Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, dat op 8 juni 2023 is uitgesproken. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die tot stand is gekomen via een tussenpersoon, NBG Finance. De afnemer stelt dat hij door deze tussenpersoon is geadviseerd, terwijl deze geen vergunning had om dat te doen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door de afnemer als cliënt te accepteren, ondanks het feit dat de tussenpersoon niet over de vereiste vergunning beschikte. Dexia heeft in hoger beroep de grieven aangevoerd dat de tussenpersoon geen vergunningplichtig advies heeft gegeven en dat zij niet op de hoogte was van de advisering. Het hof heeft de feiten van de kantonrechter als uitgangspunt genomen en geconcludeerd dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd. Het hof heeft de vorderingen van de afnemer opnieuw beoordeeld en bevestigd dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld. De vergoedingsplicht van Dexia blijft volledig in stand, inclusief de schade die de afnemer heeft geleden door de fictieve restschuld die is ontstaan bij de beëindiging van de effectenleaseovereenkomst. Het hof heeft het bestreden vonnis bekrachtigd en Dexia veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de afnemer.