en chauffeurs geregeld. Vuurwapens en munitie worden geleverd, getest, schoongemaakt en afgegeven aan schutters. Als een geplande liquidatie in de nacht van 29 op 30 mei 2016 stukloopt wordt toegewerkt naar een nieuwe actie. Er zijn twee safehouses en een scooter voor de schutters als [slachtoffer 1] uiteindelijk op 22 juni 2016 wordt geliquideerd.
De rechtbank komt nu toe aan de bespreking van de ten laste gelegde voorbereidingsmiddelen en de rol die [verdachte] bij een en ander heeft gehad. De hiervoor weergegeven berichten zijn daarbij van belang.
een of meer vuurwapens en/of munitie
[medeverdachte 1] vraagt [verdachte] of hij vier automatische wapens kan laten aanpakken en goed schoonmaken, ook de munitie en extra magazijnen. [verdachte] laat dit doen door [medeverdachte 10] . [medeverdachte 8] draagt zorg voor het afgeven van de vier automatische wapens aan [medeverdachte 10] . [medeverdachte 10] zet in opdracht van [medeverdachte 1] en [verdachte] na het schoonmaken ervan twee wapens met extra magazijnen klaar. Op 29 mei 2016 worden deze door een onbekende derde, die wordt aangestuurd door [medeverdachte 8] , opgehaald bij [medeverdachte 10] . [verdachte] heeft de vorige dag vanuit de auto deze wapens getest, met [medeverdachte 2] als chauffeur. [verdachte] maakt zich zorgen over een kogel die mogelijk is achtergebleven. [medeverdachte 8] staat kennelijk ook in direct contact met degene die de wapens op dat moment heeft, omdat hij [medeverdachte 10] dan vraagt hoe de kogel die er nog in zit eruit moet worden gehaald.
[medeverdachte 11] moet van [medeverdachte 1] een tussenpersoon, die contact heeft met schutters, duidelijk maken dat de wapens van [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] zijn. [medeverdachte 11] krijgt opdracht van [medeverdachte 1] om munitie te pakken, schoon te maken en aan de schutter te geven als hij deze afzet bij de chauffeur van [medeverdachte 7] . [medeverdachte 11] draagt het wegbrengen van de schutter over aan [medeverdachte 8] . De schutter wordt afgezet bij de chauffeur van [medeverdachte 7] en tegelijkertijd wordt een Glock geleverd en een tasje met extra kogels.
Op 29 mei 2016 vraagt [medeverdachte 7] aan [medeverdachte 6] of hij een wapen (gtje) met magazijnen af kan geven en geeft hem instructies over het schoonmaken van magazijnen en munitie. Als alles door [medeverdachte 6] is schoongemaakt en nagekeken kan het wapen die middag aan [medeverdachte 8] worden afgegeven.
[medeverdachte 7] heeft kennelijk op 29 mei 2016 de beschikking over een wapenvoorraad van [medeverdachte 1] en ook zelf vuurwapens. [medeverdachte 1] wil dat [medeverdachte 7] alles klaarzet zodat hij kan beginnen, de rechtbank begrijpt met de actie die moet leiden tot het doden van [slachtoffer 1] en de broers [betrokkene 1] . en [betrokkene 2] .
Op de plaats delict zijn 27 kogelhulzen aangetroffen, acht daarvan zijn vermoedelijk verschoten met een pistool, merk Glock en 19 kogelhulzen zijn vermoedelijk verschoten met een (semi)automatisch werkend machinepistool, mogelijk van het type R9 Arms. Na de moord op [slachtoffer 1] zijn de gebruikte wapens verslepen en weggegooid door [medeverdachte 2] in opdracht van [verdachte] en [medeverdachte 1] .
De rechtbank acht gezien het bovenstaande bewezen dat [verdachte] tezamen en in vereniging met anderen vuurwapens en munitie voorhanden heeft gehad en dat deze bestemd waren tot het begaan van het misdrijf.
een of meer (gestolen) voertuigen met vals/vervalst kenteken
[medeverdachte 11] moet van [medeverdachte 1] een tussenpersoon, die contact heeft met schutters, duidelijk maken dat de auto’s van [medeverdachte 11] en [medeverdachte 1] zijn. Op 27 mei 2016 heeft [medeverdachte 1] twee auto’s beschikbaar, waarvan één in ieder geval een BMW is. De op 30 mei 2016 aangetroffen gestolen blauwe BMW 545i met valse kentekenplaten is een van deze auto’s. Bij de liquidatie op 22 juni 2016 wordt een scooter gebruikt. Deze is gestald geweest in de berging bij [medeverdachte 4] . De gestolen BMW 545i en de scooter zijn evident bestemd tot het begaan van het misdrijf.
Op 23 mei 2016 heeft [verdachte] een auto beschikbaar die goed is als overstapauto. Op 24 mei 2016 is een (vlucht)auto aan [medeverdachte 7] afgegeven. De rechtbank kan niet vaststellen of dit dezelfde auto betreft, wel staat vast dat [slachtoffer 1] op 25 mei 2016 de hele dag gevolgd zou worden. Voor de vluchtauto(‘s) geldt dat deze een functie zouden hebben bij de uitvoering van de moordaanslag en dat deze daartoe beschikbaar zijn. Om tot een geslaagde liquidatie te komen worden veelal ook maatregelen getroffen ten behoeve van de vlucht na de daadwerkelijke uitvoering van de aanslag. Dit hangt zodanig samen met de moordaanslag zelf dat ook een daarvoor beschikbare vluchtauto als voorbereidingsmiddel heeft te gelden.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat [verdachte] tezamen en in vereniging met anderen voertuigen, waaronder een gestolen voertuig met een vals kenteken voorhanden heeft gehad en dat deze bestemd waren tot het begaan van het misdrijf.
een of meer (PGP) telefoon(s)
Uit de hiervoor weergegeven chats blijkt dat [verdachte] en zijn medeverdachten PGP-telefoons voorhanden hadden waarmee de (voorgenomen) liquidaties zijn voorbereid. Dit is op zichzelf echter onvoldoende om de PGP-telefoons aan te merken als voorbereidingsmiddel. Het middel is dan immers kennelijk bestemd voor de voorbereiding en niet voor de moordaanslag zelf.
[slachtoffer 1] zal 25 mei 2016 de hele dag gevolgd worden en de chauffeur (de rechtbank begrijpt: van de schutters) heeft nog een PGP-toestel nodig zodat hij in contact kan staan met degenen die [slachtoffer 1] observeren. Dit toestel zou zonder meer een voorbereidingsmiddel zijn, omdat het toestel nodig was voor de afstemming van het moment van de liquidatie met de bij die liquidatie betrokken verdachten. De rechtbank kan niet vaststellen dat dit toestel uiteindelijk ook geleverd is.
Dit leidt tot vrijspraak ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging.
een of meer camera’s
[medeverdachte 2] verklaart dat in de dagen kort voor 22 juni 2016 een auto met camera is geplaatst op de [adres] met enig zicht op het huis van [slachtoffer 1] . Uit de verklaring valt ten hoogste af te leiden dat deze camera voorafgaand aan 22 juni 2016 is gebruikt voor het observeren van het huis van [slachtoffer 1] . Op basis daarvan kan de rechtbank niet vaststellen dat een voorhanden camera bestemd was tot het plegen van de liquidatie.
Dit leidt tot vrijspraak ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging.
een of meer gegevensdragers houdende een of meer foto’s van [slachtoffer 1] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3]
[medeverdachte 1] vraagt [verdachte] op 20 mei 2016 om foto’s van [betrokkene 3] om aan de jongens in Spanje te geven, zodat zij voluit achter [betrokkene 3] aan kunnen gaan, die daar – volgens zijn informatie – verblijft. [medeverdachte 1] stuurt daarna het volgende bericht aan [verdachte] : ‘Ok broer ga er nu 24op klaar dan chino en yoego kan ik vandaag direct doen’. De rechtbank kan niet vaststellen dat [verdachte] inderdaad een foto van [betrokkene 3] aan [medeverdachte 1] heeft gestuurd.
Dit leidt tot vrijspraak ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging.
een of meer woningen, bestemd als (tijdelijke) verblijfplaats voor de (mede)plegers van de moord op [slachtoffer 1] en/of [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3]
De rechtbank heeft hiervoor vastgesteld dat voor de daadwerkelijke liquidatie van [slachtoffer 1] woningen zijn geregeld voor de schutters, te weten aan de [adres] te Utrecht en de [adres] te [plaats] . De eerste woning speelt een belangrijke rol bij de uitvoering van de moord. Hier verblijven de schutters kort voor de moord, worden kogels schoongemaakt met ammoniak en vanaf deze woning vertrekken zij gewapend, om de moord te plegen. Na de moord vluchten de schutters naar de woning aan de [adres] . Daar houden zij zich schuil en laten zij de gebruikte wapens en kleding achter.
[medeverdachte 1] vraagt op 31 mei 2016 [verdachte] om een ‘safehuis dichtbij’, voor de schutters om te kunnen rusten en de volgende dag weg te gaan. [verdachte] vraagt [medeverdachte 2] of hij dat kan regelen. Uiteindelijk regelt [medeverdachte 2] dat medio juni 2016. [medeverdachte 3] organiseert een woning voor de schutters voorafgaand aan de liquidatie. De rechtbank gaat ervan uit dat het verzoek daartoe eveneens van [medeverdachte 1] via [verdachte] gaat, omdat alle communicatie met [medeverdachte 3] telkens via deze weg is gelopen.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat [verdachte] tezamen en in vereniging met anderen woningen, bestemd als (tijdelijke) verblijfplaats voor de (mede)plegers van de moord op [slachtoffer 1] voorhanden heeft gehad en dat deze bestemd waren tot het begaan van het misdrijf.
4.2.10.1.3 Conclusie
Uit de PGP-berichten, de verklaringen van [medeverdachte 2] en andere bevindingen – zoals hiervoor weergegeven – leidt de rechtbank af dat ten aanzien van de voorbereidingshandelingen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. [verdachte] laat mensen uitkijken naar de beoogde slachtoffers, speelt een rol bij het laten schoonmaken en testen van wapens, speelt een rol bij het verwerven van een auto en onderhoudt de contacten met [medeverdachte 3] , die [slachtoffer 1] moet lokken. Ook geeft hij opdrachten van [medeverdachte 1] – bijvoorbeeld om een safehouse te regelen – door aan [medeverdachte 2] . Hij kan daarom als medepleger van de voorbereidingshandelingen worden beschouwd. De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] zich in de periode 17 april 2016 tot en met 22 juni 2016 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het voorbereiden van een moordaanslag op [slachtoffer 1] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . Ten aanzien van [betrokkene 3] volgt partiële vrijspraak, nu de berichten die over zijn foto lijken te gaan niet eenduidig zijn en daarom niet kan worden vastgesteld dat er inderdaad een foto van [betrokkene 3] aan [medeverdachte 1] is verstuurd.
4.2.10.2 Moord op [slachtoffer 1]
Uit hetgeen hiervoor is weergegeven (zie hoofdstuk 4.2.5 Duiding van de PGP-berichten in relatie tot voorbereiding moord en 4.2.6 Duiding van de PGP-berichten en overige gegevens met betrekking tot (verdere) voorbereiding van moord en de uiteindelijke liquidatie van [slachtoffer 1] ) kan worden afgeleid dat [verdachte] een belangrijke organisator was van de moord op [slachtoffer 1] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] gingen er al langere tijd van uit dat zij door een andere groep – waar [betrokkene 3] , [slachtoffer 1] en [betrokkene 1] deel van uitmaakten – als vijanden werden beschouwd en dat deze andere groep er mogelijk op uit was hen te doden. Het verondersteld ontvoeringsincident gericht op [verdachte] op 20 mei 2016 maakt dat ook hij vanaf dat moment wil dat [betrokkene 3] , de broers [betrokkene 1 en betrokkene 2] en [slachtoffer 1] gedood worden en dat hij daar actief bij gaat helpen.
Uit de feitelijke vaststellingen volgt dat [verdachte] , in nauwe samenwerking met [medeverdachte 1] , de uitvoering van de moord weliswaar aan anderen overlaat, maar dat hij een aanzienlijk deel van de organisatie ervan aanstuurt. [verdachte] laat zich informeren over de bewegingen van [slachtoffer 1] en houdt anderen hiervan op de hoogte en houdt zich op verzoek van [medeverdachte 1] bezig met de organisatie van de voor de schutters bestemde safehouses en onderhoudt de contacten met [medeverdachte 3] , die [slachtoffer 1] moet lokken. [verdachte] geeft na de liquidatie in overleg met [medeverdachte 1] bovendien gedetailleerde orders over het wegmaken van sporen.
De rechtbank concludeert dat de intellectuele bijdrage van [verdachte] , als medeorganisator, van zodanig gewicht is dat hij wordt beschouwd als medepleger. De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] zich op 22 juni 2016 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de moord op [slachtoffer 1] .
4.3
Zaaksdossier Tennis
4.3.1
Inleiding
Op dinsdag 11 oktober 2016 rond 19:50 uur gaat de politie af op een melding dat er mogelijk geschoten is in de omgeving van de Van Heuven Goedhartlaan in Utrecht. Op de Pearsonhof treft de politie bumperstukken, glas en een kentekenplaat ( [kenteken] ) aan. [296] Andere politieambtenaren zien op de Van Heuven Goedhartlaan een grijze Citroën ( [kenteken] ) staan, [297] type C3. [298] De Citroën heeft schade aan de rechtervoorzijde en aan de linkervoorvelg en mist een velgdop. [299] Bij de auto staat [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4] ). [betrokkene 4] zegt ter plaatse tegen de politie dat hij wilde parkeren bij de Pearsonhof, dat een kleine grijze auto zijn uitgang blokkeerde en dat er ineens een lange man (1.90 m) in het donker gekleed met een bivakmuts op de weg stond. Deze man richtte een automatisch vuurwapen (mogelijk met demper) op hem. [betrokkene 4] zegt dat hij op deze man is ingereden om te vluchten, waarbij hij de grijze auto die hem de weg blokkeerde raakte en vervolgens terechtkwam op de Van Heuven Goedhartlaan. [300]
Nagenoeg gelijktijdig aan de melding van het incident op de Pearsonhof komt bij de politie een melding binnen dat een voertuig in brand staat op het sportpark in Rijnvliet te Utrecht. De politie treft ter plaatse een volledig uitgebrande grijze Seat Leon aan. Aan de voorkant ligt een gesmolten bumper met daarop een kentekenplaat met het kenteken [kenteken] . Aan de achterkant ontbreekt de kentekenplaat. [301] In de kofferbak liggen twee deels verbrande plastic flessen, waarvan één fles gevuld is met benzine en de andere fles ruikt naar benzine. [302] Uit onderzoek volgt dat het vrijwel zeker is dat de aangetroffen onderdelen op de Pearsonhof afkomstig zijn van de Seat Leon en de Citroën en dat het zeer aannemelijk is dat de Seat Leon en de Citroën een aanrijding met elkaar hebben gehad. [303] De uitgebrande Seat Leon blijkt te zijn gestolen. [304] De kentekenplaten op die auto horen bij een andere Seat Leon [305] en zijn dus gekloond.
[verdachte] wordt vervolgd voor het medeplegen van poging tot moord op [betrokkene 4] op 11 oktober 2016. [verdachte] wordt subsidiair de medeplichtigheid aan deze poging tot moord ten laste gelegd en meer subsidiair het medeplegen van de voorbereiding van moord op [betrokkene 4] in de periode van 1 september 2016 tot en met 11 oktober 2016.
4.3.2
Standpunten
Volgens het Openbaar Ministerie dient [verdachte] te worden veroordeeld voor het primair ten laste gelegde, te weten het medeplegen van poging tot moord op [betrokkene 4] .
De verdediging stelt dat [verdachte] moet worden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Het enige belastende bewijs tegen [verdachte] is immers de verklaring van [medeverdachte 2] en zijn verklaring bevat bovendien veel tegenstrijdigheden. Subsidiair stelt de verdediging dat er geen sprake is van een poging. Er is niet geschoten en alleen [betrokkene 4] verklaart dat er een wapen op hem zou zijn gericht – dat geprobeerd is een trekker over te halen staat al helemaal niet vast. Daarmee is de opzet van de uitvoerder(s) niet te bewijzen. Bovendien is op grond van de verklaringen van [medeverdachte 2] een alternatief scenario denkbaar, namelijk dat [betrokkene 4] zodanig schrik aangejaagd zou worden dat hij toch zou betalen. Hij verklaarde immers dat [medeverdachte 1] een bericht had gestuurd met de tekst dat als je ‘gas geeft en druk uitoefent mensen wel gaan betalen’. Gezien de beraamde kosten van een liquidatie zou dat dan ook een stuk rendabeler zijn, zeker nu volgens [medeverdachte 2] daarna ook daadwerkelijk betaald is. Daarmee is het scenario dat [betrokkene 4] zodanig onder druk werd gezet dat hij betaalde, er ook een dat in de bewijsmiddelen past.
4.3.2
Verklaringen
Voor de duiding van de gebeurtenissen op 11 oktober 2016 zal de rechtbank hierna de verklaringen van [betrokkene 4] , de verklaringen van getuigen en de (kluis)verklaringen van [medeverdachte 2] weergeven en beoordelen.
4.3.2.1 Verklaringen van [betrokkene 4]
Kort voordat [betrokkene 4] op het politiebureau een verklaring aflegt hoort de politie hem zeggen dat hij precies weet uit welke hoek dit komt maar dat hierover vertellen het alleen nog maar moeilijker zou maken. [306] Bij zijn verhoor bij de rechter-commissaris op 8 mei 2020 ontkent [betrokkene 4] dat hij dit heeft gezegd. Daar zegt hij dat hij op de vraag van de politie waar het vandaan kwam heeft gezegd: “Jullie weten dat beter dan ik, denk ik.” [307]
Op het politiebureau verklaart [betrokkene 4] dat hij zijn auto in zijn achteruit zette om in een parkeervak te parkeren. Hij zag toen een persoon om de hoek komen vanaf de Van Heuven Goedhartlaan. Deze persoon droeg een bivakmuts, was volledig in het zwart gekleed en hield een groot automatisch vuurwapen, een mitrailleur-achtige, vast waarmee hij in de richting van [betrokkene 4] wees. Omdat [betrokkene 4] verder niemand zag, vermoedde hij direct dat het voor hem was. Hij reed met hoge snelheid op de persoon in en zag dat de persoon wegsprong om te voorkomen dat hij werd aangereden. [308] Hij wilde via een smalle steeg de parkeerplaats verlaten, maar een kleine grijze personenauto stond dwars in de steeg en reed naar voor en naar achter, kennelijk om hem de doorgang te beletten. Hij vermoedde direct dat de inzittende, of inzittenden, bij de persoon met het automatische vuurwapen hoorde(n). [betrokkene 4] ramde de auto aan de achterkant, waardoor hij langs de auto kon komen. Hij weet zeker dat de auto die hij heeft geramd veel schade heeft door de aanrijding. [betrokkene 4] reed met hoge snelheid weg over de Van Heuven Goedhartlaan. Hij ontdekte vervolgens dat zijn auto forse schade had door de aanrijding, waardoor hij noodgedwongen stil kwam te staan op de kruising van de Van Heuven Goedhartlaan met de Trumanlaan. Hij stapte uit en ging in een portiek van een flat staan om zichzelf zo in veiligheid te brengen. [betrokkene 4] wil geen aangifte doen. Hij zegt daarover dat hij pas aangifte doet “als jullie ze hebben en 100% zeker weten dat zij het zijn geweest.” [309] In zijn verhoor bij de politie op 4 april 2019 verklaart [betrokkene 4] dat de man met de bivakmuts op met versnelde pas op hem af kwam lopen. [310]
4.3.2.2 Verklaringen van getuigen ter plaatse
De getuige die de politie heeft gebeld met de melding dat er schoten waren gehoord verklaart twee knallen te hebben gehoord. De eerste klonk als een soort van schot uit een wapen en de tweede klonk als een knal van een aanrijding. Ze keek vervolgens uit haar raam en zag een grijze auto hard over de stoep rijden. Achter de auto die hard wegreed heeft ze nog een andere auto op straat zien staan en ze heeft allemaal auto-onderdelen op straat zien liggen. [311]
Een tweede getuige hoorde een harde klap alsof twee auto's tegen elkaar aan reden. Hij hoorde vervolgens dat er een auto met piepende banden over de Pearsonhof reed. De getuige keek uit zijn raam waarbij hij zicht had op de Pearsonhof en zag dat de auto met de piepende banden een kleine grijze Citroën was en dat deze met hoge snelheid in de richting van de Trumanlaan reed. De auto nam zeer kort de bocht naar rechts en verdween uit het zicht. Daarna hoorde de getuige opnieuw een harde klap die klonk als een crash van twee auto’s. Ook hoorde hij het geluid van een loeiende motor, alsof er veel toeren gemaakt werden. Enkele seconden nadat de getuige de grijze Citroën uit het zicht verloor doordat deze de bocht om ging, zag de getuige de auto rijden over de Van Heuven Goedhartlaan in de richting van de Trumanlaan. De auto reed over de stoep en kwam even verderop op een kruising tot stilstand. De getuige liep naar beneden en zag op de Pearsonhof allemaal auto-onderdelen, waaronder een kentekenplaat, liggen. [312]
Een andere getuige – een pizzakoerier die aan kwam rijden op de Pearsonhof – heeft tegen de politie gezegd dat hij een grijze Seat Leon heeft zien wegrijden met drie mannen erin. [313]
4.3.3
Tussenbeoordeling
Op basis van de hiervoor weergegeven feiten en de verklaringen van de getuigen stelt de rechtbank vast dat [betrokkene 4] op 11 oktober 2016 met zijn Citroën C3 de grijze Seat Leon met het valse kenteken [kenteken] heeft aangereden. De verklaring van [betrokkene 4] wordt voor wat betreft het feit dat hij de Seat Leon heeft aangereden en vervolgens hard is weggereden immers ondersteund door de sporen en de verklaringen van getuigen ter plaatse. Dat [betrokkene 4] , zoals hij heeft verklaard, is weggevlucht voor een man met een bivakmuts die met versnelde pas met een wapen op hem af kwam lopen, volgt uit voorgaande vaststellingen evenwel nog niet. De omstandigheden dat de grijze Seat Leon later uitgebrand is aangetroffen en zich in de auto een fles met benzine en een fles die ruikt naar benzine bevonden, doen vermoeden dat de inzittenden een poging hebben gedaan om [betrokkene 4] die avond om het leven te brengen. Het laten uitbranden van een (vlucht)auto is immers een veel voorkomende werkwijze om sporen te wissen na een (poging tot) liquidatie.
Bij de verdere beoordeling van wat zich op 11 oktober 2016 heeft afgespeeld, spelen de (kluis)verklaringen van [medeverdachte 2] een cruciale rol. De rechtbank zal deze verklaringen hierna in chronologische volgorde bespreken.
De rechtbank merkt hier alvast op dat niet ten laste is gelegd dat er is geschoten. Dit is ook niet gebleken. Er is slechts één getuige die een knal heeft gehoord die klonk als een (soort van) schot uit een wapen. [betrokkene 4] heeft niet verklaard dat er is geschoten en op de Pearsonhof zijn geen hulzen gevonden. Ten aanzien van de huls die op het sportpark is aangetroffen – drie parkeerplaatsen verwijderd van de uitgebrande auto – is geen relatie aangetoond met het incident op de Pearsonhof.
4.3.4
Verklaringen van [medeverdachte 2]
4.3.4.1 Achtergrond: een geldschuld
[medeverdachte 2] verklaart dat hij in september 2016 van [verdachte] hoorde dat [verdachte] ‘Abs’ moest gaan helpen. [medeverdachte 2] kent de echte naam van Abs niet. Hij omschrijft Abs als een Marokkaanse man, 40-45 jaar oud, klein, kort mannetje van 1.69 m, 1.70 m met een grote bierbuik en hij noemt hem ook ‘kleine abs’.
