dhr. mr. dr. A.G.D. Overmars

De rechtbank verklaart het beroep van een Somalische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond, vanwege inconsistenties in zijn verklaringen en toepassing van de nieuwe werkinstructie.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens niet tijdig beslissen op hun aanvraag voor een verblijfsvergunning. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een beslistermijn op van vier weken, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Hersteluitspraak van de Rechtbank Den Haag over niet tijdig beslissen op aanvraag tot machtiging tot voorlopig verblijf. Minister moet binnen vier weken beslissen en kan dwangsom van € 100,- per dag krijgen bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers tegen het COA niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling te vroeg is verzonden. Eisers hoeven geen griffierecht te betalen.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond en legt de minister een beslistermijn van vier weken op voor de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Hersteluitspraak over asielaanvraag; beroep niet-ontvankelijk verklaard en minister veroordeeld tot proceskosten van € 453,50.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens niet tijdig beslissen op hun aanvraag voor een machtiging voor voorlopig verblijf. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de minister wegens niet tijdig beslissen op asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt de minister in proceskosten van € 453,50.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat het beroep prematuur is ingediend en niet voldoet aan de vereisten.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk wegens prematuriteit, omdat de beslistermijn al was verstreken.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond omdat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en kan een dwangsom van € 100,- per dag krijgen bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn van 14 februari 2026.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op de aanvraag van eisers voor een machtiging tot voorlopig verblijf en legt een dwangsom op.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de minister wegens niet tijdig beslissen op hun aanvraag voor een machtiging voor voorlopig verblijf. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister termijnen en dwangsommen op.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn van acht weken voor een nieuw besluit.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister op binnen vier weken een besluit te nemen op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een beslistermijn van acht weken op, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiseres. De minister moet binnen acht weken alsnog een besluit nemen en kan een dwangsom opgelegd krijgen.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling prematuur was.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne per 4 maart 2024 kon eindigen en verklaart het beroep van eiser ongegrond.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep van de verzoeker.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de minister wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank oordeelt het beroep gegrond en legt de minister een beslistermijn op tot 18 februari 2026, met een dwangsom bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiser en legt een dwangsom op bij overschrijding van de termijn.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er geen besluit is als bedoeld in de Awb. Er is geen proceskostenveroordeling.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er geen besluit is als bedoeld in de Awb.

De rechtbank oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiseres. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en kan een dwangsom van € 100,- per dag krijgen bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie binnen acht weken een besluit moet nemen op de asielaanvraag van eisers, met een dwangsom bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond en legt de minister een beslistermijn van vier weken op, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiser. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en kan een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd krijgen bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister op binnen zestien weken een besluit te nemen op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, omdat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en kan een dwangsom van € 100,- per dag krijgen bij overschrijding, tot maximaal € 15.000,-.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de minister wegens niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een beslistermijn van zestien weken op, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie binnen acht weken een besluit moet nemen op de asielaanvraag van eiseres, met een dwangsom bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de aanvraag van eisers voor een machtiging tot voorlopig verblijf. De minister moet binnen vier weken een besluit nemen en kan een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd krijgen bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op asielaanvragen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn van zestien weken voor een besluit.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het beroep van eisers tegen de minister van Asiel en Migratie gegrond is wegens niet tijdig beslissen op hun aanvraag. De minister moet binnen vier weken een besluit nemen en kan een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd krijgen.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank oordeelt het beroep gegrond en legt een beslistermijn van acht weken op, met een dwangsom bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiser en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn van acht weken voor een nieuw besluit.

De rechtbank oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiser. De minister moet uiterlijk op 1 december 2025 een besluit nemen en kan een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd krijgen bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eisers tegen de minister van Asiel en Migratie gegrond is, en legt een beslistermijn van acht weken op, met een dwangsom bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling prematuur was ingediend door het lopende besluitmoratorium voor Syrië.

De rechtbank heeft de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot betaling van proceskosten van € 453,50 in een asielzaak na het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens niet tijdig beslissen op de asielaanvraag. De rechtbank oordeelt het beroep gegrond en legt een beslistermijn van vier weken op, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de minister wegens niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een beslistermijn op van vier weken.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens niet tijdig beslissen op hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf. De rechtbank heeft de minister opgedragen binnen vier weken een beslissing te nemen en een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het verblijfsrecht van eiser op grond van het arrest Chavez-Vilchez is vervallen, maar dat de minister een motiveringsgebrek heeft in de belangenafweging onder artikel 8 EVRM. Het bestreden besluit wordt vernietigd.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door de minister.

De Rechtbank Den Haag wijst het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser's asielberoep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de minister al een besluit had genomen op het moment van in gebreke stellen. Proceskosten worden niet vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister op binnen acht weken een besluit te nemen op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.