Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[erflater]en
[erflaatster]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, dat op 20 juni 2024 is uitgesproken. De zaak betreft drie effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten tussen Dexia en de afnemer, die optreedt als erfgenaam van de overleden partijen. De centrale vraag is of de afnemer door een tussenpersoon is geadviseerd zonder de vereiste vergunning, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Dexia vorderde een verklaring voor recht dat zij aan haar verplichtingen had voldaan na betaling van een schadevergoeding van € 892,15. De kantonrechter verklaarde dat Dexia niets meer aan de afnemer verschuldigd was na betaling van de schadevergoeding, maar wees de overige vorderingen van Dexia af. In hoger beroep heeft het hof de grieven van Dexia opnieuw behandeld en geconcludeerd dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer had geadviseerd zonder vergunning. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van financiële instellingen om na te gaan of tussenpersonen aan de vergunningplicht voldoen en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.