Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Dexia Nederland B.V. en een afnemer met betrekking tot effectenleaseovereenkomsten. Dexia had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 21 november 2024 had geoordeeld dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door de afnemer als cliënt te accepteren, terwijl de tussenpersoon die de overeenkomst tot stand had gebracht geen vergunning had om advies te geven. De afnemer vorderde schadevergoeding van Dexia, die hij had geleden door de effectenleaseovereenkomst, en de kantonrechter had Dexia veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.457,81, vermeerderd met rente.
In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van de afnemer en Dexia opnieuw beoordeeld. Het hof oordeelde dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer had geadviseerd zonder de benodigde vergunning. Het hof bevestigde dat de gebruikelijke werkwijze van tussenpersonen in deze sector vaak vergunningplichtig advies inhield, en dat Dexia bekend was met deze werkwijze. Het hof concludeerde dat Dexia in strijd had gehandeld met de regelgeving en dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand bleef. Het hoger beroep van Dexia werd afgewezen, en Dexia werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de afnemer.