Abs had acht tot tien jaar geleden een partij van tweehonderd kilo hasj van [medeverdachte 1] gekregen om door te verkopen. [314] Een derde heeft de hasj van Abs afhandig gemaakt. [315] Abs moest echter nog steeds betalen. [verdachte] vertelde [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 1] midden september 2016 aan Abs een deadline had gesteld en dat [verdachte] Abs wilde gaan helpen door stiekem, zonder dat [medeverdachte 1] dat zou weten, mee te betalen. [316] [medeverdachte 1] wilde blijkbaar zijn geld nu hebben en zo niet, dan zou hij Abs gaan pakken, vermoorden. [317] [verdachte] kende Abs van vroeger uit de buurt, ze waren samen opgegroeid, hun vaders kenden elkaar en [verdachte] dacht dat het beter was om de kwestie op te lossen door te betalen dan te moeten rouwen. Dat was dit niet waard. [318]
Hoeveel de waarde toen was weet [medeverdachte 2] niet. Het ging nu om een bedrag van om en nabij € 130.000,- dat moest worden terugbetaald voor transport en materiaal; de winst hoefde niet terugbetaald te worden. [319]
4.3.4.2 Aanschaf camera bij de MediaMarkt
[medeverdachte 2] verklaart dat hij in september 2016 met [verdachte] naar de MediaMarkt is gegaan om een fotocamera te kopen omdat [medeverdachte 1] foto’s van Abs wilde hebben. De afspraak van
[verdachte] met Abs was een goed moment om foto’s te maken voor het geval dat Abs niet zou betalen. De camera heeft rond de € 400,- gekost. [medeverdachte 2] verklaart dat hij de camera nog in zijn bezit heeft maar dat het SD-kaartje dat erin zat al is vernietigd. [320] Na de aanschaf heeft [medeverdachte 2] [verdachte] in de woning van [medeverdachte 2] de werking van de camera uitgelegd en heeft [verdachte] gevraagd of [medeverdachte 2] meeging naar Utrecht om te kijken of ze foto’s konden maken van Abs. Het idee van [verdachte] was dat [medeverdachte 2] foto’s van Abs kon maken als [verdachte] met Abs zou praten. [321] Ze zijn naar het Theo Thijssenplein in Zuilen gereden, waar de afspraak was. Abs woonde op de [adres] . [medeverdachte 2] maakte toen foto’s van [verdachte] met Abs in een speeltuin bij diens woning. [322] [verdachte] en [medeverdachte 1] wilden de foto’s op een SD-kaartje hebben. [323]
[medeverdachte 2] heeft de foto’s dezelfde dag of de dag erna in een internetcafé aan de Oranjerivierdreef bewerkt zodat [verdachte] er niet meer op stond. [324] [medeverdachte 2] heeft een
SD-kaartje met tien foto’s aan een jongen gegeven bij de Platinum Lounge. [medeverdachte 2] kent de jongen niet, alleen van gezicht. [325] Hij omschrijft hem als een forse Marokkaanse jongen, rond de 90 tot 95 kilo, bruine ogen, zwart haar, ongeveer dertig jaar oud en 1.75m lang. De jongen reed onder andere in een Volkswagen Touran. Er werd gezegd dat hij familie van [medeverdachte 1] is. [medeverdachte 2] vermoedt dat hij het neefje is waarvan een foto in de bus is gevonden en die gewaarschuwd is door de politie dat hij mogelijk ontvoerd of geliquideerd zou worden. [326] [medeverdachte 2] heeft ongeveer drie keer een SD-kaart met foto’s aan de jongen gegeven voor deze klus. [327] [medeverdachte 2] heeft bij het tonen van de fotomap bij foto 15, waarop [betrokkene 34] [328] staat, verklaard dat hij degene is aan wie hij de SD-kaartjes heeft afgegeven. [329] [medeverdachte 2] heeft deze persoon niet in zijn telefoon staan – de communicatie liep van [medeverdachte 1] via [verdachte] naar [medeverdachte 2] . [verdachte] zat daartussen, [medeverdachte 2] kreeg dan van [verdachte] doorstuurberichten. [330]
4.3.4.3 Verzoek tot observatie van [betrokkene 4]
In het gesprek dat [verdachte] met Abs had heeft Abs gezegd dat hij het geld niet had. Abs wist dat [medeverdachte 1] hem, Abs, zou laten vermoorden. Abs zou daarbij gezegd hebben dat hij het [medeverdachte 1] niet zou vergeven, behalve dan wanneer [medeverdachte 1] ook de jongens zou pakken die de hasj gestolen hadden. [331] [verdachte] heeft die reactie van Abs doorgespeeld aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] werd daar lichtelijk agressief over, want die had een ander bericht verwacht, namelijk: geef me nog wat tijd, ik ga het regelen. Volgens [medeverdachte 2] had [medeverdachte 1] dan nog coulant kunnen zijn, maar nu gaf hij gelijk aan: ik ga hem pakken. [332]
In de laatste week van september 2016 kreeg [medeverdachte 2] via [verdachte] een bericht doorgestuurd van [medeverdachte 1] waarin stond: ’Ik ga die dikke hond meteen pakken, wat denkt hij wel niet?’ Op diezelfde dag of een dag later vertelde [verdachte] aan [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 1] Abs zou gaan pakken. [verdachte] vroeg [medeverdachte 2] of hij iemand kende om observatiewerk te doen, hetzelfde zoals bij [slachtoffer 1] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) was gebeurd. [333] [medeverdachte 2] deed navraag, maar vond niemand. [verdachte] vroeg toen of [medeverdachte 2] dan niet zelf Abs wilde observeren. Er was hoge nood bij het spotten. [medeverdachte 2] e-mailde dat dat goed was en kreeg direct van [verdachte] een bericht van [medeverdachte 1] doorgestuurd van: top top top. Omdat [medeverdachte 2] het spotten niet met zijn eigen auto wilde doen is er met spoed een auto voor hem geregeld. [verdachte] liet [medeverdachte 2] de volgende dag weten dat de auto – een zwarte Seat Ibiza – geparkeerd stond. [334]
4.3.4.4 Observaties van [betrokkene 4]
[medeverdachte 2] heeft Abs drie weken lang bijna elke dag geobserveerd. [335] Hij wist dat Abs in een woning in [plaats] verbleef en in een metallic grijze Citroën C3 reed. [336] [medeverdachte 2] stuurde berichten naar [verdachte] terwijl hij Abs observeerde. [verdachte] stuurde die weer door naar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 1] liet weten dat de schutters onderweg waren. Het spotten verliep stroef. Het is drie of vier keer gebeurd dat de schutters te laat waren. Dan stonden ze bij het huis van Abs maar kwam Abs niet meer naar buiten. Bij poging vijf kwam Abs goed weg. [medeverdachte 2] zag dat Abs na vertrek van huis zijn auto parkeerde op de hoek van de Platinum Lounge in Overvecht. Abs ging daar dan op bezoek bij [betrokkene 35] of [betrokkene 36] (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 35] en [betrokkene 36] , hierna: [betrokkene 35] en [betrokkene 36] ) die daar in een flat woonde. De heads namen positie in bij de woning van Abs op de [adres] . [medeverdachte 2] gaf het door toen Abs daar vertrok en volgde Abs. [medeverdachte 1] liet weten dat de heads klaarstonden bij de woning van Abs. [medeverdachte 2] zag echter dat Abs bij een rotonde een andere afslag nam en naar een ijssalon reed. [337] Toen Abs bij de ijssalon vertrok gaf [medeverdachte 2] dat weer door. Doordat [verdachte] echter aan de heads had doorgegeven dat Abs in een C1 in plaats van in een C3 reed, werd er door de heads, die alleen een C3 zagen, niet geschoten toen Abs thuiskwam. [338] [medeverdachte 2] werd toen gevraagd om te gaan kijken in wat voor type auto Abs reed. [medeverdachte 2] ging vervolgens bij het huis kijken, zag de C3 bij het huis staan en gaf door dat het een C3 was in plaats van een C1. [medeverdachte 2] zag daar toen ook een BMW met daarin een blanke man met een opgerolde bivakmuts op zijn hoofd boven zijn ogen, [339] vermoedelijk de man die de hitter kwam ophalen. [340] [medeverdachte 2] verklaart dat hij via [verdachte] een bericht van [medeverdachte 1] kreeg doorgestuurd waarin een van de heads tegen [medeverdachte 1] zei dat hij Abs had zien lopen met ijs maar niet had geschoten vanwege de verkeerde Citroën die was doorgegeven. [341]
[medeverdachte 2] dacht op een gegeven moment dat Abs een onderduikadres had op de [adres] en gaf dat door aan [verdachte] . [medeverdachte 2] dacht dat omdat Abs al twee avonden op de [adres] was geweest en niet meer thuis was geweest. Ook was de betaaltermijn inmiddels voorbij en [medeverdachte 2] had een keer in [plaats] gezien dat Abs nogal uitvoerig afscheid nam van zijn gezin met twee dochters. [342]
4.3.4.5 11 oktober 2016
[medeverdachte 2] zag Abs op 11 oktober 2016 met de C3 wegrijden van de [adres] , [343] gaf dat door aan [verdachte] en die stuurde [medeverdachte 2] een bericht van [medeverdachte 1] door dat de hitters onderweg waren. De hitters zouden bij de [adres] gaan staan. Ze waren die dag met een auto. [medeverdachte 2] raakte Abs op een gegeven moment kwijt. Hij gaf door dat de hitters beter klaar konden blijven staan omdat Abs mogelijk terug naar huis zou rijden. [medeverdachte 2] besloot toen om verderop op de Van Heuven Goedhartlaan te gaan staan bij het Oudenrijn Ziekenhuis, zodat hij het kon doorgeven als Abs langskwam. Op de kruising van de Trumanlaan en de Van Heuven Goedhartlaan zag [medeverdachte 2] Abs staan bij diens auto, die schuin op een drempel stond. [344] Er stonden veel Marokkanen bij. Politiemensen liepen naar Abs toe. Abs was aan het bellen. [medeverdachte 2] stuurde een berichtje naar [verdachte] van: ik zie hem hier staan, volgens mij met schade, wat is er aan de hand? [verdachte] kreeg een berichtje terug van [medeverdachte 1] waarin stond dat hij al tien minuten geen contact had met de heads. [medeverdachte 2] ging vervolgens naar de Platinum Lounge. Hij hoorde toen via [verdachte] dat [medeverdachte 1] zei dat de heads veilig waren en dat [medeverdachte 1] op dat moment met hen aan het praten was. [345] [medeverdachte 2] hoorde later via [verdachte] van [medeverdachte 1] dat Abs bij het thuiskomen de heads had gezien en dwars door hen heen was gereden. De heads hadden hem nog gevolgd en hadden Abs uit de auto zien stappen. Abs was toen de bosjes ingedoken. Het duurde te lang en de heads waren weggegaan. [346] [medeverdachte 2] heeft later nog foto’s van de auto van Abs gezien op Crimesite. Ook verklaart [medeverdachte 2] dat Abs op de [adres] altijd in dezelfde straat achteruit inparkeerde. [347]
4.3.4.6 Na 11 oktober 2016
De dag erna waren meerdere mensen op zoek naar [verdachte] omdat ze wilden dat hij aan [medeverdachte 1] zou doorgeven dat ze bezig waren om geld bijeen te krijgen en dat er binnen een week betaald zou worden. [348] [medeverdachte 3] uit [plaats] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) heeft dat bevestigd. [349] [medeverdachte 2] heeft het bericht van [medeverdachte 3] aan [verdachte] dat aan [medeverdachte 1] is doorgestuurd en de reactie van [medeverdachte 1] daarop gezien. De reactie van [medeverdachte 1] was dat het niet langer dan een week mocht duren anders zou er gewoon verder worden gegaan. [medeverdachte 3] heeft tegen [medeverdachte 2] gezegd dat hij heeft meegeholpen met betalen. De berichten met de vraag wie kan meehelpen met betalen zijn rondgegaan. Ook de [betrokkene 35 en 36] (de rechtbank begrijpt:
[betrokkene 35] en [betrokkene 36] ), vrienden van Abs, hebben meebetaald. [350] Nog geen twee dagen later zag [medeverdachte 2] dat het ingezamelde geld van Abs voor [medeverdachte 1] naar de Platinum Lounge werd gebracht door [medeverdachte 3] , in zijn Passat. Van [verdachte] begreep [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 1] iets had gezegd van: zie je, als je druk uitoefent, dan gaan mensen wel betalen. [351] [medeverdachte 2] heeft later begrepen dat het ongeveer € 120.000,- of € 130.000,- was. [352] [medeverdachte 9] heeft het geld van Abs later afgegeven aan de jongen met de Peugeot uit Tiel, waar [medeverdachte 2] bij was. [353] [medeverdachte 2] verklaart na het zien van een foto van [medeverdachte 15] dat dit de jongen uit Tiel met de Peugeot is waarover hij heeft verklaard. [354] [medeverdachte 2] zette nieuwe kentekenplaten op de auto waarmee hij had gespot op Abs, maakte de auto schoon en liet deze achter op de Cayennedreef met de sleutel aan de binnenzijde van de linkerachterband. [355]
4.3.4.7 Betaling aan [medeverdachte 2]
Later kreeg [medeverdachte 2] via [verdachte] een bericht van [medeverdachte 1] met de vraag wat de kosten voor de spotter waren. [356] [verdachte] heeft [medeverdachte 2] vervolgens gevraagd of € 5.000,- goed was. [medeverdachte 2] zei daarop dat alles goed was. [medeverdachte 1] zei toen (via [verdachte] ) dat er € 5.000,- apart werd gelegd. [medeverdachte 2] kreeg twee dagen later € 5.000,- van [medeverdachte 9] voor het spotten van Abs. [357]
4.3.5
Bruikbaarheid verklaringen van [medeverdachte 2]
4.3.5.1 Beoordeling betrouwbaarheid verklaringen van [medeverdachte 2]
Onder verwijzing naar wat hiervoor bij de beoordeling van de verklaringen van [medeverdachte 2] is overwogen, zal de rechtbank behoedzaamheid betrachten bij het gebruik van zijn verklaringen voor het bewijs. De rechtbank acht de hiervoor weergegeven verklaringen van [medeverdachte 2] betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Daartoe is het volgende redengevend.
In de eerste plaats verwijst de rechtbank naar haar algemene overwegingen met betrekking tot de betrouwbaarheid van de door [medeverdachte 2] afgelegde verklaringen. In het zaaksdossier Tennis komt daar nog bij dat [medeverdachte 2] zichzelf heeft belast in een zaak waar hij tot op dat moment bij politie en justitie niet in beeld was gekomen. Zijn verklaringen in dit zaaksdossier zijn bovendien gedetailleerd en krijgen voor een deel bevestiging in onderzoeksbevindingen. Die bevestiging is vooral sterk waar het aspecten betreft waarover [medeverdachte 2] in de kluisverklaringen heeft verklaard maar die op dat moment alleen nog bekend konden zijn bij personen die daadwerkelijk betrokkenheid bij deze zaak hebben gehad.
Over de bevestiging die al of niet gevonden is voor de verklaringen van [medeverdachte 2] overweegt de rechtbank als volgt.
4.3.5.2 (Kleine) Abs = [betrokkene 4]
De persoonsomschrijving die [medeverdachte 2] in zijn eerste kluisverklaring geeft van de persoon waarvan hij de naam niet kent maar die hij kent als Abs past bij de persoonsomschrijving van [betrokkene 4] in het politieregistratiesysteem [358] en de verklaring van zijn ex-vrouw. Zij noemt hem in haar verhoor ook een keer Abs. [359] Dat de persoon Abs waarover [medeverdachte 2] heeft verklaard ook daadwerkelijk [betrokkene 4] is, volgt bovendien uit het feit dat [betrokkene 4] door de politie na het incident op 11 oktober 2016 wordt aangetroffen en [betrokkene 4] daarna zijn verklaringen over wat er is gebeurd aflegt.
4.3.5.3 Vaders van [verdachte] en [betrokkene 4] kennen elkaar
De verklaring van [medeverdachte 2] dat de vaders van [verdachte] en [betrokkene 4] elkaar kenden wordt bevestigd door [betrokkene 4] zelf, die in zijn verhoor bij de rechter-commissaris van 8 mei 2020 verklaart dat hun vaders elkaar kenden. [360] [betrokkene 4] heeft in zijn verhoor bij de rechter-commissaris ook verklaard dat hij [verdachte] kent uit de buurt en dat hij hem al heel lang kent, al vanaf dat hij 14 of 15 jaar oud is. [361]
4.3.5.4 Aanschaf camera bij de MediaMarkt
De verklaring van [medeverdachte 2] over de aanschaf van een camera wordt ook bevestigd door het onderzoek. Het door hem (via zijn advocaat) overhandigde en in beslag genomen fototoestel en de zwarte fototas, merk Case Logic SLRC200, zijn op 5 september 2016 om 16:00 uur bij de MediaMarkt aangeschaft, inclusief een SD-kaart. [362]
4.3.5.5 Beschrijving verblijfadressen van [betrokkene 4]
De verklaringen van [medeverdachte 2] over de gezinssituatie van [betrokkene 4] , [363] de beschrijving van de (omgeving van de) woning waar hij verbleef [364] en de verhuizing naar een ander adres (door [medeverdachte 2] ‘onderduikadres’ genoemd) zijn bevestigd in het onderzoek. [betrokkene 4] heeft vanaf 11 oktober 2016 een postadres gekregen. [365] Vóór het incident op 11 oktober 2016 verbleef hij bij zijn ex-vrouw. [366] Zijn ex-vrouw bevestigt tegenover de politie dat [betrokkene 4] daar in die tijd kwam. [367] De neef van [betrokkene 4] bevestigt dat [betrokkene 4] niet meer bij zijn ex-vrouw woonde maar (tijdelijk) op het adres van die neef verbleef, dat naast de [adres] ligt. [368]
4.3.5.6 Bewerken foto’s en verstrekken SD-kaartjes
Voor de verklaring van [medeverdachte 2] dat hij de foto’s in een internetcafé aan de Oranjerivierdreef heeft bewerkt, is de bevestiging gevonden dat daar inderdaad een internetcafé was gevestigd. [369]
[medeverdachte 2] heeft het vermoeden geuit dat de persoon aan wie hij de SD-kaartjes heeft gegeven de neef van [medeverdachte 1] is van wie observatiefoto’s in een tennisbus zijn gevonden. Uit onderzoek is gebleken dat op die foto’s [betrokkene 22] , een neef van [medeverdachte 1] , staat. [370] De persoon die [medeverdachte 2] herkende als de persoon aan wie hij de SD-kaartjes gaf is echter [betrokkene 34] . Hij heeft geen familieband met [medeverdachte 1] . [371] Hoewel [betrokkene 34] heeft ontkend dat hij van [medeverdachte 2] SD-kaarten heeft ontvangen, [372] past de omschrijving die [medeverdachte 2] van de persoon heeft gegeven in zoverre wel bij [betrokkene 34] dat hij in 2016 dertig jaar oud was [373] en een grijze Volkswagen Touran op zijn naam heeft gehad van 19 juni 2016 tot en met 12 maart 2017. [374] Over de Volkswagen Touran heeft [betrokkene 34] verklaard dat dit een bedrijfsauto betrof die door meerdere personen werd gebruikt en dat de kleur niet grijs was maar lichtblauw. [375]
De rechtbank beoordeelt de verklaring van [medeverdachte 2] ten aanzien van het verstrekken van de SD-kaartjes als ondersteunend voor de geloofwaardigheid van zijn verklaringen. De omschrijving van de persoon past bij [betrokkene 34] en diens auto. Het verschil in kleur tussen grijs en lichtblauw acht de rechtbank daarbij van ondergeschikt belang. De rechtbank betrekt bij het oordeel over de geloofwaardigheid van [medeverdachte 2] op dit punt dat uit het onderzoek een verband tussen [betrokkene 34] en [medeverdachte 15] is gebleken. Bij de aanhouding van [medeverdachte 15] op 29 april 2018 zijn in zijn auto (onder meer) twee sleutels aangetroffen die pasten op de centrale toegangsdeur en de voordeur van de woning waar [betrokkene 34] toen verbleef. [376] Bij [medeverdachte 15] is verder een sleutel gevonden die bleek te passen op een kluis in de inpandige berging bij de woning van [betrokkene 34] . [377] In die kluis zijn op 2 oktober 2018 verdovende middelen (te weten 23 kilo hasj) aangetroffen. [378] In de woning van [betrokkene 34] is die dag ook geld (te weten een geldbedrag van € 58.025,-) aangetroffen. [379] Er zijn dus aanwijzingen dat [betrokkene 34] contact heeft gehad met Marengo-verdachten.
4.3.5.7 Observaties van [betrokkene 4]
De verklaringen van [medeverdachte 2] inhoudende dat [betrokkene 4] een keer (een van) de broers [betrokkene 35 en 36] heeft bezocht in een flat bij de Platinum Lounge toen [medeverdachte 2] aan het spotten was en dat [betrokkene 4] met hen bevriend is, is in zoverre in het onderzoek bevestigd dat gebleken is dat [betrokkene 35] in de betreffende periode om de hoek bij de Platinum Lounge heeft gewoond. [380] verklaart dat de broers [betrokkene 35 en 36] vrienden van hem zijn. [381] [betrokkene 35] verklaart zelf ook bevriend te zijn met [betrokkene 4] [382] en [betrokkene 36] verklaart dat hij [betrokkene 4] sinds 1980 kent. [383] Verder wordt de verklaring van [medeverdachte 2] dat [betrokkene 4] in een grijze Citroën C3 reed, bevestigd door [betrokkene 4] zelf. [384] [medeverdachte 2] kon dit overigens ook weten doordat een foto van diens auto op Boevennieuws [385] heeft gestaan, wat hij ook heeft erkend maar waarbij hij denkt dat het Crimesite is. De rechtbank ziet een sterke bevestiging van de verklaring van [medeverdachte 2] daar waar hij verklaart over wat niet op de foto te zien was, namelijk dat [betrokkene 4] aan het bellen was en er veel Marokkanen bij hem stonden. De politie beschrijft namelijk dat ter plaatse meerdere personen bij [betrokkene 4] stonden en dat [betrokkene 4] heeft gezegd dat hij al telefonisch contact met een vriend had gehad. [386] Een sterke bevestiging ziet de rechtbank ook ten aanzien van de verklaringen van [medeverdachte 2] dat Abs vaak achteruit inparkeerde en dat [medeverdachte 2] via [verdachte] van [medeverdachte 1] heeft gehoord dat [betrokkene 4] de heads had gezien. [387] heeft namelijk verklaard dat hij achteruit inparkeerde en dat hij toen een man met een bivakmuts zag. [388] Dit betreft informatie die [medeverdachte 2] alleen kan weten als hij zelf betrokken is geweest en/of een dergelijk (doorstuur)bericht heeft gezien.
4.3.5.8 Volkswagen Passat van [medeverdachte 3]
Ten slotte is ook bevestiging gevonden van de verklaring van [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 3] in een Passat reed. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de broer van [medeverdachte 3] van 20 oktober 2015 tot 30 maart 2017 een zwarte Volkswagen Passat op zijn naam had staan. Ook is gebleken dat [medeverdachte 3] op 24 februari 2016 door politieambtenaren is gecontroleerd in die Volkswagen Passat. Hij was op dat moment de bestuurder van de auto en [verdachte] was de bijrijder. [389]
4.3.5.9 Contra-indicaties?
De rechtbank heeft zich rekenschap gegeven van het feit dat [betrokkene 4] zelf ontkent dat de poging tot liquidatie iets te maken heeft met een drugsschuld. Hij zegt dat hij geen drugsschuld had bij [medeverdachte 1] . [betrokkene 4] ontkent ook dat er geld zou zijn ingezameld en betaald aan [medeverdachte 1] . [390] De rechtbank vindt zijn verklaring op dit punt echter ongeloofwaardig. Het belang van [betrokkene 4] om te ontkennen dat hij een drugsschuld had bij [medeverdachte 1] is evident – anders zou hij immers erkennen dat hij handelde in drugs. Daarnaast ligt voor de hand dat [betrokkene 4] uit vrees voor represailles niet genegen zal zijn om iemand als verantwoordelijke voor de poging tot liquidatie aan te wijzen. In dit verband is veelzeggend dat [betrokkene 4] in eerste instantie zegt dat hij precies weet uit welke hoek het komt maar dat hierover vertellen het alleen nog maar moeilijker zou maken.
De rechtbank heeft er ook oog voor dat [betrokkene 35] en [betrokkene 36] ontkennen dat zij hebben meebetaald ten behoeve van [betrokkene 4] . Aan de verklaringen van [betrokkene 35] wordt echter geen geloof gehecht, reeds omdat hij zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris volhoudt dat hij niets weet van een poging tot liquidatie, terwijl [betrokkene 4] zegt dit wel te hebben verteld aan hem en dat [betrokkene 36] dit ook zo heeft begrepen. Bij de politie zegt [betrokkene 35] dat [betrokkene 4] het had over een aanrijding en niets heeft gezegd over een liquidatiepoging [391] en bij de rechter-commissaris zegt hij dat [betrokkene 4] tegen hem gezegd heeft dat hij tegen een lantaarnpaal was gereden. [392] Deze verklaringen zijn niet te rijmen met de verklaring van [betrokkene 4] dat hij [betrokkene 35] heeft verteld wat er die bewuste avond is gebeurd en dat hij hem ook heeft verteld dat hij een man met een wapen heeft gezien. [393] Ook [betrokkene 36] verklaart bij de politie dat hij van [betrokkene 4] heeft gehoord dat hij bijna weg was, dat [betrokkene 4] iemand heeft zien staan met ‘een lang ding’ in zijn handen en toen snel is weggereden en een auto heeft geramd. [394] Aan de verklaring van [betrokkene 35] dat hij noch zijn broer [betrokkene 36] geld hebben geleend aan of hebben betaald ten behoeve van [betrokkene 4] , wordt dan ook geen geloof gehecht. De omstandigheid dat [betrokkene 36] bij de politie ook ontkent te hebben meebetaald maakt dit niet anders.
4.3.5.10 Conclusie
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verklaringen van [medeverdachte 2] gebruiken voor het bewijs.
4.3.6
Oordeel van de rechtbank
4.3.6.1 Poging tot moord
De rechtbank is op basis van de bevindingen van de politie, de verklaringen van [betrokkene 4] , de verklaringen van getuigen ter plaatse en de weergegeven verklaringen van [medeverdachte 2] van oordeel dat er op 11 oktober 2016 sprake is geweest van een poging tot moord op [betrokkene 4] . De verdediging heeft gesteld dat er geen sprake is van een poging tot moord omdat er ook alleen sprake zou kunnen zijn geweest van druk zetten op [betrokkene 4] om te betalen, wat afgeleid zou kunnen worden uit de aan [medeverdachte 1] toegeschreven opmerking dat als je druk uitoefent, mensen wel gaan betalen. De rechtbank verwerpt deze stelling omdat die wordt weersproken door de bewijsmiddelen. De rechtbank wijst in dit verband op de verklaring van [medeverdachte 2] dat hij een bericht van [medeverdachte 1] via [verdachte] kreeg doorgestuurd waarin [medeverdachte 1] liet weten dat hij [betrokkene 4] meteen ging pakken. Verder wijst de rechtbank op de verklaring van [medeverdachte 2] dat [verdachte] hem heeft gevraagd of hij iemand wist die het spotterswerk op [betrokkene 4] kon doen, waarmee hetzelfde spotterswerk als bij [slachtoffer 1] werd bedoeld. Ook wijst de rechtbank op de verklaring van [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 1] na afloop van de gebeurtenissen op 11 oktober 2016 aan [verdachte] liet weten dat de heads veilig waren, dat [medeverdachte 1] de heads had gesproken en dat zij hem hadden verteld dat [betrokkene 4] hen had gezien, waarna ze waren weggevlucht. Uit deze verklaringen volgt dat het de bedoeling was dat [betrokkene 4] vermoord zou worden en dat er geen sprake was van alleen druk uitoefenen om te betalen. Niet valt in te zien waarom de heads zouden wegvluchten op het moment dat [betrokkene 4] hen zag als het doel alleen was om hem onder druk te zetten. De stelling van de verdediging dat de kosten van een liquidatie niet opwegen tegen het door [medeverdachte 2] geschetste financiële belang voor [medeverdachte 1] doet daaraan niet af. Uit de verklaringen van [medeverdachte 2] volgt immers dat de drijfveer om [betrokkene 4] te laten vermoorden voor [medeverdachte 1] niet (zozeer) was dat [medeverdachte 1] zijn geld terug wilde krijgen, maar veeleer om te laten zien dat men niet met [medeverdachte 1] moet spotten. De uiterlijke verschijningsvorm van het met een bivakmuts en een wapen met versnelde pas op [betrokkene 4] aflopen en het wapen in zijn richting houden, het hem de weg blokkeren en het na afloop in brand steken van de auto met valse kentekens wijst er ook op dat er een poging is gedaan om [betrokkene 4] om het leven te brengen. Dat de liquidatie niet is gelukt is alleen te danken aan het feit dat [betrokkene 4] kon wegrijden door de auto van de schutters te rammen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat er bij [verdachte] sprake is geweest van voorbedachte raad.
4.3.6.2 Juridisch kader medeplegen
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezen verklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Bij de vorming van het oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking zijn van belang de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. Het gaat erom dat de verdachte een wezenlijke bijdrage moet hebben geleverd aan het delict.
De bijdrage van de medepleger zal in de regel worden geleverd tijdens het begaan van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van het feit. Maar de bijdrage kan ook worden geleverd in de vorm van gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit. Ook is niet uitgesloten dat de bijdrage in hoofdzaak vóór het strafbare feit is geleverd. Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de uitvoering van het delict zal in dergelijke uitzonderlijke gevallen wel moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grote(re) rol in de voorbereiding.
4.3.6.3 Rol van [verdachte]
De rechtbank concludeert dat [verdachte] medepleger is van de poging tot moord op [betrokkene 4] en acht het primair ten laste gelegde bewezen. [verdachte] heeft in opdracht van [medeverdachte 1] nauw en bewust samengewerkt met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] om de moord te gaan plegen. Hij stond daarbij in rechtstreeks contact met [medeverdachte 1] en vormde de schakel in de communicatie tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Hij heeft in opdracht van [medeverdachte 1] een gesprek gevoerd met [betrokkene 4] om duidelijk te maken dat [medeverdachte 1] zijn geld wilde hebben. Hij heeft [medeverdachte 2] gevraagd mee te gaan naar dat gesprek en alvast foto’s van [betrokkene 4] te maken ten behoeve van de schutters, voor het geval [betrokkene 4] niet zou gaan betalen. [verdachte] heeft [medeverdachte 2] gevraagd om spotters te regelen en heeft, toen [medeverdachte 2] niemand vond, aan hem gevraagd of hij zelf kon gaan spotten. [verdachte] heeft de bewegingen van [betrokkene 4] , die hij van [medeverdachte 2] doorkreeg, doorgegeven aan [medeverdachte 1] zodat [medeverdachte 1] wist op welk moment hij de schutters moest sturen en waarnaartoe. [verdachte] heeft [medeverdachte 2] laten weten dat [medeverdachte 1] de schutters op weg heeft laten gaan naar [betrokkene 4] . Na de mislukte moordpoging vroeg hij op verzoek van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] hoeveel hij voor het spotterswerk betaald wilde krijgen. [verdachte] heeft gelet op het voorgaande een wezenlijke bijdrage geleverd aan de poging tot moord op [betrokkene 4] op 11 oktober 2016.
4.4
Zaaksdossier Zeilboot
4.4.1
Inleiding
Het zaaksdossier Zeilboot betreft de poging tot moord en de moord op [slachtoffer 6] (hierna: [slachtoffer 6] ) op 8 december 2016. Op die dag heeft [slachtoffer 6] een afspraak in hotel citizenM in Amsterdam. Als hij na afloop weer naar zijn auto loopt, rent een persoon langs hem en die lijkt daarbij een vuurwapen op hem te richten. Er valt geen schot. [slachtoffer 6] rijdt vervolgens naar club Boccaccio in Laren (hierna: de club). Nadat hij de club heeft verlaten en in zijn auto is gestapt, wordt hij doodgeschoten.
[verdachte] wordt onder parketnummer 13/997051-19 (zaak B) beschuldigd van medeplegen dan wel medeplichtigheid aan moord (feit 1), en medeplegen dan wel medeplichtigheid aan poging tot moord (feit 2).
4.4.2
Standpunten
Het Openbaar Ministerie heeft zich op het standpunt gesteld dat de medeplichtigheid aan poging tot moord en de medeplichtigheid aan moord bewezen verklaard kunnen worden. De verdediging bepleit vrijspraak voor alle feiten.
Het Openbaar Ministerie wijst allereerst op de verklaring van [medeverdachte 2] , dat [verdachte] hem na de mislukte aanslag op 2 juli 2016 over [slachtoffer 6] heeft gezegd: ‘Ze gaan hem pakken.’ Bovendien heeft [verdachte] vervolgens [medeverdachte 2] benaderd met een verzoek om semtex te leveren die op afstand tot ontploffing gebracht kon worden. Verder heeft [verdachte] [medeverdachte 2] op 8 december 2016 gevraagd om een kenteken na te trekken, dat achteraf bleek te behoren bij de auto van de vader van [slachtoffer 6] . Na de moord stuurde [verdachte] een bericht van [medeverdachte 1] door aan [medeverdachte 2] waarin [medeverdachte 1] hem waarschuwde dat niet moest uitkomen wat [medeverdachte 2] had gedaan.
4.4.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, met de verdediging, van oordeel dat de door het Openbaar Ministerie aangedragen elementen onvoldoende zijn om tot een bewezenverklaring te komen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
De opmerking ‘ze gaan hem pakken’ levert, ook als wordt aangenomen dat [verdachte] dat heeft gezegd en daarmee op [slachtoffer 6] doelde, nog niet het bewijs op dat [verdachte] zelf opzet had op later gepleegde concrete misdrijven.
Semtex
[medeverdachte 2] verklaart dat [verdachte] hem, enkele weken nadat er een bom was gevonden onder de auto van [slachtoffer 6] , heeft gevraagd of hij semtex kon regelen. [medeverdachte 2] heeft toen geantwoord dat hij dat kon, maar dat het wel ging om een ontsteking met een kabel. Hij heeft er daarna niets meer van gehoord. Voor [medeverdachte 2] was het een bevestiging dat [medeverdachte 1] ook achter de mislukte aanslag zat. [395] Bij de rechter-commissaris verklaart [medeverdachte 2] dat [verdachte] niet heeft gezegd dat hij de springstof zocht in verband met [slachtoffer 6] en dat dat [medeverdachte 2] ’s eigen conclusie was. [396]
Het verzoek aan [medeverdachte 2] om semtex te leveren zou kunnen zijn gedaan om daarmee een (nieuwe) aanslag op [slachtoffer 6] te kunnen plegen, maar dat hoeft niet. De enkele omstandigheid dat dat verzoek kort na de mislukte bomaanslag werd gedaan, is onvoldoende om dat te concluderen. De verdediging wijst er terecht op dat [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij zelf de conclusie heeft getrokken dat het verzoek wel met [slachtoffer 6] te maken zou hebben, maar dat [verdachte] dat niet heeft gezegd. Overigens is de semtex (voor zover bekend) niet geleverd en werd er bij de poging tot moord en de moord op [slachtoffer 6] zoals die later gepleegd zijn, gebruik gemaakt van vuurwapens en niet van een bom.
