Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 28 maart 2023 werd uitgesproken. De zaak betreft drie effectenleaseovereenkomsten die tot stand zijn gekomen via een tussenpersoon, NBG Finance. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Dexia vorderde een verklaring voor recht dat zij aan haar verplichtingen had voldaan en niets meer aan de afnemer verschuldigd was, maar de kantonrechter wees deze vorderingen af. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van Dexia opnieuw behandeld. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd zonder de benodigde vergunning. Dit betekent dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van financiële instellingen om te verifiëren of tussenpersonen over de juiste vergunningen beschikken en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.