Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [nummer] , eiser
de Minister van Asiel en Migratie,
Procesverloop
Overwegingen
onverplichtaan zich te trekken op grond van artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening, is dan ook geen sprake, zoals eiser kennelijk verondersteld.
Starting from mid-2024 the SAR initiated individual assessment of Syrian applications, which resulted in a 19% rejection and 81% recognitian rate (0.5% refugee recognition and 80% subsidiary protection). After the fall of Bahar Assad’s regime on 8 December 2024, the SAR halted the interviewing and status determination of Syrian applicants until 31 January 2025, when these were resumed on a individual assessment basis.” Los hiervan, overweegt de rechtbank dat een eventueel en mogelijk verschil in toelatingsbeleid van Syrische asielzoekers in Bulgarije en Nederland bij de toepassing van de Dublinverordening niet relevant is. De rechtbank verwijst naar het arrest van het Hof van 30 november 2023 [26] en de Afdelingsuitspraak van 12 juni 2024 [27] . Hierin oordeelt de Afdeling dat een vreemdeling gelet op het arrest van 30 november 2023 in Nederland geen beroep meer kan doen op indirect refoulement in een Dublinprocedure. De rechtbank ziet hierin op grond van het arrest evenmin ruimte.