Kenteken
[medeverdachte 2] verklaart dat hem werd gevraagd om met spoed een kenteken te regelen. [397] Hij gaf het kenteken door aan zijn schoonzus, die als BOA bij de gemeente Amsterdam werkte. Zij kon kentekens natrekken in het kentekenregistratiesysteem. [398] De schoonzus gaf [medeverdachte 2] op een papiertje de naam [slachtoffer 6] , de plaats [plaats] en een geboortejaar door. [medeverdachte 2] zag dat de man echt op leeftijd was. [399] Op het papiertje stonden ook het merk en type van de auto: een Volkswagen Polo. [medeverdachte 2] gaf de informatie door aan [verdachte] . De volgende ochtend zag [medeverdachte 2] dat [slachtoffer 6] was geliquideerd. In De Telegraaf werd geschreven over een Volkswagen Polo en dat [slachtoffer 6] in de auto van zijn vader reed. [400] [medeverdachte 2] kreeg toen een bericht van [verdachte] met als inhoud: ‘Je was heel snel met dat kenteken. Let op dat het niet uitlekt’. Het betrof een doorstuurbericht, afkomstig van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] reageerde door uit te leggen hoe hij het gedaan had en dat ze er niet 1, 2, 3 achter zouden komen. Hij kreeg een berichtje terug van [medeverdachte 1] : ‘Oké top!’, zo verklaart [medeverdachte 2] . [401]
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [verdachte] aan [medeverdachte 2] heeft gevraagd een kenteken na te trekken. De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] op dat moment, gelet op de eerder gepleegde feiten waar hij van op de hoogte was, in elk geval voor lief moet hebben genomen dat die informatie mogelijk zou worden gebruikt voor een moord. In die zin is die gedraging van belang voor het ten laste gelegde lidmaatschap van een criminele organisatie. Er kan echter niet worden vastgesteld dat [verdachte] bij het verzoek en het doorgeven van de door [medeverdachte 2] geleverde gegevens, opzet had op de dood van [slachtoffer 6] . Ook het achteraf doorgeven van communicatie tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betekent nog niet dat hij vooraf opzet had op de dood van [slachtoffer 6] . Wel kan worden aangenomen dat [verdachte] er achteraf geen afstand van nam, maar dat is onvoldoende om opzet aan te nemen.
De rechtbank concludeert dat niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat [verdachte] opzet had op de poging tot moord en de moord op [slachtoffer 6] op 8 december 2016. Hij wordt daarom van deze feiten vrijgesproken.
4.5
Zaaksdossier Roos/Doorn
4.5.1
Inleiding
Het zaaksdossier Roos/Doorn betreft het onderzoek naar de gewelddadige dood van [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) op 12 januari 2017 te Utrecht (onderzoek Roos) en een incident op 14 januari 2017 waarbij twee personen, die mogelijk een moord wilden plegen op [betrokkene 5] (hierna: [betrokkene 5] ), na een achtervolging zijn aangehouden (onderzoek Doorn). [verdachte] wordt beschuldigd van betrokkenheid bij beide zaken.
4.5.2
Standpunten
Het Openbaar Ministerie stelt zich op het standpunt dat medeplegen van voorbereiding van moord op [betrokkene 5] en medeplegen van moord op [slachtoffer 2] bewezen verklaard kunnen worden. De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
4.5.3
Feiten en omstandigheden
4.5.3.1 Telefoonnummers
In dit zaaksdossier komen verschillende telefoonnummers voor, die in het dossier respectievelijk aan [betrokkene 5] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] worden toegeschreven. De rechtbank merkt daarover het volgende op.
Het telefoonnummer 31684944927 was in gebruik bij [betrokkene 5] . [402]
De telefoonnummers 31618654112 en 31685721705 waren in gebruik bij [medeverdachte 4] . [403]
Het telefoonnummer 31619156941 was in gebruik bij [medeverdachte 5] . [404]
Het telefoonnummer 31687747649 wordt in het dossier in verband gebracht met [medeverdachte 5] , [405] maar de aanwijzingen dat [medeverdachte 5] dit telefoonnummer zou gebruiken – vijf contacten van [medeverdachte 5] zijn ook contact van dit telefoonnummer en de telefoonnummers 31619156941 en 31687747649 stralen vaak bij elkaar in de buurt aan – acht de rechtbank onvoldoende concreet om daarvan uit te gaan, temeer omdat beide telefoonnummers zich soms los van elkaar verplaatsen. Reeds daarom schrijft de rechtbank het telefoonnummer 31687747649 niet toe aan [medeverdachte 5] .
4.5.3.2 Auto’s regelen
[medeverdachte 2] verklaart dat [verdachte] hem in december (de rechtbank begrijpt: 2016) vroeg of hij auto’s kon regelen. [medeverdachte 2] vroeg dat vervolgens aan [betrokkene 37] (hierna: [betrokkene 37] ) en kreeg van hem een lijstje van auto’s die geleverd konden worden. Hij stuurde dat lijstje door naar [verdachte] , die het weer doorstuurde naar [medeverdachte 1] . Er kwam respons op dat ze vier auto’s wilden hebben, waaronder een Audi A5 en een Audi Q5. Het verzoek was afkomstig van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] weet dat [medeverdachte 1] de opdracht gaf omdat het een doorstuurbericht betrof. [406] De werkwijze was volgens [medeverdachte 2] dat de dieven een afspraak maakten met de persoon die een auto aanbood op internet en vervolgens ’s nachts de auto stalen. [407] Op het moment dat [medeverdachte 2] het verzoek van [verdachte] kreeg om auto’s te regelen, wist hij al dat de auto’s voor liquidaties en observaties gebruikt zouden worden, zo verklaart hij. [408]
De verklaring van [medeverdachte 2] wordt bevestigd door [betrokkene 37] . Hij verklaart dat hij een Audi Q5 en een Audi A5 heeft geleverd aan [medeverdachte 2] , die hij herkent als hem een foto wordt getoond van [medeverdachte 2] . Hij denkt dat hij de Audi Q5 na nieuwjaarsdag heeft geleverd. De Audi Q5 was zwart van kleur. [409]
[medeverdachte 2] verklaart verder dat hij aan [verdachte] doorgaf dat er nieuwe kentekenplaten op de Audi A5 moesten worden gezet. [verdachte] stuurde dat door naar [medeverdachte 1] , die zei: kies maar wat platen uit, we gaan ze drukken. Voor de Audi A5 vond [medeverdachte 2] een kenteken van een soortgelijke auto op internet. [410] [medeverdachte 2] verwijderde de originele kentekenplaten van de Audi A5 en gooide deze bij de bankjes aan de Lauwerecht in de Vecht. [411] [medeverdachte 2] heeft de Audi Q5 en de Audi A5 afgeleverd door ze op de Chilidreef te parkeren. [412]
Het onderzoek levert bevestiging op van dit deel van de verklaring van [medeverdachte 2] . Op 11 juli 2017 worden ter hoogte van het zitplateau aan de Lauwerecht in de Vecht twee kentekenplaten opgedoken met het kenteken [kenteken] . [413] Dit kenteken past bij een Audi A5 die tussen 3 en 5 januari 2017 is gestolen. [414]
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte 2] op verzoek van [verdachte] voor [medeverdachte 1] twee gestolen auto’s aanschaft en deze met valse kentekenplaten aflevert aan de organisatie van [medeverdachte 1] .
4.5.3.3 [betrokkene 5] invalide maken
[medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 9] hem ongeveer tien dagen voor de liquidatie (de rechtbank begrijpt: van [slachtoffer 2] ) een bericht van [medeverdachte 1] liet zien over ‘Imo’, waarin stond: ’we gaan hem gehandicapt maken. Dat hij nooit meer kan lopen’. Volgens [medeverdachte 2] had Imo blijkbaar geroddeld. [415]
Op 2 januari 2017 stuurt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] onder meer de volgende berichten. [416]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:34
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Broertje zo een jongen werkte by malabata vroeger, imo kent u die?
14:41
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ja broertje die kk hond geeft info, wat die hoort en ziet, aan die [betrokkene 7] en piet. hy zei dat [betrokkene 7] op een lyst staat etc! Ok top
14:45
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok vieze hoerenkind even invalide maken
komt ie vaak by u?
14:49
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok broertje dank u
14:51
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Dank zeer broertje
14:54
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok even invalide maken beter voor hem kk gasten info honden
De antwoorden van [medeverdachte 9] ontbreken, maar hij heeft wel verklaard dat hij een verzoek kreeg om uit te kijken naar [betrokkene 5] , die Imo wordt genoemd. Imo zou een pak slaag krijgen. [medeverdachte 9] vertelde dat aan [medeverdachte 2] , zo verklaart hij. [417]
De rechtbank stelt op basis van het bovenstaande vast dat [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] vraagt om naar [betrokkene 5] uit te kijken. [betrokkene 5] moet volgens [medeverdachte 1] invalide gemaakt worden.
4.5.3.4 [betrokkene 5] naar de hel sturen
[medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 9] hem een bericht van [medeverdachte 1] liet zien waarin deze over Imo zei: ‘Ik ga hem naar de hel sturen, hahaha’. Dat was een of twee dagen na het bericht dat [medeverdachte 1] Imo gehandicapt ging maken. [418] Imo hing vaak in lounges. Aan [medeverdachte 2] werd toen twee keer gevraagd: kun je even kijken of hij daar binnen is? Hij zag Imo echter niet. [419]
De verklaring van [medeverdachte 2] wordt grotendeels bevestigd in een bericht van 5 januari 2017 van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] met de volgende inhoud. [420]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
21:28
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hahaha telepathie heb alles al van hem broertje die gaat snel na hell hahahaha
[medeverdachte 9] verklaart dat [medeverdachte 2] naar [betrokkene 5] op zoek ging. [medeverdachte 2] gaf de gegevens door aan [medeverdachte 9] , die deze weer doorgaf aan de verzoeker, aldus [medeverdachte 9] . [421]
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] enkele dagen na het bericht dat [betrokkene 5] invalide gemaakt moest worden, aan [medeverdachte 9] meldt dat hij [betrokkene 5] naar de hel zal sturen. Mede gelet op de vaststellingen die de rechtbank hierna doet, gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 1] daarmee bedoelt dat hij [betrokkene 5] zal laten vermoorden.
4.5.3.5 7 januari 2017
Op 7 januari 2017 sturen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] onder meer de volgende berichten naar [medeverdachte 9] . [422]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
22:02:48
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
bell [01/07/2017 @ 10:53 pm] Salaam sir, die track heeft een storing ik denk door de kou sir maar die hond is in pacha nu sir ze fiets staat daar voor de deur, kunt u niet achter komen waar die binnen zit sir en wat die aan heeft zodat we de juiste man kunnen filmen.
22:02:58
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Salam broertje alles goed die imo is daar iemand nu
22:07
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Dank u broertje
22:08
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ok bro nu of mag het met 20min?
22:12
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ok bro
22:15
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok sir en zeg wat ie aanheeft dan laat ik hem opnemen dan weten we zeker zit
22:18
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok dank u broertje
22:25
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
volgens mij zit ie hier bro met zwart witte dsquared pet audi van z'n broertje staat ook voor de deur als dat hem is kan niet dichtbij komen is vol
22:26
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
[betrokkene 38] zit ook aan die tafel die zie ik wel en tegenover hem zit denk ik die Imo ga je zo bevestigen
22:27
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Nee Pasha bro
22:30
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ga je zo bevestigen kan niet bij die tafel komen hij zit achterin met rug na me toe...
22:38
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Zwarte jas zwart pet met witte grote letters op z'n pet van dsquared hij is de enige er mee hij zit met [betrokkene 38]
22:39
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Imo is toch die broer van die dikke die bij ons komt van die audi a3 toch die graag grappig doet?
22:41
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ok bro hij is hier binnen je weet welke squared pet hij draagt toch?
22:43:07
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Achter rechts
22:43:57
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Zwarte pet met witte letters rondom van dsquared
22:44:47
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Klaar bro?
22:46
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ok ga hier met 5min wG dan stuur ik je kenteken
22:51
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
[kenteken] dat is hem volgens mij staat geen andere hij staat precies op de hoek geparkeerd van die eet tent hij staat op de stoep als je deur uitloopt rechts
23:01
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ok bro hell vandaag?
De werkelijke tijdstippen van de hierboven genoemde berichten zijn één uur later dan de in de linker kolom vermelde tijd. [423]
Uit deze berichten leidt de rechtbank af dat een zekere ‘bell’ (hierna: Bell) aan [medeverdachte 1] meldt dat de tracker (de rechtbank neemt aan: de tracker die is bevestigd onder de auto van [betrokkene 5] ) storing heeft, maar dat [betrokkene 5] zich in Le Pacha bevindt, want zijn auto staat voor de deur. Bell wil weten waar [betrokkene 5] zit en wat hij aanheeft, zodat ze hem kunnen filmen. [medeverdachte 1] stuurt dat bericht om 23:02 uur door naar [medeverdachte 9] en vraagt hem of er iemand in Le Pacha is. Berichten van [medeverdachte 9] ontbreken, maar uit [medeverdachte 1] ’s opmerking ‘Dank u broertje’ maakt de rechtbank op dat [medeverdachte 9] reageert. Dat wordt ook bevestigd door de berichten van [medeverdachte 2] , waaruit volgt dat hij een verzoek van [medeverdachte 9] heeft gekregen en vervolgens naar Le Pacha gaat. [medeverdachte 9] meldt dat kennelijk aan [medeverdachte 1] , gelet op diens opmerking ‘Ok sir en zeg wat ie aanheeft dan laat ik hem opnemen dan weten we zeker zit’. [medeverdachte 2] meldt [medeverdachte 9] vervolgens waar [betrokkene 5] zit en welke kleding deze draagt. De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 9] het verzoek van [medeverdachte 1] doorgeeft aan [medeverdachte 2] en dat deze de gevraagde informatie aan [medeverdachte 9] verstrekt.
De telefoon met het telefoonnummer dat bij [betrokkene 5] in gebruik is straalt op de avond van 7 januari 2017 om 22:58 uur en om 23:06 uur een zendmast aan in de directe omgeving van Le Pacha. De telefoons die in gebruik zijn bij [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] stralen die avond (respectievelijk om 22:44 uur en 23:11 uur) een zendmast aan op vijfhonderd meter van Le Pacha. [424] Dat is omstreeks de tijdsaanduiding (10:53 pm) die vermeld staat in het doorgestuurde bericht van Bell over de aanwezigheid van [betrokkene 5] in Le Pacha.
4.5.3.6 8 januari 2017
Foto maken
[medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] vroeg om een foto van Imo te maken in de Platinum Lounge en dat [medeverdachte 9] dat weer aan [medeverdachte 2] vroeg. [medeverdachte 2] sprak met [medeverdachte 9] af dat hij foto’s zou maken en die naar [verdachte] zou doorsturen. [verdachte] zou ze dan doorsturen naar [medeverdachte 1] , die ze weer zou doorsturen naar de heads. [medeverdachte 2] probeerde een foto te maken met zijn Sky-telefoon, maar dat lukte niet. Met zijn iPhone maakte [medeverdachte 2] vervolgens foto’s van Imo en die stuurde hij door naar [verdachte] , met het verzoek ze door te sturen naar [medeverdachte 1] . [verdachte] wist echter nergens van. Hij zei: ‘wie is die man? Die ken ik niet’. Hij stuurde de foto’s uiteindelijk wel door. [425] [medeverdachte 2] vroeg aan [verdachte] of de foto’s goed waren. [verdachte] vroeg dat weer aan [medeverdachte 1] , die zei: ‘ja, het is goed, top’, aldus [medeverdachte 2] . [426]
In een onder [medeverdachte 2] inbeslaggenomen iPhone is een foto aangetroffen waarop [betrokkene 5] te zien is. Bij deze foto staat als informatie: ‘Created 8-1-2017 03:26:25’. De GPS-locatie die is opgeslagen in de iPhone is die nacht tussen 00:00 en 03:45 uur gelegen op enkele meters afstand van de Platinum Lounge. [427]
Op 8 januari 2017 worden de volgende berichten verstuurd tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 9] en [verdachte] en [medeverdachte 9] . [428] Hoewel in twee hieronder opgenomen berichten geen tijdstip en verzender en in één geval ook geen ontvanger, vermeld staan, stelt de rechtbank op grond van de inhoud ervan vast dat het een lopende berichtenwisseling is tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] .
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:57:13
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
HIJ Is hier
00:57:15
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Lounge
00:59
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ja bro
01:00
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ga zo probere foto te maken
01:02
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ja aub sir maak foto voor zeker heid
01:04
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ok bro
01:10
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok dank u broertje
01:12
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ja ben bezig hij zit alleen donkere kant waar precies geen licht is dus ga me best doen
01:14
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ja ga ik doen
01:37
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ben bezig maak ze met m'n iphone die andere pakt hem slecht
01:39
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
lphone maakt goeie foto's dan maak ik ze met m'n BlackBerry van de iphone foto's overnemen komt goed
02:28
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Heb kar foto’s gestuurd
02:30
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Verifieer of ze goed zijn anders maak ik nieuwe
02:33
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Vertel kar even na wie ze die moet doorsturen
02:36
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Salam wie is IMO van de foto die net N naar mijn stuurde ???
02:38
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Maar dat is geen [betrokkene 7] uit [plaats]
-------Original Message-------
From: Panter new
To: Selftest
Subject: Re:
Sent: Jan 8, 2017 3:37 AM
Die kleine had die foto's nodig van hem broer
-------Origineel bericht-------
Van: Real
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 8 Jan 2017 03:36
Salam wie is IMO van de foto die net N naar mijn stuurde ???
02:40
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Is dat die Piwi ???
(de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 9] )
[verdachte]
Nee iemand anders hij vroeg om hem deze komt uit [plaats]
-----Origineel bericht------
Van: Real
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 8 Jan 2017 03:40
Is dat die piwi ???
02:42
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Oke wie is hij dan???
(de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 9] )
(de rechtbank begrijpt: [verdachte] )
Deze jongen werkte vroeger bij malabata cofeeshop hij speelde info door na wat mensen hij zei tegen hun dat [betrokkene 7] [plaats] op lijst staat enzo hij is marokaans
-----Origineel bericht------
Van: Real
Aan: Selftest
Onderwerp:
Verzonden: 8 Jan 2017 03:42
Oke wie is hij Dan ???
02:49
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Oke
02:56
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok dank u sir
02:56
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Dank u broertje
De werkelijke tijdstippen van de hierboven genoemde berichten zijn één uur later dan de in de linker kolom vermelde tijd. [429]
[medeverdachte 2] verklaart dat [medeverdachte 1] de bijnaam ‘kleine’ heeft. [430]
De rechtbank stelt vast dat deze berichten de verklaring van [medeverdachte 2] bevestigen dat hij na overleg met [medeverdachte 9] , die weer overlegt met [medeverdachte 1] , foto’s maakt van [betrokkene 5] voor de heads. [medeverdachte 2] stuurt die foto’s vervolgens naar [verdachte] , die ze doorstuurt naar [medeverdachte 1] .
Aanstralen zendmasten
In de nacht van 8 januari 2017 stralen de telefoons van [medeverdachte 4] (om 01:54 uur) en [medeverdachte 2] (om 02:00 uur) dezelfde zendmast aan, gelegen op de Perudreef 8 te Utrecht, in de directe omgeving van de Platinum Lounge. [431]
4.5.3.7 Avond van 9 januari en nacht van 9 op 10 januari 2017
Op 9 januari 2017 stuurt [medeverdachte 1] de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [432]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
19:49
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
bell [01/09/2017 @ 8:45 pm] Sir hond is thuis nog,hele dag niet bewogen ook sir, fietsen plaatsen alsnog sir of nog even wachten sir?
19:53
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hele dag zyn auto niet bewogen.
19:58
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok broertje top alles staat klaar gewoon
20:04
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Dank u broertje dan laat ik heads erop afgaan
Die avond straalt een Haifan T6-baken (IMEI-nummer 864768010761767, met telefoonnummer 31612639581) om 20:47 uur de zendmast aan de Tannhäuserdreef te Utrecht aan. Deze zendmast bevindt zich op driehonderd meter van de [adres] , waar [betrokkene 5] woont. [433] Later wordt een Haifan T6-baken met het genoemde IMEI-nummer aangetroffen in de woning van [medeverdachte 4] aan de [adres] (beslagcode DOM161.04.05.009). [434] In het aangetroffen baken bevindt zich de simkaart met het nummer 31612639581. [435] Het baken krijgt SIN-nummer AAJV5839NL. [436] Een bemonstering van de simkaarthouder van het baken (SIN-nummer AAKP2765NL#01) levert een match op met de (op dat moment) onbekende man F. De matchkans van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [437] Het DNA-profiel matcht met de profielen in profielcluster 39625. [438] Het DNA-profiel van [medeverdachte 5] blijkt vervolgens te matchen met de profielen van cluster 39625. [439]
De rechtbank concludeert dat het DNA van [medeverdachte 5] zich bevindt op de simkaarthouder van een baken dat op 9 januari 2017 wordt gebruikt bij het achterhalen van [betrokkene 5] .
Die nacht worden er ook nog berichten gewisseld tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 9] en tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] . [440]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:09:07
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Notori [01/10/2017 @ 1:2 am] Die kut auto beslaat ook met 4man
00:09:26
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Pfff echt iedere dag is die er nu 3heads en driver staan er niks alles moekteb broertje
00:15
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok in pacha ook niet niks
00:17
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Nee heb al iemand in pacha hy is daar niet broertje
00:18
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
[betrokkene 38] is hier net binnen bro denk dat ie hierheen komt?
00:18
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Dank u voor de moeite broertje
00:19
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ok dan ga ik zo na scenario
00:23
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Is dat zyn vriend dus heads scherp laten zyn nu
00:31
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Scenario is die niet bro
00:32
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Dus daar is die ook niet laten we hopen hy gaat na u toe
Uit deze berichten komt naar voren dat [medeverdachte 1] drie schutters en een chauffeur heeft klaar staan, dat [medeverdachte 9] hiervan op de hoogte is, dat [medeverdachte 2] op zoek is naar [betrokkene 5] en dat hij, als hij hem gevonden heeft, [medeverdachte 9] daarvan op de hoogte brengt en dat [medeverdachte 9] vervolgens de bevindingen van [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 1] doorgeeft.
4.5.3.8 Periode van 10 en 11 januari 2017
Mislukte aanslag
[medeverdachte 2] verklaart dat hij had afgesproken dat hij [medeverdachte 9] een berichtje zou sturen als hij Imo in de Platinum Lounge zag op een moment dat [medeverdachte 9] daar zelf niet was. Toen die situatie zich voordeed, stuurde [medeverdachte 2] het bericht: ‘hij is hier binnen’. Er kwam vlak daarna bij [medeverdachte 2] een bericht binnen: ‘die hond is in Platinum sir’. [medeverdachte 2] leidde daaruit af dat er al een spotteam aanwezig was. Die nacht is het niet tot een aanslag gekomen omdat Imo door een zijingang zijn flat binnenging, terwijl de hitters bij een andere ingang stonden te wachten, aldus [medeverdachte 2] . [441]
Op 11 januari 2017 stuurt [medeverdachte 1] overdag de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [442]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
11:59
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Alikoem salam sir broertje nee had track eraf gehad dus als u hem ziet of hoort meld my even dan gaat track erop teveel pech gisteren alles moekteb was zyn dag niet en by wou ik hem niet doen voor deur dat kan niet
12:04
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Nee die hond is via andere weg thuis gekomen
15:01
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Notor [01/11/2017@ 3:59 pm) En sir weet je welke deur zijn ingang is, mocht hij weer andere kant komt of iets zet een man bij z'n deur
[medeverdachte 2] stuurt op 11 januari 2017 ’s avonds de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [443]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
22:36
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ja bro die is gisteren op een haar na geglipt engeltje op z'n schouder's jij sliep gisteren had toen kar gemailt van die dwerg is hier kun je het doorgeven precies toen ik het doorgaf kreeg kar ook mail binnen van hij is in lounge spotter’s zaten op hem
22:39
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ik weet ze waren al bij z'n deur hij is via andere ingang na binnen gegaan
De verklaring van [medeverdachte 2] vindt grotendeels bevestiging in bovenstaande berichten. Hieruit blijkt immers dat [medeverdachte 2] in de nacht van 10 op 11 januari 2017 (anders dan hij heeft verklaard aan [verdachte] (‘Kar’), en dus niet aan [medeverdachte 9] ) meldt dat [betrokkene 5] zich in de Platinum Lounge bevindt, dat hij van [verdachte] hoort dat er zich al een spotteam in de buurt bevindt en dat de aanslag die nacht mislukt. Ook blijkt uit de berichten dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 9] de volgende dag informeert dat een aanslag op [betrokkene 5] is mislukt en dat [medeverdachte 2] dat later met [medeverdachte 9] bespreekt.
Aanstralen zendmasten
Zendmastgegevens onderbouwen de verklaring van [medeverdachte 2] over die nacht. Het telefoonnummer van [betrokkene 5] straalt op 11 januari 2017 om 03:33 uur een zendmast aan op de Kaap Hoorndreef 66 te Utrecht. Deze zendmast bevindt zich op 684 meter van de Platinum Lounge. Die nacht straalt een telefoonnummer van [medeverdachte 2] tussen 02:53 uur en 03:30 uur diezelfde zendmast aan. [444]
4.5.3.9 Nacht van 11 op 12 januari 2017
Moord op [slachtoffer 2]
[medeverdachte 2] verklaart dat hij woensdag (de rechtbank begrijpt: woensdag 11 januari 2017) in de Platinum Lounge was. [445]
De volgende berichten van die avond en nacht zijn van belang. [446]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
22:23
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Salam broertje als die by u komt die hond laat my weten
22:29
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ik ga nu wel opstaan kan toch niet meer slapen
00:37
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Walou bro
00:39
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ook niet bro
00:42
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
[betrokkene 38] komt nu binnen misschien komt ie zo bro
Hoewel berichten van [medeverdachte 9] niet zijn veiliggesteld, leidt de rechtbank uit het geheel van de berichten van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] af dat [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] vraagt om naar [betrokkene 5] uit te kijken en dat [medeverdachte 9] dat verzoek doorgeeft aan [medeverdachte 2] , die vervolgens in de avond van 11 januari 2017 en de nacht van 11 op 12 januari 2017 – in elk geval in de Platinum Lounge – uitkijkt naar [betrokkene 5] , maar hem niet vindt.
Een broer van [betrokkene 5] verklaart dat hij in die nacht zag dat op de parkeerplaats van de Peetersdreef te Utrecht een Audi werd geparkeerd. Het kenteken van de Audi was [kenteken] . Later parkeerde er een zwarte Seat, met daarin twee Marokkaans/Noord-Afrikaans uitziende jongens, op ongeveer vijftien meter afstand van de Audi. Het kenteken van de Seat begon met [kenteken] , aldus de getuige. Rond 00:45 uur reed de Audi weg, met de Seat er achteraan. [447] Later verklaart deze getuige dat het kenteken van de Audi niet [kenteken] was, maar [kenteken] . [448]
Op 12 januari 2017 om 01:45 uur wordt bij 112 melding gemaakt van schoten op de [adres] te [plaats] . [449] De politie komt omstreeks 01:50 uur ter plaatse en ziet in de portiek van de [adres] met huisnummers [nummer] tot [nummer] een man op de grond liggen die geen teken van leven vertoont. [450] Het slachtoffer blijkt [slachtoffer 2] te zijn, woonachtig aan de [adres] te [plaats] . [451] Bij sectie op zijn lichaam wordt geconcludeerd dat hij is overleden door meerdere schotverwondingen. [452]
In de centrale hal van de flat aan de [adres] met huisnummers [nummer] tot en met [nummer] worden twaalf hulzen aangetroffen. [453] De hulzen zijn vermoedelijk verschoten met een (semi-) automatisch aanvalsgeweer van het type Kalasjnikov. [454]
[betrokkene 5] verklaart dat hij aan de [adres] te [plaats] woont. [455] Hij was de nacht van de moord in een café met vrienden, waaronder [slachtoffer 2] . Toen de zaak ging sluiten en [betrokkene 5] naar huis wilde gaan, bood hij [slachtoffer 2] een lift naar huis aan. [456] [slachtoffer 2] besloot echter om met andere jongens mee te rijden. Zij reden achter [betrokkene 5] aan. [betrokkene 5] parkeerde zijn auto in zijn straat. Hij hoorde vervolgens ‘trrrr, trrrr’. [457] Hem werd verteld dat er geschoten was en dat [slachtoffer 2] dood was. [458]
Een getuige verklaart dat hij met [slachtoffer 2] in de auto zat en dat [slachtoffer 2] bij de [adres] uitstapte. De getuige hoorde vervolgens harde knallen. Plots zag hij twee mannen uit de portiek komen. De een droeg een handvuurwapen en de ander een AK47, of een sterk daarop gelijkend vuurwapen. De twee mannen renden weg in de richting van de Rubicondreef. [459]
Een andere getuige hoorde twee salvo’s. Toen hij na twintig seconden uit het raam keek, zag hij een man wegrennen in de richting van de Rubicondreef. Deze man had een lang voorwerp in zijn hand. De man liep naar een auto die midden op de weg stilstond en stapte achter de bestuurder in. Aan de achterlichten van deze auto zag de getuige dat het een Audi was. [460]
Op 12 januari 2017 om 01:47 uur krijgen twee politieambtenaren de opdracht te gaan naar de Pallas Athenedreef te Utrecht waar een auto in brand staat. Om 01:55 uur zijn zij ter plaatse en zien zij een brandende zwarte Audi A5 voorzien van het kenteken [kenteken] . Op ongeveer één meter van de Audi A5 verwijderd ligt een zwarte bivakmuts op de grond. Op de kruising van de Pallas Athenedreef met de Vulcanusdreef ligt een gele aansteker. [461] De bivakmuts wordt veiliggesteld onder het SIN-nummer AAFK2498NL. De aansteker wordt veiliggesteld onder het SIN-nummer AAFK2497NL. [462] Op de stoep ter hoogte van de voorzijde van de Audi wordt een rode dop van een Coca-Colafles aangetroffen. De binnenzijde van deze dop ruikt naar benzine. De dop wordt veiliggesteld onder het SIN-nummer AAKA2149NL. Een spoor op de dop wordt veiliggesteld onder het SIN-nummer AAKA2150NL. [463] Op het zitvlak van de achterbank ligt een sporttas. [464] Deze sporttas wordt veiliggesteld en bemonsterd, waaronder het hengsel van de sporttas onder het SIN-nummer AAKL6738NL. [465]
Het NFI voert een DNA-onderzoek uit ten aanzien van bovengenoemde sporen. Dit levert de volgende resultaten op. [466]
SIN
Beschrijving DNA-profiel
DNA kan (mede) afkomstig zijn van
Matchkans
AAFK2498NL#01
Bivakmuts
DNA-profiel van een man
[betrokkene 39]
Kleiner dan 1 op 1 miljard
AAFK2497NL#01
Aansteker
DNA-profiel van een man
[betrokkene 39]
Kleiner dan 1 op 1 miljard
AAKL6738NL#01
Hengsel van de tas
DNA-mengprofiel, minimaal 2 personen
[betrokkene 40]
Zie hieronder
AAKA2150NL#01
Coca-Coladop
DNA-mengprofiel, minimaal 2 personen
[betrokkene 40]
Zie hieronder
Ten aanzien van bemonstering AAKL6738NL#01 van het hengsel van de tas
De bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn ten minste één miljard keer waarschijnlijker als de bemonstering DNA bevat van [betrokkene 40] (hierna: [betrokkene 40] ) en één willekeurige, onbekende persoon, dan als de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige, onbekende personen.
