Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Groningen, dat op 13 juni 2023 is uitgesproken. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die tot stand is gekomen via een tussenpersoon, NBG Finance, die niet over de vereiste vergunning beschikte. De afnemer, die ook optreedt als erfgenaam van een overleden persoon, heeft Dexia aangeklaagd voor onrechtmatig handelen en schadevergoeding. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en heeft Dexia veroordeeld tot schadevergoeding van € 7.867,77, vermeerderd met wettelijke rente. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van de afnemer en Dexia opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon vergunningplichtig advies gaf, en dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de kantonrechter bekrachtigd en Dexia veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van financiële instellingen bij het aangaan van overeenkomsten met klanten, vooral wanneer er sprake is van advisering door niet-gecertificeerde tussenpersonen.