Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geintimeerde 1]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 20 augustus 2024 is uitgesproken. De zaak betreft twee effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten via een tussenpersoon, Finesse Adviesgroep. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De afnemer vorderde schadevergoeding van Dexia, die door de kantonrechter is toegewezen. Dexia heeft in hoger beroep grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis.
Het hof heeft vastgesteld dat de tussenpersoon bij de totstandkoming van de effectenleaseovereenkomst als effectenbemiddelaar optrad, maar geen vergunning had om als financieel adviseur op te treden. Het hof oordeelt dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd, en dat Dexia in strijd heeft gehandeld met artikel 41 van de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999 door de effectenleaseovereenkomst aan te gaan. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.