Ten aanzien van bemonstering AAKA2150NL#01 van een Coca-Coladop
De bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn ten minste tien miljoen keer waarschijnlijker als de bemonstering DNA bevat van [betrokkene 40] en één willekeurige, onbekende persoon, dan als de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige, onbekende personen. [467]
Het originele kenteken van de brandende Audi A5 is [kenteken] . [468]
[betrokkene 39] (hierna: [betrokkene 39] ) verklaart op 30 maart 2017 dat ze met z’n drieën waren toen ze naar de plek in Utrecht reden waar de Audi werd verbrand. Dit waren [betrokkene 41] , die is overleden, [betrokkene 39] zelf en nog een ander. [betrokkene 41] zat linksvoor in de Audi. [469] [betrokkene 39] verklaart dat hij de Audi in brand heeft gestoken. [470]
[betrokkene 41] (hierna: [betrokkene 41] ) wordt op 31 januari 2017 doodgeschoten. [471]
Een anonieme getuige (getuige A) verklaart dat [betrokkene 41] hem vertelde dat hij betrokken was bij een liquidatie in [plaats] , waarbij de verkeerde is gepakt. [betrokkene 41] was de driver, hij was met [betrokkene 40] (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 40] en [betrokkene 39] . [betrokkene 39] ging schieten op die jongen. Daarna zijn ze weggereden. De dag na de moord moest [betrokkene 41] teruggaan, omdat ze de verkeerde hadden. Er zijn twee Polen gekomen en met hen heeft hij rondgereden. [472]
De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande vast dat [betrokkene 39] , [betrokkene 40] en [betrokkene 41] als uitvoerders betrokken zijn bij de moord op [slachtoffer 2] en dat zij bij die moord gebruikmaken van de Audi A5 die door [medeverdachte 2] is geleverd op verzoek van [medeverdachte 1] .
Die Audi A5 is eerder die nacht gezien in combinatie met de Seat met een kenteken dat begint met [kenteken] .
[medeverdachte 2] verklaart dat hij te horen kreeg dat [slachtoffer 2] was vermoord en dat hij toen naar de [adres] is gegaan. Toen hij daar aankwam, zag hij [betrokkene 5] . [473]
In de nacht van 12 januari 2017 stuurt [medeverdachte 2] de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [474]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
01:55
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Hoor net ook van ifi [betrokkene 42] belde hem
02:12
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ja volgens mij wel bro die andere is hier ook
02:14:48
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Ja
02:14:56
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Die is aan het kijken
02:16
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Overvecht moskee faustdreef
Daarna stuurt [medeverdachte 1] de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [475]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
02:19
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Alikoem salam broertje alles goed ja ik weet sir
02:21
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Spotters zeiden het vol petten daar vieze kankerhoeren zoon tffoeee
De rechtbank constateert dat de berichten de verklaring van [medeverdachte 2] bevestigen. Hij bespreekt de moord op [slachtoffer 2] met [medeverdachte 9] en geeft aan [medeverdachte 9] door dat hij [betrokkene 5] (‘die andere’) daar ziet. [medeverdachte 1] bericht [medeverdachte 9] even later dat het daar volgens de spotters vol met politie staat.
Aanstralen zendmasten
In de nacht van 11 op 12 januari 2017 staat het telefoonnummer van [medeverdachte 4] vanaf 01:00 uur uitgeschakeld tot de volgende ochtend. [476]
4.5.3.10 Avond van 12 januari 2017
[medeverdachte 1] stuurt op 12 januari 2017 onder meer de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [477]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
20:54
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Salam broertje alles goed? Die hond is in pacha kan iemand kyken of zyn auto er staat sir
21:17
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Broertje safi spotterz zittern er al op
21:20
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Dank u broertje sorry voor dit
21:28
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Broertje als die by u komt meld my hy gaat weg by pacha nu
22:22
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hebt u iemand binnen in pacha broertje
22:24
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok hy zit daar binnen als goed is
23:12
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ja hy ryd nu weg
23:40
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Broertje hy is thuis kan niemand hem na buiten lokken
23:44
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Nee u nooit broertje wolah gisteren wilde hem absoluut niet by u doen voor de zaak echt kanker geluks vogel
23:48
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Nee broertje nu als die na buiten komt
23:50
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hy is na buiten sir
23:52
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hy gaat na u toe denk ik
De werkelijke tijdstippen van de hierboven genoemde berichten zijn één uur later dan de in de linker kolom vermelde tijd. [478]
De rechtbank concludeert uit deze berichten dat [medeverdachte 1] in de avond van 12 januari 2017 doorgaat met het aan [medeverdachte 9] vragen om informatie over [betrokkene 5] door te geven. Berichten van [medeverdachte 9] zijn niet aangetroffen, maar uit het geheel van de berichten van [medeverdachte 1] kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat [medeverdachte 9] antwoord geeft en informatie blijft verstrekken. [medeverdachte 1] meldt dat de spotters er al op zitten en vraagt of iemand [betrokkene 5] naar buiten kan lokken. Daaruit maakt de rechtbank op dat het de bedoeling is dat [betrokkene 5] die nacht alsnog wordt vermoord.
[medeverdachte 1] geeft blijkens deze berichten – telkens uitgaande van de werkelijke tijdstippen – om 21:54 uur door dat [betrokkene 5] in Le Pacha is en om 22:17 uur dat de spotters [betrokkene 5] volgen. Om 22:28 uur bericht [medeverdachte 1] dat [betrokkene 5] bij Le Pacha vertrekt. [betrokkene 5] straalt die avond om 21:24 uur een zendmast aan de Oudenoord 111 te Utrecht aan, [479] in de directe omgeving van Le Pacha, [480] en om 22:03 uur straalt hij een zendmast aan de Zwanenvechtlaan 54 te Utrecht aan. [medeverdachte 4] straalt tussen 22:05 en 22:10 uur eveneens de zendmast aan de Zwanenvechtlaan 54 te Utrecht aan. [481] Om 23:22 uur vraagt [medeverdachte 1] of [medeverdachte 9] iemand heeft in Le Pacha. Om 23:24 uur voegt [medeverdachte 1] daaraan toe dat hij (de rechtbank neemt aan: [betrokkene 5] ) daarbinnen is. [482] Om 23:02 uur straalt [betrokkene 5] wederom de zendmast aan de Oudenoord 111 te Utrecht aan. Vanaf 22:47 uur tot 23:33 uur straalt ook de telefoon van [medeverdachte 4] diezelfde zendmast aan. [483]
De rechtbank concludeert op grond van het bovenstaande dat [betrokkene 5] zich op de avond van 12 januari 2017 in Le Pacha bevindt, daar weggaat, maar later die avond ook weer terugkeert. Op grond van de zendmastgegevens lijkt [medeverdachte 4] dezelfde bewegingen te maken.
4.5.3.11 13 januari 2017
Op 13 januari 2017 stuurt [medeverdachte 1] onder meer de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [484]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:37
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Zit niks onder kutzooi broertje tracj storing eraf gehaalt ben moe van deze hond echt
00:39
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ja zeker
00:41
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok broertje by u wil ik hem niet doen is hoofdpyn voor u daarom beter by zyn huis
00:43
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok broertje
00:49
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hebben hem weer broertje hy komt na ov denk nog even by u
01:17:32
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Jonnes [01/13/2017 @ 1:51 am) Hij is zo wie zo met die draak die kalla. Hij moet hem eerst ergens afzetten.
01:17:42
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hy is nog niet thuis alles staat klaar
01:21
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Dank u broertje stel hy komt by u laat my ook direct weten
01:50
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Waar kan die hond nog zolaat zitten broertje? Pacha is dicht als goed is by niks
02:35
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Nee sir hy ryd rondjes in ov
02:39
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hy zat rondjes te ryden dus spotter vielen op hebben afstand genomen
02:43
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ja zwaar te erg
[medeverdachte 2] verklaart dat de Platinum Lounge gesloten zou worden als [betrokkene 5] daar ‘gepakt’ zou worden en dat [verdachte] daar bang voor was. De Platinum Lounge is van leden van de familie [verdachte, medeverdachte 9 en 10] , aldus [medeverdachte 2] . [485] Dit wordt bevestigd in bovenvermelde berichten. Hierin komt naar voren dat [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] meldt dat hij [betrokkene 5] bij zijn huis wil vermoorden en niet bij de Platinum Lounge, omdat dat de belangen van [medeverdachte 9] doorkruist.
De telefoon van [betrokkene 5] straalt die nacht om 00:22 uur een zendmast aan de Tannhäuserdreef te Utrecht aan. Om 00:24 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 4] diezelfde zendmast aan. [486]
In de middag van 13 januari 2017 stuurt [medeverdachte 1] het volgende bericht aan [medeverdachte 9] . [487]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
14:06
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ja broertje en heads te lang daar gestaan straks weer nieuwe dag nieuwe kansen
[betrokkene 5] verklaart dat hij op 13 januari 2017 in de nacht naar huis wilde gaan en zijn straat in reed. Hij controleerde alle auto’s in de straat en op de binnenplaats. Hij maakte in totaal misschien wel drie of vier rondjes. Hij zag een Skoda en zette zijn auto naast die Skoda stil. De Skoda reed toen vol gas weg. [488]
De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande vast dat de schutters die nacht klaar staan om [betrokkene 5] te vermoorden, maar dat dit mislukt omdat [betrokkene 5] rondjes rijdt in Overvecht (‘hy ryd rondjes in ov’) waardoor de spotters afstand moeten nemen.
4.5.3.12 Auto herkend
[medeverdachte 2] verklaart dat [betrokkene 37] hem op 12 januari 2017 in de loop van de dag vertelde dat leden van de familie [slachtoffer 2] de auto die bij de moord gebruikt was, hadden herkend. [489] [medeverdachte 2] gaat ervan uit dat [betrokkene 37] zijn naam heeft genoemd in een gesprek met de familie. [490] [medeverdachte 2] kreeg vervolgens een bericht doorgestuurd van [medeverdachte 1] , waarin stond dat hij wel moest weten wat hij ging zeggen. [491] Ook zag [medeverdachte 2] een bericht waarin [medeverdachte 1] zei dat hij moest zeggen dat [betrokkene 43] uit [plaats] erachter zat en dat [medeverdachte 2] de auto had geleverd aan een zekere [betrokkene 44] , een loopjongen van een neefje van [betrokkene 43] . [492]
De verklaring van [medeverdachte 2] wordt bevestigd in de navolgende berichten. Op 12 januari 2017 stuurt [medeverdachte 2] de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [493]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
16:16
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Buurt waar jij? Stress bro ze zoeken me
16:18
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Oude buurjongens fammilie van die van gisrter
16:19
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 9]
Auto die gister is gebruikt ze herkennen hem
[verdachte] stuurt die dag de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [494]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
18:06
[verdachte]
[medeverdachte 9]
Hy moet zeggen jongen van [betrokkene 44] neef van [betrokkene 43] neus broer anders zeg my laat ik hem vandaag zometeen direct slapen
18:10
[verdachte]
[medeverdachte 9]
[medeverdachte 2]
18:14
[verdachte]
[medeverdachte 9]
TIME WILL TELL.....[01/12/2017 @ 7:13 pm]
En die [medeverdachte 2] moet de waarheid vertellen aan hun! Dat hij die auto aan hun heeft verkocht in A'dam
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 2] op 12 januari 2017 van [betrokkene 37] verneemt dat de familie van [slachtoffer 2] de auto die bij de moord werd gebruikt heeft herkend. Uit de inhoud en schrijfwijze van het bericht van 18:06 uur leidt de rechtbank af dat dit een doorstuurbericht van [medeverdachte 1] is. Hierbij betrekt de rechtbank dat uit het bericht van 18:14 van [verdachte] aan [medeverdachte 9] duidelijk blijkt dat [verdachte] berichten van [medeverdachte 1] (‘TIME WILL TELL’) aan het doorsturen is. [verdachte] geeft [medeverdachte 1] ’s instructies via [medeverdachte 9] aan [medeverdachte 2] , met het verhaal dat deze moet vertellen aan de familie van [slachtoffer 2] over de herkomst van de auto.
4.5.3.13 Gesprek [medeverdachte 2] met familie [slachtoffer 2]
[medeverdachte 2] verklaart dat hij bang was dat hij zou gaan vastlopen in het verhaal en dat hij daarom een ander verhaal verzon over de afnemer van de auto (een zekere Danny uit Amsterdam die in [medeverdachte 2] ’s telefoon stond als ‘Jack’). Hij vertelde aan leden van de familie van [slachtoffer 2] het door hem verzonnen verhaal en sprak met hen af dat hij zou proberen de afnemer van de auto te achterhalen. [medeverdachte 2] stuurde een relaas van het besprokene naar [verdachte] , die het weer doorstuurde naar [medeverdachte 1] . [495]
Op 14 januari 2017 wordt [medeverdachte 2] aangehouden. In een telefoon die hij dan in bezit heeft worden PGP-berichten aangetroffen tussen personen die ‘Mellow’ en ‘Luciano’ genoemd worden. In een chatgesprek op 13 januari 2017 is onder meer het volgende te lezen. [496]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
21:01
Mellow
Luciano
Salaam broer heb ze om 08:00 gesproken
21:43
Mellow
Luciano
Broer heb ze verteld hoe het gegaan is heb ze gezegd heb die Hollander in A'dam leren kennen z'n naam is danny moest hem opslaan onder Jack in m'n sky, leerde hem kennen tijdens uitgaan heb paar x gehandeld met hem in mdma daarna vroeg die mij of ik auto's kon regelen heb gezegd ga navragen eenmaal nagevraagd iemand gevonden. Heb lijstje gegeven en kreeg een bestelling terug van 4 stuks hij wou ze met spoed hebben liefst de snelle zo snel mogelijk maar kon enkel die q5 leveren en achteraf nog diesel ook
21:46
Mellow
Luciano
Die nam die omdat ie gehaast was zelfde verhaal met die laatste auto,eenmaal geleverd wou die de rest ook ben er achter na gegaan beurde rond de 2500,toen die woensdag die slecht nieuws kwam van die gene die weg is ben ik meteen na die flat gegaan heb staan kijken vond het heel erg,kon nauwlijks slapen in de ochtend las ik iets over een a5 en in de middag werd me bevestigd dat het die a5 was tussenpersoon van de auto's gaf me dat aan ben toen meteen gaan uitzoeken of dat zo was ben die danny meteen gaan mailen van Hey gap moet jouw met spoed spreken eenmaal gestuurd geen reactie gehad na 2min wou ik weer kijken zag ik hij is uit me lijst? Ben meteen Adam ingedoken om uit te zoeken waar die uithangt
21:49
Mellow
Luciano
Dit is het verhaal wat ik verteld heb (…)
21:52
Mellow
Luciano
Moest wel bepaalde detail's vertellen die over een komen zoals het gegaan is want tussen persoon was namelijk bij alles erbij dat ziet ie het verhaal komt over een
21:54
Luciano
Mellow
- Oké broer duidelyk!!
21:56
Mellow
Luciano
Ze hebben die tusen person bedreigd als jij er bij betrokken bent ben je de volgde,mij hebben ze niet dreigend aangesproken ofiets maar ze observeerde me wel of ik aan het liegen was heb gezegd dit is het zo is het gegaan ze verwachten nu van me dat ik die danny ga opsporen kijken waar die uithangt
22:08
Mellow
Luciano
(…) Gaan ze dreigen wordt het oorlog broer dan is het niet anders
22:16
Luciano
Mellow
Dan doen wy mee u hebt niks gedaan en nu is er woede veel vragen Allah sebroem oe salam
[medeverdachte 2] verklaart dat [verdachte] ‘Luciano’ is en dat hijzelf dan ‘Mellow’ moet zijn. [497]
De rechtbank stelt op grond van de verklaring van [medeverdachte 2] en de berichten vast dat [medeverdachte 2] een verzonnen verhaal vertelt aan de familie van [slachtoffer 2] en dat hij aan [verdachte] in berichten terugkoppelt hoe het gesprek ging.
4.5.3.14 Incident 14 januari 2017
Op 14 januari 2017 stuurt [medeverdachte 1] onder meer de volgende berichten aan [medeverdachte 9] . [498]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
00:17
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Broertje aub kyk of u jongens van u mee kan laten zoeken vandaag weg waar die ook is
01:43
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Niks broertje pacha dicht moezel ook dus kan alleen punjab of by u of ze huis worden
02:09
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok wat doen ze daar broertje?
02:12
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Gisteren waren ze erook
02:18
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ok broertje dank u
02:20
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Nee sir pacha dicht moezel niet punjab niet
02:38
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ja echt broertje gewoon hun dag niet alles moekteb maar deze gaat hoe dan ook alleen geduld en ze gaan
02:41
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Amin sir Amin!!
04:59
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hond is gewoon nog steeds niet thuis gekomen
17:28
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Alikoem salam broertje hoor iemand heeft op die hond geschoten maar lykt my onzin broertje
17:30
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Vanochtend dat zeggen ze op straat
18:46
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ja is goed broertje zyn al bezig even kyken overvecht is heet nu
19:06
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Riddle new [01/14/2017 @ 8:5 pm] En die imo is na wouten gegaan en gezegt dat hij probelemen heeft en denkt vr hem is en met wie
19:54
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Ze hebben gisteren heads gepakt met kalas in kofferbak alles
Op 14 januari 2017, omstreeks 05:15 uur, krijgen politieambtenaren te Utrecht het verzoek om te gaan naar de Rubicondreef, waar een grijze Skoda Fabia met gedoofde lichten rondjes zou rijden over de parkeerplaats en nu zou stilstaan. De politieambtenaren zien bij de Faustdreef een Skoda Fabia met kenteken [kenteken] (hierna: de Skoda) rijden en geven de Skoda een stopteken. De Skoda rijdt met verhoogde snelheid weg. Daarop ontstaat een achtervolging over de snelweg A27, via onder meer het Oostereind te Hilversum en wederom de A27, waarna de Skoda crasht op de snelweg A1. Bij de auto worden twee personen aangehouden, [betrokkene 45] [499] (hierna: [betrokkene 45] ) en [betrokkene 46] (hierna: [betrokkene 46] ). [500] Zij dragen allebei verschillende kledingstukken over elkaar. [501] In de Skoda worden drie flessen met vermoedelijk benzine aangetroffen en tien patronen die geschikt zijn om te verschieten met een Kalasjnikov. [502] Langs de snelweg A1 wordt een Kalasjnikov gevonden. [503] Een burger treft op het Oostereind te Hilversum de loop en de kamer van een Kalasjnikov aan. [504] Bij de oprit van de snelweg A27 wordt op 4 april 2017 een patroonhouder van een automatisch vuurwapen gevonden. [505]
Het kenteken op de Skoda ( [kenteken] ) is vals. [506] Het originele kenteken is [kenteken] -4. [507] De Skoda is op 6 of 7 december 2016 gestolen. [508]
In de Skoda worden drie aanstekers aangetroffen. [509] Op een aansteker die in de middenconsole wordt aangetroffen (SIN-nummer AAKL8656NL), [510] wordt een DNA-mengprofiel gevonden, dat matcht met het DNA van [medeverdachte 5] . [511] Het gevonden mengprofiel is meer dan één miljard keer waarschijnlijker als de bemonstering mede het DNA van [medeverdachte 5] bevat dan wanneer de bemonstering het DNA bevat van twee willekeurige onbekende personen. [512]
Verder bevindt zich op de draaiknop van de rugleuning van de bijrijdersstoel van de Skoda een DNA-spoor (SIN-nummer AAKL7746) [513] dat eveneens matcht met het DNA van [medeverdachte 5] . [514] Het gevonden mengprofiel is meer dan één miljard keer waarschijnlijker als de bemonstering mede het DNA van [medeverdachte 5] bevat dan wanneer de bemonstering het DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen. [515]
Op de gesp van de gordel aan de bijrijderszijde van de Skoda is ook een DNA-mengprofiel aangetroffen (SIN-nummer AAKL7747NL). [516] Het profiel matcht met profielcluster 39625. [517] Later is gebleken dat het DNA-profiel van [medeverdachte 5] matcht met profielcluster 39625. [518] De matchkans van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [519]
[betrokkene 46] verklaart op 2 februari 2017 dat hij op 14 januari 2017 in Utrecht in de Skoda reed en dat [betrokkene 45] toen tegen hem zei dat er iemand kwam die hem een paar dingen ging wijzen. Er stapte vervolgens een man voorin, met een petje, een Marokkaan of Turk. [betrokkene 46] moest weer gaan rijden. Ze reden langs drie plekken waaronder Pacha (de rechtbank begrijpt: Le Pacha). [520]
[betrokkene 5] verklaart op 14 januari 2017 dat hij die ochtend met een auto naar zijn woning aan de [adres] reed en een Skoda zag staan. [521] De Skoda reed, met alleen stadsverlichting aan, [522] even achter de auto aan waarin [betrokkene 5] zich bevond en parkeerde toen weer in. [523] [betrokkene 5] belde om 05:11 uur de politie [524] en toen de politie kwam aanrijden reed de Skoda met gedoofde lichten langs de auto waarin [betrokkene 5] zich bevond. [525] De politie reed met zwaailicht aan achter de Skoda aan. [526]
Op 14 januari 2017 omstreeks 14:45 uur treft de politie op de Achillesdreef in Utrecht een Audi Q5 aan, met het valse kenteken [kenteken] . [527] In deze Audi liggen drie flessen met naar benzine ruikende vloeistof en drie aanstekers. Het originele kenteken dat behoort bij de Audi is [kenteken] . [528] De Audi blijkt op 29 of 30 december 2016 te zijn gestolen. [529]
De rechtbank stelt gelet op bovenstaande berichten vast dat [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] vraagt of de jongens van [medeverdachte 9] kunnen uitkijken naar [betrokkene 5] . Wederom ontbreken de antwoorden van [medeverdachte 9] , maar uit de berichten van [medeverdachte 1] maakt de rechtbank op dat hij informatie heeft gegeven aan [medeverdachte 1] . In het bijzonder het bericht van [medeverdachte 1] ‘Ok wat doen ze daar broertje?’ wijst daarop. [medeverdachte 1] geeft aan [medeverdachte 9] door dat [betrokkene 5] niet is aangetroffen. Later die nacht bericht hij [medeverdachte 9] dat [betrokkene 5] nog steeds niet is thuisgekomen. Uit de andere onderzoeksbevindingen blijkt dat [betrokkene 45] en [betrokkene 46] die nacht [betrokkene 5] opwachten in de omgeving van diens huis, met de bedoeling hem om het leven te brengen, maar zij slaan op de vlucht als de politie arriveert. Dit wordt bevestigd in de berichten. De avond van 14 januari 2017 stuurt [medeverdachte 1] een bericht van een derde door aan [medeverdachte 9] waarin staat dat [betrokkene 5] naar de politie is gegaan. Ook meldt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] dat de schutters zijn gepakt.
4.5.3.15 Loods in Landsmeer
Tijdens een doorzoeking van een loods aan het [adres] te Landsmeer op 7 februari 2017 worden onder meer acht auto’s aangetroffen, [530] die allemaal gestolen blijken te zijn. [531] In deze loods vindt de politie verder een kentekenbewijs van een Skoda Fabia met kenteken [kenteken] -4. [532] Dat is het originele kenteken van de Skoda die met het kenteken [kenteken] door [betrokkene 46] en [betrokkene 45] werd gebruikt op 14 januari 2017. [533]
In de loods in Landsmeer wordt ook het originele kentekenbewijs (met het kenteken [kenteken] ) gevonden van de gestolen Audi Q5 die op 14 januari 2017 is aangetroffen op de Achillesdreef te Utrecht. [534]
Op het stuur van een Citroën in de loods wordt een DNA-mengprofiel gevonden (SIN-nummer AAKG2185NL#01), [535] dat matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 5] . Het gevonden mengprofiel is circa 15.000 keer waarschijnlijker als de bemonstering mede het DNA van [medeverdachte 5] bevat dan wanneer de bemonstering het DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen. [536]
Verder wordt in de loods op een DNA-monster van de binnenzijde van een handschoen (SIN-nummer AAFV4570NL#02) [537] een DNA-mengprofiel aangetroffen dat matcht met het DNA van [medeverdachte 13] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [538]
Ook worden in de loods vingerafdrukken van [medeverdachte 5] aangetroffen op een tas van de Action, op de dop van een verf-spuitbus zwart metallic en op een blikje Red Bull. [539]
De rechtbank stelt vast dat de door de schutters gebruikte Skoda en de Audi Q5, die kennelijk gebruikt zou worden als overstapauto, in verband kunnen worden gebracht met de loods in Landsmeer, waar het DNA van [medeverdachte 13] en [medeverdachte 5] wordt gevonden.
4.5.3.16 Aantreffen Seat Ibiza
Op 21 augustus 2017 treft de politie op de Martin Luther Kingstraat in Landsmeer twee gestolen Seat Ibiza’s aan, waarvan er één het valse kenteken [kenteken] heeft. Het originele kenteken van die Seat is [kenteken] . [540] Het kenteken [kenteken] is door ARS op 9 januari 2017 op de N200 (van Halfweg naar de snelweg A10) geregistreerd en door Vialis op 11 en 13 januari 2017 ’s nachts op de snelweg A10 in Amsterdam. De eigenaar van de Seat met dat (originele) kenteken verklaart die reisbewegingen niet te hebben gemaakt. [541]
In de loods in Landsmeer worden bij de bovengenoemde doorzoeking een kennisgeving van een bekeuring en drie parkeertickets op het kenteken [kenteken] (het originele kenteken van de Seat) aangetroffen. [542]
De rechtbank gaat ervan uit dat de Seat met het valse kenteken [kenteken] de Seat is die door de broer van [betrokkene 5] in de nacht van 11 op 12 januari 2017 wordt gezien op de Peetersdreef te Utrecht (waarbij hij aangeeft dat het kenteken begint met [kenteken] ).
Op de verstelgreep van de linker voorstoel van deze Seat wordt een DNA-profiel aangetroffen dat matcht met het DNA van [medeverdachte 5] . [543] De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [544]
De rechtbank concludeert dat het DNA van [medeverdachte 5] zich op die verstelgreep bevindt.
4.5.3.17 Ontmoeting [medeverdachte 2] met [betrokkene 6]
[medeverdachte 2] verklaart dat hij op zaterdag (de rechtbank begrijpt: zaterdag 14 januari 2017) in Breukelen een ontmoeting had met [betrokkene 6] (hierna: [betrokkene 6] ). [medeverdachte 2] vertelde hem toen dat [medeverdachte 1] degene is die zijn neef heeft vermoord. [medeverdachte 2] verklaart dat [betrokkene 6] onder de indruk was en dat hij zei dat zij heel goed zijn met die man. [545]
[betrokkene 6] bevestigt tegenover de rechter-commissaris dat hij [medeverdachte 2] ontmoette in Breukelen en dat [medeverdachte 2] tijdens die ontmoeting heeft gezegd dat de groep van [medeverdachte 1] achter de liquidatie zit. [546] Ook verklaart hij dat hij tegen [medeverdachte 2] heeft gezegd dat zij geen problemen hebben met [medeverdachte 1] . [547]
[medeverdachte 1] stuurt op 14 januari 2017 twee doorstuurberichten aan [medeverdachte 9] , afkomstig van een zekere ‘new’. [548]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
19:11
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
new [01/14/2017 @ 8:6 Maar broer 1 probleem: een kk hoeren kind die die autos heeft geregeldt, heben me neefjes hem meegenomen. zegt autos heeft ie aan u verkocht dat. Je het weet heb neefjes gezegt, hou op met deze bullshit!
19:12
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
new [01/14/2017 @ 8:9 pm] Maar hij zei als je T zegt dan ben ik weg.
Daarna stuurt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] een bericht door van een zekere ‘Riddle New’. [549]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
19:24
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Riddle new [01/14/2017 @ 8:24 pm]
[medeverdachte 2] heet die hond Ken je hem
Vervolgens schrijft [medeverdachte 1] het volgende aan [medeverdachte 9] . [550]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
19:26
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
U leest het
19:28
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 9]
Hy weet ga iedereen van hem laten slapen als die my naam heeft genoemt grote heeft hem heeel goed gesproken en nu stiekem my naam noemen zieke honden
De rechtbank stelt vast dat [betrokkene 6] in zijn verklaring bevestigt dat [medeverdachte 2] tegenover hem de naam van [medeverdachte 1] heeft genoemd. De rechtbank leidt dit ook af uit de hiervoor aangehaalde doorstuurberichten van ‘new’, die gelet op de inhoud vermoedelijk afkomstig zijn van een lid van de familie [slachtoffer 2] . [medeverdachte 1] sprak in zijn eerdere berichten over het invalide maken en het naar de hel sturen van [betrokkene 5] en hij is ook in de hier geciteerde berichten aan het woord. Hij krijgt een bericht binnen dat zijn naam is genoemd door ‘ [medeverdachte 2] ’, en dat ‘hij’ – kennelijk [medeverdachte 2] – het daarbij over ‘ T ’ heeft. [medeverdachte 1] is boos dat zijn naam – ‘my naam’ – is genoemd. Deze gang van zaken onderstreept dat [medeverdachte 1] degene is die steeds onder dit account de opdrachtgever is van de voorgenomen moord op [betrokkene 5] .
