ECLI:NL:RBDHA:2025:14976
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen intrekking Nederlanderschap en terugkeerbesluit wegens deelname aan terroristische organisatie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2025, worden de beroepen van eiser tegen de intrekking van zijn Nederlanderschap en het uitgevaardigde terugkeerbesluit en inreisverbod van 20 jaar behandeld. Eiser, geboren in 1994, heeft zowel de Nederlandse als de Turkse nationaliteit en is in 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar wegens deelname aan een terroristische organisatie. De rechtbank oordeelt dat de intrekking van het Nederlanderschap niet in strijd is met discriminatieverboden of het verbod op dubbele bestraffing. De staatssecretaris was niet verplicht om eiser de gelegenheid te geven afstand te doen van zijn Turkse nationaliteit. De rechtbank concludeert dat de minister het inreisverbod mocht uitvaardigen en dat de beroepen ongegrond zijn. Eiser heeft aangevoerd dat de intrekking van zijn Nederlanderschap discriminerend is en dat hij in de gelegenheid had moeten worden gesteld om afstand te doen van zijn Turkse nationaliteit. De rechtbank weerlegt deze argumenten door te stellen dat de intrekking van het Nederlanderschap geen punitieve sanctie is en dat de staatssecretaris de intrekking op basis van de ernst van de feiten heeft kunnen rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de belangen van de nationale veiligheid zwaarder wegen dan de persoonlijke belangen van eiser.