4.5.4
Oordeel van de rechtbank
4.5.4.1 Betrouwbaarheid verklaringen van [medeverdachte 2]
De rechtbank overweegt inzake de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 2] als kroongetuige inzake het zaaksdossier Roos/Doorn het volgende.
[medeverdachte 2] verklaart in zijn kluisverklaringen zeer gedetailleerd over de gebeurtenissen van januari 2017. Zoals uit het bovenstaande blijkt, worden die verklaringen op veel punten bevestigd door (pas later ontsleutelde) PGP-berichten. De verklaringen van [medeverdachte 2] vinden ook bevestiging in verklaringen van [betrokkene 37] over de geleverde Audi’s. Verder worden de verklaringen van [medeverdachte 2] bevestigd door de verklaring van [medeverdachte 9] over [betrokkene 5] die invalide gemaakt moet worden (ook al ontkent [medeverdachte 9] dat hem later is gemeld dat [betrokkene 5] vermoord moest worden) en over [medeverdachte 2] die aan [medeverdachte 9] doorgaf of hij [betrokkene 5] al dan niet zag in lounges, waarna [medeverdachte 9] die informatie doorgaf aan ‘de verzoeker’, waarvan de rechtbank vaststelt dat daarmee [medeverdachte 1] wordt bedoeld. De verklaring van [betrokkene 6] bevestigt dat [medeverdachte 2] aan hem de naam van [medeverdachte 1] als opdrachtgever van de moord heeft verteld. [medeverdachte 1] ’s reactie ondersteunt dit ook in de berichten die hij over [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 9] heeft gestuurd, en waaruit de rechtbank begrijpt dat [verdachte] (‘grote’) goed met [medeverdachte 2] heeft gesproken, maar dat [medeverdachte 2] nu kennelijk (stiekem) toch [medeverdachte 1] ’ s naam heeft genoemd. Als dat het geval is, dan heeft [medeverdachte 1] daar een duidelijk antwoord op: iedereen van hem gaat slapen.
Verder worden de verklaringen van [medeverdachte 2] ondersteund door andere onderzoeksbevindingen, zoals het aantreffen van kentekenplaten op de door [medeverdachte 2] genoemde plaats in de Vecht en de gevonden foto van [betrokkene 5] in de telefoon van [medeverdachte 2] . Ook de verklaring van [medeverdachte 2] dat er nog een ander spottersteam voor [medeverdachte 1] werkte, wordt – naast de berichten – ook bevestigd door zendmastgegevens en DNA-sporen.
Wezenlijke onjuistheden in de verklaringen van [medeverdachte 2] heeft de rechtbank niet aangetroffen in het zaaksdossier Roos/Doorn. Het gaat in geval van onjuistheden vooral om vergissingen die [medeverdachte 2] lijkt te maken over details, zoals kentekens of data waarop bepaalde gebeurtenissen plaatsvonden. Daarnaast is er één geval waar hij verklaart dat hij contact had met [medeverdachte 9] , terwijl uit de berichten blijkt dat dat contact (in de nacht van 10 op 11 januari 2017) met [verdachte] plaatsvond. Dit alles doet aan de betrouwbaarheid niet af.
De rechtbank concludeert dat de verklaringen van [medeverdachte 2] met betrekking tot het zaaksdossier Roos/Doorn betrouwbaar zijn.
4.5.4.2 Moordopdracht [betrokkene 5] ?
Het Openbaar Ministerie betoogt dat [verdachte] de opdracht voor de moord op [betrokkene 5] van [medeverdachte 1] heeft aangenomen. De verdediging bestrijdt dat. De rechtbank volgt de verdediging daarin. [verdachte] regelt wel op verzoek van [medeverdachte 1] auto’s via [medeverdachte 2] , maar de rechtbank ziet geen bewijs dat [verdachte] dan al weet dat die auto’s bestemd zijn voor de moord op [betrokkene 5] of [slachtoffer 2] . [medeverdachte 2] verklaart wel dat het hemzelf meteen duidelijk is dat de auto’s bestemd zijn voor liquidaties en observaties, maar [verdachte] heeft dat niet tegen hem gezegd, aldus [medeverdachte 2] . [551] Daar komt bij dat [verdachte] , als hij foto’s van [betrokkene 5] krijgt toegestuurd door [medeverdachte 2] , aanvankelijk reageert met ‘wie is IMO van de foto die net N naar mijn stuurde ???’ Dat wijst erop dat hij op dat moment nog niet op de hoogte is van het feit dat [betrokkene 5] een doelwit is.
4.5.4.3 Berust de moord op [slachtoffer 2] op een vergissing?
De verdediging heeft zich aangesloten bij het verweer van [medeverdachte 1] dat de stelling van de kroongetuige dat de moord op [slachtoffer 2] een vergissing betreft, geen steun vindt in het dossier. De rechtbank ziet dat anders. Hierboven heeft de rechtbank vastgesteld dat de opdracht om [betrokkene 5] te vermoorden van [medeverdachte 1] afkomstig is, dat er in de nacht van 10 op 11 januari 2017 een aanslag op [betrokkene 5] mislukt en dat [medeverdachte 2] in de avond van 11 januari 2017 op verzoek van [medeverdachte 1] naar [betrokkene 5] uitkijkt. Verder staat vast dat de moord op [slachtoffer 2] (in de daaropvolgende nacht) gepleegd wordt met behulp van een auto die is geleverd op verzoek van [medeverdachte 1] . De moord op [slachtoffer 2] wordt gepleegd bij de flat aan de [adres] waar [slachtoffer 2] en [betrokkene 5] beiden wonen, en kort voordat [betrokkene 5] daar aankomt. Dat sprake is van een vergissing wordt bevestigd door getuige A, die verklaart dat hij van [betrokkene 41] – de bestuurder van de auto – heeft gehoord dat de daders van de moord op [slachtoffer 2] de verkeerde hadden en dat zij daarom de dag na de moord terug moesten gaan. Dit laatste wordt ondersteund door het bericht van 13 januari 2017 om 02:39 uur waaruit blijkt dat de spotters te veel opvallen en daarom afstand moeten nemen van [betrokkene 5] . De rechtbank stelt vast dat de daders handelen ter uitvoering van de opdracht van [medeverdachte 1] om [betrokkene 5] om het leven te brengen, maar zij vergissen zich in de persoon als [slachtoffer 2] verschijnt en doden hem.
4.5.4.4 Rol van [verdachte]
4.5.4.4.1 Bij voorbereiding van de moord op [betrokkene 5]
[verdachte] krijgt van [medeverdachte 1] het verzoek om auto’s aan te schaffen. Hij zet dat verzoek uit bij [medeverdachte 2] , die twee gestolen auto’s regelt en aflevert. Ook stuurt hij aan [medeverdachte 1] het bericht van [medeverdachte 2] door dat er nieuwe kentekenplaten nodig zijn voor op de Audi A5, een van de gestolen auto’s. Op 8 januari 2017 krijgt [verdachte] foto’s van [betrokkene 5] toegestuurd door [medeverdachte 2] . Hij vraagt dan aan [medeverdachte 9] wie dat is en deze antwoordt dat [medeverdachte 1] die foto’s nodig heeft en dat het iemand is die informatie heeft doorgespeeld. [verdachte] stuurt die foto’s door naar [medeverdachte 1] en checkt bij [medeverdachte 1] of de foto’s goed zijn. In de nacht van 10 op 11 januari 2017 meldt [medeverdachte 2] aan [verdachte] waar [betrokkene 5] zich bevindt. [verdachte] krijgt echter ook van een derde een bericht binnen met diezelfde strekking, kennelijk omdat er zich al een ander spotteam in de buurt bevindt. [verdachte] stuurt dat bericht door naar [medeverdachte 2] .
De rechtbank ziet het regelen van de auto’s door [verdachte] als een uitvloeisel van de rol van [verdachte] binnen de criminele organisatie, en niet als een handeling die gericht is op een concrete voorgenomen moord.
Het voorhanden hebben van de foto’s van [betrokkene 5] , nadat duidelijk is dat deze voor [medeverdachte 1] bestemd zijn en dat [medeverdachte 1] deze nodig heeft omdat deze persoon informatie heeft doorgegeven, is te beschouwen als voorbereiding voor de moord op [betrokkene 5] . Nadien communiceert [verdachte] ook met [medeverdachte 2] en met een derde over de plaats waar [betrokkene 5] zich bevindt. [verdachte] heeft ten aanzien van die voorbereiding nauw en bewust samengewerkt met een of meer anderen, maar in elk geval met [medeverdachte 1] , dus het medeplegen is bewezen. Medeplegers, waaronder [medeverdachte 1] , hebben de op 14 januari 2017 gecrashte Skoda Fabia met daarin een vuurwapen, munitie en flessen benzine en aanstekers en de op de vluchtroute gevonden Kalasjnikov voorhanden gehad. Ook die voorbereidingsmiddelen zijn dus bewezen. Van de PGP-telefoons en de iPhone kan niet worden vastgesteld dat deze waren bedoeld om bij de liquidatie te gebruiken, dus deze worden niet als voorbereidingsmiddel bewezen verklaard.
4.5.4.4.2 Bij de moord op [slachtoffer 2]
De verdediging betoogt dat er geen aanwijzingen zijn die [verdachte] koppelen aan de gebeurtenissen van de avond van 11 januari 2017 en de nacht van 11 op 12 januari 2017, en dus aan de moord op [slachtoffer 2] . De rechtbank kan daar in zoverre in meegaan dat er geen handelingen van [verdachte] in het dossier voorkomen die rechtstreeks met de moord op [slachtoffer 2] in verband staan. Wel heeft [verdachte] handelingen verricht die dienstig waren voor de voorgenomen moord op [betrokkene 5] . Het doorgeven van informatie over de locatie van [betrokkene 5] ziet de rechtbank als een medeplichtigheidshandeling, nu het met betrekking tot de voorgenomen moord op [betrokkene 5] lijkt te gaan om het incidenteel doorgeven van informatie en nu niet blijkt dat hij daarbij opdrachten gaf aan [medeverdachte 2] of anderen. De rechtbank moet beoordelen of de moord op [slachtoffer 2] hem als medeplichtige is toe te rekenen.
Uit de gang van zaken zoals die hierboven is weergegeven volgt dat de moord op [slachtoffer 2] op een vergissing berustte. De bedoeling was om [betrokkene 5] , die naar de flat aan de [adres] onderweg was, bij aankomst te vermoorden, maar toen [slachtoffer 2] daar (iets eerder dan [betrokkene 5] ) aankwam heeft de schutter kennelijk aangenomen dat deze [betrokkene 5] was. Dat doet volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad aan het opzet van de schutter niet af, [552] maar de vraag is of dat anders ligt voor de medeplichtige. Daarbij stelt de rechtbank voorop dat ten aanzien van de medeplichtige bij de bewezenverklaring en de kwalificatie moet worden uitgegaan van de door de dader verrichte handelingen, ook indien het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan. [553] In dit geval was het opzet van [verdachte] – naar mag worden aangenomen – grotendeels gelijk aan de door de schutter verrichte handelingen: de schutter heeft zich begeven naar de omgeving van de woning van [betrokkene 5] , heeft daar op hem gewacht en heeft het vuur geopend op een persoon die daar aankwam en waarvan de schutter meende dat deze [betrokkene 5] was. Dat het slachtoffer achteraf een ander bleek te zijn, maakt dat niet anders.
De conclusie van de rechtbank is dat [verdachte] medeplichtig is aan het medeplegen van de moord op [slachtoffer 2] . Een eventueel beperkter opzet van [verdachte] zou aan de orde kunnen komen bij de strafmaat, maar daaromtrent merkt de rechtbank nu reeds op dat ten minste sprake is van voorwaardelijk opzet op de dood van [slachtoffer 2] . [verdachte] heeft al eerder (zie hoofdstuk 4.3 Zaaksdossier Tennis) van een potentieel slachtoffer foto’s laten maken die gebruikt konden worden door de schutters. Dat [verdachte] duidelijk is dat de afgebeelde persoon een potentieel slachtoffer is, blijkt uit zijn reactie: ‘Maar dat is geen [betrokkene 7] uit [plaats] ’. Hij refereert daar immers aan een ander doelwit van [medeverdachte 1] , [betrokkene 7] . Nadat hij de foto’s van [betrokkene 5] doorstuurt is hij betrokken bij observaties, door informatie door te geven over [betrokkene 5] . Hij is op de hoogte van de manier waarop de moorden veelal plaatsvinden en moet ervan op de hoogte zijn dat er een aanmerkelijke kans bestaat dat de schutters abusievelijk een ander dan de beoogde persoon vermoorden. Dat [verdachte] het risico op een vergismoord bewust neemt blijkt ook uit zijn gedrag na de moord op [slachtoffer 2] . Hij bespreekt met [medeverdachte 2] welk (onwaar) verhaal deze tegen de familie van [slachtoffer 2] zal vertellen en toont zich in de berichten op geen enkel moment geschokt over de moord. Daaruit is op te maken dat de vergismoord voor hem een ingecalculeerd bedrijfsrisico is.
Gelet op het bovenstaande oordeelt de rechtbank dat het medeplegen van voorbereiding van moord op [betrokkene 5] en het medeplegen van medeplichtigheid aan het medeplegen van moord op [slachtoffer 2] bewezen zijn.
De verdediging heeft op de terechtzitting van 14 februari 2024 nog gewezen op berichten van ‘Steen&pataya’ [554] waaruit zou volgen dat [verdachte] niets met deze feiten te maken heeft. Het gaat om de volgende berichten:
  • ‘Dan hebben ze niks van u plus u hebt niks gedaan enkel die auto verkocht wat moeten ze van u hebben vieze mensen’;
  • ‘Dat liegen ze dat weet u ook daar hebben niks mee te maken met dat Shit u niet ik niet brada niet’;
  • ‘Inchalah snel buiten want u hebt niks te doen met wat hun zeggen broer u zit onschuldig dat weet ik ook en hun ook donders goed’.
De rechtbank overweegt dat de gesprekspartners lijken te vinden dat zij geen rol hadden bij de vergismoord op [slachtoffer 2] , maar dat leidt (ook als wordt aangenomen dat [verdachte] de berichten verstuurde aan [medeverdachte 2] ) niet tot een andere conclusie, gelet op al het hierboven overwogene over de rol van [verdachte] in zaaksdossier Roos/Doorn.
4.6
Zaaksdossier 140 Sr (criminele organisatie)
4.6.1
Standpunten
Volgens het Openbaar Ministerie dient [verdachte] veroordeeld te worden voor kort gezegd het leidinggeven aan een criminele organisatie die zich toelegde op het plegen van moorden.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
4.6.2
Oordeel van de rechtbank
De basis van de beoordeling van de criminele organisatie bestaat grotendeels uit de conclusies van de rechtbank met betrekking tot de zaaksdossiers. In bijna alle gevallen komt de rechtbank tot bewezenverklaring van het medeplegen van [medeverdachte 1] . Van het medeplegen van de moord op [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5] ) (een deel van het zaaksdossier Aker) wordt hij echter vrijgesproken. Ook volgt er vrijspraak in de zaaksdossiers Raspvijl en Plato. Bij de bespreking van het zaaksdossier Plato is echter overwogen dat de keuze in de tenlastelegging, waarbij alleen een poging tot moord op [betrokkene 8] (hierna: [betrokkene 8] ) ten laste is gelegd en niet (subsidiair) ook voorbereidingshandelingen voor die moord, daar de oorzaak van is. De rechtbank stelt wel vast dat [medeverdachte 1] met anderen betrokken is bij de voorbereiding van de moord op [betrokkene 8] . Bij de bespreking van de zaaksdossiers in de zaak van [medeverdachte 1] waar vrijspraak is gevolgd zijn wel de bewijsmiddelen weergegeven, omdat deze van belang zijn voor de beoordeling van de criminele organisatie.
Bij [medeverdachte 1] zijn – anders dan bij de andere verdachten – alle zaaksdossiers ten laste gelegd. De vaststellingen in de zaaksdossiers in de zaak tegen [medeverdachte 1] zijn in de strafzaak van de andere verdachten in het kader van de beoordeling van hun verdenking van deelname aan de criminele organisatie van belang. Ook zijn de overwegingen in de zaak tegen [medeverdachte 1] over de verdenking van het leidinggeven aan een moordorganisatie van belang. De vraag is immers of de andere verdachten (op enig moment) (mede) leiding hebben gegeven dan wel hebben deelgenomen aan die organisatie. De rechtbank zal daarom de besprekingen van de relevante zaaksdossiers uit het vonnis van [medeverdachte 1] met de daarin genoemde bewijsmiddelen als bijlage 3 voegen bij de vonnissen van zijn medeverdachten, voor zover deze zaaksdossiers niet in hun eigen vonnis worden besproken. In de vonnissen van alle verdachten wordt – ook als aan hen slechts deelname in een beperkte periode wordt verweten – de gehele overweging met betrekking tot [medeverdachte 1] ’s rol in de criminele organisatie weergegeven.
4.6.2.1 Juridisch kader artikel 140 Sr
Onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr moet worden verstaan een samenwerkingsverband tussen tenminste twee personen met een zekere duurzaamheid en structuur. Niet vereist is dat daarbij komt vast te staan dat elke deelnemer aan deze organisatie moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere deelnemers, of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. [555]
Het oogmerk van de organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven. [556] Oogmerk op het plegen van één misdrijf is dus onvoldoende. Voor het bewijs van dat oogmerk komt betekenis toe aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. De mate van samenwerking kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Het naaste doel dat wordt nagestreefd wordt daar ook onder begrepen. [557]
4.6.2.2 Gepleegde misdrijven
In de hierna volgende overwegingen zal de rechtbank vaststellen dat er sprake was van een criminele organisatie die zich bezig hield met moorden, waar [medeverdachte 1] leiding aan heeft gegeven.
In een periode van anderhalf jaar zijn [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 2] vermoord. Daarnaast hebben in die periode moordpogingen plaatsgevonden op [slachtoffer 6] en [betrokkene 4] , zijn moorden voorbereid op [slachtoffer 5] , [betrokkene 8] , [betrokkene 5] , [betrokkene 7] , [betrokkene 2] en [betrokkene 1] en is een aanslag op de spyshop in Nieuwegein voorbereid. Er is rondom deze levensdelicten maar een deel van de PGP-communicatie boven water gekomen, maar uit de berichten die er wel zijn komt het beeld naar voren dat [medeverdachte 1] vanuit het buitenland voor, tijdens en na de liquidaties met een aantal vertrouwde contacten – die (delen van) de voorbereidingen en het nawerk in Nederland coördineerden – communiceerde. Zo blijkt bij de moord op [slachtoffer 3] in september 2015, de voorbereiding op de aanslag op de spyshop in dezelfde maand en de voorbereiding in januari 2016 van de moord op [slachtoffer 5] dat het [medeverdachte 12] is die in Nederland de mensen aanstuurt die daadwerkelijk handelingen verrichten. Vanaf 16 februari 2016 is [medeverdachte 12] echter gedetineerd voor zijn betrokkenheid bij de zaak Koper. Bij de moord op [slachtoffer 4] en de voorbereiding van de moord op [betrokkene 7] in april 2016 en de voorbereiding van de moord op [betrokkene 8] in december 2016 wordt die aansturende rol vervuld door een broer van [medeverdachte 1] , [betrokkene 10] . Bij de moord op [slachtoffer 1] in juni 2016 en de poging tot moord op [betrokkene 4] in oktober 2016 ligt de coördinatie (mede) bij [verdachte] . Voor zover zicht op de communicatie is verkregen wordt [medeverdachte 1] daarbij steeds gedetailleerd op de hoogte gehouden en is hij degene die beslist of er tot actie wordt overgegaan. In een aantal zaaksdossiers (Ster en Rudolf, voor zover het de aanslag op de spyshop betreft) geven de chats ook zicht op contacten met de uitvoerders, in de andere zaaksdossiers ontbreekt dat zicht. Wel blijkt uit diverse chats dat [medeverdachte 1] aangeeft dat hij contact met de schutters heeft. Uit de communicatie in de zaak Ster tussen [medeverdachte 1] en zijn broer [betrokkene 10] en in de zaak Kreta tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 11] blijkt bovendien dat [medeverdachte 1] degene is die beslist over de (omvang van de) betalingen aan hen die een rol hebben bij een liquidatie. Voorts komt in de zaaksdossiers Ster en Kreta naar voren dat de organisatie mensen heeft die wapens beheren. Ook wordt er een continue voorraad gestolen auto’s met valse kentekens aangehouden.
4.6.2.3 Wagenpark
Dit laatste wordt bevestigd door de doorzoeking in een loods in Landsmeer aan het [adres] op 7 februari 2017, kort na de ten laste gelegde periode. In die loods worden acht gestolen auto’s met valse kentekens aangetroffen. In de loods worden DNA-sporen van [medeverdachte 5] , [medeverdachte 13] en [medeverdachte 4] gevonden. In de auto’s zijn documenten aangetroffen die horen bij de Seat Ibiza, de Audi A5, de Audi Q5 en de Skoda die in de zaken Roos/Doorn een rol hebben gespeeld. Bij de loods is bovendien op 2 december 2016 de Renault Clio gezien die een rol speelt in de zaken Zeilboot en Plato. Ook in april 2016 was er al sprake van een stalling voor gestolen auto’s. Dit blijkt uit PGP-berichten tussen [medeverdachte 13] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 13] en [medeverdachte 8] van 18 april 2016. [558]
4.6.2.4 Onderzoek Koper
De startdatum van de criminele organisatie die aan [medeverdachte 1] is ten laste gelegd is 1 juli 2015. Ter terechtzitting heeft het Openbaar Ministerie laten weten dat het oorspronkelijk de bedoeling was 16 juli 2015 als aanvangsdatum ten laste te leggen. De dag daarvoor – op 15 juli 2015 – zijn in het onderzoek Koper diverse verdachten aangehouden in verband met de voorbereidingen voor het plegen van een moord en het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid wapens. De verdachten in Koper bleken te beschikken over twee gereedstaande gestolen snelle Audi’s met daarin petflessen met benzine, een grote hoeveelheid wapens, opnameapparatuur, bakens, PGP-telefoons, jammers en kentekens van politievoertuigen. In maart 2019 worden verdachte [betrokkene 17] en een aantal medeverdachten in hoger beroep tot lange gevangenisstraffen veroordeeld voor onder meer het voorbereiden van een moord en deelname aan een criminele organisatie gericht op het voorbereiden van moord. Deze organisatie wordt hierna ook aangeduid als de Kopergroep. Tot de veroordeelden behoort ook [medeverdachte 12] . Dat de Kopergroep voor [medeverdachte 1] werkte wordt in diverse bewijsmiddelen bevestigd. Direct nadat de Kopergroep is aangehouden blijkt uit de chats van [medeverdachte 1] met [medeverdachte 12] dat [medeverdachte 1] zich opwindt over de aanhoudingen, waarbij hij [medeverdachte 12] adviseert om ergens veilig te gaan zitten en aangeeft dat degenen die zijn aangehouden ‘top advos’ moeten krijgen. [559] Ook vermoedt hij dat niet alle wapens gevonden zijn en bespreekt hij met [medeverdachte 12] dat de wapens die er nog liggen zo snel mogelijk bij [medeverdachte 7] ondergebracht moeten worden. [560] Daarnaast blijkt uit de chats dat [medeverdachte 1] via de advocaten van de aangehouden verdachten probeert om aan informatie over de zaak te komen. [561] Bovendien voelt [medeverdachte 1] zich blijkens de chats verantwoordelijk voor de betaling van de advocaten en het onderhouden van de gezinnen van de aangehouden verdachten. [562]
Ook zijn er aanwijzingen dat de Kopergroep voor de aanhoudingen voor [medeverdachte 1] bezig was met de voorbereidingen van liquidaties die uiteindelijk in het kader van de zaak Marengo zijn onderzocht. Bij de doorzoeking van de woning van Koper-verdachte [betrokkene 47] op 15 juli 2015 is een SD-kaart aangetroffen met daarop drie filmpjes van [slachtoffer 5] . [563] Op 25 februari 2015 is [slachtoffer 5] – die uiteindelijk op 9 mei 2016 wordt vermoord (zie zaaksdossier Aker) – met anderen gefilmd bij de McDonald’s te Nieuwegein. Ook zijn in november 2014 gemaakte beelden van [slachtoffer 1] aangetroffen. [564] Daarnaast is er in juni 2015 een baken geplaatst onder de auto van [betrokkene 1] . Bij de doorzoeking op het verblijfadres van [betrokkene 17] is een PGP-toestel in beslag genomen waarop vijf foto’s, met tijdstempel 25 februari 2015, van [slachtoffer 5] zijn aangetroffen. Deze foto’s zijn genomen van een van de hiervoor genoemde filmpjes. [565] Foto’s van [slachtoffer 5] , waarvan één eveneens met tijdstempel 25 februari 2015, zijn ook aangetroffen op een in Ierland onder [betrokkene 12] op 7 april 2016 in beslag genomen PGP-toestel. [566] Uit het onder [betrokkene 17] in beslag genomen PGP-toestel zijn berichten naar voren gekomen waaruit blijkt dat hij tot zijn aanhouding regelmatig contact heeft met [medeverdachte 1] , onder meer over de voorbereiding van de liquidatie van [slachtoffer 5] . [567] Zie daarover uitgebreider de bespreking van het zaaksdossier Aker. Hierin komen ook PGP-berichten aan de orde tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 12] . Zij bespreken – zie de berichten van 30 maart 2016 om 01:04 uur en 01:02 uur [568] – dat [medeverdachte 1] , als [betrokkene 12] er niet meer is, gewoon door moet gaan ‘met die kk hoeren’ en dat dat een ‘levenstaak’ is geworden. Deze opmerkingen zijn – in de context van de andere chats – niet anders te duiden dan dat [medeverdachte 1] en [betrokkene 12] een (deels) gezamenlijke liquidatielijst hebben die ook als [betrokkene 12] wordt aangehouden, afgewerkt moet worden. Uit het onderzoek Rudolf komt naar voren dat de moord op [slachtoffer 3] en de voorgenomen aanslag op de spyshop een rechtstreeks gevolg zijn van de aanhoudingen en inbeslagnames in het onderzoek Koper, namelijk wraak voor de rol die de spyshop volgens [medeverdachte 1] en de zijnen gehad zou hebben bij het oprollen van de Kopergroep en een waarschuwing voor de toekomst. [569]
4.6.2.5 Aangetroffen administraties
Bij [betrokkene 48] – een van de Koper-verdachten – wordt bij een doorzoeking een financiële administratie aangetroffen. Hierin komen de namen ‘Boek , ‘Piet’ en ‘schoonzoon’ voor, de bijnamen van respectievelijk [betrokkene 17] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] . In deze administratie zijn inkomsten uit verdovende middelen en uitgaven met betrekking tot de aanschaf van wapens, bakens, PGP-telefoons en uitgaven voor ‘spotters’ en ‘hitters’ opgenomen. [570] Tijdens een pro formazitting in de zaak Koper op 14 januari 2016 is [medeverdachte 1] door [medeverdachte 12] op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op die zitting. [medeverdachte 12] kreeg deze informatie door van [medeverdachte 15] , die als publiek bij die zitting aanwezig was. In die berichtgeving wordt vermeld dat geprobeerd wordt een link te leggen tussen de inbeslaggenomen administratie en de liquidaties van [betrokkene 49] op 14 april 2014 en [betrokkene 50] op 1 december 2014. [571]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
10:17
[medeverdachte 12]
[medeverdachte 1]
------Origineel bericht------
Van: Brada bril
Aan: Eigen/own
Onderwerp:
Verzonden: 14 Jan 2016 10:07
Sir in die administratieboekje staan datum's waarneer dr hitters zijn uitbetaald!! En dat proberen ze te linken op [betrokkene 49] en [betrokkene 50] !! Op de datums dat hun zijn gevlamd staan ook betaal transactie's!!
In de Marengo-dataset bevindt zich een groot aantal chats, die eveneens een kasadministratie bevatten. [572] Hieruit blijkt dat [medeverdachte 12] , [medeverdachte 8] en [betrokkene 22] – een neef van [medeverdachte 1] – aan een broer van [medeverdachte 1] , [betrokkene 9] , verantwoording afleggen over de inkomsten en uitgaven en dat deze uiteindelijk rapporteert aan [medeverdachte 1] . Uit deze administratie leidt de rechtbank af dat er ook in de ten laste gelegde periode op grote schaal in verdovende middelen wordt gehandeld, dat de gedetineerde Koper-verdachten regelmatig geld krijgen en dat ook de kosten van de liquidatie van [slachtoffer 4] in deze administratie zijn verwerkt. [573] De Koper-administratie stopt op 15 juli 2015 en de in de Ennetcom-data aangetroffen administratie wordt voor het eerst zichtbaar op 9 augustus 2015. Uit de schrijfwijze van de beide administraties, de gebruikte termen, de namen van stempels van verdovende middelen en de namen van de deelnemers, leidt de rechtbank af dat de in de Ennetcom-data aangetroffen administratie een meeromvattende voortzetting is van de Koper-administratie. [574] Dit blijkt ook uit de volgende berichten van [betrokkene 9] aan [medeverdachte 12] van 16 juli 2015, de dag na de wapenvondst in het onderzoek Koper. [575]
Tijdstip
Verzender
Ontvanger
Bericht
17:01
[betrokkene 9]
[medeverdachte 12]
Goedemiddag sir. Kunt u mij de ijzerlijst sturen om te checken met wat ik heb?
17:07
[betrokkene 9]
[medeverdachte 12]
Ok sir, alvast bedankt. En kunt u ook aan mij doorgeven welke handel er aan schoonzoon is gegeven en wat er is gepakt en ook wat er eventueel aan cash is gepakt?
De rechtbank concludeert op grond van het bovenstaande dat de moordorganisatie van [medeverdachte 1] het werk van de Kopergroep, met grotendeels andere deelnemers, voortzet.
4.6.2.6 Verklaringen van [medeverdachte 2]
In het hoofdstuk over de kroongetuige en bij de bespreking van de afzonderlijke zaaksdossiers is al aandacht besteed aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] is uitgebreid verhoord over wat hij weet over [medeverdachte 1] en de mensen met wie [medeverdachte 1] samenwerkt. De rechtbank constateert daarbij dat hetgeen [medeverdachte 2] verklaart over de oorsprong van de criminele samenwerking tussen [medeverdachte 1] en een aantal medeverdachten – met name [medeverdachte 11] en [verdachte] – niet gebaseerd is op eigen ervaringen of waarnemingen, maar dat zijn kennis is gebaseerd op wat hij van anderen heeft gehoord of dat het interpretaties van hem zijn. Dit geldt ook voor zijn verklaringen die gaan over medeverdachten waar hij niet of nauwelijks mee is omgegaan. De bewijswaarde van die delen van zijn verklaringen is daarom beperkt.
De rechtbank heeft eerder in dit vonnis overwogen dat de (kluis)verklaringen van [medeverdachte 2] met name bewijswaarde hebben voor zover het gebeurtenissen betreft waar hij zelf bij betrokken is geweest. Dit betreft voornamelijk gebeurtenissen waarbij hij samenwerkte met [verdachte] , [medeverdachte 9] en (indirect) [medeverdachte 1] . Wat hij daarover verklaart wordt ondersteund door andere onderzoeksbevindingen, met name de grote hoeveelheid (pas later ontsleutelde) PGP-berichten. Deze onderbouwen ook zijn verklaring dat [verdachte] zijn eigen mensen onder zich had werken, waaronder [medeverdachte 2] zelf. [576] De omstandigheid dat [medeverdachte 2] veel medeverdachten niet kent (en zij ook zeggen hem niet te kennen) past bij zijn verklaring dat de leden van de organisatie alles proberen af te schermen en ervoor te zorgen dat iedereen zo min mogelijk van elkaar weet. [577] In de verklaringen van [medeverdachte 2] over de criminele organisatie heeft de rechtbank geen opzettelijke onjuistheden aangetroffen. Dat hij over een groot aantal situaties of mensen verklaart hoe hij denkt dat het zit, beperkt – zoals hiervoor al overwogen – de bewijswaarde van die delen van zijn verklaringen. Dit alles doet niet af aan de betrouwbaarheid van die verklaringen voor het overige. De rechtbank concludeert dat de verklaringen van [medeverdachte 2] inzake de criminele organisatie – met de hiervoor genoemde kanttekening – betrouwbaar zijn.
4.6.2.7 Conclusie ten aanzien van de criminele organisatie
Uit het voorgaande, gevoegd bij al hetgeen ten aanzien van de zaaksdossiers is overwogen, komt naar voren dat [medeverdachte 1] leiding gaf aan een organisatie die zich op professionele wijze bezighield met moorden. [medeverdachte 1] beschouwde een aantal mensen als vijanden of verraders die kennelijk koste wat het kost geliquideerd moesten worden. Slechts een aantal vertrouwde contacten die (een deel van) de organisatie rondom de liquidatie op zich namen had rechtstreeks contact met [medeverdachte 1] zelf. Liquidaties werden goed voorbereid door de beoogde slachtoffers vooraf, door middel van spotters, in beeld te brengen. Soms werden daar technische hulpmiddelen zoals bakens bij gebruikt. De voorraad gestolen auto’s met valse kentekenplaten en de voorraad wapens werden beheerd, op peil gehouden en er waren mensen verantwoordelijk voor het onderhoud. Ook werd de voorraad PGP-toestellen op peil gehouden en werden na een liquidatie de daarbij gebruikte toestellen uit de lucht gehaald. Ook werden sporen gewist, bijvoorbeeld door een ruimte schoon te maken, wapens in stukken te slijpen en auto’s in brand te steken. De organisatie had mensen tot haar beschikking om goederen (wapens, geld, auto’s) te halen of te brengen en diegenen die meehielpen werden betaald. Ook werd gebruikgemaakt van corrupte ambtenaren om informatie te krijgen.
Het oogmerk van de organisatie zag niet alleen op moord en de voorbereiding daarvan, maar – zoals ten laste gelegd – ook op het bezit van vuurwapens en munitie en op gekwalificeerde diefstal. Tot het oogmerk van de organisatie moet ook worden gerekend het naaste doel dat de organisatie nastreeft. Voor het plegen van liquidaties als de onderhavige is noodzakelijk, en daarmee oogmerk van de organisatie, dat tevens overtredingen van de Wet wapens en munitie worden begaan. De wijze waarop de liquidaties werden gepleegd, waarbij telkens gestolen auto’s werden gebruikt, impliceert verder dat gekwalificeerde diefstal eveneens een oogmerk van de organisatie was.
4.6.2.8 Deelname aan de criminele organisatie
Van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr is slechts sprake als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen, dan wel deze ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. [578] In het bestanddeel ‘deelneming aan’ een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr ligt het opzet van de verdachte besloten. Voor ‘deelneming’ is voldoende dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Niet vereist is dat de verdachte wetenschap heeft van een of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd. [579] Ook hoeft de verdachte geen opzet op die concrete misdrijven te hebben. [580]
Bij [verdachte] wordt het medeplegen van de moord op [slachtoffer 1] , de voorbereiding van de moord op [slachtoffer 1] en de broers [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , het medeplegen van de poging tot moord op [betrokkene 4] en de voorbereiding van de moord op [betrokkene 5] bewezen verklaard. Ook wordt het medeplegen van medeplichtigheid aan de moord op [slachtoffer 2] bewezen verklaard. Van betrokkenheid bij de moord op [slachtoffer 6] wordt hij vrijgesproken. Uit onder meer de hiervoor genoemde administratie blijkt dat [verdachte] – ook voordat hij (bewijsbaar) actief mee ging doen met (het voorbereiden van) liquidaties – een prominente rol vervulde in de drugshandel van de organisatie van [medeverdachte 1] . Door vanaf medio mei 2016 actief mee te gaan doen met (het voorbereiden van) liquidaties is er zeker vanaf dat moment sprake van deelname aan de criminele organisatie gericht op moorden.
Met betrekking tot de vraag of [verdachte] (mede) leiding heeft gegeven aan die criminele organisatie geldt het volgende kader. Leider, in de zin van artikel 140 lid 3 Sr, is degene die behoort tot de categorie personen die het in de organisatie feitelijk voor het zeggen heeft. De strafverzwarende omstandigheid duidt op een bijzondere kwaliteit van de dader, te weten degene die een centrale rol speelt binnen de organisatie. Het gaat om het vervullen van een zekere hoedanigheid. Het leiderschap kan bij meerdere personen tegelijk aanwezig zijn. De ‘leider’ onderscheidt zich van de overige deelnemers aan een criminele organisatie door gedragingen als het nemen van initiatieven, het verdelen van taken, het geven van opdrachten, het (eventueel) sanctioneren van overtredingen van binnen de organisatie geldende regels of afspraken of het verdelen van de opbrengst van de criminele activiteiten. Het gaat vooral om een voortdurende feitelijke zeggenschap, de touwtjes in handen hebben. [581]
De rechtbank kan niet vaststellen dat [verdachte] een dergelijke rol vervulde. Hij komt vanaf medio mei 2016 het dichtst bij een leidinggevende rol in het zaaksdossier Kreta, waar hij een deel van de organisatie op zich heeft genomen. Dat lijkt vooral ingegeven door de omstandigheid dat hij meent dat (handlangers van) [betrokkene 3] hem willen ontvoeren. Hij heeft daarom een persoonlijk motief om mee te willen doen met het – in het hun woorden – jagen op [betrokkene 3] , [slachtoffer 1] en de broers [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en pleegt hierover veelvuldig overleg met [medeverdachte 1] . Deze vraagt hem zaken te regelen, zoals het lokaliseren van de beoogde slachtoffers, het schoonmaken van wapens, het lokken van [slachtoffer 1] , het regelen van een safe house et cetera. [verdachte] schakelt hier deels ‘zijn’ mensen – namelijk de mensen die hij vertrouwt en die bereid zijn iets voor hem te doen – voor in, zoals [medeverdachte 10] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] . Laatstgenoemde verklaart hierover bij de rechter-commissaris dat hij hetgeen [verdachte] hem vroeg te doen niet als opdrachten ervoer, maar dat hij vanuit loyaliteit is gaan helpen. [582] Er zijn geen aanwijzingen in het dossier dat [verdachte] betrokkenheid heeft bij het organiseren van de schutters. Hij geeft steeds de bevindingen van ‘zijn’ mensen – in ieder geval die van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] – door aan [medeverdachte 1] , die voor wat betreft de verdere uitvoering de regie heeft. In de zaaksdossiers Tennis en Roos/Doorn heeft [verdachte] geen leidinggevende rol. Bij de poging [betrokkene 4] te vermoorden krijgt [verdachte] een verzoek van [medeverdachte 1] , waarna hij [medeverdachte 2] vraagt om bij te springen. Ook nu doet [medeverdachte 2] dat vrijwillig, er is geen sprake van een opdracht, zo verklaart hij. [583] Bovendien verklaart [medeverdachte 2] dat [verdachte] de liquidatie van [betrokkene 4] aanvankelijk wilde voorkomen. [584] Voor wat betreft de betrokkenheid bij de zaak Roos/Doorn valt op dat [verdachte] pas betrokken raakt als [medeverdachte 2] een foto van [betrokkene 5] naar hem stuurt met het verzoek deze naar [medeverdachte 1] door te sturen en hij, [verdachte] , niet weet wie dit is, en hij kennelijk ook niet weet dat er een actie op [betrokkene 5] loopt. Zijn betrokkenheid bestaat verder uit het doorgeven van informatie aan en van [medeverdachte 1] . Dit wijst niet op een leidinggevende rol. De conclusie van de rechtbank is daarom dat [verdachte] geen leidinggevende is van de ten laste gelegde criminele organisatie, hetgeen leidt tot vrijspraak van dit gedeelte van de tenlastelegging.
Vóór mei 2016 heeft [verdachte] een minder actieve rol in de organisatie van [medeverdachte 1] , voor zover het de liquidaties betreft. Dat betekent echter niet dat hij er geen deel van uitmaakt en ook niet dat hij geen weet heeft van of niet zijdelings betrokken is bij het geweld dat door de organisatie wordt gepleegd. Zo heeft [verdachte] kort voor de liquidatie van [slachtoffer 4] bijvoorbeeld een rol bij de afgifte van een ‘ak’, een automatisch vuurwapen. [585] Dat hij een belangrijk onderdeel is van de organisatie van [medeverdachte 1] blijkt ook uit de hiervoor besproken administratie, de verklaring van [betrokkene 3] [586] en de verklaring van [medeverdachte 2] . [587] Ook de omstandigheid dat [verdachte] bij de eersten hoort die door [medeverdachte 1] geïnformeerd worden als zijn neef met een tennisbus voorzien van opnameapparatuur lijkt te zijn geobserveerd, bevestigt zijn positie in die organisatie. [588] Dat [verdachte] ook voor 1 januari 2016 al betrokken was bij de moordorganisatie van [medeverdachte 1] kan de rechtbank niet vaststellen. Alleen [betrokkene 3] verklaart hierover, maar de verdediging heeft deze getuige niet kunnen bevragen en hetgeen hij verklaart wordt onvoldoende bevestigd in andere bewijsmiddelen. De rechtbank zal [verdachte] daarom vrijspreken van de periode voor 1 januari 2016. Ten bewijze van het deelnemen van de overige in de tenlastelegging genoemde personen zijn als bijlage 4 de bewijsoverwegingen ten aanzien van de medeverdachten opgenomen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat [verdachte]
Ten aanzien van het in zaak A onder 1 primair ten laste gelegde
in de periode van 17 april 2016 tot en met 22 juni 2016 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord op [slachtoffer 1] en [betrokkene 1] en [betrokkene 2] opzettelijk
- vuurwapens en munitie en
- voertuigen, waaronder een gestolen voertuig met vals kenteken en
- woningen, bestemd als (tijdelijke) verblijfplaats voor de (mede)plegers van de moord op [slachtoffer 1] ,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
Ten aanzien van het in zaak A onder 2 primair ten laste gelegde
op 22 juni 2016 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen [slachtoffer 1] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd door met vuurwapens kogels in het hoofd en de hals en de borst en elders in het lichaam van [slachtoffer 1] te schieten;
Ten aanzien van het in zaak A onder 3 primair ten laste gelegde
op 11 oktober 2016 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [betrokkene 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven
- met bedekt gelaat (met een bivakmuts) in de richting van [betrokkene 4] is gerend en
- een vuurwapen heeft vastgehouden en in de richting van [betrokkene 4] heeft gehouden en
- de doorgang van [betrokkene 4] heeft geblokkeerd op het moment dat [betrokkene 4] trachtte te ontkomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van het in zaak A onder 4 primair ten laste gelegde
in de periode van 1 december 2016 tot en met 14 januari 2017 in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord op [betrokkene 5] , opzettelijk
- twee aanvalsgeweren (model Kalasjnikov) en
- tien kogelpatronen en
- een gestolen personenauto met vals kenteken
sen
- flessen met een brandbare vloeistof en aanstekers en
- gegevensdragers houdende foto’s van [betrokkene 5] ,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf voorhanden heeft gehad;
Ten aanzien van het in zaak A onder 5 subsidiair ten laste gelegde
[betrokkene 39] en/of [betrokkene 40] op 12 januari 2017 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen een ander, welke is gebleken [slachtoffer 2] te zijn, opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven hebben beroofd door met een vuurwapen kogels in het lichaam van [slachtoffer 2] te schieten,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 1 december 2016 tot en met 12 januari 2017 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door informatie door te geven over de plek waar het beoogde slachtoffer (te weten: [betrokkene 5] ) zich bevond;
Ten aanzien van het in zaak A onder 6 ten laste gelegde
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 14 januari 2017 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, zijnde een samenwerkingsverband bestaande uit verdachte en (onder andere) [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 13] en [medeverdachte 14] en [medeverdachte 15] en [medeverdachte 16] en [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4]
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- moord en
- gekwalificeerde diefstal en
- bezit vuurwapens en munitie.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. [verdachte] is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1
Eis van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft gevorderd dat [verdachte] voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.
8.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging voert aan dat aan de uitlevering van [verdachte] door Colombia de voorwaarde is verbonden dat hem geen levenslange gevangenisstraf mag worden opgelegd. Daarnaast is een levenslange gevangenisstraf in strijd met artikel 3 EVRM. Een levenslange gevangenisstraf kan daarom niet worden opgelegd.
Verder wijst de verdediging op het gevoerde verweer over de publieke berechting. Dit dient (subsidiair) te worden verdisconteerd in de strafmaat in die zin dat geen levenslange gevangenisstraf wordt opgelegd.
8.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte] , zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
8.3.1
Ernst van de feiten en persoon van de verdachte
De bewezen geachte criminele organisatie heeft onder leiding van [medeverdachte 1] in een periode van anderhalf jaar aan vijf mensen het leven ontnomen. Daarnaast heeft de organisatie twee mensen geprobeerd te vermoorden en de moord op zes mensen voorbereid. Ook is een aanslag op een spyshop voorbereid, waarbij het risico dat daar mensen aanwezig waren niet als belemmering werd gezien.
De opdrachten hiertoe werden gegeven door [medeverdachte 1] . Hij beschikte over leven en dood van iedereen die hem in zijn beleving hinderde. Criminele rivalen, mensen die (beweerdelijk) een schuld niet hadden afbetaald, mensen die (mogelijk) spraken met zijn vijanden of met de politie; zij liepen allemaal het risico om op een dodenlijst van [medeverdachte 1] te belanden. Het gemak waarmee [medeverdachte 1] besloot dat iemand dood moest is schokkend. De daarover door hem verzonden PGP-berichten laten niets aan de verbeelding over: doden uit wraak, ter afschrikking of waarschuwing, dan wel als boodschap aan degene die hij eigenlijk dood wilde maar die voor hem onvindbaar was. Daarbij zijn er nauwelijks aanwijzingen dat de leden van de organisatie morele bezwaren hadden tegen de terreur die van [medeverdachte 1] uitging. Als een lid al moeite had met een voorgenomen moord, dan zette hij zich daar meestal overheen en onttrok hij zich niet.
De organisatie ging professioneel te werk bij de voorbereiding en uitvoering van de moorden en het nadien uitwissen van de sporen. Er werden observatieteams ingezet om de gangen van de beoogde slachtoffers na te gaan en er werd een voorraad gestolen auto’s aangehouden en van valse kentekens voorzien ten behoeve van observaties en liquidaties. Informatie werd ook verkregen via corrupte ambtenaren. Verder werden wapens geregeld, uitgeprobeerd en gereinigd. De communicatie verliep via versleutelde e-mailberichten met PGP-toestellen en vaak via tussenpersonen, kennelijk om te voorkomen dat de betrokkenen zouden ontdekken wie er verder nog een rol speelden bij de moordplannen. Bij de uitvoering werd geprobeerd het slachtoffer te plaatsen, zodat een elders gereedstaand schuttersteam de moord uit kon voeren. Ook werd geprobeerd om slachtoffers te lokken. Er werd na afloop grote zorg besteed aan het laten verdwijnen van de gebruikte auto’s, wapens en PGP-toestellen.
Dit alles maakt de indruk van een professioneel moordbedrijf, dat er alles aan deed om de door [medeverdachte 1] opgedragen moorden succesvol uit te voeren en ontdekking te voorkomen. Er hebben zich verschillende situaties voorgedaan waarin het risico werd gelopen dat een ander dan de beoogde persoon werd vermoord. In één geval is dat ook daadwerkelijk gebeurd. De reacties daarop in de chats wijzen erop dat dat door de betrokkenen werd gezien als een bedrijfsrisico. Uit de onderlinge communicatie blijkt niet dat de betrokkenen hierdoor geschokt waren of gevoelens van schuld of schaamte hadden; men ging gewoon door met het plannen van de voorgenomen moord.
Er is zicht op de organisatie van [medeverdachte 1] gekomen doordat de kroongetuige zich uit angst voor zijn leven bij de politie heeft gemeld en is gaan verklaren, en door het beschikbaar komen van PGP-berichten. Het zijn met name deze berichten die duidelijk maken hoe nietsontziend de organisatie te werk ging. Het leed dat familieleden van de slachtoffers werd aangedaan speelde geen rol. In enkele gevallen waren jonge kinderen aanwezig toen hun vader werd doodgeschoten. Veelzeggend is dat geen van de nabestaanden en slachtoffers gebruik heeft willen maken van het hen toekomende spreekrecht of als benadeelde partij een vordering heeft ingediend. Daarmee is de angst die bij hen teweeg is gebracht door het meedogenloze geweld van de organisatie van [medeverdachte 1] zichtbaar. De vele aandacht van de media voor de zaak Marengo toont de maatschappelijke impact die de moordorganisatie op de samenleving heeft gehad. De schokkende omstandigheid dat tijdens het strafproces een broer, een raadsman en de vertrouwenspersoon van de kroongetuige zijn vermoord heeft de maatschappelijke impact van de zaak Marengo zonder enige twijfel vergroot. De zaak Marengo gaat echter niet over deze moorden en de verdachten in de zaak Marengo worden in die strafzaken (op dit moment) niet vervolgd. Deze moorden spelen dan ook geen rol bij het bepalen van de straffen.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straffen gekeken naar straffen die in andere moordzaken en zaken die zien op pogingen tot moord en voorbereiding van moord zijn opgelegd. Hoewel strafzaken zich moeilijk laten vergelijken, is er wel een ontwikkeling zichtbaar waarin steeds zwaarder gestraft wordt. De roep om vergelding vanuit de maatschappij wordt steeds luider. Het inzicht in het handelen van de zware criminaliteit – verkregen door de inhoud van PGP-berichten – draagt daar ook aan bij. Het opleggen van straffen dient bij te dragen aan de algemene preventie van strafbare feiten en daarom moet er afschrikkende werking van uitgaan. Ook in deze zaak wordt duidelijk gemaakt dat op deze ernstige vormen van nietsontziend, ontwrichtend geweld een stevige reactie van de strafrechter volgt. De rechtbank realiseert zich daarbij dat alleen zwaarder straffen het geweld niet kan stoppen en dat ook de hoogste straf het leed van de nabestaanden niet kan vergelden.
[verdachte] wordt veroordeeld voor het medeplegen van moord, een poging tot moord en vier voorbereidingen van moord, en voor medeplichtigheid aan het medeplegen van moord. Hij neemt verder ruim een jaar deel aan de criminele organisatie.
Vanaf medio mei 2016 heeft [verdachte] een coördinerende rol bij de voorbereiding en uitvoering van de moord op [slachtoffer 1] en bij de voorbereiding van de liquidatie van [betrokkene 1] . en [betrokkene 2] . Hierover heeft hij veelvuldig overleg met [medeverdachte 1] . [verdachte] zet deels zijn ‘eigen’ mensen in voor werkzaamheden als het lokaliseren van de beoogde slachtoffers, het regelen van safehouses voor de schutters en het wegmaken van sporen. [verdachte] fungeert als de schakel in de communicatie tussen zijn ‘eigen’ mensen en [medeverdachte 1] . Hij test zelf automatische vuurwapens en zet [medeverdachte 3] – van wie hij weet dat hij contact heeft met [slachtoffer 1] – onder druk om laatstgenoemde te lokken. Bij de poging tot moord op [betrokkene 4] heeft [verdachte] ook een coördinerende rol bij de voorbereiding en uitvoering. Hij voert eerst voor [medeverdachte 1] een gesprek met [betrokkene 4] om hem duidelijk te maken dat hij zijn schuld moet betalen. Op dat moment sorteert hij – door [medeverdachte 2] te vragen foto’s van [betrokkene 4] te maken voor de schutters – er dan al op voor dat [betrokkene 4] geliquideerd moet gaan worden indien de betaling uitblijft. Als [medeverdachte 1] vervolgens beslist dat [betrokkene 4] vermoord moet worden, fungeert [verdachte] als de schakel in de communicatie tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , waardoor de schutters op de hoogte zijn van de bewegingen van [betrokkene 4] .
[verdachte] regelt voor de organisatie van [medeverdachte 1] de aanschaf van gestolen auto’s via [medeverdachte 2] en stuurt foto’s van [betrokkene 5] door aan [medeverdachte 1] als hij begrijpt dat [medeverdachte 1] deze in verband met een te plegen liquidatie wil hebben. Ook voordat hij in mei 2016 intensief betrokken raakt bij het moorden heeft hij al een rol bij de afgifte van een automatisch wapen. Daarnaast is hij ook dan al een belangrijke gesprekspartner van [medeverdachte 1] . Hij draagt hiermee substantieel bij aan de moordorganisatie.
In het dossier komt [verdachte] naar voren als iemand die in beginsel niet zit te wachten op een escalatie van het geweld door [medeverdachte 1] . Ook [medeverdachte 2] beschrijft hem als een vredestichter. Desondanks besluit [verdachte] vanaf een bepaald moment mee te doen aan (de voorbereiding van) moordaanslagen. In het zaaksdossier Kreta heeft hij kennelijk een persoonlijk motief om mee te doen, ingegeven door de omstandigheid dat hij meent dat (handlangers van) [betrokkene 3] hem wil(len) ontvoeren en hij ook zelf de boodschap wil afgeven dat met hem niet te spotten valt. Hij stuurt anderen daarbij intensief aan, hetgeen uiteindelijk resulteert in de moord op [slachtoffer 1] . In de zaaksdossiers Tennis en Roos/Doorn ontbreekt een (kenbaar) persoonlijk motief en gaat hij – loyaal aan [medeverdachte 1] – door op het ingeslagen pad van (het meehelpen met) moorden. [verdachte] heeft op geen enkel moment in de strafprocedure inzicht getoond in de ernst van zijn daden of in het leed dat hij de slachtoffers en nabestaanden heeft aangedaan.
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende [verdachte] blijkt dat hij in 2010 is veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar dat was voor andersoortige feiten, te weten overtredingen van de Opiumwet en valsheid in geschrifte.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank uit het oogpunt van vergelding in beginsel alleen een levenslange gevangenisstraf passend.
8.3.2
Uitlevering Colombia
8.3.2.1 Inleiding
De Colombiaanse autoriteiten hebben bij beslissing van 18 augustus 2021 de verzochte uitlevering van [verdachte] toegewezen. [589] In die beslissing schrijven de Colombiaanse autoriteiten, kort gezegd, dat de Strafrechtkamer van de (Colombiaanse) Hoge Raad het verzoek tot uitlevering van [verdachte] op 7 juli 2021 heeft ingewilligd. In de beslissing van 18 augustus 2021 wordt het navolgende gedeelte uit de uitspraak van de Hoge Raad aangehaald:
‘4. Oordeel van de Strafrechtkamer:
Gelet op de voorgaande overwegingen geeft de Strafrechtkamer van de Hoge Raad een gunstig advies af met betrekking tot het door de Nederlandse Regering uitgebrachte verzoek tot uitlevering van de Nederlandse burger [verdachte] , (…)
4.1
Voorwaarden
Aangezien de uit te leveren persoon een buitenlands burger is, rust op de regering van Colombia de plicht om bij het toestaan van de uitlevering te bedingen dat de persoon in kwestie in geen geval wordt berecht voor andere feiten dan die welke het uitleveringsverzoek motiveren (dat wil zeggen de feiten die zich tussen 16 juli 2015 en 14 januari 2017 in Nederland hebben afgespeeld), dat er bij de strafoplegging in het verzoekende land rekening wordt gehouden met de tijd die de uit te leveren persoon hier gedurende het verloop van de procedure in detentie heeft doorgebracht, en voorts dat hij niet het slachtoffer zal worden van gedwongen verdwijning, foltering, wrede, onmenselijke of vernederende straffen of behandeling, verbanning, levenslange gevangenisstraf of confiscatie. (…)’
Het dictum van de beslissing vermeldt:
‘BESLUIT:
Op grond van het hierboven uiteengezette:
ARTIKEL ÉÉN: de uitlevering van Marokkaans-Nederlandse burger [verdachte] (…) toe te staan
één en ander op instigatie van de Rechtbank van Amsterdam, Koninkrijk der Nederlanden, conform het op een terechtzitting gerichte, van 24 september 2019 daterende arrestatiebevel en de door het Openbaar Ministerie geformuleerde tenlastelegging van 10 februari 2020, en wel vanwege de delicten moord en poging tot moord (meervoudig), en deelname, als leider, aan een criminele organisatie. (…)
ARTIKEL DRIE
:de Nederlandse Regering erop te wijzen dat de burger om wiens uitlevering verzocht wordt niet kan worden berecht op grond van eerder begane feiten, anders dan die welke het uitleveringsverzoek motiveren, en dat hij niet het slachtoffer mag worden van gedwongen verdwijning, foltering, wrede, onmenselijke of vernederende straffen of behandeling, verbanning, levenslange gevangenisstraf of confiscatie, één en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 494 van Wet 906 van 2004.’
[verdachte] heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld. Bij beslissing van de Colombiaanse autoriteiten van 27 oktober 2021 is de beslissing van 18 augustus 2021 bekrachtigd. [590]
De beslissing van de Colombiaanse autoriteiten is voor het Nederlandse Openbaar Ministerie vervolgens aanleiding geweest om nadere uitleg te vragen over de vraag of deze een totaalverbod op het opleggen van een levenslange gevangenisstraf inhoudt of dat het een verbod is op een levenslange gevangenisstraf zonder kans op vervroegde vrijlating. Deze vraag is aan de Colombiaanse autoriteiten voorgelegd en door hen beantwoord, waarna nog twee keer vragen zijn gesteld die door hen zijn beantwoord. [591] De rechtbank verwijst in dit verband naar haar beslissing van 7 november 2022 [592] voor een weergave van de relevante delen van die vraagstelling en beantwoording.
In de beantwoording wordt met verwijzing naar jurisprudentie van de Colombiaanse Hoge Raad onder andere geschreven dat de Colombiaanse autoriteiten geen voorwaarden hebben verbonden aan de uitlevering. Omdat de beslissing op het uitleveringsverzoek bij de rechtbank de indruk had gewekt dat Colombia als voorwaarde had gesteld dat geen levenslange gevangenisstraf mocht worden opgelegd, heeft de rechtbank in haar beslissing van 7 november 2022 bepaald dat over een mogelijke tegenstelling (nogmaals) uitleg wordt gevraagd aan de Colombiaanse autoriteiten en dat hen de volgende concrete vragen moeten worden gesteld:
‘1. Hebben de Colombiaanse autoriteiten aan het Besluit tot uitlevering van 18 augustus 2021 (na hoger beroep bekrachtigd op 27 oktober 2021) de voorwaarde verbonden dat aan verdachte [verdachte] geen levenslange gevangenisstraf mag worden opgelegd?
2. In het geval het antwoord op de vorige vraag ‘nee’ is: Hoe verhoudt dit zich tot de in dit Besluit geciteerde overweging van 7 juli 2021 van de Hoge Raad, met de onder 4.1 opgesomde voorwaarden, en artikel 3 van dit Besluit?’
De beslissing van de rechtbank is daarbij vertaald naar het Spaans ter voorkoming van eventuele onduidelijkheden over de achtergrond van de vraagstelling.
De Colombiaanse autoriteiten hebben op 3 januari 2023 geantwoord. [593] Het antwoord op vraag 1 luidt:
‘Wij wijzen in dit verband nogmaals op hetgeen gesteld werd in onze berichten (…) van 15 februari 2022 en (…) van 29 juni 2022, namelijk dat nu het een Nederlands staatsburger betreft die aan zijn eigen land wordt uitgeleverd, de Colombiaanse regering heeft verordend
dat er geen enkele voorwaarde wordt gesteld aan de uitleveringvan de heer [verdachte] .’
Het antwoord op vraag 2 luidt:
‘De beschikking van de cassatiekamer voor strafzaken van het Hooggerechtshof dient als rechtsgrondslag voor het besluit van de Colombiaanse regering over de uitlevering.
Dit niettegenstaande is het de Colombiaanse regering die aan de uitlevering de voorwaarden kan stellen die zij gepast acht.
In het onderhavige geval wees de cassatiekamer voor strafzaken de Colombiaanse regering in haar beschikking van 7 juli 2022 over de uitlevering van de heer [verdachte] op de verplichting om de uitlevering van de buitenlandse staatsburger afhankelijk te stellen van de voorwaarden voorzien in artikel 494 van Wet 906/2004 (overweging 4.1), waaronder de voorwaarde dat de betrokkene niet wordt veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf.
De Colombiaanse regering hield zich in Uitvoeringsbesluit nr. 177 van 18 augustus 2021, bekrachtigd bij Uitvoeringsbesluit nr. 238 van 27 oktober 2021, aan de rechtspraak van het Hooggerechtshof door te wijzen op dit aspect,
maar stelde de uitlevering niet afhankelijk van de voorwaarde dat de betrokkene niet tot levenslang zal worden veroordeeld.
Zoals aangegeven in onze berichten (…) van 15 februari 2022 en (…) van 29 juni 2022, is het in gevallen waarin de Colombiaanse regering instemt met uitlevering van een buitenlands staatsburger aan zijn land van herkomst, zoals in het geval van de heer [verdachte] , niet geëigend dat de Colombiaanse staat het Koninkrijk der Nederland verplicht tot toepassing van bepalingen uit de Colombiaanse grondwet, zoals het verbod tot oplegging van levenslange gevangenisstraf.
Wij wijzen er nogmaals op dat de Colombiaanse staat zich niet mengt in de berechting, noch in de straftoemeting van een Nederlands staatsburger overeenkomstig zijn eigen rechtssysteem.’
8.3.2.2 Standpunt van de verdediging
De verdediging betoogt dat een levenslange gevangenisstraf niet kan worden opgelegd op grond van de voorwaarden die Colombia aan de uitlevering heeft verbonden. De beantwoording van de door Nederland gestelde vragen over de uitleveringsvoorwaarden kan de verdediging niet anders lezen dan dat Colombia op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel erop vertrouwt dat Nederland zich aan de voorwaarden zal houden. Het stellen van voorwaarden is dan niet nodig – erop wijzen zou dan voldoende moeten zijn. De Colombiaanse Grondwet en het Colombiaanse Wetboek van Strafvordering verbieden het opleggen van een levenslange gevangenisstraf. Daarin wordt geen onderscheid gemaakt tussen Colombiaanse staatsburgers en burgers met een andere nationaliteit. De rechtbank is op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (hierna: TOC-verdrag) [594] en in verband met het interstatelijk vertrouwensbeginsel gehouden om de door de Colombiaanse rechter gestelde beperkende voorwaarde na te leven. Dit geldt immers ook voor het specialiteitsbeginsel. Het alsnog opleggen van een levenslange gevangenisstraf komt in strijd met artikel 16 lid 7 en lid 13 TOC-Verdrag, waarbij de verdediging verwijst naar artikel 18 lid 26 TOC-Verdrag. Tevens is dit (dan) in strijd met het interstatelijk vertrouwensbeginsel en het recht op een eerlijk proces zoals neergelegd in artikel 6 EVRM.
8.3.2.3 Standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie stelt dat de Colombiaanse autoriteiten geen voorwaarden hebben gesteld aan de uitlevering van [verdachte] . De uitleveringsbeslissing staat dan ook niet in de weg aan de oplegging van een levenslange gevangenisstraf.
8.3.2.4 Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is – anders dan de verdediging – van oordeel dat er door de Colombiaanse autoriteiten geen voorwaarde is gesteld die maakt dat er een beletsel is om aan [verdachte] een levenslange gevangenisstraf op te leggen. Uit de antwoorden van de Colombiaanse autoriteiten op 3 januari 2023 volgt dat de Colombiaanse Hoge Raad beslist over de vraag of de uitlevering kan worden toegestaan en dat het (vervolgens) aan de Colombiaanse regering is om daar al dan niet voorwaarden aan te verbinden. Uit het antwoord volgt verder ondubbelzinnig dat de Colombiaanse regering de uitlevering niet afhankelijk heeft gesteld van de voorwaarde dat [verdachte] niet tot levenslang wordt veroordeeld.
Op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel dient de rechtbank uit te gaan van deze uitleg door de Colombiaanse autoriteiten. De vraag van de verdediging of de Colombiaanse Hoge Raad de uitlevering zou hebben ingewilligd als hij zou hebben geweten dat de regering geen enkele voorwaarde zou stellen, acht de rechtbank – vanwege deze uitleg over de verdeling van verantwoordelijkheden waar het gaat om de uiteindelijk te nemen beslissing tot uitlevering – daarom ook niet van belang.
De stellingen van de verdediging, dat de Colombiaanse Grondwet en het Colombiaanse Wetboek van Strafvordering het opleggen van een levenslange gevangenisstraf verbieden, ook als het gaat om burgers die niet de Colombiaanse nationaliteit bezitten, kan aan het voorgaande niet afdoen. Het is niet aan de rechtbank om de Colombiaanse wet op dit punt uit te leggen, zeker nu de Colombiaanse autoriteiten schrijven dat de Colombiaanse Staat zich niet mengt in de berechting, noch in de straftoemeting van een Nederlands staatsburger overeenkomstig zijn eigen rechtssysteem.
De verdediging heeft nog verwezen naar de artikelen 16 lid 7 en lid 13 en 18 lid 26 TOC-verdrag. De (vertaalde) leden 7 en 13 van artikel 16 TOC-verdrag luiden:
‘7. Uitlevering is onderworpen aan de voorwaarden voorzien in het nationale recht van de aangezochte Staat die partij is of in toepasselijke uitleveringsverdragen, met inbegrip van, onder andere, voorwaarden met betrekking tot de straf die minimaal vereist is voor uitlevering en de gronden waarop de aangezochte Staat die partij is uitlevering kan weigeren.
13. Elke persoon ten aanzien van wie procedures worden gevoerd in verband met een van de strafbare feiten waarop dit artikel van toepassing is, wordt een eerlijke behandeling in alle fasen van het proces verzekerd, met inbegrip van het genot van alle rechten en waarborgen die zijn voorzien in het nationale recht van de Staat die partij is op het grondgebied waarvan die persoon zich bevindt.’
Het (vertaalde) lid 26 van artikel 18 TOC-Verdrag luidt:
‘26. Alvorens een verzoek ingevolge het eenentwintigste lid van dit artikel te weigeren of de uitvoering ervan uit te stellen ingevolge het vijfentwintigste lid van dit artikel, overlegt de aangezochte Staat die partij is met de verzoekende Staat die partij is om te overwegen of rechtshulp kan worden verleend onder de door hem nodig geachte voorwaarden en bepalingen. Indien de verzoekende Staat die partij is rechtshulp aanvaardt onder die voorwaarden, dient hij daaraan te voldoen.’
Anders dan de verdediging leest de rechtbank hierin voor haar geen verplichting om de uitleveringsbeslissing uit te leggen in de door de verdediging voorgestane zin. De rechtbank leidt hieruit af dat de Colombiaanse regering volgens haar eigen nationale recht beslist over de vraag of zij een verzoek tot uitlevering inwilligt en of daaraan voorwaarden worden verbonden. Artikel 16 lid 13 TOC-Verdrag verzekert de opgeëiste persoon dat hij een eerlijke behandeling krijgt in de fases in het uitleveringsproces in – in dit geval – Colombia. Daaruit leidt de rechtbank in ieder geval niet af dat deze rechtbank gebonden zou zijn aan de Colombiaanse strafwet voor wat betreft de straf die aan [verdachte] na zijn uitlevering in Nederland kan worden opgelegd. Ten slotte stelt de rechtbank vast dat artikel 18 lid 26 TOC-Verdrag hier toepassing mist. Niet is immers gebleken dat Colombia haar medewerking aan het verzoek tot uitlevering afhankelijk heeft gesteld van een voorafgaand akkoord van Nederland over door Colombia te stellen voorwaarden.
De stelling van de verdediging dat de omstandigheid dat het in dezelfde voorwaarden voor uitlevering opgenomen specialiteitsbeginsel wel wordt nageleefd een extra argument is waarom Nederland ook gebonden is aan de voorwaarde geen levenslang op te leggen, onderschrijft de rechtbank niet. De Colombiaanse autoriteiten hebben in artikel één van het dictum van de beslissing van 18 augustus 2021 beslist dat de uitlevering wordt toegestaan voor de feiten waarvoor de uitlevering is verzocht. Hierin ligt het waarborgen van het specialiteitsbeginsel besloten.
Ten slotte kan de rechtbank de verdediging niet volgen in haar stelling dat het opleggen van een levenslange gevangenisstraf zou leiden tot een schending van het recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM. Die stelling is niet onderbouwd.
De rechtbank verwerpt de verweren van de verdediging op dit punt.
8.3.3
Levenslang
8.3.3.1 Inleiding
De levenslange gevangenisstraf is de zwaarste straf die in Nederland kan worden opgelegd en duurt in beginsel het hele leven van de levenslanggestrafte. Uit de jurisprudentie van het EHRM en de Hoge Raad volgt evenwel – kort gezegd – dat de oplegging van een levenslange gevangenisstraf niet verenigbaar is met artikel 3 EVRM als die straf als ‘irreducible’ moet worden beschouwd. Er moet reeds bij de oplegging van de levenslange gevangenisstraf een reële mogelijkheid bestaan tot herbeoordeling van die straf die in de daarvoor in aanmerking komende gevallen kan leiden tot verkorting van de straf of (voorwaardelijke) invrijheidstelling. [595]
Naar aanleiding van de jurisprudentie van het EHRM en de Hoge Raad is er een regeling gekomen waarmee de mogelijkheid tot herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf werd ingevoerd. Deze regeling is neergelegd in het Besluit Adviescollege levenslanggestraften (hierna: Besluit ACL), dat op 1 maart 2017 in werking is getreden. [596] Het Besluit ACL is later nog een aantal keren gewijzigd, onder meer met ingang van 1 juli 2023 [597] en (laatstelijk) met ingang van 1 december 2023. [598]
Bij het Besluit ACL is het Adviescollege levenslanggestraften (hierna: het Adviescollege) ingesteld. Het Adviescollege adviseert de minister voor Rechtsbescherming over voor welke re-integratieactiviteiten een levenslanggestrafte in aanmerking komt. In alle gevallen waarin een levenslange gevangenisstraf onherroepelijk is opgelegd wordt vijfentwintig jaren na aanvang van de detentie een (eerste) advies uitgebracht door het Adviescollege. Het Adviescollege informeert de minister voor Rechtsbescherming ook over de voortgang van de resocialisatie- en re-integratieactiviteiten van de levenslanggestrafte in het kader van de ambtshalve beoordeling van de mogelijkheid tot gratieverlening op grond van artikel 19 Gratiewet. Die beoordeling vindt op grond van artikel 4 lid 3 Besluit ACL plaats uiterlijk na achtentwintig jaren detentie.
Op grond van artikel 4 lid 4 Besluit ACL hanteert het Adviescollege bij zijn advisering vier criteria, te weten a) het recidiverisico; b) de delictgevaarlijkheid; c) het gedrag en de ontwikkeling van de levenslanggestrafte gedurende zijn detentie en d) de impact op de slachtoffers en nabestaanden en in de sleutel daarvan de vergelding. Voor een weergave op hoofdlijnen van de wijze waarop de herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf plaatsvindt, wijst de rechtbank op hetgeen de Hoge Raad hierover in zijn arrest van 19 december 2017 [599] heeft overwogen.
8.3.3.2 Bespreking verweren
De rechtbank stelt bij de beoordeling van de verweren voorop dat de Hoge Raad in zijn arrest van 23 april 2019 [600] heeft bepaald dat oplegging van een levenslange gevangenisstraf niet in strijd is met artikel 3 EVRM, omdat het Nederlands recht door de regelgeving over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf en in het bijzonder het Besluit ACL een stelsel van herbeoordeling kent op grond waarvan in zich daarvoor lenende gevallen kan worden overgegaan tot verkorting van de levenslange gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft daarbij nog overwogen:
‘De wijze waarop het nieuwe stelsel van herbeoordeling in de praktijk – zowel in het algemeen, als specifiek met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de aan de verdachte opgelegde straf – zal worden toegepast, ligt in de toekomst besloten. De onvermijdelijk uit die realiteit voortvloeiende onzekerheden ontnemen aan de oplegging van de levenslange gevangenisstraf echter niet de verenigbaarheid met art. 3 EVRM, in het bijzonder ook niet omdat iedere tot een levenslange gevangenisstraf veroordeelde de mogelijkheid heeft de wijze waarop zijn straf daadwerkelijk wordt tenuitvoergelegd voor te leggen aan de penitentiaire rechter en de burgerlijke rechter, die erop toezien dat die tenuitvoerlegging – ook waar het gaat om de herbeoordeling van de verdere tenuitvoerlegging van de straf en de in verband met die herbeoordeling aan de veroordeelde aan te bieden activiteiten – geschiedt met inachtneming van de uit art. 3 EVRM voortvloeiende waarborgen. Van betekenis is ten slotte dat indien op enig moment zou komen vast te staan dat een levenslange gevangenisstraf ook onder vigeur van het nieuwe stelsel van herbeoordeling in de praktijk nimmer wordt verkort, die omstandigheid bepaaldelijk een factor van betekenis zal zijn bij de beantwoording van dan rijzende vragen omtrent de verenigbaarheid met art. 3 EVRM van enerzijds de oplegging van een levenslange gevangenisstraf in nieuwe gevallen en anderzijds de verdere tenuitvoerlegging in gevallen waarin een levenslange gevangenisstraf reeds is opgelegd. Die vragen zijn thans echter niet aan de orde.’ [601]
De rechtbank ziet in hetgeen de verdediging heeft betoogd geen aanleiding voor het oordeel dat het thans opleggen van een levenslange gevangenisstraf in strijd is met artikel 3 EVRM.
De rechtbank heeft hierbij betrokken de na het arrest van de Hoge Raad van 23 april 2019 genomen – in de noot vermelde – conclusies van advocaten-generaal bij de Hoge Raad over cassatieklachten met betrekking tot de levenslange gevangenisstraf en artikel 3 EVRM. [602] De Hoge Raad heeft deze cassatieklachten op 13 juli 2021, 23 mei 2023 en 9 januari 2024 met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke Organisatie (RO) verworpen. De rechtbank leidt hieruit af dat de Hoge Raad geen aanleiding heeft gezien om thans anders te oordelen over de verenigbaarheid van het opleggen van de levenslange gevangenisstraf met artikel 3 EVRM.
Ook heeft de rechtbank hierbij betrokken dat op 25 oktober 2023 gratie onder voorwaarden is verleend aan een levenslanggestrafte en hij aansluitend in vrijheid is gesteld. [603]
Ten slotte betrekt de rechtbank hierbij de recente ontwikkelingen met betrekking tot mogelijk nieuwe wetgeving. De minister voor Rechtsbescherming heeft op 8 juni 2022 plannen aangekondigd voor een verkenning van een alternatieve wijze van herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf in de vorm van een v.i.-regeling. In die plannen wordt de rechter de beslissende autoriteit. [604] Het streven is om in het eerste kwartaal van 2024 de consultatie van het wetsvoorstel te starten. [605]
De rechtbank is van oordeel dat de toekomst zal moeten uitwijzen op welke manier het nieuwe stelsel van herbeoordeling in de praktijk zal worden toegepast, zowel in het algemeen, als meer specifiek met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de straf die aan [verdachte] wordt opgelegd. [verdachte] heeft echter de mogelijkheid om de wijze waarop zijn straf daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd voor te leggen aan de penitentiaire rechter en de burgerlijke rechter, die erop toezien dat die tenuitvoerlegging plaatsvindt in overeenstemming met artikel 3 EVRM. Als er in de toekomst een rechterlijke toets wordt ingevoerd, dan vallen de verdachten die vandaag tot een levenslange gevangenisstraf worden veroordeeld ook onder die nieuwe regeling.
8.3.4
Publieke berechting
Eerder in dit vonnis (zie hoofdstuk 3.4 Publieke berechting) heeft de rechtbank het verweer van de verdediging van [verdachte] besproken dat er sprake is (geweest) van een publieke berechting (‘trial by media’) van [verdachte] , hetgeen (subsidiair) zou moeten leiden tot strafvermindering. De rechtbank ziet geen grond voor strafvermindering als gevolg van die media-aandacht, omdat niet is gebleken dat [verdachte] daarvan nadeel heeft ondervonden, en indien hij al enig nadeel zou hebben ondervonden, niet kan worden gezegd dat het Openbaar Ministerie daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden. Overigens leent de op te leggen levenslange gevangenisstraf zich naar haar aard niet voor vermindering.
8.3.5
Redelijke termijn
Als uitgangspunt heeft te gelden dat een behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen zestien maanden. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als sprake is van bijzondere omstandigheden. Deze bijzondere omstandigheden kunnen zijn gelegen in de ingewikkeldheid van de zaak, de invloed van de verdachte en zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld. De rechtbank is van oordeel dat in deze zaak sprake is van zeer bijzondere omstandigheden.
Mede als gevolg van de verdenking van deelneming aan een criminele organisatie is de zaak tegen [verdachte] buitengewoon ingewikkeld te noemen, in de eerste plaats door de omvang van de zaak. De zaak Marengo is aangevangen met een eerste zitting in maart 2018 met twee verdachten – [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] – en uiteindelijk uitgegroeid tot een proces tegen zeventien verdachten en een zeer omvangrijk dossier. [medeverdachte 1] is op 18 december 2019 overgedragen door de VAE en [verdachte] is in december 2021 uitgeleverd door Colombia. Zij zijn pas toen ze in Nederland waren in persoon aan het proces gaan deelnemen.
Het politiedossier in de zaak Marengo betreft zes moorden, twee pogingen tot moord en vijf voorbereidingen van moord. In totaal bevat het politiedossier tienduizenden pagina’s. Verder is er in deze zaak sprake van een kroongetuige, die niet alleen heeft verklaard over de afzonderlijke zaaksdossiers, maar ook over de criminele organisatie waar alle verdachten lid van zouden zijn geweest. Daarmee zijn de verklaringen van de kroongetuige in de zaken van alle verdachten van belang. Daarnaast bevat het dossier een zeer grote hoeveelheid ontsleutelde berichten uit PGP-toestellen, die inzicht geeft in de verschillende zaaksdossiers en ook in de verhouding tussen de vermoede leden van de criminele organisatie. De samenhang tussen de verschillende zaken brengt mee dat het los van elkaar behandelen van de zaken van verschillende verdachten tot weer nieuwe complicaties zou leiden. De rechtbank heeft daar niet voor gekozen. Dat betekent dat de grootte van de totale zaak Marengo – zowel voor wat betreft het aantal feiten als het aantal verdachten – voor de rechtbank een gegeven is. Dat geldt daarmee ook in de zaken van de verdachten met een minder omvangrijke verdenking of met weinig of geen onderzoekswensen.
De rechtbank heeft steeds als dat kon de zaken van de verdachten gelijktijdig behandeld, maar daarnaast heeft ook een groot aantal zittingen plaatsgevonden waarbij slechts de zaak van één verdachte aan de orde was. Ook het debat op de zitting was zeer uitgebreid. Zo bedraagt het requisitoir meer dan 800 pagina’s, terwijl de pleitnota’s van de raadslieden samen meer dan 3.000 pagina’s omvatten. Thans wordt in alle zaken op dezelfde dag vonnis gewezen.
De gehele procedure heeft lang geduurd, maar dat is niet te wijten aan een talmend Openbaar Ministerie of aan een gebrek aan inzet van opsporingscapaciteit. Wel was er sprake van beperkte beschikbaarheid van De Bunker of een vergelijkbare beveiligde zittingszaal en heeft ook de complexiteit van het plannen van zittingen – gelet op het grote aantal procespartijen – een rol gespeeld bij de vertraging. De omvang en complexiteit van de zaak is echter de hoofdoorzaak van de lange duur van het proces. Daarbij was veel tijd nodig om de onderzoekswensen van de verdediging te inventariseren, te beoordelen en hieraan uitvoering te geven. Aanvankelijk heeft vooral de rechter-commissaris daarbij regie gevoerd, maar uiteindelijk heeft ook bij de rechtbank een groot aantal regiezittingen plaatsgevonden. Op verzoek van (vooral) de verdediging hebben vele getuigenverhoren bij de rechter-commissaris plaatsgevonden en hebben meerdere verhoren van de kroongetuige daarnaast ook ter terechtzitting plaatsgevonden. De keuze van het Openbaar Ministerie om de zaak aan te vangen en verdachten aan te houden en te dagvaarden op een moment dat er nog geen einddossier was – en het dossier dat er wel was, zeer summier was – beschouwt de rechtbank vanwege de reeks van feitelijke gebeurtenissen als een begrijpelijke en noodzakelijke keuze. [medeverdachte 2] was immers in september 2017, op basis van ander bewijs dan zijn eigen verklaringen, als verdachte in de zaak Roos aangehouden. Na het sluiten van de kroongetuigenovereenkomst op 27 december 2017 mocht hij niet meer zwijgen over zijn eigen rol en de rollen van anderen. Bovendien had hij verklaard over een nog actieve moordorganisatie en werd [medeverdachte 9] – vermeend lid van die organisatie – neergeschoten en in het ziekenhuis opgenomen. Omdat er, los van de kluisverklaringen, bewijs tegen [medeverdachte 9] bestond in de zaak Roos/Doorn was zijn aanhouding – en daarmee de start van de zaak Marengo – onvermijdelijk. Dat er op dat moment nog lang geen afgerond dossier was heeft echter wel zijn weerslag gehad op de duur van het proces. Pas in mei 2019 – anderhalf jaar na de eerste aanhouding – konden de rechtbank en de verdediging beschikken over de overeenkomst met de kroongetuige en de door hem afgelegde verklaringen. Pas toen kon gestart worden met de zeer complexe, niet in de zaken van alle verdachten gelijk oplopende, regievoering. Enige vertraging is verder ontstaan door de uitbraak van Covid. Ook het feit dat, nadat eerst een broer van de kroongetuige, ook een van zijn advocaten en zijn vertrouwenspersoon gedurende het proces zijn vermoord, heeft tot vertraging geleid. Op meerdere momenten is de kroongetuige van rechtsbijstand verstoken geweest. Het feit dat de advocaat van [medeverdachte 1] is aangehouden en gedetineerd tijdens de procedure, waardoor ook hij enige tijd geen rechtsbijstand heeft gehad, heeft ook tot vertraging geleid.
De rechtbank acht vanwege al deze bijzondere omstandigheden als uitgangspunt een redelijke termijn van vier jaren voor de zaken van alle verdachten in Marengo gerechtvaardigd.
De rechtbank is echter van oordeel dat er in deze zaak bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de redelijke termijn op vijf jaren wordt gesteld. De aanvangsdatum van de redelijke termijn is 24 juni 2019, de datum waarop [verdachte] is gedagvaard. Hij is op 7 februari 2020 aangehouden in Colombia. Na afronding van de uitleveringsprocedure aldaar is [verdachte] uitgeleverd en op 7 december 2021 aangekomen in Nederland. Er hadden zich toen net nieuwe raadlieden namens hem gesteld die zich nog volledig in het dossier moesten inlezen. De eerste zittingsdag in Marengo waarop zijn nieuwe raadslieden aanwezig waren vond plaats op 7 december 2021. Uiteindelijk heeft de inhoudelijke behandeling van de zaak van [verdachte] na zijn uitlevering twee jaren en drie maanden geduurd. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van de zaak bij de rechtbank voortvarend heeft plaatsgevonden en dat de redelijke termijn niet is overschreden. De duur van de procedure is dan ook geen reden voor matiging van de gevangenisstraf. Zoals hierboven al is overwogen leent de op te leggen levenslange gevangenisstraf zich naar haar aard ook niet voor vermindering.
8.3.6
Conclusie
De overwegingen van de rechtbank over de mogelijkheid een levenslange gevangenisstraf op te leggen, over de publieke berechting en over de redelijke termijn veranderen de conclusie niet: alleen een levenslange gevangenisstraf is passend. De rechtbank zal aan [verdachte] een levenslange gevangenisstraf opleggen.

9.Beslag

Onder [verdachte] zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
[beslagcode] .001
Omschrijving: iPhone 11 (incl. sim)
[beslagcode] .002
Omschrijving: iPhone 6s
[beslagcode] .003
Omschrijving: Samsung Galaxy A70 (incl SD kaart en sim)
4. EV384-2.001
Omschrijving: iPhone 7
9.1
Standpunten
Voor de standpunten en de toelichting daarop van het Openbaar Ministerie wordt verwezen naar bijlage 5.
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
9.2
Oordeel van de rechtbank
Omdat bij de Nederlandse autoriteiten het vermoeden bestond dat [verdachte] vanaf zijn aanhouding op 7 februari 2020 de beschikking heeft gehad over meerdere telefoons, is op 14 augustus 2020 via een rechtshulpverzoek aan de Colombiaanse autoriteiten verzocht om de cel van [verdachte] te doorzoeken. Naar aanleiding van dat rechtshulpverzoek zijn de onder 1 tot en met 4 genoemde voorwerpen aangetroffen. Deze voorwerpen zijn overgedragen aan de Nederlandse autoriteiten en vervolgens in het onderzoek Marengo in beslag genomen.
Het Openbaar Ministerie heeft ten aanzien van alle genoemde voorwerpen primair gevorderd dat deze worden gedeponeerd voor het bewijs. Het deponeren van voorwerpen voor het bewijs is een beslissing die de rechtbank niet kan nemen, omdat hier geen wettelijke grondslag voor is. De rechtbank kan inbeslaggenomen voorwerpen verbeurd verklaren, onttrekken aan het verkeer, bewaren ten behoeve van de rechthebbende of de teruggave daarvan aan de rechthebbende gelasten.
Ten aanzien van deze telefoons blijkt uit het dossier niet dat zij een relatie hebben met een strafbaar feit waarvoor [verdachte] in dit vonnis wordt veroordeeld. Dat betekent dat deze voorwerpen in deze procedure niet kunnen worden verbeurd verklaard of kunnen worden onttrokken aan het verkeer. De rechtbank zal daarom de teruggave aan [verdachte] gelasten van de onder 1, 2, 3 en 4 genoemde voorwerpen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 46, 47, 48, 49, 56, 57, 140 en 289 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissingen.

11.Beslissingen

De rechtbank:
Verklaart het in zaak A onder 5 primair ten laste gelegde en het in zaak B onder 1 en 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat [verdachte] het in zaak A onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in hoofdstuk 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt [verdachte] daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het in zaak A onder 1 primair (ten aanzien van [slachtoffer 1] ) bewezen verklaarde en het in zaak A onder 2 primair bewezen verklaarde
voortgezette handeling van het medeplegen van voorbereiding van moord en het medeplegen van moord;
Ten aanzien van het in zaak A onder 1 primair (ten aanzien van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] ) bewezen verklaarde en het in zaak A onder 4 primair bewezen verklaarde
medeplegen van voorbereiding van moord, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van het in zaak A onder 3 primair bewezen verklaarde
medeplegen van poging tot moord;
Ten aanzien van het in zaak A onder 5 subsidiair bewezen verklaarde
medeplegen van medeplichtigheid aan het medeplegen van moord;
Ten aanzien van het in zaak A onder 6 bewezen verklaarde
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt [verdachte] tot een
levenslange gevangenisstraf.
Gelast de teruggave aan [verdachte]van:
[beslagcode] .001
Omschrijving: iPhone 11 (incl. sim)
[beslagcode] .002
Omschrijving: iPhone 6s
[beslagcode] .003
Omschrijving: Samsung Galaxy A70 (incl SD kaart en sim)
4. EV384-2.001
Omschrijving: iPhone 7
Dit vonnis is gewezen door
mr. [naam voorzitter] , voorzitter,
mrs. [naam rechter 1] en [naam rechter 2] , rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. [naam griffier 1] en [naam griffier 2] , griffiers
en van mr. [naam rechter 3] , rechter in de zin van artikel 6, derde lid, van de Wet RO,
en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 februari 2024.

Voetnoten

1.[medeverdachte 5] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 13] , [medeverdachte 15] en [medeverdachte 16] op 2 oktober 2018, [medeverdachte 14] op 12 november 2018, [medeverdachte 4] op 13 november 2018, [medeverdachte 10] op 22 januari 2019, [medeverdachte 6] op 23 januari 2019, [medeverdachte 3] op 31 januari 2019, [medeverdachte 7] op 28 maart 2019, [medeverdachte 12] op 27 mei 2019 in Suriname en op 28 mei 2019 in Nederland, [medeverdachte 11] op 27 mei 2019 in Suriname en op 29 mei 2019 in Nederland, [medeverdachte 1] op 16 december 2019 in Dubai en op 19 december 2019 in Nederland en [verdachte] op 7 februari 2020 in Colombia en op 7 december 2021 in Nederland.
2.HR 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889, r.o. 2.2.2.
3.HR 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889, r.o. 2.5.2.
4.Zie (onder meer) HR 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:600.
5.HR 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:600, r.o. 8.3.
6.HR 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:600, r.o. 3.11.
7.Zie de schriftelijke toelichting van het Openbaar Ministerie op de zitting van 6 december 2022, p. 5.
8.HR 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:600, r.o. 3.16.
9.HR 6 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6458, r.o. 3.2.
10.AD03 (PGP), p. 1-12.
11.AD03 (PGP), p. 15-22.
12.AD03 (PGP), p. 77-79.
13.AD03 (PGP), p. 73-76. De beslissing is gedateerd op 23 februari 2017 maar de rechtbank ziet dit als een kennelijke schrijffout omdat de vordering van het Openbaar Ministerie dateert van 12 januari 2018 (AD03 (PGP), p. 77) en leest daarom 23 februari 2018.
14.AD03 (PGP), p. 140.
15.AD03 (PGP), p. 143-149 en AD03 (PGP), p. 154-160.
16.AD03 (PGP), p. 187-189.
17.AD03 (PGP), p. 183-185.
18.AD03 (PGP), p. 196-199.
19.AD03 (PGP), p. 317-321 en AD00 (Algemeen dossier), p. 986-989.
20.AD03 (PGP), p. 577-620.
21.AD03 (PGP), p. 621-643.
22.AD03 (PGP), p. 653-656.
23.AD03 (PGP), p. 657-662.
24.AD03 (PGP), p. 663-666.
25.AD03 (PGP), p. 667-708.
26.AD03 (PGP), p. 648-652.
27.AD03 (PGP), p. 29-44.
28.AD03 (PGP), p. 334-337.
29.AD03 (PGP), p. 670 en 671.
30.AD00 (Algemeen dossier), p. 306.
31.HR 28 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:900, r.o. 3.6.5.
32.HR 13 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:913, r.o. 6.27.1-6.27.3.
33.AD00 (Algemeen dossier), p. 972 en AD03 (PGP), p. 2880.
34.EHRM 25 mei 2021, Big Brother Watch e.a. tegen het Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2021:0525JUD005817013 en EHRM 25 mei 2021, Centrum för Rättvisa tegen Zweden, ECLI:CE:ECHR:2021:0525JUD003525208
35.Rb Rotterdam 21 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9085 en ECLI:NL:RBROT:2021:9086, r.o. 53-57.
36.Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36327, nr. 3, p. 586.
37.Op 30 augustus 2022 is deze nieuwe bepaling in werking getreden.
38.HR 4 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:584 e.a.
39.Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36327, nr. 3, p. 568 e.v.
40.Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36327, nr. 3, p. 574.
41.HR 13 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:913, r.o. 6.24.1.
42.Rb Amsterdam 19 april 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:2504, r.o. 6.4.2.
43.EHRM 25 mei 2021, Big Brother Watch e.a. tegen het Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2021:0525JUD005817013 en EHRM 25 mei 2021, Centrum för Rättvisa tegen Zweden, ECLI:CE:ECHR:2021:0525JUD003525208
44.HR 20 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1257, r.o. 2.4.1.
45.Het eerste voorbeeld betreft ZD03 (Kreta), p. 1185 en 1186 en ZD02 (Ster), p. 1334 en 1335 en het tweede voorbeeld betreft AD03 (PGP), p. 3423 en 3424.
46.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1528.
47.AD00 (Algemeen dossier), p. 3118 en 3119 (met bijlage).
48.AD00 (Algemeen dossier), p. 3111.
49.HR 20 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1257, r.o. 2.5.2.
50.AD00 (Algemeen dossier), p. 1007-1011.
51.AD00 (Algemeen dossier), p. 991-1005.
52.AD00 (Algemeen dossier), p. 306.
53.AD03 (PGP), p. 85-93.
54.HR 28 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:900.
55.EHRM 4 juni 2019, Sigurdur Einarsson e.a. tegen IJsland, ECLI:CE:ECHR:2019:0604JUD003975715,
56.Zie onder andere de beslissingen van 29 september 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:4764 en 1 april 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1507, r.o. 58.
57.EHRM 16 februari 2000, Jasper tegen Verenigd Koninkrijk, nr. 27052/95, r.o. 52 en
58.Beslissingen van 1 april 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1507, r.o. 60-66.
59.Rb Rotterdam 21 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9085 en ECLI:NL:RBROT:2021:9086, r.o. 113.
60.AD03 (PGP), p. 718-752.
61.AD03 (PGP), p. 773-786.
62.Zie www.hansken.nl/publications-and-documents/publications.
63.EHRM 18 maart 1997, Mantovanelli tegen Frankrijk,
64.AD03 (PGP), p. 795-817 (inclusief vakbijlage).
65.Brief van 14 september 2020 van het Openbaar Ministerie aan de voorzitter van de Himalaya/Dollar combinatie betreffende ‘stand van zaken verstrekking Ennetcom-datasets en inzage Hansken bij het NFI’,
66.Zie bijvoorbeeld Rb Amsterdam 19 april 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:2504 en Rb Rotterdam 21 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9085.
67.AD03 (PGP), p. 303-306.
68.AD03 (PGP), p. 640-643.
69.AD03 (PGP), p. 45-66 (Ennetcom) en AD03 (PGP), p. 621-632 (PGP-safe).
70.Beslissingen van 1 april 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1507, r.o. 21 en 52.
71.Hof Amsterdam 11 februari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:325, cassatie verworpen (artikel 81 RO) en HR 23 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:757.
72.AD00 (Algemeen dossier), p. 1739-1748 (inclusief bijlage 1).
73.AD00 (Algemeen dossier), p. 949-956.
74.Correspondentiemap, bijlage 3 bij de onderzoekswensen van mr. [advocaat 5] van 18 februari 2021 ten behoeve van de regiezitting van 11 maart 2021.
75.AD03 (PGP), p. 787-794.
76.AD00 (Algemeen dossier), p. 907-921 (inclusief bijlage).
77.AD00 (Algemeen dossier), p. 970-978.
78.AD00 (Algemeen dossier), p. 978.
79.EHRM 26 september 2023, Yüksel Yalçinkaya tegen Turkije, ECLI:CE:ECHR:2023:0926JUD001566920.
80.Yüksel Yalçinkaya tegen Turkije, r.o. 313.
81.Yüksel Yalçinkaya tegen Turkije, r.o. 329, met verwijzing naar EHRM 4 juni 2019, Sigurdur Einarsson e.a. tegen IJsland, ECLI:CE:ECHR:2019:0604JUD003975715, r.o. 87-93.
82.EHRM 10 februari 1995, Allenet de Ribemont tegen Frankrijk, nr. 15175/89, r.o. 35.
83.EHRM 25 maart 1983, Minelli tegen Zwitserland, hof serie A. vol. 62 en
84.EHRM 10 februari 1995, Allenet de Ribemont tegen Frankrijk, nr. 15175/89, r.o. 36, 38 en 41.
85.EHRM 22 april 2010, Fatullayev tegen Azerbeidzjan, nr. 40984/07, r.o. 160, EHRM 23 oktober 2008, Khuzhin e.a. tegen Rusland, nr. 13470/02, r.o. 93-96 en EHRM 26 maart 2002, Butkevičius tegen Litouwen, nr. 48297/99 r.o. 49.
86.EHRM 5 december 2002, Craxi tegen Italië, nr. 34896/97, r.o. 104. Zie in dit verband ook: J.H.B. Bemelmans, Totdat het tegendeel is bewezen (diss. Nijmegen), Deventer: Wolters Kluwer 2018, hoofdstuk VI. 3.2. Horizontale werking en hoofdstuk VIII. 2.3. Rechterlijke reactie op met de onschuldpresumptie strijdige publiciteit.
87.Zie voor de moord op de broer van de kroongetuige: Hof Amsterdam 16 december 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4432; zie voor de moord op de advocaat van de kroongetuige: www.rechtspraak.nl/Bekende-rechtszaken/Pulheim en Hof Amsterdam 23 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:455; zie voor de moord op de vertrouwenspersoon van de kroongetuige: www.rechtspraak.nl/Bekende-rechtszaken/peterrdevries (zaken Iraklia en Hendon).
88.Rb Amsterdam 23 januari 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:195 (zaak Mandel).
89.Beslissingen van 4 oktober 2021, ECLI:NL:RBAMS:201:5545, r.o. 4.
90.Beslissingen van 29 september 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:4764.
91.HR 13 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3024, r.o. 4.5.1.
92.AD00 (Algemeen dossier), p. 496-510.
93.AD00 (Algemeen dossier), p. 3234-3242.
94.AD00 (Algemeen dossier), p. 3243-3247.
96.Hof Amsterdam 6 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:279.
97.Beslissingen van 17 december 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7401.
98.Beslissingen van 8 juli 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:3890, r.o. 20-24.
99.Beslissingen van 28 september 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:5612, r.o. 8-12.
100.Beslissingen van 7 december 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7273, r.o. 6-10.
101.Beslissingen van 7 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:3577, r.o. 36.
102.Beslissingen van 10 november 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:6574, r.o. 17 en 18.
103.Beslissingen van 7 december 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7273, r.o. 15.
104.Beslissingen van 8 februari 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:682, r.o. 31-41.
105.AD03 (PGP), p. 984-988.
106.AD03 (PGP), p. 1000-1013.
107.AD03 (PGP), p. 989-993.
108.AD03 (PGP), p. 994-999.
109.AD03 (PGP), p. 1014-1017.
110.AD03 (PGP), p. 1014-1017.
111.AD03 (PGP), p. 1018-1020.
112.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1773.
113.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 103.
114.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 130.
115.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 920-922.
116.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 931.
117.AD03 (PGP), p. 986.
118.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 920.
119.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 102 en 103.
120.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 141.
121.ZD03 (Kreta), p. 312 en 313.
122.ZD03 (Kreta, FO-map), p. 231-239.
123.AD00 (Algemeen dossier), p. 1208.
124.AD00 (Algemeen dossier), p. 1181-1201.
125.AD00 (Algemeen dossier), p. 1202-1211.
126.AD00 (Algemeen dossier), p. 1208.
127.ZD03 (Kreta), p. 1833 en 1834.
128.ZD03 (Kreta), p. 1872, 1874, 1900 en 1901 en AD00 (Algemeen dossier), p. 299-305.
129.ZD03 (Kreta), p. 1841-1848, 1863-1904 en 1906-1941.
130.ZD03 (Kreta), p. 1832.
131.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 1181-1193.
132.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 124.
133.AD00 (Algemeen dossier), p. 2051-2053.
134.AD00 (Algemeen dossier), p. 2051-2053 en AD02 (Verificatie verklaringen Koper), p. 315 en 316.
135.AD00 (Algemeen dossier), p. 698.
136.AD00 (Algemeen dossier), p. 2065-2067.
137.ZD03 (Kreta), p. 1126.
138.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 124.
139.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 125.
140.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 125 en 126.
141.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 129.
142.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 130.
143.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 131.
144.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 174-227.
145.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 177 en 178.
146.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 178 en 179.
147.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 179-183.
148.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 183 en 184.
149.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 184-187.
150.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 188-190.
151.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 191-193.
152.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 193-199.
153.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 199 en 200.
154.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 203.
155.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 204.
156.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 204-208.
157.ZD03 (Kreta), p. 444.
158.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 628.
159.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 619.
160.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 208-211.
161.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 212.
162.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 213.
163.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 212.
164.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 213.
165.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 213 en 214.
166.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 214 en 215.
167.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 216-218.
168.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 219-221 en 224.
169.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 223 en 224.
170.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 224 en 225.
171.ZD03 (Kreta), p. 2269-2274.
172.ZD03 (Kreta), p. 2451.
173.AD00 (Algemeen dossier) p. 2831-2833.
174.AD03 (PGP), p. 2820.
175.ZD03 (Kreta), p. 2429.
176.AD00 (Algemeen dossier), p. 1557.
177.AD03 (PGP), p. 2821 en 2822.
178.ZD09 (Aker), p. 317-319.
179.ZD03 (Kreta), p. 2444-2447.
180.ZD03 (Kreta), p. 2448 en 2453.
181.AD03 (PGP), p. 3593.
182.AD03 (PGP), p. 3595 en 3596.
183.AD03 (PGP), p. 3594.
184.AD03 (PGP), p. 3597-3599.
185.AD03( PGP), p. 3601.
186.AD03 (PGP), p. 3602.
187.AD03 (PGP), p. 3610.
188.AD03 (PGP), p. 3608.
189.ZD03 (Kreta), p. 2455 en 2456.
190.ZD03 (Kreta), p. 2455 en 2456.
191.ZD03 (Kreta), p. 2456.
192.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 124, 125, 294 en 854.
193.ZD03 (Kreta), p. 1572-1575 en 1650 en AD00 (Algemeen dossier), p. 483-492.
194.AD03 (PGP), p. 2851.
195.ZD03 (Kreta), p. 2464.
196.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 125-130.
197.ZD03 (Kreta), p. 1576, 1577 en 1655-1657.
198.AD03 (PGP), p. 2852 en 2853.
199.ZD03 (Kreta), p. 1657.
200.AD03 (PGP), p. 2853.
201.ZD03 (Kreta), p. 1658.
202.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 128 en 129.
203.ZD03 (Kreta), p. 1578 en 1658.
204.ZD03 (Kreta), p. 1581 en AD03 (PGP), p. 2707.
205.AD03 (PGP), p. 2708 en 2709.
206.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 125-127.
207.AD03 (PGP), p. 2707-2710 en ZD03 (Kreta), p. 1578.
208.AD03 (PGP), p. 2708 en 2709.
209.AD03 (PGP), p. 2709 en 2710.
210.AD03 (PGP), p. 2710.
211.AD03 (PGP), p. 2710 en 2711.
212.AD03 (PGP), p. 2711 en 2712.
213.AD03 (PGP), p. 2711 en 2712.
214.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 131, 177 en 178.
215.AD03 (PGP), p. 2712 en 2713.
216.AD03 (PGP), p. 2712 en 2713.
217.AD03 (PGP), p. 2713.
218.AD03 (PGP), p. 829 en AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ) p. 1359.
219.AD04 (Verhoren verdachten), p. 1558 en 1559.
220.ZD03 (Kreta), p. 1583.
221.AD03 (PGP), p. 2714.
222.ZD03 (Kreta), p. 1766 en 1767.
223.AD03 (PGP), p. 1681, 1682, 2858 en 2859.
224.AD03 (PGP), p. 1683, 2859 en 2860.
225.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 565 en 566.
226.ZD03 (Kreta), p. 1616-1618 en 1688.
227.ZD03 (Kreta), p. 1584, 2458 en 2464 en AD03 (PGP), p. 2863 en 2865.
228.ZD03 (Kreta), p. 2212 en 2213.
229.ZD03 (Kreta), p. 1593-1598, 1699, 2459 en 2460.
230.ZD (Kreta), p. 1599-1607, 1703, 1707, 1711 en 2460.
231.ZD03 (Kreta), p. 1625, 1776, 2380 en 2381.
232.ZD03 (Kreta), p. 2386-2389.
233.ZD03 (Kreta), p. 1624 en 1625.
234.ZD03 (Kreta), p. 1585-1588, 1725, 1726, 1727 en 2461.
235.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 177-179.
236.ZD03 (Kreta), p. 1608.
237.ZD03 (Kreta), p. 1589.
238.ZD03 (Kreta), p. 2462.
239.AD03 (PGP), p. 2625.
240.ZD03 (Kreta), p. 1589-1591.
241.ZD03 (Kreta), p. 2462.
242.ZD03 (Kreta), p. 1769.
243.ZD03 (Kreta), p. 1627.
244.ZD03 (Kreta), p. 1628.
245.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 179-183.
246.ZD03 (Kreta), p. 1591.
247.ZD03 (Kreta), p. 1628-1631 en 1735-1737.
248.ZD03 (Kreta), p. 1631, 1632 en 1740.
249.ZD03 (Kreta), p. 1747 en 1748.
250.ZD03 (Kreta), p. 1770 en 1771.
251.ZD03 (Kreta), p. 1644 en 1645.
252.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p, 179-183.
253.ZD03 (Kreta), p. 1633-1638.
254.AD03 (PGP), p. 2871.
255.ZD03 (Kreta), p. 2462 en 2463.
256.ZD03 (Kreta), p. 2375.
257.ZD03 (Kreta), p. 2376.
258.ZD03 (Kreta), p. 1783.
259.ZD03 (Kreta), p. 415 en 416.
260.ZD03 (Kreta), p. 2374.
261.ZD03 (Kreta), p. 784-795 en 860.
262.ZD03 (Kreta), p. 416.
263.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 193-199 en 913 en AD02 (Verificatie verklaringen), p. 866-870.
264.ZD03 (Kreta), p. 414-418.
265.ZD03 (Kreta), p. 2374.
266.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 199, 200 en 203.
267.ZD03 (Kreta), p. 323 en 327-340.
268.ZD03 (Kreta, FO-map), p. 294-318.
269.ZD03 (Kreta), p. 316-322.
270.ZD03 (Kreta), p. 419-427 en 428-431.
271.ZD03 (Kreta), p. 318-321, 434-436 en 449-454.
272.ZD03 (Kreta, FO-map), p. 77-93 en 319-335.
273.ZD03 (Kreta, FO-map), p. 284-287.
274.ZD03 (Kreta, FO-map), p. 319-335.
275.AD00 (Algemeen dossier), p. 1961.
276.ZD03 (Kreta), p. 685.
277.ZD03 (Kreta), p. 1818-1821.
278.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 160 en 187.
279.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 159.
280.ZD03 (Kreta), p. 1778-1793 en 2376.
281.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 186.
282.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 213.
283.ZD03 (Kreta), p. 919-926.
284.ZD03 (Kreta), p. 2164.
285.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 213-216.
286.ZD03 (Kreta), p. 2377.
287.AD00 (Algemeen dossier), p. 1836.
288.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 216-218 en p. 1325.
289.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 219-221 en 224.
290.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 223 en 224.
291.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 224 en 225.
292.ZD03 (Kreta), p. 1799 en 1800.
293.ZD03 (Kreta), p. 1974, 1975 en 1991-2000.
294.ZD03 (Kreta), p. 2466-2474.
295.ZD03 (Kreta), p. 1803.
296.ZD04 (Tennis), p. 31.
297.ZD04 (Tennis), p. 33.
298.ZD04 (Tennis), p. 26.
299.ZD04 (Tennis), p. 50
300.ZD04 (Tennis), p. 33 en 34.
301.ZD04 (Tennis), p. 26 en 27.
302.ZD04 (Tennis), p. 76.
303.ZD04 (Tennis), p. 63.
304.ZD04 (Tennis), p. 103.
305.ZD04 (Tennis), p. 105.
306.ZD04 (Tennis), p. 34.
307.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 73.
308.ZD04 (Tennis), p. 37.
309.ZD04 (Tennis), p. 38.
310.ZD04 (Tennis), p. 284.
311.ZD04 (Tennis), p. 273 en 274.
312.ZD04 (Tennis), p. 39.
313.ZD04 (Tennis), p. 31.
314.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1603 en 1604.
315.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1604.
316.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1605.
317.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1606.
318.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1605 en 1607.
319.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1604 en 1605.
320.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1603, 1605 en 1606.
321.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1607.
322.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1609.
323.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1610.
324.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1611.
325.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1612.
326.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1612 en 1613.
327.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1614.
328.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 30 en 46.
329.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1444, 1445, 1451 en 1452.
330.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 671
331.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1614
332.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1615.
333.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1615.
334.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1616.
335.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1634.
336.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1618.
337.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1620 en 1621.
338.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1622.
339.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1623.
340.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1624.
341.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1625.
342.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1629 en 1630.
343.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1635.
344.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1636.
345.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1637.
346.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1638.
347.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1640.
348.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1641.
349.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1642.
350.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1643.
351.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1645.
352.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1646.
353.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 679.
354.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1588.
355.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1646 en 1647.
356.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1648
357.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1649.
358.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 693 en 694.
359.ZD04 (Tennis), p. 288
360.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 71.
361.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 70.
362.ZD04 (Tennis), p. 246 en 247 en AD02 (Verificatie verklaringen), p. 701-703.
363.ZD02 (Verificatie verklaringen), p. 700.
364.ZD02 (Verificatie verklaringen), p. 658.
365.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 694.
366.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 73.
367.ZD04 (Tennis), p. 288.
368.ZD04 (Tennis), p. 294.
369.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 715.
370.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 1336.
371.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 1337.
372.AD04 (Tennis), p. 317.
373.AD04 (Tennis), p. 260.
374.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 1337 en 1343.
375.AD04 (Tennis), p. 317.
376.AD07 (Beslag), p. 208 en 209.
377.AD07 (Beslag), p. 700.
378.AD04 (Tennis), p. 268 en AD07 (Beslag), p. 652, 653 en 655.
379.AD04 (Tennis), p. 268 en AD07 (Beslag), p. 651, 652 en 655.
380.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 654.
381.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 69.
382.AD04 (Tennis), p. 291.
383.AD04 (Tennis), p. 293.
384.ZD04 (Tennis), p. 284.
385.AD10_presentatie-10_Tennis, dia 20 bij requisitoir met betrekking tot zaaksdossier Tennis.
386.ZD04 (Tennis), p. 25 en 26.
387.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1638 en 1640.
388.ZD04 (Tennis), p. 37.
389.AD02 (Verificatie verklaringen), p. 688.
390.ZD04 (Tennis), p. 284 en 285 en AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 75.
391.ZD04 (Tennis), p. 291.
392.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 82 en 83.
393.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 77.
394.ZD04 (Tennis), p. 293.
395.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 246 en 247.
396.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 2111.
397.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 247.
398.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 248.
399.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 249.
400.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 250.
401.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 251.
402.AD00 (Algemeen dossier), p. 96.
403.ZD01 (Roos/Doorn), p. 369.
404.ZD01 (Roos/Doorn), p. 369.
405.ZD01 (Roos/Doorn), p. 447 en 448.
406.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 265 en 266.
407.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 268.
408.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1959.
409.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 563 en 566.
410.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 355.
411.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 356 en 357.
412.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 267 en 268.
413.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 333.
414.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 316 en 318.
415.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 269 en 270.
416.ZD01 (Roos/Doorn), p. 2.
417.AD04 (Verhoren verdachten), p. 1157 en 1158.
418.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 626.
419.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 270.
420.ZD01 (Roos/Doorn), p. 3.
421.AD04 (Verhoren verdachten), p. 1158 en 1159.
422.ZD01 (Roos/Doorn) p. 5 en AD00 (Algemeen dossier), p. 1758.
423.ZD01 (Roos/Doorn), p. 370.
424.ZD01 (Roos/Doorn), p. 370 en 371.
425.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 270 en 271.
426.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 628.
427.ZD01 (Roos/Doorn), p. 480.
428.ZD01 (Roos/Doorn), p. 7, 8 en 453 en AD00 (Algemeen dossier), p. 2891 en 2892.
429.ZD01 (Roos/Doorn), p. 371.
430.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 94.
431.ZD01 (Roos/Doorn), p. 372.
432.ZD01 (Roos/Doorn), p. 8 en 9.
433.ZD01 (Roos/Doorn), p. 373.
434.ZD07 (Plato), p. 13 en 14.
435.ZD01 (Roos/Doorn), p. 373.
436.ZD06 (Zeilboot/Raspvijl), relaas p. 23.
437.ZD06 (Zeilboot/Raspvijl), p. 486.
438.ZD06 (Zeilboot/Raspvijl), p. 487.
439.ZD06 (Zeilboot/Raspvijl), p. 506.
440.ZD01 (Roos/Doorn), p. 10 en 11.
441.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 272 en 273.
442.AD03 (PGP), p. 2105.
443.AD03 (PGP), p. 2106 en AD00 (Algemeen dossier), p. 1758.
444.ZD01 (Roos/Doorn), p. 377.
445.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 273.
446.ZD01 (Roos/Doorn), p. 13.
447.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 387-389.
448.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 400.
449.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 147.
450.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 155.
451.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 230.
452.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 3789.
453.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 3647.
454.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4109.
455.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2060.
456.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2063.
457.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2064
458.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2065.
459.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 404.
460.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 463.
461.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 233.
462.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 3806.
463.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 3805.
464.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 3816.
465.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 3819.
466.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4021 (een geschrift).
467.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4022 (een geschrift).
468.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 98.
469.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1385, 1386 en 1390.
470.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1385, 1386 en 1392.
471.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 12.
472.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 572.
473.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 273 en 274.
474.ZD01 (Roos/Doorn), p. 14.
475.ZD01 (Roos/Doorn), p. 14.
476.ZD01 (Roos/Doorn), p. 378.
477.ZD01 (Roos/Doorn), p. 16 en 17.
478.ZD01 (Roos/Doorn), p. 379.
479.ZD01 (Roos/Doorn), p. 379.
480.ZD01 (Roos/Doorn), p. 380.
481.ZD01 (Roos/Doorn), p. 380.
482.ZD01 (Roos/Doorn), p. 397.
483.ZD01 (Roos/Doorn), p. 380.
484.ZD01 (Roos/Doorn), p. 18.
485.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 271.
486.ZD01 (Roos/Doorn), p. 381.
487.ZD01 (Roos/Doorn), p. 19.
488.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2066.
489.ZD01 (Roos/Doorn), p. 283.
490.ZD01 (Roos/Doorn), p. 284.
491.ZD01 (Roos/Doorn), p. 284 en 285.
492.ZD01 (Roos/Doorn), p. 285 en 286.
493.ZD01 (Roos/Doorn), p. 15.
494.ZD01 (Roos/Doorn), p. 16.
495.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 278 en 279.
496.ZD01 (Roos/Doorn), p. 29 en 30.
497.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1411 en 1412.
498.ZD01 (Roos/Doorn), p. 20.
499.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1680 en 1681.
500.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1688.
501.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1691 en 1692.
502.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1723.
503.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1694, 4308-4310 en 4446.
504.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1701, 4309, 4310, 4445 en 4446.
505.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1713.
506.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1720.
507.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1735.
508.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1715.
509.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4323 en 4332.
510.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4332.
511.ZD01 (Roos/Doorn), p. 499 en 500.
512.ZD01 (Roos/Doorn), p. 502.
513.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4325.
514.ZD01 (Roos/Doorn), p. 500.
515.ZD01 (Roos/Doorn), p. 502.
516.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4326.
517.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4546.
518.ZD06 (Zeilboot/Raspvijl), p. 505 en 506.
519.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4545.
520.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2510 en 2511.
521.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2069.
522.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2108.
523.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2113.
524.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2102.
525.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2121.
526.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 2117.
527.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1737 en 1738.
528.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 4404 en 4405.
529.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1747.
530.ZD07 (Plato), zaaksdossier Sporen 26Hapeville, p. 4 en 5.
531.ZD07 (Plato), zaaksdossier Sporen 26Hapeville, p. 182.
532.ZD07 (Plato), p. 258 en 259.
533.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 1735.
534.ZD07 (Plato), p. 258 en 259.
535.ZD07 (Plato), proces-verbaal zaaksdossier Sporen 26Hapeville, p. 4.
536.ZD07 (Plato), p. 375.
537.ZD07 (Plato), proces-verbaal zaaksdossier Sporen 26Hapeville, p. 3
538.ZD07 (Plato), zaaksdossier Sporen 26Hapeville, p. 26.
539.ZD07 (Plato), proces-verbaal zaaksdossier Sporen 26Hapeville, p. 5.
540.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 342 en 343.
541.TGO-dossier Roos/Doorn, p. 280.
542.ZD07 (Plato), zaaksdossier Sporen 26Hapeville, p. 181.
543.ZD01 (Roos/Doorn), p. 130 en 131.
544.ZD06 (Zeilboot/Raspvijl), p. 508.
545.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 285.
546.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 223.
547.AD05 (Verhoren rechter-commissaris), p. 228.
548.ZD01 (Roos/Doorn), p. 21.
549.ZD01 (Roos/Doorn), p. 22.
550.ZD01 (Roos/Doorn), p. 22 en 24.
551.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1959.
552.HR 8 april 1997,
553.HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO4471.
554.AD00 (Algemeen dossier), p. 3320, 3323 en 3325.
555.HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134, r.o. 4.3.
556.HR 15 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6148, r.o. 2.3.4.
557.HR 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0502, r.o. 3.4.
558.ZD07 (Plato), p. 256.
559.AD02 (Verificatie verklaringen Koper, relaas pv), p. 9 en 10.
560.AD02 (Verificatie verklaringen Koper, relaas pv), p. 12-15.
561.AD02 (Verificatie verklaringen Koper, relaas pv), p. 19.
562.AD02 (Verificatie verklaringen Koper, relaas pv), p. 20.
563.ZD09 (Aker), p. 276-286.
564.AD00 (Algemeen dossier), p. 698.
565.ZD09 (Aker), p. 288.1-288.5.
566.ZD09 (Aker), p. 289 en 295.
567.ZD09 (Aker), p. 157, 158, 166, 302 en 305.
568.ZD09 (Aker), p. 384.
569.AD03 (PGP), p. 2902, 2903 en 3037-3039.
570.AD02 (Verificatie verklaringen Koper), p. 488-493 en ZD08 (140 Sr), p. 261 en 262.
571.ZD08 (140 Sr), p. 59.
572.ZD08 (140 Sr), p. 55-87.
573.ZD08 (140 Sr), p. 67.
574.ZD08 (140 Sr), p. 59 en 60.
575.AD03 (PGP), p. 2891.
576.AD01 (Verklaringen [medeverdachte 2] ). p. 99.
577.AD01 (Verklaringen [medeverdachte 2] ), p. 492 en 493.
578.HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264, r.o. 4.3.
579.HR 18 november 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0858.
580.HR 8 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE5651, r.o. 3.3.
581.ECLI:NL:PHR:2018:1192 (HR 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2331), r.o. 11 en 12.
582.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 1934 en 2015.
583.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 390.
584.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 379.
585.AD03 (PGP), p. 2398 en 2401.
586.ZD03 (Kreta), p. 1833 en 1834.
587.AD01 (Verhoren [medeverdachte 2] ), p. 124 en 125.
588.AD03 (PGP), p. 3597-3599.
589.PD [verdachte] , p. 266-269.
590.PD [verdachte] , p. 274-282.
591.PD [verdachte] , p. 494 en 495 (brief 17 januari 2022 met vraag en antwoord), p. 501-503 (brief van 15 februari 2022 met vraag en antwoord) en p. 509 en 510 (brief van 29 juni 2022 met vraag en antwoord).
592.Beslissingen van 7 november 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:5747.
593.PD [verdachte] , p. 528 en 529.
594.Trb. 2004, 34.
595.HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1325, r.o. 3.2.
596.Stcrt. 2016, 65365.
597.Stcrt. 2023, 18241.
598.Stcrt. 2023, 33182.
599.HR 19 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3185, r.o. 3.4.
600.HR 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:600.
601.HR 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:600, r.o. 10.3.2.
602.Conclusie 20 april 2021, ECLI:NL:PHR:2021:392 (desbetreffende cassatieklacht verworpen met toepassing van artikel 81 RO HR 13 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1049), conclusie 28 maart 2023, ECLI:NL:PHR:2023:343 (cassatie verworpen met toepassing van artikel 81 RO HR 23 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:744) en conclusie 14 november 2023, ECLI:NL:PHR:2023:1002 (desbetreffende cassatieklacht verworpen met toepassing van artikel 81 RO HR 9 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:2).
603.Brief van de minister voor Rechtsbescherming van 26 oktober 2023 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, kenmerk 4967986.
604.Kamerstukken II 2021/22, 29 279, nr. 718.
605.Kamerstukken II 2022/23, 29 279, nr. 798.